Deel 8

 

8
Hebben jullie de kwade geest al gevonden?' Kahlan keek over haar schouder en zag dat het Chandalen
was, die voorzichtig tussen de kakelende kippen door schuifelde. Het gedempte licht hielp wel om de zwerm opgesloten vogels te kalmeren, maar ze maakten toch nog heel wat misbaar. Er waren een paar rode bij en hier en daar een andere soort, maar de meeste kippen van het Moddervolk waren van de gestreepte variëteit, een soort die handelbaarder was dan de meeste andere. Dat was maar goed ook, anders zou het in plaats van een simpel pandemonium een gevederde chaos zijn. Kahlan had de neiging om met haar ogen te rollen toen ze Chandalen belachelijke verontschuldigingen hoorde mompelen tegen de vogels die hij met een voet uit de weg duwde. Ze had misschien een hatelijke opmerking gemaakt over zijn ridicule gedrag als hij niet zo onheilspellend uitgerust was geweest, met een lang mes aan zijn linkerheup, een kort mes aan de rechter, een volle pijlkoker over de ene schouder en een gespannen boog over de andere.
Nog verontrustender was de opgerolde troga die aan een haak aan zijn riem hing. Een troga was een eenvoudige metaaldraad die lang genoeg was om een lus te maken en over iemands hoofd te worden geslagen. Hij werd van achteren gebruikt en dan werden de houten handvaten uit elkaar gerukt. Een man met Chandalens vaardigheid kon zijn troga moeiteloos en nauwkeurig om de hals van een man slaan en hem het zwijgen opleggen voordat hij ook maar het minste geluid kon maken.
Toen ze samen hadden gevochten tegen het leger van de Imperiale Orde dat de stad Ebinissia had aangevallen en de onschuldige vrouwen en kinderen daar had afgeslacht, had Kahlan Chandalen meer dan eens vijandelijke schildwachten en soldaten zien onthoofden met zijn troga. Hij droeg zijn troga vast niet bij zich om te vechten tegen monsterkippen met kwade geesten erin.
Hij had vijf speren in zijn vuist. Ze vermoedde dat de vlijmscherpe speerpunten, die er kleverig en donkergelakt uitzagen, zojuist in gif waren gedoopt. Als dat eenmaal was gebeurd, moest je ze voorzichtig hanteren. In het geitenleren zakje aan zijn middel had hij een doosje van gesneden been met een donkere pasta erin die werd gemaakt door op bandu-bladeren te kauwen en ze daarna te koken, zodat ze in een tienstappengif veranderden. Hij had ook een paar quassin doe-bladeren bij zich, het tegengif tegen tienstappengif, maar zoals de naam van het gif al aangaf, was haast geboden met de quassin doe.
`Nee,' zei Kahlan, 'de Vogelman heeft de kip die geen kip is nog niet gevonden. Waarom ben je met modder beschilderd en zo zwaar bewapend? Wat is er aan de hand?'
Chandalen stapte over een kip heen die niet van haar plek leek te willen gaan. 'Mijn mannen van de verre patrouille hebben problemen. Ik moet erheen.'
`Problemen?' Kahlan haalde haar armen van elkaar. 'Wat voor problemen?'
Chandalen haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet precies. De man die me kwam halen, zei dat er mannen met zwaarden waren...'
`De Orde? Van de veldslag die in het noorden is geleverd? Het zouden wat achterblijvers kunnen zijn die zijn afgedwaald, of verkenners. Misschien kunnen we een bericht sturen naar generaal Reibisch. Zijn leger is mogelijk nog binnen bereik, als we ervoor zorgen dat hij op tijd omkeert.' Chandalen stak een hand op om de schrik in haar stem te bezweren. `Nee. Jij en ik hebben samen tegen de mannen van de Imperiale Orde gevochten. Dit zijn geen soldaten van de Orde en ook geen verkenners. Mijn man denkt niet dat ze vijandig zijn, maar ze schijnen zwaar bewapend te zijn en ze bleven heel kalm toen ze werden benaderd, wat veel zegt. Aangezien ik jouw taal spreek, net als zij, willen mijn mannen graag instructies van mij bij zulke gevaarlijk ogende mensen.'
Kahlan wilde haar arm opsteken om Richards aandacht te trekken. 'Richard en ik kunnen beter met je meegaan.'
`Nee. Er reizen veel mensen door ons land. We ontmoeten vaak vreemdelingen op de vlakten. Dit is mijn taak. Ik zal die vervullen en ervoor zorgen dat ze niet bij het dorp komen. Bovendien moeten jullie tweeën hier blijven om te genieten van jullie eerste dag als getrouwd stel.'
Zonder iets te zeggen keek Kahlan met een lelijk gezicht naar Richard, die nog steeds op zoek was tussen de kippen.
Chandalen boog zich voor haar langs en praatte met de Vogelman, die een paar passen verderop stond. 'Geëerde oudste, ik moet naar mijn mannen toe. Er naderen buitenstaanders.'
De Vogelman keek naar de man die in feite zijn generaal was, belast met de verdediging van het Moddervolk. 'Wees voorzichtig. Er waren kwade geesten rond.'
Chandalen knikte. Voordat hij zich kon omdraaien, pakte Kahlan zijn arm. 'Ik weet niets van kwade geesten, maar er zijn ook andere gevaren. Zul je voorzichtig zijn? Richard maakt zich zorgen. Weliswaar begrijp ik zijn redenen niet, maar ik vertrouw op zijn instincten.'
lij en ik hebben samen gevochten, Biechtmoeder.' Chandalen knipoogde. 'Je weet dat ik te sterk en te slim ben om door moeilijkheden te worden overvallen.'
Terwijl ze Chandalen nakeek, die zich een weg baande tussen de krioelende kippen door, vroeg Kahlan aan de Vogelman: 'Hebt u iets... verdachts gezien?'
`Ik zie de kip die geen kip is nog niet,' zei de Vogelman, 'maar ik zal blijven zoeken totdat ik haar vind.'
Kahlan probeerde een beleefde manier te vinden om te vragen of hij nuchter was. Ze besloot in plaats daarvan een andere vraag te stellen. `Hoe weet u dat de kip geen kip is?'
Hij trok denkrimpels in zijn door de zon gebruinde gezicht. 'Dat kan ik voelen.'
Ze besloot dat het niet te vermijden was. 'Kan het zijn dat u, doordat u feest hebt gevierd met drank, alleen dacht dat u iets voelde?'
De rimpels in zijn gezicht kromden zich in een glimlach. 'Het kan zijn dat ik ontspannen was van de drank, zodat ik de zaken helderder zag.' `En bent u nog steeds... ontspannen?'
Hij sloeg zijn armen over elkaar terwijl hij naar de krioelende zwerm keek.
`Ik weet wat ik heb gezien.'
`Hoe wist u dat het geen kip was?'
Hij streek met een vinger langs zijn neus terwijl hij over haar vraag nadacht. Kahlan wachtte af en keek toe hoe Richard fanatiek tussen de kippen zocht alsof hij een huisdier kwijt was.
`Op feesten, zoals jullie bruiloft,' zei de Vogelman na een tijdje, 'spelen onze mannen verhalen van ons volk na. De verhalen worden niet gedanst door vrouwen, alleen door mannen. Maar in veel verhalen spelen vrouwen een rol. Heb je die verhalen gezien?'
`Ja. Ik heb gisteren gezien hoe de dansers het verhaal van de eerste Moddermensen vertelden: onze stamvader en stammoeder.'
Hij glimlachte, alsof de gedachte aan dat bepaalde verhaal hem vertederde. Het was een glimlach van heimelijke trots op zijn volk.
`Als je tijdens die dans was aangekomen en niets van ons volk had geweten, zou je dan geweten hebben dat de danser die gekleed was als de moeder van ons volk geen vrouw was?'
Kahlan dacht erover na. De Moddermensen maakten speciaal voor de dansen bewerkelijke kostuums; ze werden bij geen enkele andere gelegenheid gebruikt. Het boezemde de Moddermensen ontzag in om dansers in de speciale kostuums te zien. De mannen die zich als vrouwen verkleedden voor de verhalen deden grote moeite om er geloofwaardig uit te zien.
`Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat ik zou merken dat het geen vrouw was.'
`Hoe? Wat zou hem verraden? Weet je het zeker?'
`Ik geloof niet dat ik het kan uitleggen. Er zou gewoon iets niet helemaal kloppen. Ik denk dat ik, als ik naar hem keek, zou weten dat het geen vrouw was.'
De intense blik van zijn bruine ogen vestigde zich voor het eerst op haar. `En ik weet dat het geen kip is.'
Kahlan verstrengelde haar vingers. 'Kan het zijn dat u morgenochtend, als u een nachttang goed hebt geslapen, alleen een kip ziet als u naar een kip kijkt?'
Hij glimlachte slechts om haar argwaan jegens zijn beoordelingsvermogen. 'Je moet gaan eten. Neem je nieuwe man mee. Ik zal jullie laten halen als ik de kip vind die geen kip is.'
Het leek haar een goed idee, en ze zag dat Richard hun kant op kwam. Kahlan drukte de arm van de Vogelman in stilzwijgende waardering. Het had de hele middag gekost om de kippen te verzamelen. Ze hadden allebei de gebouwen die gereserveerd waren voor de kwade geesten en nog een leegstaand derde nodig gehad om alle vogels te kunnen herbergen. Bijna het hele dorp had meegewerkt aan de belangrijke zaak. Het was een heel karwei geweest.
De kinderen waren van onschatbare waarde gebleken. Opgezweept door het gevoel een grote verantwoordelijkheid te hebben bij zo'n belangrijke inspanning van het hele dorp, hadden ze alle plekken laten zien waar de kippen zich verborgen en sliepen. De jagers hadden voorzichtig alle kippen verzameld, hoewel het een gestreepte was die de Vogelman had aangewezen, dezelfde soort als Richard had weggejaagd toen ze bij Zedd waren, dezelfde soort waarvan Richard had gezegd dat er een boven de deur zat te wachten toen ze bij Juni waren geweest.
Er was een grondige zoektocht gehouden. Ze waren er zeker van dat elke kip in een van de drie gebouwen was ondergebracht.
Terwijl hij in een rechte lijn tussen de kippen door liep, glimlachte Richard even ter begroeting van de Vogelman, maar zijn ogen deden niet mee. Toen Richards blik de hare ontmoette, liet Kahlan haar vingers over zijn arm omhoog glijden om die rond de bolling van zijn spieren te slaan; ze vond het fijn om hem aan te raken, ondanks haar ergernis.
`De Vogelman zegt dat hij de kip die je zoekt nog niet heeft gevonden, maar hij zal blijven zoeken. En er zijn nog twee gebouwen vol. Hij stelde voor dat wij wat gaan eten, dan zal hij iemand sturen als hij je kip heeft gevonden.'
Richard liep naar de deur. 'Hij zal haar hier niet vinden.'
`Hoe bedoel je? Hoe weet je dat?'
`Ik moet in de andere twee ruimtes gaan zoeken.'
Zij was dan wel geïrriteerd, maar Richard zag eruit alsof hij buiten zinnen was doordat hij niet kon vinden wat hij zocht. Kahlan vermoedde dat hij het gevoel had dat zijn geloofwaardigheid op het spel stond. Bij de deur stonden Ann en Zedd te wachten; ze sloegen de zoekpartij zwijgend gade, gunden Richard de tijd om zoveel te zoeken als hij maar wilde, om te doen wat hij nodig vond.
Richard bleef staan en haalde zijn vingers door zijn dikke haar. 'Kent een van jullie een boek dat De Tegenhanger van de Berg heet?'
Zedd bracht zijn hand naar zijn kin en tuurde peinzend naar de onderkant van het dak van gras. 'Ik kan niet zeggen dat het me bekend voorkomt, m'n jongen.'
Ook Ann leek een tijdje haar geheugen te raadplegen. 'Nee. Ik heb er nooit van gehoord.'
Richard wierp nog een laatste blik in de stoffige ruimte vol kippen en vloekte zachtjes in zichzelf.
Zedd krabde aan zijn oor. Wat staat er in dat boek, m'n jongen?'
Als Richard de vraag al hoorde, boven het rumoer van de vogels uit, liet hij het niet merken en hij gaf geen antwoord. 'Ik moet naar de rest van de kippen gaan kijken.'
`Ik zou het Verna en Warren kunnen vragen, als het belangrijk is.' Ann trok een zwart boekje uit haar zak, waarmee ze ook Richards blik trok. `Warren kent het misschien.'
Richard had Kahlan verteld dat het boekje dat Ann bij zich droeg en nu voor zijn neus hield een reisboekje heette en dat het oeroude magie bevatte. Reisboekjes kwamen voor in paren; elke boodschap die erin werd geschreven, verscheen automatisch in zijn tegenhanger. De Zusters van het Licht gebruikten de boekjes om te communiceren als ze op verre reizen gingen, zoals de keer dat ze naar de Nieuwe Wereld waren gekomen om Richard mee terug te nemen naar het Paleis van de Profeten.
Richard vrolijkte op bij haar suggestie. la, graag. Het is belangrijk.' Hij ging weer op weg naar de deur. 'Ik moet gaan.'
`Ik ga even kijken bij de vrouw die haar baby heeft verloren,' zei Zedd tegen Ann. 'Om haar te helpen tot rust te komen.'
`Richard,' riep Kahlan, 'wil je niet eten?'
Terwijl ze sprak, wenkte Richard haar om mee te komen, maar al voordat ze de vraag had afgemaakt, was hij de deur door en verdwenen. Zedd volgde zijn kleinzoon naar buiten, nadat hij blijk had gegeven van zijn verbazing door zijn schouders op te halen naar de twee vrouwen. Kahlan gromde en koerste achter Richard aan.
`Het moet voor jou, als Belijdster, wel zijn of er een sprookje waarheid is geworden, om te trouwen uit liefde,' zei Ann terwijl ze roerloos bleef staan op de plek waar ze al een uur lang stond.
Kahlan draaide zich om naar de vrouw. la, dat is het ook.'
Ann glimlachte met oprechte hartelijkheid naar haar. 'Ik ben zo blij voor je, kind, dat je zoiets geweldigs in je leven hebt als een echtgenoot van wie je zielsveel houdt.'
Kahlans vingers bleven op de kruk van de gesloten deur liggen. `Af en toe verbaas ik me er nog steeds over.'
`Het moet wel een teleurstelling zijn als je nieuwe echtgenoot belangrijker zaken aan zijn hoofd lijkt te hebben dan zijn jonge vrouw, als hij je lijkt te negeren.' Ann perste haar lippen op elkaar. 'Vooral op de allereerste dag dat je zijn vrouw bent.'
`Aha.' Kahlan liet de deurkruk los en sloeg haar handen achter haar rug ineen. 'Dus daarom is Zedd weggegaan. Het is de bedoeling dat wij een gesprekje van vrouw tot vrouw hebben, hè?'
Ann grinnikte '0, wat vind ik het toch heerlijk als mannen die ik respecteer met slimme vrouwen trouwen. Uit niets blijkt het karakter van een man zo goed als uit het feit of hij zich aangetrokken voelt tot intelligentie.'
Kahlan zuchtte en leunde met een schouder tegen de muur. 'Ik ken Richard en ik weet dat hij mijn geduld niet opzettelijk op de proef stelt... maar dit is de eerste dag dat we getrouwd zijn. Ik had het me toch anders voorgesteld dan zo... met deze jacht op denkbeeldige monsterkippen. Ik denk dat hij zo bezorgd is over mijn bescherming dat hij problemen bedenkt.'
Anns toon werd meelevend. 'Richard houdt heel veel van je. Ik weet dat hij ongerust is, hoewel ik zijn redenatie niet kan volgen. Richard draagt een grote verantwoordelijkheid.'
Het medeleven verdween uit haar stem. 'We moeten ons allemaal opofferingen getroosten waar het Richard betreft.'
De vrouw deed alsof ze naar de kippen keek.
`Voordat de sneeuw kwam,' zei Kahlan op voorzichtige, neutrale toon, `heb ik in ditzelfde dorp Richard overgedragen aan jouw Zusters van het Licht in de hoop dat jullie zijn leven konden redden, hoewel ik wist dat die daad heel goed het einde kon betekenen van mijn toekomst met hem. Ik moest hem in de waan laten dat ik hem had verraden om hem zover te krijgen dat hij met de Zusters meeging. Heb je enig idee...'
Kahlan dwong zichzelf te zwijgen, om niet nodeloos pijnlijke herinneringen op te halen. Alles was goed afgelopen. Richard en zij waren eindelijk samen. Alleen dat deed er nog toe.
`Ik weet het,' fluisterde Ann. le hoeft jezelf niet te bewijzen, maar aangezien ik het was die heeft bevolen dat hij bij ons moest worden gebracht, moet ik mezelf misschien voor jou bewijzen.'
De vrouw had de spijker op zijn kop geslagen, maar Kahlan zorgde ervoor dat ze beleefd bleef. 'Hoe bedoel je?'
`De tovenaars van heel lang geleden hebben het Paleis van de Profeten gecreëerd. Ik heb meer dan negenhonderd jaar in het paleis gewoond, onder de bezwering ervan. Daar heeft Nathan, de profeet, vijfhonderd jaar voordat het zou gebeuren de geboorte van een oorlogstovenaar voorspeld. Daar hebben we samen in de gewelven van het paleis aan de boeken met profetieën gewerkt om te proberen deze steen te begrijpen die nog in de vijver geworpen moest worden, om te proberen te voorzien wat voor rimpelingen die gebeurtenis zou kunnen veroorzaken.'
Kahlan sloeg haar armen over elkaar. 'Mijn ervaring is dat profetieën vaak eerder versluierend dan verhelderend zijn.'
Ann gnuifde. 'Ik ken Zusters die honderden jaren ouder zijn dan jij en die dat nog niet eens doorhebben.'
Haar stem werd weemoedig toen ze verder sprak. 'Ik ben naar Richard gaan kijken toen hij net geboren was, een pasgeboren ziel die een zwak schijnsel verspreidde in de wereld. Zijn moeder was zo verbaasd, zo dankbaar dat zo'n schitterend geschenk het gevolg kon zijn van de wreedheid die haar door Darken Rahl was aangedaan. Ze was een opmerkelijke vrouw, die geen verbittering en haat heeft doorgegeven aan haar kind. Ze was zo trots op Richard, zo vol dromen en hoop voor hem. Toen Richard dat pasgeboren jongetje was, dat aan de borst van zijn moeder lag, hebben Nathan en ik Richards stiefvader meegenomen om het Boek van de Getelde Schaduwen terug te halen, zodat Richard als hij volwassen was over de kennis zou kunnen beschikken die hij nodig had om zich te verdedigen tegen het beest dat zijn moeder had verkracht en hem had verwekt.'
Ann keek met een wrange glimlach op. 'Profetie, zie je.'
`Richard heeft het me verteld.' Kahlan keek naar de Vogelman, die zich concentreerde op de kippen die op de grond rondscharrelden.
`Richard is degene die eindelijk is gekomen: een oorlogstovenaar. De profetieën zeggen niet of hij zal slagen, maar hij is degene die voor de strijd is geboren, de strijd om de Gratie intact te houden, als het ware. Maar dat vertrouwen vereist soms grote geestelijke inspanning.'
`Waarom? Als hij degene is op wie je hebt gewacht, naar wie je verlangde?'
Ann schraapte haar keel en leek haar gedachten op een rijtje te zetten. Kahlan dacht dat ze tranen zag in de ogen van de vrouw.
`Hij heeft het Paleis van de Profeten vernietigd. Door toedoen van Richard is Nathan ontsnapt. Nathan is gevaarlijk. Hij is per slot van rekening degene die jou de namen van de akkoorden heeft verteld. Die overmoedige daad had ons allemaal fataal kunnen worden.'
`Het heeft Richards leven gered,' bracht Kahlan haar in herinnering. 'Als Nathan me de namen van de akkoorden niet had verteld, zou Richard nu dood zijn. Dan zou jullie steen op de bodem van de vijver liggen, buiten jullie bereik en voor niemand van nut.'
`Dat is wel waar,' gaf Ann toe, schoorvoetend, vond Kahlan.
Kahlan frunnikte aan een knoop terwijl ze zich Anns kant van de zaak begon voor te stellen. 'Het moet moeilijk te verdragen zijn geweest om Richard het paleis te zien vernietigen. Je huis.'
`Tegelijk met het paleis heeft hij ook zijn bezwering vernietigd; de Zusters van het Licht zullen nu in hetzelfde tempo als alle andere mensen ouder worden. In het paleis had ik misschien nog wel honderd jaar geleefd. De Zusters daar zouden nog vele honderden jaren verder hebben geleefd. Nu ben ik een oude vrouw, aan het eind van mijn leven. Richard heeft die honderd jaar van me afgepakt. Van alle Zusters.'
Kahlan zweeg; ze wist niet wat ze moest zeggen.
`Ieders toekomst zal op een dag misschien van hem afhangen,' zei Ann uiteindelijk. 'Dat moeten we vóór laten gaan. Daarom heb ik hem geholpen bij het vernietigen van het paleis. Daarom volg ik de man die oppervlakkig bezien mijn levenswerk heeft vernietigd: omdat mijn ware levenswerk de strijd van die man is, niet mijn eigen beperkte belang.' Kahlan schoof een streng vochtig haar achter haar oor. 'Je praat over Richard alsof hij een werktuig is dat speciaal is vervaardigd voor jullie gebruik. Hij is een man die wil doen wat het juiste is, maar hij heeft ook zijn eigen verlangens en behoeften. Zijn leven is van hemzelf, niet van jou of van wie dan ook, om te plannen volgens wat je in stoffige oude boeken hebt gevonden.'
`Je begrijpt het verkeerd. Dat is nu juist zijn waarde: zijn instincten, zijn nieuwsgierigheid, zijn hart.' Ann tikte tegen haar slaap. 'Zijn geest. Ons doel is niet om hem te leiden maar om hem te volgen, ook al is het soms pijnlijk om het pad te bewandelen waarlangs hij ons meeneemt.'
Kahlan wist hoe waar dat was. Richard had de federatie vernietigd die de staten van het Middenland duizenden jaren lang bijeen had gehouden. Als Biechtmoeder was Kahlan voorzitter van de raad geweest, en dus van het Middenland. In haar ambtsperiode als Biechtmoeder was het Middenland in handen gevallen van Richard, in zijn hoedanigheid van Meester Rahl van D'Hara. De staten die zich tot nu toe aan hem hadden overgegeven, in elk geval. Ze wist hoe goedbedoeld zijn daden waren en hoe groot de noodzaak ervoor, maar het was onmiskenbaar een pijnlijk pad geweest om te bewandelen.
Maar Richards doortastende daad was de enige manier geweest om alle landen werkelijk te verenigen tot één macht die in elk geval enige hoop had om tegenstand te kunnen bieden aan de tirannie van de Imperiale Orde. Nu bewandelden ze dat nieuwe pad samen, hand in hand, verenigd in hun doel en vastberadenheid.
Kahlan sloeg haar armen weer over elkaar en leunde tegen de muur terwijl ze naar de domme kippen keek. 'Als het je bedoeling is om me een schuldgevoel te bezorgen over mijn egoïstische verlangens voor mijn eerste dag met mijn nieuwe echtgenoot, dan ben je daarin geslaagd. Maar ik kan er niets aan doen.'
Ann pakte Kahlan zacht bij haar arm. 'Nee, kind, dat is niet mijn bedoeling. Ik begrijp dat Richards gedrag soms irritant kan zijn. Ik vraag je alleen maar om geduld te hebben en hem te laten doen wat hij denkt dat hij moet doen. Hij negeert je niet om tegendraads te zijn, maar doordat hij doet wat zijn aard van hem vraagt.
Maar zijn liefde voor jou is sterk genoeg om hem af te leiden van wat hij moet doen. Je moet niet tussenbeide komen door van hem te verlangen dat hij zijn taak verzaakt als hij dat anders niet zou doen.'
`Dat weet ik,' zei Kahlan met een zucht. 'Maar kippen...'
`Er is iets mis met de magie.'
Kahlan keek met een frons neer op de oude tovenares. Wat bedoel je?' Ann haalde haar schouders op. 'Ik weet het niet precies. Zedd en ik denken dat we een verandering in onze magie hebben bespeurd. Het is heel subtiel en moeilijk te onderscheiden. Heb jij enig verschil gevoeld in je magische gaven?'
In een koude golf van paniek richtte Kahlan haar aandacht naar binnen. Het was moeilijk om zich een subtiel verschil in haar Belijdstersmagie voor te stellen; die wás er gewoon. De kern van de kracht in haar binnenste en haar beteugeling ervan voelden aangenaam bekend. Hoewel... Kahlan schrok terug voor dat donkere gordijn van speculatie.
Magie was van zichzelf al ongrijpbaar genoeg. Door middel van een list had een tovenaar haar ooit wijsgemaakt dat haar kracht verdwenen was, terwijl die haar in werkelijkheid nooit had verlaten. Dat ze hem geloofde, had Kahlan bijna haar leven gekost. Ze had alleen overleefd doordat ze op tijd besefte dat ze haar kracht nog had en die kon gebruiken om zich te verdedigen.
`Nee. Ze zijn hetzelfde,' zei Kahlan. 'Ik heb gemerkt dat het gemakkelijk is om jezelf te misleiden en te gaan denken dat je magie afneemt. Het is waarschijnlijk niets, je bent alleen ongerust, dat is alles.'
`Dat is wel waar, maar Zedd vindt het verstandig om Richard te laten doen wat Richard doet. Dat Richard op zijn eigen houtje, zonder onze kennis van de magie, denkt dat er een of ander ernstig probleem is, lijkt onze vermoedens te bevestigen. Als het waar is, is hij hier al verder in dan wij. We kunnen alleen maar volgen.'
Ann legde haar verweerde hand weer op Kahlans arm. 'Ik zou je willen vragen hem niet lastig te vallen met je begrijpelijke wens dat hij je het hof maakt. Ik vraag je hem te laten doen wat hij moet doen.'
Het hof maken, nou, nou. Kahlan wilde alleen maar zijn hand vasthouden, hem knuffelen, hem kussen, naar hem glimlachen en hem terug zien glimlachen.
De volgende dag moesten ze terug naar Aydindril. De doorn van geheimzinnigheid rond Juni's dood zou snel worden uitgetrokken en worden vervangen door belangrijker zorgen. Ze hadden keizer Jagang en de oorlog om zich druk over te maken. Ze had gewoon graag gewild dat Richard en zij één dag voor zichzelf hadden gehad.
`Ik begrijp het.' Kahlan staarde naar de klokkende, krioelende menigte domme kippen. 'Ik zal proberen me er niet mee te bemoeien.'
Ann knikte zonder vreugde over het feit dat ze had bereikt wat ze wilde.
Buiten, in de vallende schemering, ijsbeerde Cara. Te oordelen naar haar boze gezicht vermoedde Kahlan dat Richard de Mord-Sith had opgedragen achter te blijven en zijn nieuwe echtgenote te bewaken. Dat was het enige bevel dat Cara niet mocht negeren, het enige bevel dat zelfs Kahlan niet ongedaan kon maken voor de vrouw.
`Kom mee,' zei Kahlan terwijl ze langs Cara beende. 'Laten we gaan kijken hoe Richard vordert met zijn zoekpartij.'
Kahlan merkte tot haar misnoegen dat de ellendige regen nog steeds viel. Wel niet zo hard als eerder die dag, maar hij was nog net zo koud en het zou niet lang duren voordat ze weer net zo nat was.
`Die kant is hij niet opgegaan,' riep Cara haar achterna.
Kahlan draaide zich samen met Ann om en zag dat Cara nog op de plek stond waar ze aan het ijsberen was geweest.
Kahlan wees met een duim over haar schouder in de richting van het andere huis voor de kwade geesten. 'Ik dacht dat hij naar de rest van de kippen wilde gaan kijken.'
`Hij liep eerst in de richting van de andere twee gebouwen, maar veranderde toen van gedachten.' Cara wees. 'Hij is die kant opgegaan.' `Waarom?'
`Dat heeft hij niet gezegd. Hij heeft me bevolen om hier te blijven en op u te wachten.' Cara begon door de regen te lopen. 'Kom mee. Ik zal u naar hem toe brengen.'
`Weet je waar je hem kunt vinden?' Kahlan besefte dat het een domme vraag was voordat ze hem had voltooid.
`Natuurlijk. Ik ben gebonden aan Meester Rahl. Ik weet altijd waar hij is.'
Kahlan vond de manier waarop de Mord-Sith Richards nabijheid konden voelen, als kippen met hun kuikens, onrustbarend. Ze was er ook jaloers op. Ze legde een hand op Anns rug om haar aan te sporen op te schieten, omdat ze anders misschien in het donker zouden achterblijven. `Hoe lang al hebben Zedd en jij het vermoeden dat er iets mis is?' fluisterde Kahlan tegen de gedrongen tovenares, enkel implicerend dat ze doelde op wat Ann haar had verteld, dat er iets mis was met de magie. Ann hield haar hoofd gebogen om te kunnen zien waar ze liep in het bijna-donker. 'Gisteravond merkten we het voor het eerst. Hoewel het moeilijk te meten of te bevestigen is, hebben we een paar eenvoudige proefjes gedaan. Die leverden niet genoeg op om onze indruk afdoende te bevestigen. Het is een beetje alsof je probeert te bepalen of je nog net zo scherp kunt zien als gisteren.'
`Vertel je haar over ons vermoeden dat onze magie zwakker wordt?' Kahlan schrok van de bekende stem die plotseling van achter haar klonk. `Ja,' zei Ann over haar schouder terwijl ze achter Cara aan een hoek omsloegen, en ze klonk helemaal niet verbaasd dat Zedd plotseling achter hen was opgedoken. 'Hoe was het met de vrouw?'
Zedd zuchtte. 'Radeloos van verdriet. Ik heb geprobeerd haar te troosten en te kalmeren, maar dat lukte niet zo goed als ik had verwacht.' `Zedd,' onderbrak Kahlan hem, 'bedoel je dat je zeker weet dat er een probleem is? Dat is een ernstige bewering.'
`Nou, nee, ik beweer niets...'
Ze botsten met zijn drieën tegen Cara op toen die onverwachts in het donker bleef staan. Cara stond doodstil en staarde voor zich uit in het regenachtige niets. Ten slotte gromde ze iets en duwde hen bij hun schouders de andere kant op.
`Verkeerde kant,' mopperde ze. 'We moeten terug.'
Cara duwde en porde net zo lang totdat ze terug waren bij de hoek en ging toen voorop de andere kant op. Het was bijna onmogelijk om te zien waar ze liepen. Kahlan veegde nat haar uit haar gezicht. Ze zag niemand anders buiten in het slechte weer. In de fluisterende regen, met Cara voor zich uit en Zedd en Ann een paar passen achter zich, zacht met elkaar pratend, voelde Kahlan zich alleen en verloren.
Blijkbaar hadden de regen en de duisternis een storende invloed op Cara's vermogen om door middel van de band te voelen waar Richard was, want ze moest een paar keer op haar schreden terugkeren.
`Hoe ver nog?' vroeg Kahlan.
`Niet ver meer,' was Cara's enige antwoord.
Door het ploeteren door de stegen die in een moeras waren veranderd, was er modder in Kahlans laarzen doorgedrongen. Ze trok een grimas bij het voelen van het koude slik dat bij elke stap tussen haar tenen door werd geperst. Ze wilde dolgraag haar laarzen uitwassen. Ze had het koud, was nat en moe en modderig... allemaal doordat Richard vreesde dat er een of andere stomme, door de kwade geesten bezeten monsterkip rondwaarde.
Ze dacht vol verlangen terug aan het warme bad van die ochtend en wilde dat ze daar weer was.
Maar toen ze aan Juni's dood dacht, herzag ze haar mening. Er waren grotere problemen dan haar zelfzuchtige verlangen naar warmte. Als Zedd en Ann het bij het rechte eind hadden over de magie...
Ze bereikten de open plek in het centrum van het dorp. De levende schaduw die Cara was, bleef staan. De regen roffelde op de daken en stroomde in beekjes van de dakranden, deed modder opspatten en spetterde in de plassen die zich in elke voetafdruk vormden.
De Mord-Sith stak een arm op en wees. 'Daar.'
Kahlan kneep haar ogen tot spleetjes en probeerde door de regen heen te kijken. Ze voelde Zedd dicht naast zich staan aan haar rechterkant en Ann aan haar linkerkant. Cara, die een stukje opzij stond, keek met behulp van de band naar Richard, terwijl de drie anderen de duisternis afzochten in een poging te zien wat zij zag.
Het was het kleine vuurtje dat plotseling Kahlans aandacht trok. Minuscule, zwakke vlammetjes flakkerden op in de vochtige lucht. Het was al verbazingwekkend dat het nog brandde. Het leek een overblijfsel van het vreugdevuur van hun bruiloft. Ongelooflijk dat dit kleine restje van hun plechtige ceremonie had overleefd in de stortregen die al de hele dag viel. Richard stond voor het vuur en keek ernaar. Kahlan kon zijn hoog oprijzende contouren net onderscheiden. De randvan zijn gouden cape werd opgetild door de wind en reflecteerde vonken van het wonderbaarlijke vuur.
Ze kon regendruppels op de teen van zijn laars zien spetteren toen hij die gebruikte om het vuur op te porren. De vlammen reikten tot zijn knie toen hij oppookte wat er nog kon branden in al die regen. De wind zweepte de vlammen op tot onstuimige luchtsprongen; rode en gele armen zwaaiden en zwiepten, steigerden en flakkerden, golfden in een betoverende dans van heet licht temidden van de koude donkere regen. Richard doofde het vuur.
Kahlan vervloekte hem bijna.
Sentrosi; mompelde hij terwijl hij een draaiende beweging met zijn laars maakte om de gloeiende resten uit te wrijven.
De kille wind tilde een vonk op. Richard greep ernaar met zijn vuist, maar het oplichtende pitje ontsnapte hem op een windvlaag en verdween in de donkere nacht.
`Verdorie,' mopperde Zedd korzelig, 'als die jongen ergens nog een laatste vlammetje vindt in een oud blok hout, gelooft hij meteen in het onmogelijke.'
De beleefdheid was uit Anns stem verdwenen. 'We hebben belangrijker dingen te doen dan onze tijd te verdoen aan de vergezochte gissingen van de ongeschoolden.'
Geïrriteerd beaamde Zedd dat en hij streek met een hand over zijn gezicht. 'Het zouden duizend en een dingen kunnen zijn, en hij heeft besloten dat het dat ene is omdat hij nog nooit van de andere duizend heeft gehoord.'
Ann hief een vinger naar Zedd. 'De onwetendheid van die jongen is...' `Dat is een van de drie akkoorden,' zei Kahlan, waarmee ze Ann in de rede viel. 'Wat betekent het?'
Zowel Zedd als Ann draaiden zich om en staarden haar aan, alsof ze vergeten waren dat ze nog bij hen was.
`Het is niet belangrijk,' zei Ann met nadruk. 'Het punt is dat er gewichtige zaken zijn die onze aandacht behoeven, en de jongen verspilt tijd met zich druk te maken over de akkoorden.'
`Wat betekent het woord...'
Zedd schraapte zijn keel bij wijze van waarschuwing aan Kahlan om de naam van het tweede akkoord niet uit te spreken.
Kahlan fronste haar voorhoofd terwijl ze zich naar de oude tovenaar boog.
`Wat betekent het?'
`Vuur,' zei hij uiteindelijk.