Deel 46

46
Zedd krabde aan zijn kin en keek om zich heen. Hij zag
niemand. Het was een eigenaardig steegje, smal en donker. Hij
tuurde naar het kleine huisje aan het eind. De sombere woning zag
er verla-
ten uit.
Dat was een goed teken.
Zedd streelde Spin over haar neus. lij wacht hier. Begrepen?
Wacht hier op me.'
Het paard wierp haar hoofd in haar nek en hinnikte instemmend.
Met een glimlach krabde Zedd haar achter haar oor. In reactie
drukte ze haar voorhoofd tegen zijn borst en hield het daar om hem
te laten weten dat het haar wel zou bevallen als hij de rest van de
middag achter haar oor wilde blijven krabben.
Spin, die genoemd was naar de verwarrende zwarte vlek met
lange uitlopers op haar roomkleurige romp, was een uitstekende
aanschaf gebleken, ondanks de hoge prijs. Het paard, dat jong en
sterk was en overliep van enthousiasme, genoot van draven en af en
toe een stevige galop. Ze had hem in zeer korte tijd naar Toscla
gebracht.
Nadat hij was aangekomen, had hij gehoord dat Toscla nu
Anderith heette. Om precies te zijn was hij bijna van zijn paard
gesleurd door een man die Zedd ervan beschuldigde de oude naam als
een belediging te gebruiken. Gelukkig wist Spin niets van de
vreemde menselijke overgevoeligheid voor zoiets onbenulligs als
woorden; ze was zonder aarzeling overgegaan in galop.
Zedd, die zijn gave niet kon gebruiken en kwetsbaar was, en
bovendien zijn leeftijd voelde, had zich al neergelegd bij een
lange en moeizame reis te voet door de wildernis. Maar door de
magie van het geluk was hij op de derde dag nadat hij het dorp van
het Moddervolk had verlaten een man tegengekomen die een
bemiddelaar in handelscontracten bleek te zijn. Aangezien hij vaak
heen en weer reisde tussen cliënten, had de man verscheidene
paarden bij zich. Hij kon er een missen totdat hij zijn bestemming
bereikte, zeker voor de prijs die Zedd bood, en dus had hij Spin
afgestaan.
De flinke reis die Zedd had verwacht, was uiteindelijk
buitengewoon kort en helemaal niet onaangenaam geweest, zolang hij
maar niet stilstond bij zijn redenen om naar Anderith te
gaan.
Bij de grens had Zedd zich bij de rij aangesloten en was langs
de controlepost gelaten, samen met wagens, kooplui en handelaren
van allerlei pluimage. Doordat hij gekleed was in zijn fraaie
kastanjebruine met zwarte gewaad met zilverbrokaten manchetten en
goudbrokaat langs de hals en over het midden naar beneden,
samengehouden met een rode satijnen riem met een gouden gesp, kon
hij zichzelf gemakkelijk uitgeven voor een koopman. Hij vertelde de
functionarissen aan de grens dat hij boomgaarden had in het noorden
en op weg was naar Schoonveld om over handelscontracten te
onderhandelen.
Te oordelen naar de soldaten die hij aan de grens had gezien,
hadden de mensen van Anderith te veel vertrouwen in de Dominie
Dirtch. Het was lang geleden dat hij in het land was geweest dat
vroeger Toscla heette, maar in die tijd werd de grens bewaakt door
het sterkste en best opgeleide leger dat je je kon voorstellen. Het
leger was verzwakt totdat het nu niets meer was dan het holle
afschrikmiddel van naïef vertrouwen. Zedd zag dat Spin haar oren
spitste in de richting van het verlaten ogende huisje aan het eind
van de steeg. Elke spier van het paard was gespannen. Zedd
vermoedde dat een paard misschien in sommige dingen net zo goed was
als zijn magie was geweest. Hij vond dat een onaangename gedachte.
Hij wilde zijn magie terug.
Nadat hij Spin een geruststellend klopje had gegeven en haar
nogmaals had gevraagd op hem te wachten, liep Zedd het nauwe
steegje door. Hoge houten muren aan weerszijden hielden het meeste
licht buiten. Niettemin groeide er een grote verscheidenheid aan
kruiden langs het nauwe voetpad. Veel kruiden die Zedd daar zag
staan, hielden helemaal niet van licht. Sommige waren uiterst
zeldzaam; normaal hadden ze een hekel aan licht, maar deze zagen er
kwijnend uit.
Zedd zorgde ervoor dat hij op elk van de drie treden stapte
die naar de deur leidden, in plaats van er een over te slaan. Zulke
oppervlakkige pogingen tot heimelijkheid zouden een vergissing zijn
als dit de plek was die hij hoopte dat het was. Toen hij een blik
door de spleet tussen de gordijnen wierp, zag hij dat het binnen
donker was. Hij zag geen ogen die hem opnamen, maar hij had het
sterke vermoeden, weliswaar niet ingegeven door magie maar door
zijn gezonde verstand, dat ze er wel waren.
Hij keek nog een laatste keer over zijn schouder naar Spin,
die aandachtig stond te kijken, met haar oren gespitst in zijn
richting. Ze tilde haar hoofd op, opende haar mond en hinnikte.
Zedd hief zijn hand en klopte.
De deur ging krakend open. Er stond niemand achter.
`Kom binnen,' klonk een stem uit de schaduw, 'en doe uw
verzoek.' Zedd stapte de duisternis van het krappe kamertje binnen.
Er viel maar weinig licht naar binnen door de spleet tussen de
zware gordijnen, en het licht van de deuropening verflauwde voordat
het erg ver gekomen was. Hij zag geen meubilair, alleen de
vloerplanken die zich uitstrekten naar de plek waar zij zich
bevond.
Hij draaide zich om en tuurde naar de bovenkant van de deur.
Hij wees er met een magere vinger naar.
`Leuk gevonden, dat touw dat je gebruikt om de deur open te
doen terwijl je daar blijft. Heel effectief.'
Wie bent u, om me te tarten?'
le te tarten? 0 nee, lieve kind. Je begrijpt het helemaal
verkeerd. Ik ben op zoek naar een tovenares.'
`Pas op, vreemdeling, met wat u wenst. Wensen hebben de
onaangename eigenschap om af en toe vervuld te worden. Noem uw
naam.' Zedd boog theatraal. `Zeddicus Zu'l Zorander.' Hij hield
zijn hoofd schuin om met één oog naar de vrouw in de schaduw te
kijken. 'Dat is Zeddicus Zu'l Zorander zoals in Eerste Tovenaar
Zeddicus Zu'l Zorander.'
De vrouw stommelde het licht in met een verbijsterde
uitdrukking op haar knappe gelaat. 'Eerste Tovenaar...'
Zedd glimlachte ontwapenend. 'Franca Gowenlock, hoop ik?' Met
open mond en grote ogen leek ze alleen in staat te knikken.
`Nou, nou, wat ben jij gegroeid.' Zedd hield zijn hand onder
zijn middel. le moet niet veel groter geweest zijn dan zo toen ik
je voor het laatst zag.' Hij glimlachte met oprechte bewondering.
le bent opgegroeid tot een heel mooie vrouw.'
Ze bloosde en stak haar handen omhoog om haar haar op te
duwen. `Maar ik heb grijs haar.'
`Die tint staat je goed. Heus waar.'
Hij meende het. Ze was echt een knappe vrouw. Haar bijna
schouderlange haar viel naar achteren en onthulde haar trotse
gelaatstrekken op een zeer aantrekkelijke manier. Het vleugje grijs
bij haar slapen vergrootte slechts haar rijpe schoonheid.
`En u...'
`Ja,' zei hij met een zucht. 'Ik weet het. Ik weet niet
precies wanneer het is gebeurd, maar ik ben in een oude man
veranderd.'
Terwijl er een grijns op haar gezicht verscheen, stapte ze
naar hem toe en maakte een revérence, waarbij ze de uiteinden
van haar eenvoudige bruine jurk ophield.
`Ik ben vereerd u in mijn nederige huisje te ontvangen, Eerste
Tovenaar.' Zedd zwaaide met een hand. 'Dat is allemaal niet nodig.
We zijn oude bekenden. Gewoon Zedd vind ik prima.'
Ze stond op. `Zedd, dan. Ik kan nauwelijks geloven dat de
Schepper mijn gebed zo letterlijk heeft verhoord. 0, wat had ik
graag gewild dat mijn moeder nog leefde om je weer te zien.'
`Zij was ook een mooie vrouw. Mogen de goede geesten over haar
zachtmoedige ziel waken.'
Stralend nam Franca zijn gezicht in beide handen. 'En jij bent
nog net zo knap als ik me herinner.'
`Echt waar?' Zedd rechtte zijn schouders. 'Dank je, Franca. Ik
probeer mezelf goed te verzorgen. Was me regelmatig, en dat soort
dingen... met een paar kruiden en speciale oliën die ik af en toe
aan het water toevoeg. Ik denk dat daardoor mijn huid nog zo soepel
is.'
`0, Zedd, je kunt je niet voorstellen hoe blij ik ben om je te
zien. De Schepper zij dank.' Ze hield nog steeds zijn gezicht in
haar handen. Er welden tranen op in haar ogen. 'Ik heb hulp nodig.
0, Eerste Tovenaar, ik heb uw hulp zo vreselijk hard nodig.'
Hij pakte haar handen in de zijne. 'Toevallig dat je dat
zegt.'
`Zedd, je hebt mijn moeder geholpen. Eens. Nu moet je mij
helpen. Alsjeblieft. Mijn kracht is verdwenen. Ik heb alles
geprobeerd wat ik kon bedenken. Ik heb boeken met bezweringen,
betoveringen en hekserij geraadpleegd. Nergens heb ik iets nuttigs
kunnen vinden. Ik moest dat touw wel aan de bovenkant van de deur
knopen om mensen voor de gek te houden en te zorgen dat ze op hun
hoede blijven.
Ik ben ziek van ongerustheid. Ik slaap nauwelijks. Ik heb
geprobeerd...' `De akkoorden zijn los.'
Haar wimpers knipperden terwijl ze hem verstomd aanstaarde
Haar stille huis leek zich samen met haar naar hem uit te rekken,
samen met haar de oren te spitsen, samen met haar de adem in te
houden.
Wat zei je?'
`De akkoorden zijn los.'
`Nee,' zei ze, klaarblijkelijk in een verwarde shocktoestand,
'ik geloof niet dat dat het is. Ik denk dat mijn bloed te warm is.
Mogelijk veroorzaakt door een vloek die over me is uitgesproken
door vrouwen met minder talent maar met een grotere ambitie. Ik
geloof dat het jaloezie is, gekoppeld aan een wraakzuchtige aard.
Ik probeer de mensen niet op hun tenen te trappen, maar er zijn
incidenten geweest...'
Zedd pakte haar bij haar schouders. 'Franca, ik ben hierheen
gekomen omdat ik hoop dat jij me kunt helpen. De Biecht...
mijn aangetrouwde kleindochter... heeft per ongeluk de
akkoorden losgelaten toen ze de hulp van krachtige magie inriep in
een laatste poging om het leven van mijn kleinzoon te redden.
Ik heb je hulp nodig. Daarom ben ik gekomen. Mijn gave is ook
verdwenen. Alle magie verdwijnt. De wereld van het leven verkeert
in vreselijk gevaar. Ik hoef een vrouw met jouw begaafdheid niet
uit te leggen wat de consequenties van zo'n gebeurtenis zijn. We
moeten zien of we iets kunnen doen om de akkoorden uit te bannen.
Als Eerste Tovenaar ben ik gekomen om je om hulp te vragen.'
le kleinzoon? Is hij... heeft hij het overleefd? Is hij
hersteld?'
`Ja. Gelukkig heeft hij het met de hulp van zijn toen nog
aanstaande vrouw overleefd en het gaat nu goed met hem.'
Ze stak even een vingernagel tussen haar tanden en haar
donkere ogen gingen heen en weer terwijl ze over zijn woorden
nadacht. 'Dan is er in elk geval iets goeds uit voortgekomen; hij
heeft het overleefd. Maar in ruil voor hun hulp zou dat betekenen
dat de akkoorden door de sluier konden komen...'
Ze fronste haar voorhoofd. ge kleinzoon, zeg je. Heeft hij de
gave?' Er gingen duizend dingen tegelijk door Zedds hoofd. Hij
antwoordde met een eenvoudig: 'Ja.'
Franca glimlachte even beleefd om hem te tonen dat ze blij was
voor Zedd, en kwam toen in actie. Ze trok de gordijnen open, pakte
hem bij zijn arm en nam hem mee naar een tafel achter in de kamer.
Ze schoof een zwaar gordijn voor een klein raampje aan de
achterkant open en licht scheen over de tafel. In het donkere
mahoniehouten tafelblad was een Gratie ingelegd in zilver.
Franca gebaarde hoffelijk dat hij moest gaan zitten. Terwijl
hij dat deed, pakte ze twee kopjes. Nadat ze thee had ingeschonken
uit een pot die boven de gloeiende as in de haard hing, zette ze
een kopje voor hem neer en liet zich toen in een stoel tegenover
hem zakken.
Ze aarzelde voordat ze zei: 'Ik neem aan dat er meer achter
zit.' Zedd zuchtte. 'Er zit veel meer achter, maar de tijd
dringt.'
`Vind je het erg om de belangrijkste punten voor me op een
rijtje te zetten?' `Goed dan.' Zedd nam eerst een slokje thee.
'Herinner je je D'Hara?' Haar hand met het theekopje hield
halverwege haar lippen stil. 'Hoe zou je je D'Hara niet kunnen
herinneren?'
la, nou, de kwestie is dat mijn dochter Richards — dat is mijn
kleinzoon, Richard — dat mijn dochter Richards moeder was. Hij werd
verwekt bij een brute verkrachting.'
Wat erg,' zei ze met oprecht medeleven. 'Maar wat heeft dat
met D'Hara te maken?'
`De man die hem heeft verwekt, was Darken Rahl van
D'Hara.'
Haar handen begonnen duidelijk zichtbaar te beven. Ze was er
nog niet in geslaagd de thee naar haar mond te brengen. Voorzichtig
zette Franca haar volle kop neer om te voorkomen dat ze de thee zou
morsen voordat ze hem had geproefd.
`Bedoel je dat die kleinzoon van jou de afstammeling is van
twee lijnen van tovenaars... en dat hij dezelfde Meester Rahl is
die de overgave eist van alle landen van het Middenland?'
`Eh, ja, dat moet hem zijn.'
`En dat die kleinzoon van jou, Meester Rahl zelf, dezelfde is
die met de Biechtmoeder zelf zal gaan trouwen?'
`Het was een prachtige plechtigheid,' zei Zedd. 'Echt
prachtig. Nogal exclusief, maar stijlvol.'
Franca liet haar voorhoofd in haar hand rusten. 'Goede
geesten, dat is nogal wat.'
`0, ja. Hij is ook een oorlogstovenaar. Dat vergat ik; sorry.
Hij is geboren met beide zijden van de gave.'
Ze keek op. 'Wat?'
le weet wel, beide zijden. Met Subtractieve Magie én met de
gebruikelijke Additieve. Beide zijden.'
`Ik weet wat "beide zijden" betekent.'
`0.'
Franca slikte. 'Wacht even. De akkoorden... Bedoel je dat het
de Biechtmoeder was die ze heeft opgeroepen?'
`Nou, ze...'
De vrouw sprong op en haar stoel schraapte over de vloer. 'Is
het Meester Rahl die... Goede geesten, heeft de Biechtmoeder zelf
de ziel van Meester Rahl — een oorlogstovenaar met beide zijden van
de gave — aan de akkoorden beloofd?'
`Zo erg is het nu ook weer niet. Ze wist niets van de
bezwering; ze heeft het niet expres gedaan. Ze is een goed mens en
zou nooit opzettelijk zoiets doen.'
`Opzettelijk of niet, als de akkoorden hem te pakken
krijgen...'
`Ik heb ze alletwee weggestuurd naar een veilige plek, een
plek waar de akkoorden niet bij ze kunnen komen. Dus daar hoeven we
niet bang voor te zijn.'
Ze zuchtte opgelucht. `De Schepper zij dank daarvoor.'
Zedd nam nog een slokje. 'Maar daarmee hebben we onze kracht
nog niet terug, en de wereld haar magie niet, terwijl ze misschien
wel aan de rand van de ondergang staat. Zoals ik al zei, heb ik
hulp nodig.' Franca liet zich eindelijk weer in haar stoel zakken
toen Zedd ernaar knikte. Hij glimlachte en zei dat de thee
uitstekend was en dat ze zelf ook wat moest nemen.
`Zedd, ik denk dat je de Schepper Zelf nodig hebt om je te
komen helpen. Wat denk je dat ik mogelijkerwijs kan uitrichten? Ik
ben maar een gewone, middelmatige, onopvallende tovenares in een
afgelegen land. Waarom ben je naar mij gekomen?'
Zedd kneep zijn ogen tot spleetjes. Hij wees. 'Wat verberg je
onder die halsband?'
Haar vingers streken langs haar keel. 'Een litteken. Herinner
je je de Bloedbroederschap?' Zedd knikte. 'Nou, bijna overal zijn
dat soort mannen, mannen die een hekel hebben aan magie, mannen die
denken dat mensen met magie verantwoordelijk zijn voor alle ellende
die er in hun leven voorvalt.'
`Ja, overal heb je fanaten.'
`Hier droeg het fanatisme de naam Serin Rajak. Hij is het
gebruikelijke type: kwaadaardig en wraakzuchtig. Hij is er goed in
zijn waanideeën zodanig uit te dragen dat hij de emoties van
anderen opzweept en ze meesleept in zijn verdorven
praktijken.'
`Dus zijn idee van het kwaad de wereld uit helpen was jou
vermoorden?' `Mij en anderen zoals ik.'
Ze trok de halsband even naar beneden om hem een litteken te
laten zien.
`Hij heeft me opgehangen terwijl hij en zijn volgelingen een
vuur onder me gingen aanleggen. Hij is nogal gek op verbranden.
Denkt dat de wereld daarmee wordt gezuiverd van de magie van degene
die hij verbrandt, dat het voorkomt dat die na de dood blijft
hangen.'
Zedd zuchtte. 'Het houdt nooit op. En jij hebt hem er
blijkbaar van kunnen overtuigen je met rust te laten.'
Ze glimlachte. 'Het heeft hem een oog gekost, wat hij met mij
heeft gedaan.'
`Ik kan niet zeggen dat ik het je kwalijk neem.'
`Het was lang geleden.'
Zedd wilde van onderwerp veranderen. 'Ik neem aan dat je van
de oorlog met de Oude Wereld hebt gehoord?'
`Natuurlijk. We hebben hier afgevaardigden van de Imperiale
Orde gehad om de kwestie met ons volk te bespreken.'
Zedd ging rechterop zitten. 'Wat? Heeft de Orde hier
mensen?'
`Dat zeg ik net. Bepaalde mensen in de regering luisteren
aandachtig naar wat de Imperiale Orde te vertellen heeft. Ik vrees
dat de Orde hoogwaardigheidsbekleders van alles aanbiedt. En daar
al een tijdje mee bezig is.'
Ze keek hem over de rand van haar kopje aan terwijl ze een
slok nam. Ze leek te besluiten hem meer te vertellen.
`Sommige mensen hebben overwogen een geheime boodschap naar
de Biechtmoeder te sturen, om haar te vragen hierheen te komen
en een onderzoek in te stellen.'
`Nu de akkoorden los zijn, beschikt zij niet over haar kracht,
net zo min als jij en ik. Totdat de akkoorden zijn uitgebannen, kan
ze geen hulp bieden op dat gebied.'
Franca zuchtte. 'Ja, ik begrijp wat je bedoelt. Het zou het
beste zijn als we de akkoorden konden uitbannen.'
`In de tussentijd zouden mensen van hier de zaak misschien
moeten onderzoeken.'
Ze zette haar kopje neer. 'Wie kan het opnemen tegen het
bureau van de Minister van cultuur?'
`De Directeuren,' opperde Zedd.
Ze speelde met haar kopje op het tafelblad. 'Misschien,' was
alles wat ze zei.
Toen Zedd bleef zwijgen, vervolgde ze om de stilte te
verbreken: 'In Anderith doe je wat nodig is om vooruit te
komen.'
`Er zijn altijd mensen die dat zullen doen.' Zedd liet zich
een beetje onderuitzakken in zijn stoel. 'Uiteindelijk zal het
allemaal irrelevant zijn. Anderith zal zich moeten overgeven aan
Richard en het nieuwe D'Haraanse Rijk dat hij aan het vormen is om
tegenstand te bieden aan de invasie van de Imperiale Orde.'
Zedd nam nog een slokje. 'Had ik gezegd dat hij ook de Zoeker
van Waarheid is?'
Franca keek op. 'Nee, dat had je niet gedaan.'
`Richard zal Anderith niet toestaan om verder te gaan op de
blijkbaar ingeslagen weg, met corrupte hoogwaardigheidsbekleders
die samenspannen met de Orde. Hij en de Biechtmoeder zullen een
eind maken aan zulk gevaarlijk, heimelijk geïntrigeer. Dat is een
van de redenen dat hij gedwongen was de macht te grijpen. Hij wil
een bewind met rechtvaardige en open wetgeving consolideren.'
`Rechtvaardige wetgeving,' zei ze mijmerend, alsof het de wens
van een kind was. 'Wij zijn een welvarend land, Zedd. Anders hebben
een goed leven. Als het de Hakens waren die naar de Imperiale Orde
luisterden, zou ik dat kunnen begrijpen, je zou kunnen zeggen dat
zij er reden toe hebben, maar degenen die luisteren zijn Anders, en
zij hebben de macht al.'
Zedd keek peinzend in zijn thee. 'Niets steekt mensen meer dan
het feit dat andere mensen vrij zijn. Ongeveer op dezelfde manier
als waarop die Serin Rajak een hekel heeft aan mensen met magie,
verfoeit de heersende elite — of degenen die dat willen zijn —
vrijheid. Zij vinden alleen vreugde in het bestendigen van
ellende.'
Zedd probeerde het kille onderwerp te verlaten. 'En, Franca,
heb je een echtgenoot, of hebben de knappe mannen van deze
wereld nog de kans om je het hof te maken?'
Franca glimlachte even voordat ze sprak. 'Mijn hart behoort
iemand toe...'
Zedd stak zijn arm uit over de tafel en gaf haar een klopje op
haar hand. `Dat is fijn voor je.'
Ze schudde haar hoofd terwijl haar glimlach verdween. 'Nee.
Hij is getrouwd. Ik kan mijn gevoelens niet laten blijken. Ik zou
mezelf voor eeuwig haten als ik hem enige reden gaf om te besluiten
zijn mooie jonge bruid te verlaten en in plaats daarvan iets te
beginnen met een ouwe vrijster als ik. Ik durf mijn gevoelens zelfs
niet te laten doorschemeren.' `Dat spijt me, Franca,' zei hij
meelevend. 'Het leven — of misschien moet ik zeggen de liefde —
lijkt soms heel oneerlijk. Tenminste, zo lijkt het nu misschien,
maar op een dag...'
Franca deed het onderwerp met een handgebaar af, meer voor
zichzelf dan voor hem, dacht hij. Ze keek hem weer aan.
`Zedd, ik ben gevleid dat je naar mij bent gekomen — trouwens
ook dat je mijn naam nog kende — maar waarom dacht je dat ik je zou
kunnen helpen? Jij hebt meer kracht dan ik. Dat had je,
tenminste.'
`Om eerlijk te zijn, ben ik niet gekomen om je hulp te zoeken
op de manier die je misschien vermoedt. Ik ben hier omdat ik als
jonge tovenaar heb gehoord dat dit de plek is waar de akkoorden
waren opgesloten; in Toscla, of Anderith, zoals het nu heet.'
`0 ja? Dat heb ik nooit geweten. Waar in Anderith zijn ze
opgesloten?' Zedd spreidde zijn handen. 'Ik hoopte dat jij dat
misschien zou weten. Jij was de enige die ik hier kende, dus ben ik
naar jou gekomen. Ik heb hulp nodig.'
`Het spijt me, Zedd, maar ik had geen idee dat de akkoorden
hier waren opgesloten.' Ze pakte haar kopje weer op en nam peinzend
een slokje. 'Maar als, zoals je zegt, de akkoorden de ziel van je
kleinzoon niet kunnen bemachtigen, worden ze misschien uiteindelijk
wel teruggetrokken in de wereld van de doden. Misschien hoeven we
niets te doen om dat te bereiken. Het hele probleem zou gewoon
kunnen verdwijnen.' `Ja, die hoop is er, maar je moet de aard van
de onderwereld niet vergeten.'
`Hoe bedoel je?'
Zedd tikte tegen de buitenste cirkel van de Gratie die was
ingelegd in het tafelblad. 'Hier begint de onderwereld, waar het
leven de grens over gaat.' Hij liet zijn hand voorbij de rand van
de tafel glijden. 'Daarbuiten is de eeuwigheid.
Omdat de onderwereld eeuwig is, heeft tijd geen betekenis. Er
is misschien een begin als we de oversteek maken, maar er is geen
eind, dus het concept tijd houdt daar op te bestaan. Alleen
hier in de wereld van het leven, waar tijd wordt gedefinieerd door
een begin en een einde en daardoor referentiepunten heeft, heeft
het betekenis.
De akkoorden zijn opgeroepen uit die tijdloze plek aan de
overkant en ontlenen hun kracht daaraan, dus betekent tijd niets
voor ze. Misschien is het waar dat ze, als ze er niet in slagen de
ziel te bemachtigen van degene die ze te hulp zijn gekomen, zullen
worden teruggetrokken naar de onderwereld. Maar voor tijdloze
wezens lijkt hun tijd hier misschien maar een ogenblik terwijl ze
wachten om te zien of ze zullen slagen, of terwijl ze zich amuseren
met het zaaien van dood en verderf, en dat ogenblik voor hen zou
voor deze wereld wel een millennium kunnen zijn. Het zouden tien
millennia kunnen zijn en voor hen nog steeds een onbetekenende
oogwenk in de tijd zijn, vooral omdat ze geen ziel hebben en het
leven niet echt kunnen ervaren.'
Ze had aan zijn lippen gehangen, blijkbaar hunkerend naar een
gesprek over dingen die behalve degenen met de gave maar weinigen
konden begrijpen.
`Ja, ik snap wat je bedoelt.' Ze stak een vinger op. 'Maar ze
zouden net zo goed vandaag al kunnen vertrekken — verdwijnen
terwijl we hier zitten te praten — omdat ze een eindeloze
frustratie voelen in een wereld met tijd, als ze eenmaal merken dat
ze moeten functioneren binnen de vreemde beperkingen van tijd en
een programma. Per slot van rekening heeft de ziel die ze willen
hebben slechts een beperkte tijd in deze wereld. Ze moeten zijn
ziel achtervolgen en te pakken nemen terwijl hij in leven
is.'
`Juist opgemerkt en een zinnige overweging, maar hoe lang
zullen we wachten? Op een bepaald ogenblik zal het te laat zijn
voor magische zaken om zich nog te herstellen. Sommige kwijnen nu
waarschijnlijk al weg met het verdwijnen van de magie. Hoe lang zal
het duren voordat ze voorgoed uitsterven?
Ik heb gezien dat de sterrenwichelaars langs het pad naar je
huisje verwelken.' Zedd trok een wenkbrauw op. 'Maar wat veel erger
is, hoe lang zal het duren voordat de magie zoals die van de
gambietmot faalt? Wat als de gewassen die nu groeien binnenkort
giftig zijn?'
Ze wendde haar bezorgde gezicht af.
Omdat hij haar niet goed kende, sneed Zedd het onderwerp niet
aan, maar zonder magie waren Jagang en de Imperiale Orde alleen
maar machtiger. Zonder magie om hen te helpen zouden er veel meer
mensen sterven in de strijd met hem, en dat zou heel goed een
vergeefs bloedvergieten kunnen zijn.
`Franca, als bewakers van de sluier, beschermers van hulpeloze
wezens met magie en rentmeesters van de belofte van de magie
aan de mensheid, moeten we met de nodige haast handelen. We weten
niet waar de grens ligt waarna die betekenisvolle hulp niet meer
mogelijk is.'
Ze knikte bedachtzaam. 'Ja. Ja, je hebt natuurlijk gelijk.
Waarom moet je weten waar de akkoorden zijn opgesloten? Wat zul je
daarmee bereiken?'
`Bij hun vroegere verbanning moet noodzakelijkerwijs, om de
oorspronkelijke betovering die ze hier heeft gebracht ongedaan te
maken, de sluier opnieuw zijn doorbroken. Zo'n tegenbezwering zou
zelf in evenwicht gebracht moeten zijn met een hulpbezwering om hun
terugkeer naar de wereld van het leven mogelijk te maken. Zo'n
bezwering van terugkeer kan zeer nauwkeurig geformuleerd zijn
geweest — met drievoudige aanroepingen en dat soort dingen — maar
dat doet er niet toe; enkel het bestaan van een terugkeermechanisme
was al het tegenwicht dat de verbanningsbezwering vereist zou
hebben.'
Zedd liet zijn vinger langzaam langs de rand van zijn
theekopje gaan. `Voor zover ik weet, schrijft de aard van hun
bestaan voor dat de akkoorden alleen kunnen terugkeren naar de
wereld van het leven, nadat de specifieke eisen van het
evenwichtsmechanisme zijn vervuld, door de doorgang waardoor ze
verbannen zijn. Daarom moest ik hierheen komen.'
Ze staarde in gedachten voor zich uit. 'Ja, daar zit wel wat
in. De doorgang, waar die ook is, zou open moeten zijn.'
`Aangezien je niet weet waar de akkoorden zijn opgesloten, kun
je misschien mijn gids zijn.'
Haar blik richtte zich weer op hem. 'Waar zouden we kunnen
zoeken? Heb je een plek in gedachten om te beginnen?'
Na nog een slok zette Zedd zijn kopje neer.
`Ik dacht dat je me misschien kon helpen om in de bibliotheek
te komen.'
`De Bibliotheek van cultuur? Op het landgoed van de Minister
van cultuur?'
`Die, ja. Daar hebben ze eeuwenoude teksten. Dat hadden ze
vroeger in elk geval. Aangezien de akkoorden hier in Anderith zijn
verbannen, zijn er in de bibliotheek misschien documenten of is er
andere informatie waarmee ik de plek kan vinden waar dat is
gebeurd, en daarmee de doorgang. Misschien is er zelfs nog andere
nuttige informatie.'
`Hoe heten de boeken die je zoekt? Misschien ken ik ze.'
`Ik weet niet welke boeken van nut kunnen zijn, of die boeken
zelfs wel bestaan en zo ja, of ze hier zijn. Ik moet gewoon gaan
zoeken in de boeken in de bibliotheek en zien wat we kunnen
vinden.'
Ze boog zich naar voren. 'Zedd, er zijn daar duizenden
boeken.' `Dat weet ik. Ik heb ze al eens gezien.'
`En als je een boek vindt waarin de plek wordt genoemd, wat
dan?' Zedd haalde in een opzettelijk vaag gebaar zijn schouders op.
'Laten we bij het begin beginnen.'
Als hij geen informatie kon vinden over hoe hun uitbanning in
zijn werk ging, had hij wel een idee over wat hij misschien zou
moeten doen als hij in staat was de plek te vinden waar ze waren
opgesloten. En zelfs als hij die informatie wel vond en het heel
eenvoudig was, zou hij zonder zijn magie machteloos staan om het
probleem te verhelpen.
Hij zou gedwongen kunnen zijn een wanhoopsdaad te
begaan.
`Hoe zit het met die Bibliotheek van cultuur? Kan ik daar
binnenkomen?'
`Ik denk dat ik je daarbij wel zou kunnen helpen. Als Ander en
bekende op het landgoed van de Minister, heb ik er toegang toe. Dat
heeft niet iedereen. De gezagsdragers hebben de geschiedenis zo
veranderd dat degenen onder ons die er een stukje van hebben
meegemaakt ons eigen verleden niet eens herkennen, laat staan dat
we de rest vertrouwen van wat ons wordt verteld.'
Ze zette haar eigen gedachten opzij en rechtte met een dappere
glimlach haar rug. 'Wanneer wil je erheen gaan?'
`Hoe eerder hoe beter.'
`Denk je dat je je zou kunnen voordoen als een bezoekende
geleerde?' `Ik denk dat het me wel lukt om te doen alsof ik me mijn
eigen naam nauwelijks kan herinneren.'