Deel 14
14
Zedd werd wakker van het geluid van de deur in de andere
kamer, die dichtging. Hij deed één oog net ver genoeg open om naar
de deuropening te turen toen de huid opzij werd getild.
Hij ontspande zich enigszins toen hij zag dat het Nissel was.
De gebogen medicijnvrouw slofte op haar dooie akkertje de kamer
door.
`Ze zijn weg,' zei ze.
`Wat zei ze?' fluisterde Ann, die ook één oog op een kiertje
open had gedaan om erdoorheen te gluren.
`Weet je het zeker?' fluisterde Zedd tegen Nissel.
`Ze hebben alles ingepakt wat ze bij zich hadden. Ze hebben
voedsel verzameld voor de reis. Een paar vrouwen hebben ze geholpen
door voorraden bijeen te brengen die ze konden meenemen voor
onderweg. Ik heb ze kruiden gegeven die van pas kunnen komen bij
onschuldige kwaaltjes. Onze jagers hebben ze waterzakken en wapens
gegeven. Ze hebben snel afscheid genomen van hun vrienden, van hun
dierbaren hier. Ze hebben me laten beloven dat ik mijn best zou
doen om jullie gezond te houden.'
Nissel krabde aan haar kin. 'Een belofte die niet veel
voorstelt, als je het mij vraagt.'
`En je hebt ze zien vertrekken?' drong Zedd aan. 'Je weet
zeker dat ze weg zijn?'
Nissel draaide zich een stukje om en scheerde met haar hand
door de lucht in de richting van het noordoosten. 'Ze zijn op pad
gegaan. Alle drie. Ik heb ze nagekeken, zoals je had gevraagd. Ik
was met alle anderen naar de rand van het dorp gelopen, maar de
meesten wilden een stukje met ze meelopen de vlakte op om langer
bij ze te zijn en om onze nieuwe Moddermensen uitgeleide te doen.
Ze drongen er bij mij op aan dat ik met ze meekwam, dus ben ik ook
de vlakte op gegaan. Hoewel mijn benen niet meer zo snel zijn als
vroeger, vond ik dat ze snel genoeg waren voor een korte
wandeling.
Toen we allemaal een flink eind hadden gelopen, zei Richard
dat we terug moesten gaan in plaats van zonder enige reden buiten
in de regen te lopen. Hij vond het vooral belangrijk dat ik
terugging om voor jullie te zorgen. Ik denk dat ze ongeduldig waren
om op te schieten met hun reis en dat wij ze ophielden met ons
tempo, maar dat ze te beleefd waren om dat tegen ons te
zeggen.
Richard en Kahlan hebben me omhelsd en het beste gewenst. De
vrouw in het rode leer omhelsde me niet, maar ze gaf me wel een
knikje om haar eerbied te tonen, en Kahlan heeft haar woorden voor
me vertaald. Ze wilde dat ik wist dat ze Richard en Kahlan zou
beschermen. Ze is een goede vrouw, die rare in het rood, ook al
behoort ze niet tot het Moddervolk. Ik heb ze het beste
gewenst.
Iedereen die was meegelopen de vlakte op, stond in de motregen
en wuifde, terwijl zij drieën verder gingen naar het noordoosten,
totdat ze stipjes waren die te klein waren om nog te zien. Toen
vroeg de Vogelman ons allemaal ons hoofd te buigen. Met zijn
woorden als leidraad hebben we samen de geesten van onze voorouders
verzocht om over onze nieuwe Moddermensen te waken en ervoor te
zorgen dat ze veilig zijn op hun reis. Toen heeft hij een havik
geroepen en die achter ze aan gestuurd om een tijdje met ze mee te
reizen, ten teken dat ons hart bij ze is. We hebben gewacht totdat
we zelfs de havik niet meer boven hun hoofden in de lucht rond
konden zien cirkelen.
Toen zijn we onmiddellijk teruggekomen.'
Nissel hield haar hoofd schuin naar voren, keek hem aan en
trok een wenkbrauw op. 'Vind je dat bevredigender dan mijn
eenvoudige mededeling dat ze weg zijn?'
Zedd schraapte zijn keel en bedacht dat de vrouw zich
waarschijnlijk bekwaamde in sarcasme als er niemand te genezen
viel.
`Wat zei ze?' vroeg Ann opnieuw.
`Ze zegt dat ze weg zijn.'
`Weet ze het zeker?' vroeg Ann.
Zedd gooide zijn deken van zich af. 'Hoe moet ik dat weten?
Die vrouw is zo'n spraakwaterval. Maar ik denk dat ze op weg
zijn.'
Ook Ann wierp haar wollen deken opzij. 'Ik dacht dat ik me
dood zou zweten onder dat kriebelige ding.'
Ze waren de hele tijd onder de dekens blijven liggen, zwijgend
en geduldig, uit angst dat Richard weer zou opduiken met een of
andere vergeten vraag of een nieuw idee. De jongen deed vaak dat
soort onverwachte dingen. Zedd wilde zich niet door haast verraden,
wilde hun plannen niet bederven door onvoorzichtigheid.
Tijdens het wachten had Ann liggen tobben en zweten. Zedd had
een dutje gedaan.
Nissel, die trots was dat Zedd haar om hulp had gevraagd, had
beloofd dat ze de drie zou uitzwaaien en het hun zou laten weten
als ze weg waren. Ze zei dat de ouderen elkaar moesten helpen en
dat de enige verdediging tegen de jeugd geslepenheid was. Zedd was
het volkomen met haar eens. Ze had een schittering in haar ogen die
ervoor zorgde dat Ann zich in verwarde ergernis afkeerde.
Zedd veegde het stro van zijn handen en trok zijn gewaad
recht. Zijn rug deed pijn. Ten slotte omhelsde hij de
medicijnvrouw. 'Dank je, Nis-sel, voor al je hulp. Die wordt zeer
gewaardeerd.'
Ze giechelde zachtjes tegen zijn schouder. 'Voor jou doe ik
alles.' Nadat ze elkaar hadden losgelaten, kneep ze in zijn
billen.
Zedd knipoogde naar haar. Web je nog wat van dat zoete
tavabrood, snoepje?'
Nissel bloosde. Anns blik ging van de een naar de ander. 'Wat
heb je tegen haar gezegd?'
`0, gewoon, dat ik haar hulp waardeerde, en ik heb gevraagd of
we nog iets te eten konden krijgen.'
`Dat zijn de prikkerigste dekens die ik ooit heb gezien,'
gromde Ann terwijl ze fanatiek haar armen krabde. 'Zeg tegen Nissel
dat ik het ook zeer waardeer, maar als je het niet erg vindt, hoef
ik er niet om in mijn billen te worden geknepen.'
`Ann is je ook zeer dankbaar. En ze is veel ouder dan ik.' Bij
het Moddervolk verleende ouderdom gewicht aan woorden.
Een grijns rimpelde Nissels gezicht terwijl ze haar hand
uitstak en hem een liefhebbend kneepje in zijn wang gaf. 'Ik zal
wat thee en tava voor jullie halen.'
`Zo te zien is ze nogal gesteld op je geraakt.' Ann streek
haar haar naar achteren terwijl ze toekeek hoe de medicijnvrouw
onder het vel in de deuropening door dook.
`En waarom ook niet?'
Ann rolde met haar ogen en veegde toen het stro van haar
donkere jurk. `Wanneer heb jij de taal van het Moddervolk geleerd?
Je hebt Richard of Kahlan nooit verteld dat je hun taal
kende.'
`0, die heb ik heel lang geleden geleerd. Ik weet veel dingen,
maar daar loop ik niet mee te koop. Bovendien vind ik het altijd
het beste om wat speelruimte voor jezelf te houden, voor het geval
dat die van pas komt, zoals nu. Ik heb niet echt gelogen.'
Ze gaf met een geluid diep in haar keel toe dat hij gelijk
had. 'Maar hoewel het geen leugen is, is het wel misleiding.'
Zedd glimlachte naar haar. 'Tussen haakjes, over misleiding
gesproken,
ik vond dat je je rol briljant speelde. Heel
overtuigend.'
Ann was van haar stuk gebracht. 'Eh, ik... nou, dank je, Zedd.
Ik geloof ook dat ik tamelijk overtuigend was.'
Hij klopte haar op de schouder. 'Dat was je zeker.'
Haar glimlach veranderde in een argwanende blik. 'Probeer maar
geen zoete broodjes met me te bakken, ouwe. Ik ben veel ouder dan
jij en heb alles al eens meegemaakt.' Ze hief haar vinger naar hem.
le weet heel goed dat ik boos op je ben!'
Zedd wees naar zijn borst. 'Boos? Op mij? Wat heb ik dan
gedaan?' Wat je hebt gedaan? Moet ik je nog herinneren aan het
woord Lóér?' Ze beende in een klein kringetje rond, met geheven
armen, gebogen polsen en haar handen gekromd als klauwen, om een
monster te imiteren. `0, wat afschuwelijk! Hier komt de Loer. 0,
wat angstaanjagend. 0, wat vreselijk eng.'
Ze kwam stampvoetend voor hem tot stilstand. Wat haalde je je
in je domme hoofd? Wat bezielde je om zo'n zot woord als Lóér te
spuien? Ben je gek geworden?'
Zedd trok beledigd een pruillip. Wat is er mis met de naam
Loer?' Ann zette haar handen in haar zij. Wat er mis mee is? Wat is
Lóér nou voor een woord voor een denkbeeldig monster?'
`Nou, een heel goed woord, vind ik.'
`Een goed woord! Ik kreeg bijna een hartstilstand toen je het
voor het eerst zei. Ik was er zeker van dat Richard zou beseffen
dat we een verhaaltje verzonnen en plotseling in lachen zou
uitbarsten. Ik moest zelf moeite doen om niet te gaan
lachen!'
`Lachen? Waarom zou hij lachen om het woord Loer? Het is een
uitstekend woord. Heeft alle elementen in zich van een
angstaanjagend wezen.
`Ben je krankzinnig geworden? Ik heb tien jaar oude jongetjes
die ik op kattenkwaad had betrapt verhalen horen verzinnen over
zogenaamde monsters die het op ze hadden gemunt. Zij konden ter
plekke, als ik ze bij een oor greep, betere namen voor die monsters
verzinnen dan "Loer". Weet je wel hoe moeilijk ik het had om mijn
gezicht in de plooi te houden? Als ons probleem niet zo ernstig was
geweest, was het me niet gelukt. Toen je het vandaag zo nodig moest
herhalen, was ik er helemaal zeker van dat onze list doorzien zou
worden.'
Zedd sloeg zijn armen over elkaar 'Ik heb ze niet zien lachen.
Ze vonden het alledrie angstaanjagend. Volgens mij knikten Richards
knieën eventjes toen ik de naam voor het eerst liet vallen.'
Mopperend sloeg Ann zich tegen haar voorhoofd. 'Het is puur
geluk dat ons plan stand heeft gehouden. Je had het kunnen
verpesten met zo'n stommiteit.' Ze schudde haar hoofd. 'Een Loer.
Een Lóér!'
Zedd veronderstelde dat het haar frustratie en oprechte angst
waren die naar de oppervlakte kwamen, dus liet hij haar voortrazen
terwijl ze ijsbeerde. Uiteindelijk bleef ze staan en keek nog
nasputterend op.
`Hoe in de Schepping ben je op zo'n dwaze naam voor een
monster gekomen? Een Loer,' vervolgde ze mompelend.
Zedd krabde in zijn nek en schraapte zijn keel. `Nou, heel
lang geleden, toen ik pas getrouwd was, heb ik eens een jong katje
meegenomen voor mijn kersverse bruid. Ze was dol op het beestje en
moest voortdurend lachen om zijn capriolen. Ik vond het heerlijk om
de tranen van plezier in Erilyns ogen te zien als ze lachte om dat
kleine bontbolletje.
Ik vroeg haar hoe ze het katje wilde noemen, en ze zei dat ze
het zo leuk vond om te zien hoe hij steeds op de loer ging liggen
en dingen besprong, dat ze hem Loer zou noemen. Zo kom ik aan de
naam. Ik heb het altijd een goede naam gevonden, door het verhaal
erachter.'
Ann rolde met haar ogen. Ze zuchtte terwijl ze over zijn
woorden nadacht. Ze deed haar mond open om iets te zeggen, maar
bedacht zich en gaf hem opnieuw zuchtend een troostend klopje op
zijn arm.
`Nou ja, er is niets aan de hand,' gaf ze toe. 'Niets aan de
hand.' Ze bukte en viste de deken van de vloer. Terwijl ze die
opvouwde, vroeg ze: 'En die fles? Waarvan je Richard hebt verteld
dat die in de enclave van de Eerste Tovenaar in de Burcht is? Wat
voor problemen zal het veroorzaken als hij die breekt?'
`0, dat is gewoon een fles die ik eens op een markt heb
gekocht toen ik op reis was. Toen ik hem zag, was ik meteen onder
de indruk van het vakmanschap waarmee dat mooie, sierlijke voorwerp
was gemaakt. Na lang onderhandelen met de koopman werd hij het
uiteindelijk zat en kon ik hem voor een zeer redelijk bedrag
kopen.
Ik vond de fles zo mooi dat ik hem, toen ik terug was, op die
zuil heb gezet. Het was ook een herinnering aan hoe ik hem dankzij
mijn fabelachtige onderhandelingstactiek voor een zacht prijsje had
verworven. Ik vond dat hij daar goed stond en ik was er trots
op.'
`0, wat ben je toch slim,' katte Ann.
la, ontzettend. Niet lang daarna vond ik precies zo'n zelfde
fles voor de helft van de prijs, en dat was zonder afdingen. Ik
liet de fles op de zuil staan om me eraan te herinneren dat ik niet
verwaand moest worden, alleen omdat ik Eerste Tovenaar was. Het is
gewoon een oude fles die ik heb bewaard als een wijze les; er zal
niets gebeuren als Richard hem breekt.'
Ann schudde grinnikend haar hoofd. 'Ik vraag me af wat er van
je terecht was gekomen als je de gave niet had gehad.'
`Ik ben bang dat we daar binnenkort achter zullen
komen.'
Doordat zijn magie begon te verdwijnen, voelde hij nu al pijn
in zijn botten en vermoeidheid in zijn spieren. Dat zou erger
worden.
Anns glimlach verflauwde bij de grimmige realiteit van zijn
woorden. `Ik begrijp het niet. Wat je Richard hebt verteld was
waar. Kahlan zou zijn derde vrouw moeten zijn geweest om de
akkoorden naar deze wereld te roepen. We weten dat de akkoorden
hier zijn, maar dat kan helemaal niet.
Zelfs de kronkelige manier in aanmerking genomen waarop magie
gebeurtenissen kan interpreteren om aan de eisen en voorwaarden te
voldoen om iets te laten gebeuren, kan ze toch hoogstens als zijn
tweede vrouw worden aangemerkt. Er was die ene, dat meisje Nadine,
en Kahlan. Een en een is twee; Kahlan kan hoogstens nummer twee
zijn.'
Zedd haalde zijn schouders op. 'We weten dat de akkoorden zijn
ontketend. Dat is het probleem waarop we ons moeten richten, niet
hoe het zo gekomen is.'
Ann knikte met tegenzin. 'Denk je dat die kleinzoon van jou
zal doen wat hij zegt en rechtstreeks naar de Burcht zal
gaan?'
`Hij heeft het beloofd.'
Ann sloeg haar ogen naar hem op. 'We hebben het over Richard.'
Zedd opende zijn handen in een hulpeloos gebaar. 'Ik weet niet wat
we verder nog hadden kunnen doen om ervoor te zorgen dat hij naar
de Burcht gaat. We hebben hem alle motieven gegeven, van nobel tot
zelfzuchtig, om zich erheen te haasten. Hij heeft geen speelruimte.
We hebben angstaanjagend duidelijk gemaakt wat de gevolgen zouden
zijn als hij niet zou doen wat we hem op het hart hebben
gedrukt.'
`Ja,' zei Ann terwijl ze de deken gladstreek die ze over haar
arm had gevouwen, 'we hebben alles gedaan behalve hem de waarheid
vertellen.' `We hebben hem grotendeels de waarheid verteld over wat
er zou gebeuren als hij niet naar de Burcht gaat. Dat was geen
leugen, behalve dat de waarheid nog erger is dan we hem hebben
voorgehouden.
Ik ken Richard Kahlan heeft de akkoorden opgeroepen om zijn
leven te redden; hij zou zich verplicht voelen en vastbesloten zijn
om de schade te herstellen, om te helpen. Hij zou alleen maar erger
maken wat er toch al somber uitziet. We kunnen hem niet toestaan
met dit vuur te spelen. We hebben hem gegeven waaraan hij het meest
behoefte heeft: een manier om te helpen.
Zijn enige veiligheid is de Burcht. De akkoorden kunnen hem
niet te pakken nemen op de plek waar ze zijn opgeroepen, en het
Zwaard van de Waarheid heeft de enige magie die waarschijnlijk nog
steeds werkt. Wij zullen dit verhelpen. Wie weet, als ze hem niet
te pakken kunnen krijgen, zou de dreiging zelfs vanzelf weer kunnen
wegsterven.'
`Een dun draadje om de wereld aan op te hangen. Hoe dan ook,
je hebt waarschijnlijk gelijk,' zei Ann. 'Hij is resoluut, net als
zijn grootvader.'
Ze liet de deken op de strozak vallen. 'Maar hij moet tot elke
prijs worden beschermd. Hij is de leider van D'Hara en brengt de
staten onder die vlag bijeen om tegenstand te bieden aan de gesel
van de Imperiale Orde. In Aydindril kan hij, afgezien van het feit
dat hij er veilig is, verder gaan met het smeden van eenheid. Hij
heeft al blijk gegeven van zijn leidinggevende kwaliteiten. De
profetieën waarschuwen dat alleen hij een kans heeft om ons met
succes aan te voeren in deze strijd. Zonder hem zijn we zeker
verloren.'
Nissel kwam binnenschuifelen met een blad met tavabrood
besmeerd met honing en mint. Ze glimlachte naar Zedd terwijl ze Ann
de drie dampende koppen thee liet pakken die ook op het blad
stonden. Nissel zette het blad met tava op de grond voor de
strozakken en ging zitten op de plek waar Zedd had gelegen. Ann gaf
haar een van de koppen aan en ging op de opgevouwen deken aan het
hoofdeind van de andere strozak zitten.
Nissel klopte naast zich op het veldbed. `Kom hier zitten en
neem wat tava en thee voordat jullie moeten vertrekken.'
Zedd, die zijn hoofd bij belangrijke zaken had, glimlachte
flauwtjes naar haar terwijl hij naast haar ging zitten. Ze voelde
zijn sombere bui aan en tilde zwijgend de schaal op om hem tava aan
te bieden. Zedd, die zag dat ze zijn ongerustheid begreep, ook al
wist ze niet wat de oorzaak ervan was, legde dankbaar een arm om
haar schouders. Met zijn andere hand pakte hij een kleverige snee
tava.
Zedd likte honing van de knapperige korst. 'Ik wou dat we iets
wisten over dat boek waar Richard het over had, De Tegenhanger van
de Berg. Ik wou dat ik wist of hij er iets van weet.'
`Het leek er niet op. Verna heeft me destijds alleen verteld
dat het vernietigd is.'
Dat had Ann al geweten toen Richard ernaar vroeg. Ze had
aangeboden om er via haar reisboekje naar te informeren, hoewel de
magie daarvan al verzwakt was, om de omvang van de problemen voor
Richard te verbergen.
`Ik wou dat ik het had kunnen bekijken voordat het vernietigd
werd.' Ann nam een paar hapjes van haar tavabrood voordat ze vroeg:
'Zedd, als we ze nu eens niet tegen kunnen houden? Onze magie
begint al af te nemen. Het zal niet lang meer duren totdat die
volledig verdwenen is. Hoe kunnen we de akkoorden tegenhouden
zonder magie?'
Zedd likte honing van zijn lippen. 'Ik hoop nog steeds dat er
antwoorden te vinden zijn op de plek waar ze opgesloten waren,
ergens in het land Toscla. Of hoe ze dat nu ook noemen. Misschien
kan ik daar boeken vinden over de geschiedenis of cultuur van het
land. Daarin zou ik mogelijk de aanwijzing kunnen vinden die ik
nodig heb.'
Zedd werd met de dag zwakker. Het afnemen van zijn magie
ondermijnde zijn vitaliteit. Zijn reis zou tijdrovend en zwaar
zijn. Ann had hetzelfde probleem.
Nissel kroop dicht tegen hem aan, gelukkig om bij iemand te
zijn die haar gewoon waardeerde als vrouw en niet door haar genezen
wilde worden. Zij kon hem niet genezen. Hij mocht haar echt heel
graag. Hij voelde ook met haar mee, een vrouw die door de meeste
mensen niet werd begrepen. Het was moeilijk om anders te zijn dan
de mensen om je heen.
`Heb je enig idee hoe de akkoorden uit deze wereld verbannen
kunnen worden?' vroeg Ann tussen twee happen door.
Zedd scheurde zijn tavabrood in tweeën. 'Alleen wat we hebben
besproken; als Richard in de Burcht blijft, dan zou het heel goed
kunnen dat de akkoorden, omdat ze hem niet kunnen bereiken, zelfs
zonder onze hulp worden teruggetrokken naar de onderwereld. Ik weet
dat het een schrale hoop is, maar ik zal gewoon een manier moeten
vinden om ze terug te drijven in de onderwereld als dat nodig is.
En jij? Enig idee?' `Geen enkel.'
`En ben je nog steeds vastbesloten dat je je Zusters van het
Licht van Jagang wilt gaan redden?'
Ze sloeg een mug weg. Jagangs magie zal net zo goed als alle
andere magie verdwijnen. De droomwandelaar zal mijn Zusters niet
langer in zijn greep hebben. In het gevaar schuilt een kans. Ik
moet de kans grijpen zolang ik die heb.'
`Jagang heeft nog steeds een enorm leger. Voor iemand die vaak
kritiek heeft op mijn plannen, ben je zelf ook niet zo'n erg
vernuftige intrigant.' `De mogelijke beloning is het risico wel
waard.' Ann liet haar hand met tava zakken. 'Ik zou het niet moeten
toegeven... maar aangezien onze wegen zich zullen scheiden, zal ik
het zeggen. Je bent een slimme man, Zeddicus Zu'l Zorander. Ik zal
je ergerlijke gezelschap missen. Je oplichterspraktijken hebben ons
hachje meer dan eens gered. Ik bewonder je vasthoudendheid en zie
nu hoe Richard aan de zijne komt.'
`Heus waar? Nou, je plan staat me nog steeds niet aan. Daar
verandert je vleierij niets aan.'
Ann glimlachte enkel.
Haar plan was te weinig uitgewerkt, maar hij begreep haar
toewijding. Het was van groot belang om de Zusters van het Licht te
redden, en niet alleen omdat ze gevangenen waren die slecht werden
behandeld. Als de akkoorden verbannen konden worden, zou Jagang die
tovenaressen en daarmee hun kracht weer in zijn macht hebben.
`Ann, angst kan een sterke meester zijn. Als sommige Zusters
niet geloven dat ze kunnen ontsnappen, kun je niet toestaan dat ze,
zij het onvrijwillig, een bedreiging blijven vormen voor onze
zaak.'
Ann keek hem vanuit haar ooghoek aan. 'Ik begrijp
het.'
Hij vroeg haar hen ofwel te redden ofwel te vermoorden.
`Zedd,' zei ze op zachte, meelevende toon, 'ik begin er niet
graag over, maar als wat Kahlan heeft gedaan...'
`Ik weet het.'
Door de akkoorden op te roepen, had Kahlan hun hulp ingeroepen
bij het redden van Richards leven. Daar stond een prijs op.
In ruil voor het feit dat Richard in de wereld van het leven
had kunnen blijven totdat hij was hersteld, had ze de akkoorden
onbewust datgene beloofd wat ze nodig hadden om ook in de wereld
van het leven te blijven.
Een ziel. Richards ziel.
Maar hij zou veilig zijn in de Burcht; de plek waar ze waren
opgeroepen was een veilig toevluchtsoord voor degene die beloofd
was.
Zedd bracht zijn halve tavabrood naar Nissels lippen. Ze
glimlachte en beet er een grote hap af. Ze gaf hem een hap van haar
tavabrood nadat ze het eerst even tegen zijn neuspunt had gehouden.
De absurditeit van de oude medicijnvrouw die als een ondeugend
klein meisje een klodder honing aan zijn neus smeerde, maakte hem
aan het lachen.
Ten slotte vroeg Ann: 'Wat is er met die kat van je gebeurd,
die Loer?' Zedd fronste diep en probeerde het zich te herinneren.
'Om je de waarheid te zeggen weet ik het niet meer. Er gebeurde
zoveel in die tijd. De oorlog met D'Hara — onder leiding van
Richards andere grootvader, Pa-nis Rahl — laaide net op. Duizenden
levens werden bedreigd. Ik was nog niet tot Eerste Tovenaar
benoemd. Erilyn was in verwachting van onze dochter.
Ik denk dat we met al die toestanden de kat uit het oog hebben
verloren. Er zijn talloze plekken met muizen in de Burcht;
waarschijnlijk vond hij loeren aantrekkelijker dan het gezelschap
van twee mensen die het druk hadden.'
Zedd slikte bij de pijnlijke herinneringen. 'Nadat ik naar het
Westland was verhuisd en Richard was geboren, had ik altijd een
kat, als herinnering aan Erilyn en mijn thuis.'
Ann glimlachte in vriendelijke, oprechte sympathie.
`Ik hoop dat je er nooit één "Loer" hebt genoemd, zodat
Richard zich de naam plotseling zou kunnen herinneren.'
`Nee,' fluisterde Zedd. 'Dat heb ik nooit gedaan.'