Hoofdstuk 41
De graaf van Sedgewick was net naar huis teruggekeerd van de huwelijksvoltrekking tussen Reggie en diens half verdoofde bruid, waarbij hij als getuige was opgetreden. Nu wilde hij zich terugtrekken in zijn eigen vertrekken en zich weer amuseren met zijn hysterische vrouw die hij zo lang aan de zorg van Fatima had toevertrouwd. Maar nog voor hij bij de deur van zijn kamer was, hoorde hij een hard bonzen op de voordeur. Met een geërgerde uitdrukking op zijn gezicht draaide hij zich om. Verdomme, dacht hij, wie zou dat nu kunnen zijn zo laat? Zijn lieve vrouwtje verwachtte hem, en hij was helemaal niet in de stemming voor bezoek. Wie het ook zijn mocht en wat hij ook wilde, hij moest maar tot morgen wachten, vond hij. Hij riep een van zijn bedienden en zei dat hij zich reeds had teruggetrokken voor de nacht en dat hij niet gestoord wenste te worden.
De bediende, Achmed, kreeg amper de tijd om de deur te ontgrendelen voor hij open werd geschopt en een van de grootste en meest gevaarlijk ogende mannen die hij ooit gezien had, binnenkwam. Bij het zien van de ogen van de man trok Achmed bleek weg en deed hij haastig, onder het mompelen van een gebed, een paar stappen achteruit. Zulke ogen had hij nog nooit gezien! Wie hij ook zijn mocht, hij moest de duivel in eigen persoon zijn, ook al klonk zijn stem dan aanvankelijk zacht en redelijk beleefd.
'Zeg maar tegen je meester, de graaf van Sedgewick, dat hij bezoek heeft van de hertog van Royse en dat deze hem dringend wenst te spreken. Denk je dat je dat kunt onthouden?'
Nee, besloot Achmed, die zachtgevooisde vreemdeling die op een bepaalde manier uiterst dreigend klonk, stond hem in het geheel niet aan. Dit was het soort man dat je maar beter niet bij donker in een stil straatje kon tegenkomen, het soort dat je maar beter altijd op een afstand kon houden. En achter deze man, die zichzelf hertog noemde maar die er niet als zodanig uitzag, kwam een andere, al even dreigend uitziende man naar binnen gestapt! Met ogen groot van angst deed Achmed nog een paar stapjes achteruit. Het geheel stond hem absoluut niet aan, en hij voelde er weinig voor hen tegen te houden.
'En geen smoesjes, begrepen!' siste Trent hem zo fel toe dat Achmed nog banger werd. 'Zo, vooruit, ga nu je meester halen, want anders haal ik hem zelf. Voor jouw bestwil hoop ik dat je hem eerder vindt dan ik.'
'Ja, o, ja! Ja, meneer! Ja heer... ik ga al, meteen, nu meteen! Blijft u alstublieft hier wachten. Ik ga al!' Hij haastte zich de lange gang af en keek steeds achterom over zijn schouder. 'Ziet u wel ? Ziet u wel, ik ga al!' En toen deed diezelfde stem hem verstijven.
'En voordat je de hertog van Sedgewick uit zijn slaap haalt wil ik weten waar juffrouw Morgan is. Mijn verloofde, en de zuster van deze meneer hier. En ik wil het nu meteen van je weten, begrepen? Vooruit, zeg op, want anders weet ik wel een paar manieren om je aan de praat te krijgen, begrepen?'
Als magneten trokken de zilvergrijze ogen Achmed terug. Het leek wel alsof niet hij, maar die ogen de baas waren over zijn voeten. Hij wist niet wat hij moest zeggen of hoeveel hij zou mogen zeggen, en daarom stamelde hij maar iets onbenulligs. Niemand had hem er ook voor gewaarschuwd dat zo iets als dit zou kunnen gebeuren! Of dat zulke mannen als deze hier de vrouw die hier geweest was zouden komen halen!
'O, het spijt me, heren, dat weet ik niet! Ik ben maar een arme bediende hier in huis, en ik weet alleen maar wat men mij vertelt. Ja, er heeft hier, geloof ik, wel een jongedame gelogeerd, maar ik heb haar maar een- of tweemaal gezien, en dan alleen nog maar van een afstand. Maar vanavond heb ik van een van de andere bedienden gehoord dat er een andere Engelsman is gekomen, en dat hij en de jongedame vanavond zouden trouwen. Ik zweer u dat dit alles is wat ik weet, behalve dan dat ik denk dat ik ze samen heb zien vertrekken in het rijtuig van mijn meester, en dat mijn meester met hen mee is gegaan. Daarna is hij alleen teruggekomen en is hij meteen naar zijn kamer gegaan, om te rusten, zei hij. En hij heeft mij opgedragen om niemand binnen te laten.'
'Maar je hebt ons ook niet binnengelaten, hè?' zei Trent op een toon die Achmed regelrechte rillingen van angst bezorgde. 'Wij, mijn vriend en ik, zijn zelf binnengekomen! En nu, en nu,' herhaalde hij, 'zou ik maar snel op zoek gaan naar je meester en hem zeggen dat hij hierheen moet komen. Meteen! Zeg hem dat maar.'
Franco, die inmiddels kookte van woede, verbaasde zich erover dat Trent zo kalm kon blijven. 'Ik geloof geen woord van wat die man zegt!' siste hij woedend. 'Laura zou toch niet... Christus! Ik geloof dat ik haar wel een beetje beter ken dan dat, ook al heeft ze zich nog zoveel op de hals gehaald. En ik heb het gevoel... nee, ik weet dat ze iets verzwijgen ... Er is iets goed mis met Laura! Bij god, ik voel me net...!'
Trent draaide zich om en keek hem aan met die ijzige ogen van hem, met die harde uitdrukking die Franco maar al te goed kende. 'Het wordt hoog tijd, Franco, vriend, dat je eens leert dat je, als je erin slaagt je woede op dit soort momenten de baas te blijven, een stapje voor hebt. Beheers je totdat het moment daar is waarop je kunt exploderen! Of we het nu leuk vinden of niet, we doen er verstandig aan te wachten tot Sedgewick komt en we zijn verhaal gehoord hebben. Daarna ...' Zijn ogen leken op glassplinters.
'Verdomme, Trent! Laura is mijn zusje, en ik heb er recht op te weten wat er met haar aan de hand is!'
'En verdomme,' snauwde Trent met een stem die Franco amper herkende, 'als je niet kalm blijft komen we er misschien wel nooit achter! Begrijp je het dan niet? Laura mag dan jouw zuster zijn, maar ze is mijn vrouw! De vrouw van wie ik hou! Probeer dat nu ook eens te begrijpen!' En toen hoorde hij ergens in huis een deur openen dichtgaan, en voetstappen die door de lange gang hun kant op kwamen.
Archie was boos geweest toen Achmed, zonder te kloppen, zijn kamer
was binnengekomen. Hij had even nodig om te begrijpen wat zijn
bediende hem probeerde duidelijk te maken, maar toen had hij
hartgrondig gevloekt.
'Laat de beide heren maar in mijn werkkamer, en zeg dat ik eraan kom. En wat ze je ook vragen, geef nergens antwoord op, heb je dat begrepen?'
'O, ja, ja, heer, ja! Ik weet van niets, ik weet absoluut van niets,' stamelde de man.
Toen Achmed de kamer uit was wendde Archie zich tot Fatima en hij zei kortaf: 'Hou een oogje op haar en zorg ervoor dat ze klaar voor me is als ik terugkom. En als haar snikken te luid worden, mag je haar een paar maal met de zweep geven.' Hij keek naar Helena en glimlachte terwijl hij zich begon aan te kleden. Hij vond het fijn om haar zo, volledig aan zijn genade overgeleverd, te zien. 'Dus Royse is gekomen om Laura te halen, hm? Hij zal wel niet blij zijn als hij hoort wat ik hem te vertellen heb. Maar als ik hem het trouwbewijs laat zien, zal hij het wel moeten geloven! En dat is nog niet alles! Stel je voor, m'n liefje minnaar is er ook! Wat denk je dat hij zal zeggen als hij je zo zou kunnen zien? Denk je dat hij je nog zou willen, nu ik je als mijn eigendom gebrandmerkt heb ? Zal ik hem laten zien hoe goedje Fatima van dienst kunt zijn, of zal ik hem de kuisheidsgordel tonen die je draagt opdat je uitsluitend mij maar zult toebehoren?'
Helena kon niet anders dan zachtjes snikken; ze hijgde van de inspanning en haar keel was helemaal rauw van het schreeuwen. Ze kon hem alleen nog maar als verdoofd aanzien; antwoord geven durfde ze niet, uit angst dat ze het verkeerde zou zeggen. Ze zat op haar handen en knieën, en Fatima stond achter haar met de gehate zweep in haar hand; hoewel ze haar nu zachtjes met het uiteinde ervan tussen haar billen en dijen streelde, kon ze er o zo gemeen mee uithalen. Helena wist dat ze zich niet zou durven verroeren totdat er tegen haar gezegd werd dat ze dat mocht. En, o, god! Ze moest er niet aan denken dat Franco haar zo zou zien!
Archie knoopte zijn jasje dicht en schonk haar nog een sadistisch glimlachje. 'Wees maar niet bang. Ik zal je precies vertellen wat ze gezegd hebben, en wat ik tegen hen heb gezegd.'
Achmed had hen de van lambrizeringen voorziene studeerkamer
binnengelaten, en hun brandy, port en sigaren aangeboden, maar ze
hadden alles geweigerd. Met een opgelucht gezicht ging Achmed de
kamer uit; ze hadden hem gespaard! En eindelijk kwam Archie Ayre,
graaf van Sedgewick, onder het prevelen van het ene na het andere
excuus, de kamer binnen.
'Royse! En ... meneer Morgan! Hemel! Als ik had geweten dat u zou komen, zou ik mij zeker niet zo vroeg hebben teruggetrokken!' Met een zijdelingse blik naar Franco voegde hij er op verontschuldigende toon aan toe: 'Mijn vrouw heeft een nogal zwak gestel, moet u weten. Ze kan niet zo erg goed tegen het klimaat hier, en dus probeer ik zoveel mogelijk bij haar te blijven. Ik voel me ook schuldig omdat ik haar zo lange tijd verwaarloosd heb, en daar heeft ze me intussen al ik weet niet hoe vaak op gewezen! En wie kan per slot van rekening weerstand bieden aan het verleidelijke plaatje van zijn eigen, hongerige vrouwtje dat in zijn bed op hem ligt te wachten?'
Op dat moment vreesde Franco zijn woede niet langer de baas te kunnen. Hij stond op en zei stijfjes: 'Als u er geen bezwaar tegen hebt, meneer, zou ik graag even naar buiten, naar de tuin gaan om daar een sigaar te roken. Royse heeft namelijk iets onder vier ogen met u te bespreken.'
En daarmee bleven ze met z'n tweeën. Toen Archie was binnengekomen was Royse gaan staan, en hij was daarna, ook toen hij daartoe was uitgenodigd, niet meer gaan zitten. De graaf vond het een nogal intimiderende ervaring op te moeten kijken naar Royse, die, met zijn lange benen gespreid en zijn handen op zijn rug zijn gastheer opnam, enkele meters van hem vandaan staand.
'Wilt u een sigaar? Het spijt me dat meneer Morgan ons verlaten heeft. Ik heb begrepen dat hij en zijn zuster goed bevriend zijn geweest met mijn vrouw. Wilt u misschien een brandy ? Port?' Archie draaide zich om teneinde voor zichzelf een glas brandy in te schenken, en hij merkte dat zijn handen lichtelijk beefden. Het was ook om goed zenuwachtig van te worden, om tegen iemand te moeten praten die maar geen antwoord gaf. Waarom zei hij niet iets, verdomme?
Hij bevochtigde zijn lippen en zei: 'Tja, het is natuurlijk ook wel een nogal pijnlijke situatie, nietwaar? En ik weet werkelijk niet wat ik nog tegen u zou moeten zeggen, beste kerel! U moet toch echt proberen om mijn positie te begrijpen.'
'Uw positie? Ach, ja, natuurlijk,' zei Royse op een bepaald toontje dat Archie in het geheel niet aanstond. 'Ach, legt u mij dan toch die "positie" van u eens uit, Sedgewick, beste kerel. En schiet een beetje op, want ik hou niet van draaien om de hete brij, als u snapt wat ik bedoel.'
Archie probeerde het allemaal uit te leggen, maar hij kwam niet verder dan een wat onsamenhangend gestamel. Tja ... nou, ik had aangenomen, tenminste ... nou ja, ik dacht dus ... maar kennelijk ben je hier vanwege dat telegram dat ik je van juffrouw Morgan moest sturen ? Je moet begrijpen hoe uiterst pijnlijk dit alles voor mij is; ik bedoel, dat ik nu moet proberen uit te leggen dat... eh ... eh ... had ik het van tevoren geweten ... maar wat moest ik dan zeggen toen ze me vroeg om dat telegram te versturen ? Ze had me er toen alleen maar bij verteld dat jullie ruzie hadden gehad en dat ze het goed wilde maken.'
Archie herstelde zich weer enigszins, en hij schonk nog wat brandy voor zichzelf in zonder dat hij zich realiseerde wat hij deed. Hij keek naar Royses kille, steenharde gezicht dat niets van zijn gevoelens verried, en voegde er toen haastig aan toe: 'Je moet me geloven, Royse, ik wist werkelijk niet dat het een grap was! Totdat Forrester hier verscheen en ze hem met open armen ontving! En toen bekende ze ten slotte dat ze het allemaal van tevoren zo gepland hadden, en dat ze je alleen maar hier naar toe had willen lokken opdat je jaloers zou zijn op hun geluk! Om precies te zijn, ze stonden erop om meteen vanavond nog te trouwen, en daar lieten ze zich niet vanaf brengen. Ik heb ze dus meegenomen naar de ambtenaar van de burgerlijke stand en hem wat toegestopt om het allemaal wat te bespoedigen .. .je weet wel, om de officiële wachtprocedures over te kunnen slaan. Ik moet bekennen dat ik er zelfs in heb toegestemd om een van de getuigen te zijn, maar ja, wat had ik verder voor keus ? Ze waren toch niet van hun plan af te brengen, en dus leek het mij maar beter om er meteen voor te zorgen dat alles legaal gebeurde. Ik dacht dat ik er goed aan deed, begrijp je?'
Al die tijd dat Archie aan het woord was geweest, had Royse geen woord gezegd. Hij was hem alleen strak blijven aankijken met die ijzige, grijze ogen van hem. Maar nu Archie niets meer te zeggen had, deed Royse zijn mond eindelijk open. Hij sprak op effen toon, maar er klonk zo iets angstaanjagends door in zijn stem dat Archie opeens bang werd.
'Nee, Sedgewick, ik vrees dat ik het niet begrijp. Zou je het misschien allemaal nog wat gedetailleerder kunnen uitleggen opdat ik het allemaal misschien wel zou kunnen begrijpen ? Zo zou ik bijvoorbeeld graag van je willen weten waarom je, zo kort nadat je Laura's telegram aan mij verstuurd had waarin ze me smeekte om zo snel mogelijk te komen, zo nodig getuige moest zijn bij het huwelijk tussen Laura en je vriend Forrester, en waarom je er bovendien nog voor gezorgd hebt dat het allemaal wat sneller kon dan gewoonlijk. Ik raadje aan, Sedgewick, om mij niet te behandelen als de dwazen met wie je doorgaans omgang hebt!' Een bepaalde, gewelddadige ondertoon deed Archie onwillekeurig achteruit deinzen.
Hij probeerde het met bluf. 'Nu moet je eens even goed naar mij luisteren, Royse! Ik heb echt het gevoel dat ik meer dan geduld met je heb gehad, en ik heb je alle feiten al genoemd. Als je me niet gelooft, dan kan ik je zelfs de trouwakte laten zien ... om precies te zijn, ik heb er een kopie van in mijn bureau liggen. Ze hebben me gevraagd het document voor hen te bewaren tot ze terug zijn van hun huwelijksreis.' Archie stak zijn hand uit naar de lade van zijn bureau waarin hij een revolver bewaarde. Van het ene moment op het andere verstijfde hij.
'Als ik jou was, Sedgewick, dan zou ik die revolver maar vergeten. Dat dingetje van jou kan toch niet op tegen mijn Colt .45.'
Toen had Archie enkele minuten nodig om van de schok te bekomen. Royse had de voor heren gebruikelijke geklede jas aan, maar opeens, nog sneller dan een bliksemschicht, haalde hij er een wapen onder vandaan, een dodelijk ogende revolver waarover de graaf alleen nog maar had horen vertellen in verhalen over het Wilde Westen.
'Nog niet zo heel lang geleden,' verklaarde Trent op een quasi vriendelijk toontje, 'kwam ik als huurmoordenaar aan de kost.' En opeens was hij niet meer de hertog van Royse, maar zichzelf.
Archie stond als aan de grond genageld en keek met strakke blik naar de griezelig uitziende revolver die achteloos maar haarzuiver op hem gericht was, terwijl Trent vervaarlijk vervolgde: 'Je zou het misschien wel gewoonte kunnen noemen. Twee revolvers en extra patronen in mijn holsters. En een mes voor noodgevallen. Denk je dat je me zover kunt volgen, beste kerel ? En nu ga je precies doen wat ik zeg, en geen onverwachte bewegingen, hm? Comprende?’
Zelfs al had hij geen Spaans gesproken, dan zou hem de betekenis van dat woord toch nog duidelijk zijn geweest, zo blaffend en hard kwam het over Royses lippen dat de graaf ervan ineenkromp.
Toen Royse met de loop van de revolver gebaarde kwam Archie heel langzaam overeind; en vervolgens liep hij uiterst behoedzaam, stapje voor stapje, bij het bureau vandaan. Hij kon zijn hart in zijn borst voelen bonzen, en hij wist dat hij van zijn leven nog niet zo bang was geweest!
'Verdomme, Royse,' stamelde hij, 'je moet wel gek zijn, stapelgek, als je denkt dat je zo iets als dit ongestraft kunt doen! Ik weet niet waarom je denkt dat je me met dat lelijke wapen moet dreigen terwijl ik je al verteld heb ...'
'Ik heb gehoord wat je me verteld hebt. En nu wil ik de waarheid van je horen. De volledige waarheid, Sedgewick. Als je soms bewezen wilt hebben dat ik daadwerkelijk met dit wapen kan omgaan ...' Voor Archie wist wat er gebeurde, hoorde hij een explosie en voelde hij een kogel zo rakelings langs zijn oor suizen dat het meteen begon te bloeden, terwijl het projectiel zich een fractie van een seconde later achter hem in de muur boorde.
Franco, die buiten bij de voordeur stond, hoorde het schot en kwam meteen naar binnen. Wat gebeurde er in vredesnaam? vroeg hij zich af. Was Trent uiteindelijk doorgedraaid? Hij was met grote stappen op weg naar de deur van de studeerkamer toen hij hoorde schreeuwen. Het was een hoge, schelle, doodsbange schreeuw die gevolgd werd door een tweede die echter opeens gesmoord werd. Ena! zei zijn intuïtie hem. Nu rende hij zo hard hij kon in de richting van waaruit hij het schreeuwen had gehoord, in de richting van de vertrekken van de graaf en gravin van Sedgewick.
Fatima had juist een prop in Helena's mond geduwd en was net weer verder gegaan met het toedienen van zweepslagen, toen de deur openvloog. Ze keek op, maar voordat ze iets kon zeggen of doen kwam een man, een wilde, met in zijn ene hand een revolver en in zijn andere een mes, de kamer binnengestormd. Met twee grote passen was hij bij hen. Hij liet de handgreep van de revolver met zoveel kracht in haar gezicht neerkomen dat hij haar kaak en neus brak, en Fatima, die ogenblikkelijk haar bewustzijn verloor, sloeg languit, naast Helena, tegen de grond.
Op Helena, die met betraande ogen opkeek, maakte het allemaal de indruk van een droom. Franco! Snel haalde hij de prop uit haar mond en sneed hij de touwen weg waarmee ze gebonden was. 'Franco?' fluisterde ze ongelovig. 'O god, Franco! Ik wil niet dat je mij zo ziet, ik wil niet.. .ik kan niet.. .o, kijk niet naar me, niet kijken, niet kijken!'
'Heeft hij je dit aangedaan? Je man?' Hij had haar overeind getrokken en in zijn armen gesloten, en negeerde haar hysterisch uitgesproken woorden. Ze huiverde bij de harde klank van zijn stem toen hij herhaalde: 'Zeg op, verdomme! Heeft hij bevolen dat jou dit wordt aangedaan?'
Ze begon vreselijk te huilen, en haar lichaam schokte tegen het zijne. Uiteindelijk lukte het haar om te zeggen: 'Ja, ja! Hij ... o, Franco! Hij heeft het ontdekt van ons beiden, en hij zei dat ik daarvoor gestraft moest worden, en toen ... en toen heeft hij me gedwongen ... heeft hij me gedwongen ... O! Nu wil je me natuurlijk niet meer, niet na dit alles, niet na alles wat hij met me gedaan heeft en waartoe hij me gedwongen heeft! Dat bestaat niet, dat weet ik wel, maar o, alsjeblieft, haal me alsjeblieft hier weg, weg bij hem! Alsjeblieft, Franco, alsjeblieft! En kijk me niet aan, alsjeblieft, kijk me niet aan!'
Toen pas, nadat het rode waas van zijn woede min of meer voor zijn ogen was weggetrokken, terwijl ze hem maar steeds snikkend bleef smeken om haar niet aan te kijken, toen pas begreep hij wat Helena was aangedaan. Haar lichaam zat onder de rode striemen die fel afstaken tegen haar crèmekleurige huid, en toen, nog veel erger, zag hij de verdomde gouden kuisheidsgordel met zijn vele kleine kettinkjes en het geweven netje van gouddraad dat op wrede wijze tussen haar dijen sneed. En het was op dat moment dat hij precies wist hoe hij haar man zou vermoorden.
Het duurde even voor het tot hem doordrong dat Helena hem nog iets anders probeerde duidelijk te maken met een stem die nog verstikt klonk van het schreeuwen.'... en Laura! O god! Laura! O, die arme Laura! Eerst hebben ze haar een verdovend middel gegeven en daarna, toen ze bewusteloos was en zich niet meer kon bewegen, hebben ze met haar hetzelfde gedaan als met mij... alle twee, Archie en Reggie! Ze hebben een angstig, bang wezen van haar gemaakt opdat ze overal, overal ja op zei, alleen om niet nog meer te hoeven lijden! O, Franco! Ze hebben haar gedwongen met Reggie te trouwen omdat hij haar geld wilde!' Ze keek naar hem op met een gezicht dat opgezet was van de tranen en lijkwit door alles wat ze had moeten meemaken. Ze riep uit: 'Franco, voor mij maakt het niet meer uit, maar Laura! Je moet iets doen om haar te helpen! Voordat hij haar meeneemt naar Tanger, voor het ook voor haar te laat is!'
Het kostte Franco bijna bovenmenselijk veel moeite om zijn stem troostend en teder te laten klinken. 'Ena, liefste! Je bent nog steeds mijn liefste! Ik zal ervoor zorgen dat je dit alles vergeet, alles, dat moet je geloven! Ik haal je hier weg, bij hem vandaan ...' Zijn stem kreeg een ijzige klank '... bij hem, de verdoemde, die je man was.' Toen tilde hij haar op in zijn armen, en hij stoorde zich niet aan haar zwakke protesten dat hij haar zo toch niet zou kunnen willen en dat hij het nooit, nooit zou kunnen vergeten. Hij droeg haar de gang door naar de studeerkamer waar Trent en Archie waren. Met een woede die zo intens was dat het voelde als een brandende plek in zijn brein, wist hij nog maar één ding: hij wilde Archie in zijn klauwen krijgen voor Trent met hem zou afrekenen.
Van de bedienden was opeens geen spoor meer te bekennen. Franco, met Helena nog in zijn armen, schopte de deur van de werkkamer open. Hij zag dat Trent Archie met zijn rug tegen de muur had staan en dat de man zijn handen boven zijn hoofd hield. Hij brabbelde dreigementen en vloeken. Onwillekeurig zag hij hoe Ena huiverde en wegkeek toen ze hém zag, het monster dat haar man was, de graaf van Sedgewick.
Er stond een kleine bank in de kamer, en Franco legde Ena erop neer waarna hij met stijve benen, en van top tot teen trillend van ijzige woede op Archie toestapte die, onder het slaken van een hoge, huilende kreet van angst, zowaar op zijn knieën viel.
Onverwacht stak Trent een arm uit. Zonder zijn ogen van Archie af te halen hield hij Franco tegen. Franco was nu zover dat hij zich niet meer tegen wilde laten houden, hij zou zelfs met Trent vechten om zijn daad te kunnen volbrengen.
'Ga opzij, Trent. Godverdomme! Hij is voor mij! Heb je me gehoord? En als je denkt dat je me tegen kunt houden ...'
'Donders, Franco! Je hebt een zuster, weet je nog ? En de graaf van Sedgewick die getuige was bij haar huwelijk, gaat mij nu eerst even vertellen waar Forrester haar mee naar toe heeft genomen. En daarna, Franco, mag jij hem hebben! Als hij niet mee wil werken kun je beginnen met hem met je mes in stukjes te snijden, stukje bij beetje. Maar ik wil eerst een antwoord van hem hebben, heb je dat begrepen, Franco? Hou hem even onder schot terwijl ik zijn duimen op zijn rug samenbind. Herinner je je nog die manieren die de Apachen hadden om iemand aan de praat te krijgen?'
Er ging een ijzingwekkende dreiging van Franco's gezicht uit toen hij opeens glimlachte, door niet meer te doen dan met zijn lippen te trekken. Archie kromp van doodsangst in elkaar.
'En of ik me dat nog herinner! De Apachen wisten als geen ander hoe ze iemand heel langzaam moesten martelen. Zodat het heel lang zou duren en hij langdurig te lijden zou hebben voor ze hem lieten doodgaan. Eens even kijken ...'
'Nee!' schreeuwde Archie. Hij zag lijkbleek en viel bijna flauw van angst. Hij kon het zelf amper geloven, maar hij werd bedreigd door twee wilde Amerikanen die heel nonchalant besloten om hem dood te martelen!
De man die hij kende als de hertog van Royse ging achter hem staan en gebruikte het bolletje twijndraad dat Archie altijd op zijn bureau had liggen, om er zijn duimen, achter zijn rug, zo strak mee af te binden dat hij voelde hoe de bloedcirculatie werd afgesneden. Terwijl hij zinloos om hulp smeekte, hield Franco zijn revolver recht op zijn kruis gericht en beschreef hij op een verhalend toontje enkele van de meest gebruikte martelmethoden van de Apachen.
'Zullen we beginnen met het afsnijden van zijn oogleden?'
'Nee! O, alsjeblieft, alsjeblieft, ik smeek je, niet doen! Laat me nu maar gaan, en ik zal jullie alles vertellen!'
'Ena heeft me verteld wat ze met Laura hebben gedaan.' Franco draaide zijn hoofd wat opzij en zei op een kille, elfen toon: 'Ze hebben haar gemarteld, precies zoals ze met Ena hebben gedaan. En je hoeft je maar even om te draaien om te zien wat ze haar hebben aangedaan!'
Helena, die onder Franco's jasje - dat heerlijk naar hem rook en daardoor een troostende uitwerking op haar had - op de bank had gelegen, keek opeens op en riep: 'De grotten! De grot van St.-Michael, ze zijn daar, naar de martelkamer van de inquisitie! Ik heb het hem horen zeggen! Ga nu meteen naar haar toe! Nu! God weet wat hij haar allemaal aandoet! Ga gauw, o, schieten jullie op!'
Ze verlieten de villa allemaal samen. Archies armen waren niet alleen bij zijn duimen, maar ook bij zijn ellebogen gebonden. Franco droeg Ena, en opdat ze het niet koud zou hebben had hij haar behaaglijk in zijn jas gewikkeld. Tijd voor meer was er niet; ze moest zo snel mogelijk naar een dokter.
Trent had een rijtuig gehuurd dat buiten op hen stond te wachten; de koetsier was er een van het soort dat geen vragen zou stellen zolang hij maar behoorlijk werd betaald.
Archie moest op zijn buik op de vloer van het rijtuig liggen, en om hem in die positie te houden zette Franco een van zijn laarzen in zijn nek. 'Hier komen jullie nooit ongestraft vanaf!' riep Archie uit. 'Ik ben hier luitenant-gouverneur, en als mij iets overkomt zullen er vragen worden gesteld! En voor de rest, daar is niets van te bewijzen. Zelfs jij niet, Royse, hertog of niet, kan mij ongestraft vermoorden.'
'Mijn vriend en ik zien dat heel anders,' beet Trent hem toe. 'Je wordt niet vermoord, Sedgewick. Echt niet. Nee, wij vinden executie een beter woord. En wat betreft de vragen en of er inderdaad iemand zal zijn die je mist, ach, dat zien we dan wel, niet?' En toen stopte Trent een prop in Archies mond om hem het zwijgen op te leggen.
De graaf van Sedgewick snikte en kreunde, en kronkelde van de pijn, terwijl Franco, die hem met zijn laars op de plaats hield, ertoe overging hem te prikken en oppervlakkige sneeën toe te brengen op zijn rug en zijn draaiende billen en dijen - dwars door zijn kleren heen. Had hij maar een kans gekregen hen tot rede te brengen. Had hij maar ... En toen moest hij op zijn rug gaan liggen en stikte hij bijna in zijn eigen speeksel en tranen terwijl het mes verder bleef spelen met zijn hulpeloze lichaam.