Hoofdstuk 27

Michel Rémy, graaf van Arlingen, was dolblij toen hij hoorde dat de hertog van Royse de stad uit was en dat hij zeker enkele dagen zou weg blijven. En ook al zou Laura nog steeds omringd worden door haar vaste groep aanbidders, toch zou hij zich, nu Royse niet in de buurt was, een stuk zelfverzekerder voelen. Op de een of andere onverklaarbare wijze had de man een bepaalde verstorende uitwerking op Laura, ook al was hij dan zogenaamd een oude vriend van de familie en haar ex-verloofde en zo!

Bah! dacht Michel. Die anderen, die deren mij niet. Die lord Grey is veel te ernstig en te sober voor Ginettes dochter, en die meneer Forrester, ach, die speelde al helemaal geen rol! Hij was niet meer dan een simpele fortuinjager, maar dat wist Laura natuurlijk ook. Ze hield hem alleen maar aan het lijntje om andere mannen jaloers te maken, dat wist Michel wel zeker! O, ze is toch zo'n cocotte, en daarmee lijkt ze sprekend op haar moeder!

De graaf had besloten om deze prachtkans zo goed mogelijk te benutten. Hij had Laura uitgenodigd voor een particuliere tentoonstelling in de Franse ambassade. Het betrof de tentoonstelling van enkele interessante oude gebruiksvoorwerpen die onlangs in de een of andere grot in Zuid-Frankrijk ontdekt waren. Hij wist precies dat ze daarin geïnteresseerd zou zijn. En daarna, dat had hij ook al geregeld, zouden ze samen een klein hapje eten. En wat er daarna gebeurde, dat zou vanzelf wel blijken. Alles was mogelijk, en hij wilde niet langer wachten voor het geval een van de anderen hem toch nog voor zou zijn. Hij zou tegen haar praten, haar strelen en hij zou haar tussen neus en lippen voorspiegelen dat ze, wanneer zij daartoe bereid zou zijn, zouden kunnen trouwen. Hij was in ieder geval van plan om met haar naar bed te gaan, en hij had sterk het gevoel dat ze, als hij het maar behoedzaam en niet al te gehaast zou aanpakken, uiteindelijk wel zou zwichten.



'En?' vroeg Helena nieuwsgierig.

'En, wat? Wat wil je weten?' vroeg Laura en ze moest lachen om de uitdrukking op Ena's gezicht.

'O, Laura, je weet heel goed wat ik bedoel!' riep Ena uit. 'Je graaf. Michel. Wat is er gebeurd?'

'O,' zei Laura met een overdreven zucht van verveling, 'dat kun je toch zelf ook wel bedenken! Ik moest mee om naar een privétentoonstelling in de ambassade te kijken, en daarna nam hij me mee naar zijn huis om daar een hapje te eten. Kijk niet zo geschokt, Ena! Het was echt heel keurig, hoor. Hoewel, onder het eten maakte hij natuurlijk de gebruikelijke avances. En hij probeerde me steeds maar meer wijn te laten drinken. Toch is het mij gelukt om nuchter te blijven.'

'Nuchter?'

'Ja. Ik ben erin geslaagd om nee te zeggen zonder daadwerkelijk nee te zeggen, als je begrijpt wat ik bedoel! Ik vrees dat ik het spelen van dat soort spelletjes eigenlijk reuzeleuk vind,' bekende Laura. Toen kneep ze haar ogen half dicht. 'Tenzij ik het moet opnemen tegen die boer van een Trent Challenger, Royse! Je hebt er geen idee van hoe opgelucht ik me voel nu hij de stad uit is! Voor mij mag hij weg blijven ook; als hij er is kan ik niet half zoveel genieten.'

Ze zou zich een stuk meer op haar gemak moeten voelen nu hij weg was. Ze kon rustig ergens naartoe gaan zonder voortdurend om zich heen te kijken of ze dat verwaande donkere hoofd niet ergens zag, en daarbij hoefde ze nu ook die blik van hem niet meer te trotseren. Er bestond dan ook geen enkele verklaring voor het feit dat ze zich gisteren, nadat ze met Reggie in het park was gaan rijden, zo akelig had gevoeld over iets wat hij gezegd had.

'Zoals je weet is Royse de stad uit, en mijn impulsieve zusje is met hem meegegaan! Het zal nu nog maar kort duren, denk ik, voor we de advertentie van hun verloving in de krant zullen zien staan!' had Reggie gezegd terwijl hij zijn vingers tastend over zijn goudblonde snor had laten gaan. Er was een rimpel op zijn voorhoofd verschenen. 'En ik weet nog steeds niet of mij dat wel zo bevalt. Ik weet wel dat mijn zuster meerderjarig is en dat ze, heel triest, zo jong al weduwe is en zo, maar in sommige opzichten is ze nog zo vreselijk naïef en onschuldig. En dat Royse dat niet is, dat mag wel duidelijk zijn. Ik hoop maar dat hij het oprecht met haar meent en dat hij geen spelletje aan het spelen is.'

Op dat moment had Laura zich moeten beheersen om het niet uit te schateren terwijl ze zich afvroeg of Reggie werkelijk zo naïef was! Even dacht ze erover om hem te vertellen wat zij allemaal van Trent Challenger, oftewel de hertog van Royse, af wist, maar uiteindelijk besloot ze toch haar mond maar te houden. Het was haar onmogelijk om gevoelens van sympathie te hebben voor lady Westbridge, en eigenlijk vond ze het wel een leuk idee dat die inhalige Sabina haar lesje zou leren.

Godzijdank, dacht Laura, behoorde zij niet tot die arme stakkers die, op grond van hetgeen hij hun ongetwijfeld beloofde en tegen hen zei, zich door hem lieten verleiden. Opnieuw hield ze zichzelf voor dat het toch zo'n heerlijk vrij gevoel was om uit te kunnen gaan zonder zenuwachtig te zijn bij de gedachte dat ze hem wel weer eens zou kunnen tegenkomen. Ze zou optimaal van deze dagen moeten profiteren. Maar hoe kwam ze dan aan dat vreemde gevoel van gemis? Maar verduveld nog aan toe, hij was nu op stap met die onnozele Sabina, en ze verdienden elkaar! Laura had met Reggie te doen wanneer hij werkelijk meende dat zijn zus de kans had om hertogin van Royse te worden. Arme Reggie! Arme Sabina!

Reggie Forrester had ook met zichzelf te doen. Zijn trots, zo realiseerde hij zich, had een danige knauw te verduren gekregen door al die verduvelde kerels die Laura maar steeds het hof bleven maken. Hemel, vandaag had ze maar een half rondje met hem door het park gereden voor ze hem te verstaan had gegeven dat ze een andere afspraak had waarna ze hem, zonder meer, had laten staan en ervandoor was gegaan. Verdomme, dacht hij, wat moest hij doen? Zich terugtrekken uit de race? Gunde die verwaande kleine teef hem nu maar eens de kans om te tonen wat voor een geweldige minnaar hij was! Had ze zijn liefdeskunsten eenmaal ervaren, dan zou hij haar onder de duim hebben, dat wist hij zeker; dat was hem immers met zoveel andere vrouwen in het verleden ook al gelukt!

In een neerslachtige bui ging Reggie naar Francine om zich, zoals gewoonlijk, te laten troosten.

'Zo,' vroeg ze, 'hoe staat het met jou en je kleine Amerikaanse erfgename? Wordt het nog wat tussen jullie?'

Reggie trok een gezicht. 'Verdomme! Dat zit er op dit moment niet in. Ze heeft veel te veel mannen achter zich aan, en zo te zien geniet ze van alle aandacht. Wat moet ik beginnen? In tegenstelling tot haar andere aanbidders heb ik geen rooie cent!'

'M'n arme Reggie,' mompelde Francine terwijl ze hem een paar kleine kusjes in zijn hals gaf. 'Maar als je werkelijk iets wilt zijn er natuurlijk altijd manieren om dat voor elkaar te krijgen,' voegde ze er peinzend aan toe.

'Wat voor manieren dan ? Je kent haar niet, Francine. Ze is Amerikaanse, en alsof dat nog niet genoeg is heeft ze zoveel geld dat ze zich volkomen onafhankelijk en zelfverzekerd kan opstellen. Ze heeft een ijzersterk karakter, verdomme!'

Hij schuurde mokkend langs haar heen terwijl ze samen op de bank in haar zijden salon lagen. 'Francine, ik weet dat ze me alleen maar gebruikt, en dat ben ik niet gewend! Kon ik haar maar in bed krijgen, dan zou het meteen heel anders zijn. Maar nee, ik word alleen maar door haar gebruikt als ze toevallig eens een begeleider nodig heeft!'

Francines hand bewoog achteloos over zijn kruis. Ze lachte kort. 'O, o, je bent er zo aan gewend om de touwtjes in handen te hebben, nietwaar, liefste?'

'Ja, verdomme, ja, dat ben ik! En ik hou er niet van dat vrouwen spelletjes met mij spelen. Kon ik maar iets doen, was er maar een manier om haar eens alleen te pakken te krijgen, zonder altijd maar die anderen erbij...'

Francine bleef hem strelen, maar haar bewegingen waren volkomen automatisch. Intussen draaiden haar gedachten op volle toeren. 'Vertel me eens wat meer over haar, Reggie, m'n jongen. Alles wat je weet. Wat doet ze graag ? Waar gaat ze meestal naar toe ? Is ze ooit alleen?'

Reggie schoot overeind en bestudeerde het glimlachje dat om haar mondhoeken speelde. 'Waar wil je naar toe, Francine?'

'Liefste, gaat ze ooit wel eens ergens alleen naar toe?'

Reggie kende Francine intussen goed genoeg om te weten dat ze nooit zo maar iets vroeg, hoe onbelangrijk zo'n vraag van haar ook kon lijken. Peinzend zei hij: 'Ze gaat inderdaad wel eens ergens alleen naar toe. Ze gaat bijvoorbeeld vaak rijden 's ochtends. En ... wat dan nog?' Reggie keek de inmiddels breed grijnzende Francine vragend aan.

'Denk je toch eens in hoe roekeloos dat van haar is, Reggie, en wat de gevolgen van dat gedrag zouden kunnen zijn, hmmm? Denk je toch eens in wat er niet allemaal geregeld zou kunnen worden!'

'Zoals?' Nu was Reggie geïntrigeerd. 'Vooruit, vertel me waar je aan denkt.'

'Nou ... toen ik zei dat er bepaalde dingen geregeld zouden kunnen worden, dacht ik bijvoorbeeld aan dit. Iedereen weet dat het park, met name in de vroege ochtenduren, een gevaarlijke plek kan zijn waar zich regelmatig schurken ophouden. En voor een jonge vrouw alleen kan het extra gevaarlijk zijn! En wat denk je dat er zou kunnen gebeuren wanneer dat juffertje van jou tijdens haar vaste ochtendrit, opeens van haar paard wordt gesleurd en ontvoerd wordt?'

'Ontvoerd?' herhaalde Reggie ongelovig.

En nu was het Francines beurt om te gaan zitten en om hem aan te kijken. Ongeduldig zei ze: 'Begrijp je dan niet wat ik bedoel? Laten we zeggen dat ze ontvoerd wordt, en dat ze dan wordt meegenomen naar een stil plekje waar ze ... laten we zeggen waar iemand haar een lesje kan leren. Ze zou getemd kunnen worden net zoals dat bij een wilde merrie gebeurt. Uiteindelijk zet ze het dan op een huilen en zal ze haar meester onderdanig om genade smeken!'

'Meen je dat?'

'Tja, als jij denkt dat zo iets onmogelijk is ...' Francine haalde haar schouders op en draaide zich opzij om de fles champagne te pakken die naast haar stond. Ze schonk twee glazen in.

Maar precies zoals ze verwacht had trok Reggie haar terug zodat hij haar kon aankijken. 'Francine!' Hij kuste haar lang en hartstochtelijk. 'Mijn god, Francine, wat ben je slim!'

'Wil je haar geld?'

'Ja.'

'En wil je haar temmen?'

'Ja! Ja! Natuurlijk wil ik haar temmen, de kleine teef, er is niets ter wereld wat ik liever zou willen!'

'Dan zijn we het dus eens?' vroeg Francine. 'Ik geef je de verzekering dat ze binnen een maand van jou is.'

'Maar wanneer kom ik dan in het spel, en waar?' wilde Reggie weten.

'Jij ? Nou, jij bent natuurlijk degene die haar gaat redden. En wie zal er, na alles wat ze heeft meegemaakt, nog met haar willen trouwen? Hoewel natuurlijk niemand anders zal weten dat jij degene bent die haar getemd heeft.' Ze haalde haar schouders op en voegde er peinzend aan toe: 'Hier kan het natuurlijk niet gebeuren, maar ik heb vrienden genoeg en ik ken enkele stille plekjes waar ze goed opgeborgen zou zijn.'

Reggie streelde zijn snor, en toen opeens glimlachte hij en stootte hij zijn glas tegen het hare. 'Francine, je bent een genie! Natuurlijk, dat is de oplossing! Natuurlijk! En het is logisch dat niemand dan meer met haar wil trouwen, en dus ...'

'Er zullen natuurlijk wel vragen worden gesteld,' zei ze. 'Maar ik heb connecties met bepaalde lieden die alles doen voor geld.'

Met opgetrokken wenkbrauwen keek ze hem aan. 'Natuurlijk, als je eenmaal met haar getrouwd bent - en ik kan ervoor zorgen dat dat nog voor haar vrijlating gebeurt - en jij vrijelijk over haar geld kunt beschikken, dan krijg ik ook wel wat mij toekomt, hè, liefje?'

'Je krijgt veel meer dan je toekomt, en je krijgt mij op de koop toe!'

'Dus dat is dan afgesproken?'

Hij lachte opeens en gooide zijn hoofd in zijn nek. De godvergeten kleine teef! Zij hoefde niet getemd te worden. Hij keek neer op Francine, gooide de champagne tussen haar borsten en boog zich toen over haar heen om het op te likken.

'Liefste, zodra ik haar geld heb mag je me vragen wat je hebben wilt, je zegt het maar!'

Toen hij bij Francine was weggegaan, kon Reggie Forrester zijn opwinding amper de baas. In gedachten zag hij Laura in elke denkbare houding en positie voor zich, hulpeloos, naakt, om hem te plezieren, en geslagen met de zweep tot er van haar verwaandheid niets meer over was en ze op handen en voeten kruipend naar hem toe kwam en hem om genade smeekte! Laura, nog even, en ze was zijn slavin en echtgenote; zijn gehoorzame, onderdanige echtgenote met al haar geld dat dan van hem zou zijn en waarover hij zou kunnen beslissen! Francine had beloofd dat haar plan over enkele dagen zou worden uitgevoerd.

Hij kon nauwelijks wachten!



Terwijl Reggie Forrester druk bezig was met het maken van plannen voor haar toekomst, zorgde Laura ervoor dat ze steeds genoeg te doen had. Meer dan genoeg, vond lady Honoria. Het was de wijze oude dame niet ontgaan hoe Laura, overal waar ze kwamen, zoekend om zich heen keek. Haar vrolijkheid had bijna iets koortsachtigs. Nou ja, er gaat niets boven het op de spits drijven van een kwestie, en dat was nu precies wat ze zich had voorgenomen te doen.

Laura en Helena kregen te horen dat ze hoeden, linten en stof moesten gaan kopen waarvan dan nieuwe japonnen voor hen beiden gemaakt zouden worden; dames zoals zij konden niet tweemaal ergens in dezelfde japon worden gesignaleerd, vond lady Honoria. 'En als we dan toch onderweg zijn kunnen we meteen waar nodig onze visitekaartjes achterlaten.' Laura en Helena wisselden een blik van overgave. Het achterlaten van visitekaartjes kon een eindeloze en stomvervelende aangelegenheid zijn.

Laura had werkelijk het gevoel dat het nog maar weinig scheelde of ze zou in slaap vallen, toen ze de koetsier hoorde roepen: 'Royse House, Your Ladyships.' Ze schoot overeind en het ontging lady Honoria niet dat ze geschrokken om zich heen keek.

'Royse House? Maar Ena, waarom zouden we onze kaartjes hier achter moeten laten als er toch niemand is om ze te ontvangen?' vroeg Laura fluisterend aan haar vriendin.

Dat ontging lady Honoria al evenmin, en ze keek haar strak aan alvorens te zeggen: 'Natuurlijk stoppen we hier om een kaartje achter te laten. Dat is gewoonte, weet je, te meer daar we over nog geen week hier zijn uitgenodigd voor een grote ontvangst.'

'Maar mevrouw,' begon Laura, 'ik dacht... Nou ja, ik had begrepen dat...'

'Ik heb me laten vertellen,' viel lady Honoria haar in de rede, 'dat mijn vriendin lady Margaret inmiddels gearriveerd is.'

Terwijl Laura nog bezig was om dat brokje informatie te verwerken - op de een of andere manier was ze daar flink van geschrokken - kwam de bediende die de kaartjes had aangenomen alweer naar buiten, en die zei breed glimlachend dat lady Margaret hoopte dat haar vriendin en haar begeleidsters een kopje thee met haar zouden willen gebruiken.

'Dat is uitstekend! Dat doen we graag,' verklaarde lady Honoria voordat Laura de kans kreeg om te protesteren.

Laura's emoties waren in rep en roer terwijl ze, naast Ena, met tegenzin achter lady Honoria aan liep.

Als lady Margaret, zijn stiefmoeder, al hier was, betekende dat dan dat hij alweer was teruggekeerd in de stad? En hoe kon het dat lady Honoria dat wel wist terwijl zij van niets had geweten ? Wat had dit bezoek te betekenen?

Dat er maar twee dames waren om hen te begroeten was een hele opluchting voor Laura. Gelukkig viel het donkere hoofd van de hertog nergens te bekennen!

Lady Margaret was een kleine vrouw, maar door haar kaarsrechte houding en haar hoog opgestoken zilverblonde haar maakte ze een veel langere indruk. Ze had een lief gezicht en ze glimlachte oprecht toen ze haar handen uitstak om hen te begroeten. Haar ogen fonkelden van plezier. Laura mocht haar meteen. Letitia Renfrew, lady Margarets gezelschapsdame, zat maar steeds zenuwachtig te giechelen, en ze was duidelijk onder de indruk van het feit dat lady Honoria, de gravin van Sedgewick en juffrouw Morgan zo onverwacht een kopje thee bij hen kwamen drinken.

'Het is toch zo goed van de lieve hertog - van de huidige hertog, bedoel ik - om ons hier te vragen!' zei juffrouw Renfrew in een stortvloed van woorden terwijl ze druk in de weer was om ervoor te zorgen dat iedereen lekker zou zitten. 'We waren toch zo zenuwachtig, weet u, toen we hoorden dat hij ons op zou komen zoeken. Lady Margaret was zelfs nog zenuwachtiger dan ik, dat weet ik zeker, ook al liet ze er dan niets van blijken.'

Lady Margaret maakte haar duidelijk dat ze genoeg had gezegd, en wendde zich toen op kalme toon tot de anderen. 'Ze heeft gelijk, dat kan ik jullie rustig bekennen. Ik wist niet wat ik moest verwachten toen ik die brief van meneer Weatherby kreeg waarin stond dat Royse mij wilde bezoeken. Ik dacht eigenlijk dat hij niets van me zou willen weten gezien het feit dat hij zijn moeder zo was toegenegen.'

'Kom, Margaret,' zei lady Honoria, 'vertel me precies hoe het gegaan is, want tot nu toe heb ik er alleen maar geruchten over gehoord.'

Ze keek de plezierig ingerichte kamer, die voorheen ook lady Margarets zitkamer was geweest en waar in het geheel niets aan veranderd was rond, en vroeg: 'Dus je wordt hier weer de gastvrouw? Mooi zo! Ik ben blij te horen dat Royse zo fatsoenlijk is geweest om dat te bedenken. En nu ga je natuurlijk ook weer deel uitmaken van de society.'

Op dat moment kwam de butler binnen met een reusachtig blad waarop talloze kunstig versierde sandwiches en petits fours lagen. Het gesprek stokte terwijl lady Margaret de thee inschonk.

'Ik geen melk en suiker, graag,' zei Laura automatisch toen ze zag hoe lady Margaret haar begrijpend aankeek. Toen pas zag ze het schijfje citroen op haar schoteltje.

'Ik dacht al dat jij, als Amerikaanse, je thee liever met citroen dronk dan met melk en suiker, zoals wij Engelsen,' zei lady Margaret. 'Mijn stiefzoon doet dat ook, weet je. Hij zegt dat hij zijn thee alleen maar kan drinken met een schijfje citroen erin!'

Op dat moment zag lady Honoria de uitdrukking op Laura's gezicht, en ze nam zich voor dat beeld van haar in gedachten te houden. Het volgende moment boog ze zich naar lady Margaret toe, en ze zei zacht: 'Ik heb zo het gevoel dat jij en ik heel wat te bespreken hebben samen. En ik hoop dat je me alle details over die ontvangst van jullie zult willen geven. Wie komen er allemaal?'

Terwijl de twee oudere dames aan een uitvoerig gesprek begonnen, namen Laura en Ena kleine hapjes van hun sandwiches en dronken ze met kleine slokjes van hun thee. Ondertussen gaven ze beleefd antwoord op de vragen die juffrouw Renfrew hun, duidelijk vanuit een zeker plichtsgevoel, stelde.

Laura's gedachten en emoties waren een warboel, en ze was nog niet zover dat ze ze aan een nader onderzoek durfde te onderwerpen. Lady Margaret had het niet gezegd, maar was Royse ook alweer in Londen? Of bevond hij zich, veilig ondergedoken met Sabina, in een van zijn vele landhuizen? En waarom zou haar dat iets kunnen schelen! Het kón haar immers niets schelen! Hij was een lastige, storende factor in haar leven, en met zijn donkere, duivelse uitstraling zorgde hij ervoor dat ze niet echt van het uitgaansleven kon genieten! Ze hoopte maar dat hij nog niet terug was. Ze wenste ...

'Laura!' Lady Honoria's bevelende stem bracht haar met een ruk terug tot de realiteit, en ze kreeg een kleur van schaamte.

Lady Honoria keek haar scherp aan alsof ze haar gedachten kon lezen, en zei: 'Juffrouw Renfrew was net zo vriendelijk om ons te vragen of jij en Ena misschien de nieuwe schilderijen wilden zien die Royse heeft meegebracht uit Parijs. Misschien hebben jullie wel even zin om mee te gaan naar de galerij.' Op een ongeduldig toontje voegde ze eraan toe: 'Lieve help, kind, waar zit je toch met je gedachten!'

'O, het spijt me, maar...' stamelde Laura terwijl ze opstond. Ze was nu werkelijk knalrood van schaamte. En uitgerekend op dat moment kwam het onderwerp van haar gedachten met grote stappen de kamer in. Hij had zijn rijkleding nog aan, en voordat hij zich daarover bij de dames excuseerde, keek hij haar eerst recht en doordringend aan.

Laura bleef even als aan de grond genageld staan. Het was lady Margaret die haar te hulp schoot door te zeggen: 'Royse, juffrouw Renfrew wilde de gravin van Sedgewick en miss Morgan zojuist je nieuwe schilderijen laten zien. Ik dacht dat je daar geen bezwaar tegen zou hebben.'

En waarom moest hij, vroeg Laura zich opstandig af, nu weer, op dat hooghartige toontje van hem, zeggen dat hij niets liever zou doen dan de beide dames persoonlijk zijn schilderijen laten zien, en dat hij hun, als ze dat wilden, ook nog graag een kleine rondleiding door het huis wilde geven ? 'Ik zie graag hoe de mensen op deze nieuwe vorm van kunst reageren,' zei hij terwijl hij zijn blik even op Laura's gezicht liet rusten. 'Het is heel grappig om te zien hoe deze schilderijen bij elke toeschouwer totaal verschillende reacties en interpretaties oproepen.'

'O nee,' begon Laura op ijzige toon, 'ik wil u absoluut geen overlast...''Maar op precies datzelfde moment zei Ena dat ze de schilderijen dolgraag wilde zien.

En er was geen ontkomen aan toen lady Honoria zei: 'Dat is uiterst vriendelijk van je, Royse. Margaret en ik kunnen ons gesprek dan rustig voortzetten terwijl jij de honneurs waarneemt.'

Er was niets aan te doen, besloot Laura spijtig. Met overdreven beleefdheid liet Royse hun de ene na de andere kamer zien. De ene was nog prachtiger gemeubileerd dan de andere. Ten slotte kwamen ze bij een kleine trap aan de achterzijde van het huis die toegang gaf tot een lange, goed verlichte expositieruimte.

'Dit wordt verlicht door elektriciteit, nietwaar?' vroeg Helena belangstellend.

'Ja, dat was een van de eerste dingen die ik in het huis heb laten doen. En deze doeken, dit hier en deze, moesten een juiste belichting hebben om de kleuren goed uit te laten komen; terwijl het op deze twee doeken weer om de donkere vlakken gaat.'

Vreemd genoeg begreep Laura precies wat hij bedoelde toen ze voor een klein doek van Vincent van Gogh stond. Een dikke, met het mes opgebrachte, laag olieverf viel uiteen in vlakken van licht en kleur; de beelden die zo ontstonden deden denken aan losse gedachten. Geen lieve, mooie en zachte pasteltinten, maar een levendig kleurenspel dat bijna van het doek leek te willen springen.

'Die vind je mooi, hè? Dat had ik wel verwacht.'

Zonder dat ze het gemerkt had was hij achter haar komen staan; hij stond veel en veel te dicht bij haar. Zijn lange, in hoge, glanzende rijlaarzen gestoken benen streken bijna langs de hare. Waarom, vroeg ze zich af, reageerde ze toch altijd zo wanneer hij zo dicht bij haar stond? Ze kon de warmte van zijn lichaam door haar kleren heen bijna voelen.

Met het voornemen om een zo onverschillig mogelijke indruk te maken, draaide Laura zich met opgeheven kin naar hem toe. 'Een uitstekend voorbeeld van het werk van Vincent van Gogh,' zei ze stijfjes. Tegelijkertijd besefte ze dat hij geen stapje achteruit had gedaan om haar de ruimte te geven. Hij stond nu zo dicht bij haar, en hij keek haar met die ijzige grijze ogen van hem zo doordringend aan, dat ze een onwillekeurige huivering niet kon onderdrukken.

Waar was Ena? Waar was haar bondgenote? Alsof hij haar gedachten kon lezen, zei hij: 'Zo te zien geeft je vriendin de voorkeur aan Gaugin.' En inderdaad, een paar meter verder stond Ena naar het scheen verrukt naar een groepje Polynesische schoonheden te kijken.

De stilte tussen hen duurde voort totdat de spanning te snijden was en Laura er niet meer tegen kon. Haar ademhaling kwam sneller en ze wilde niets liever dan zich omdraaien en wegvluchten. Waar haalde hij het recht vandaan om haar op die vreemde manier van hem zo doordringend aan te kijken? En dan nog zonder een woord te zeggen? Op de een of andere manier moest ze maken dat ze wegkwam.

Het lukte Laura hem vrolijk glimlachend aan te kijken. 'Ik moet zeggen, dit was reuzevriendelijk van u! Ik heb genoten van de schilderijen, maar ik moet u eerlijk bekennen dat ik nu erg moe ben, en dat terwijl ik over niet al te lange tijd moet passen.' En toen riep ze, scherper dan ze van plan was geweest: 'Ena, zullen we gaan?'

'Moest dat een roep om hulp zijn?' vroeg Royse met zijn lippen dicht bij haar oor. Toen rechtte hij zijn rug, hij maakte een beleefde buiging en trok zich terug toen Helena naderbij kwam gesneld.

Beneden verklaarde lady Honoria dat het hoog tijd was dat ze terugkwamen. 'Ik begon al te denken dat jullie verdwaald waren en dat jullie vergeten waren dat we over een kwartier moeten passen.' Lady Honoria nam afscheid van lady Margaret; Laura en Ena bedankten haar beleefd, en Ena was ten slotte de enige die Royse bedankte.

'Ik mag haar,' zei lady Margaret tegen haar stiefzoon nadat de gasten vertrokken waren. 'Juffrouw Morgan, bedoel ik. En lady Honoria,' voegde ze er onverwacht moedig aan toe, 'schijnt te denken dat jullie een oogje op elkaar hebben!' Op een wat meer verlegen toon vervolgde ze: 'Wat ik daarmee wil zeggen is, dat het me, ook al zag ik haar vandaag voor het eerst, is opgevallen dat juffrouw Morgan zo heel anders was nadat jij opeens was binnengekomen. En ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt dat ik dat zeg, maar ik had ook sterk het gevoel dat haar aanwezigheid hier jou ook niet bepaald onberoerd liet!' Ze keek Trent recht in de ogen. 'En als je haar niet mocht zou je nu vast niet zo boos kijken!'

Daar klaarde Trents gezicht van op, en hij moest lachen. 'Kijk ik dan boos?' Hij draaide zich om en keek in de rijkelijk bewerkte spiegel boven de schoorsteen. 'O ja, daar zou je best eens gelijk in kunnen hebben!' Weer wendde hij zich tot lady Margaret. 'Ik moet bekennen dat ze me niet onberoerd laat. Ze doet me iets waar ik geen verklaring voor heb, en ze maakt me altijd boos.'

'Ja, en jij maakt haar ook altijd boos,' zei lady Margaret zacht.

'Ja?' En meteen voegde hij eraan toe: 'Ja, dat is geloof ik wel zo. Op de een of andere manier vind ik het leuk om haar te plagen. Het vonkt tussen ons, zou je kunnen zeggen.'

'Ja, dat was zelfs mij al opgevallen,' zei juffrouw Renfrew vanuit de hoek waar ze zat te breien. Trent wierp haar daarop meteen een van zijn woedende blikken toe, en snel liet ze haar ogen zakken en breide ze verder.

'O, drommels!' Hij corrigeerde zich meteen. 'Neem mij niet kwalijk, maar de waarheid is dat ik,' bekende hij in een plotselinge opwelling van eerlijkheid terwijl hij zijn vingers door zijn verwarde gitzwarte haar streek, 'er geen idee van heb wat ik met haar moet beginnen!'

De twee dames wisselden een veelzeggende blik, waarop lady Margaret troostend zei: 'Ik weet zeker dat er uiteindelijk wel een oplossing voor jullie twee zal zijn. Heb je me niet ooit eens verteld dat jullie in het verleden verloofd zijn geweest?' Lady Margaret dacht even dat ze te ver was gegaan toen ze hem zag verstijven en zijn voorhoofd zich in diepe rimpels plooide. Maar toen haalde hij zijn schouders op en vertrok zijn mond in iets wat op een glimlach leek.

'Dat klopt. En wie weet ? Misschien trouw ik ook nog wel eens met haar, ook al zal ik haar dan met geweld naar het altaar moeten slepen!' Zijn ogen vernauwden zich en hij zag er opeens verschrikkelijk dreigend en gevaarlijk uit, en lady Margaret had het gevoel dat zijn woorden eerder voor hemzelf, dan voor haar waren bedoeld. Maar toen voegde hij er op een gemaakt vriendelijk toontje aan toe: 'Ik heb sterk het gevoel dat onze juffrouw Morgan een feeks is die getemd moet worden!'

Juffrouw Renfrew slaakte een geschrokken kreet en liet haar knotje wol vallen dat de hertog meteen voor haar opraapte. Daarna excuseerde hij zich en ging hij stampend naar boven waar hij ongewoon luid om zijn bediende riep.

'Denk je dat hij echt verliefd op haar is?' vroeg juffrouw Renfrew fluisterend.

Lady Margaret keek peinzend voor zich uit. 'Mogelijk. Honoria heeft sterk het idee dat er iets gaande is. En daar heeft ze waarschijnlijk wel gelijk in,' verzuchtte ze. 'We kunnen alleen maar hopen, Lettie, dat ze elkaar niet al te veel verdriet doen alvorens hun ware gevoelens te ontdekken!'

Boven, in zijn kamer, ging Trent als een wilde tekeer. Toneel! Ze speelden allebei toneel! Hij, en zij, ze waren geweldig in hun rol. De hertog van Royse en de Amerikaanse erfgename. Echt een titel voor een stuk van Oscar Wilde!

Verduiveld, er waren momenten waarop hij haar wel kon wurgen. Maar er waren ook net zo goed momenten ...

Toen Trent later die avond van huis ging, was hij nog steeds in een sombere stemming. Hij nam zich heilig voor om, voordat de avond om zou zijn, vrolijker gestemd te raken. En morgenochtend, heel vroeg, zou hij de nieuwe hengst uitproberen die hij zojuist in Tattersalls gekocht had. Een snel beestje. God! Wat miste hij de eindeloze vlakten die hij achter had gelaten voor dit!