Hoofdstuk 6
De goudgele maan was al achter de bomen gezakt en uit het zicht verdwenen, en van haar trotse verschijning restte nog slechts een vaag oranje schijnsel dat door de knoestige takken en bladeren gefilterd werd. Vanavond leken de sterren twee keer zo groot als anders, en ze staken fel af tegen de donkere, wolkeloze hemel. Een myriade van vuurvliegjes zorgde voor een veelheid aan bewegende lichtfiguren voor en tussen de wijnranken die tegen de half vervallen muren rond de patio groeiden en ze bij elkaar hielden.
Laura en Trent waren de patio inmiddels al tweemaal rondgegaan zonder een woord te zeggen.
Eindelijk hadden ze het avondmaal achter de rug. Iedereen was bijna ondraaglijk tactvol geweest, zelfs Franco. En ze had haar moeder met klem gezegd dat ze dringend een woordje met meneer Challenger wenste te spreken om de boel recht te zetten. Maar waarom, zo vroeg ze zich nu af, kon hij het gesprek niet openen? Had hij geen manieren en wist hij niet dat een man een gesprek hoorde te beginnen ? Met een ruk bleef ze staan, en hij ook, maar voordat ze de kans kreeg om eindelijk eens te zeggen wat haar dwarszat, nam hij het woord.
'Heerlijk avondje om buiten te zijn, vind je ook niet?' vroeg hij op een poeslief toontje, en toen, voordat ze haar gedachten had kunnen ordenen, stak hij zijn hand in zijn zak en vervolgde: 'Heb je er bezwaar tegen dat ik een sigaretje draai ? Ik ben daar nu eenmaal aan gewend geraakt, en ik vind mijn eigen rokertjes stukken lekkerder dan de meeste sigaren.'
'Nee, natuurlijk heb ik daar geen bezwaar tegen,' snauwde Laura. Ze was vastbesloten om zich niet van haar voornemen af te laten brengen. 'Je kunt roken zoveel je wilt, hierbuiten, of binnen met mijn vader of mijn broer. Maar voordat we weer naar binnen gaan, zijn er een aantal nogal pijnlijke zaken die besproken moeten worden, vind je ook niet?'
Hij boog zijn hoofd om zijn sigaret aan te steken, en toen hij opkeek zag Laura hoe het vlammetje van de lucifer in zijn ogen weerspiegeld werd.
'O? En wat mogen dat dan wel voor pijnlijke zaken zijn die zo dringend besproken moeten worden? Ik had gehoopt dat we op zo'n heerlijke, geurige avond als deze goed zouden kunnen maken wat er vanmorgen, bij onze eerste ontmoeting, mis is gelopen. Realiseer je je wel dat dit al de derde keer is dat we vandaag samen zijn?'
Zijn brutaliteit maakte Laura sprakeloos, en ze had kunnen zweren dat ze hem even had zien grijnzen voordat hij op hetzelfde, hatelijke toontje verder sprak.
'Ik vraag me af... Ja, nu ik je zo, heel anders, zie dan vanmorgen, vraag ik me af hoe het gegaan zou zijn als ik je het eerst bij maanlicht ontmoet zou hebben!'
O, wat een verwaandheid! De brutaliteit! Terwijl hij sprak was ze steeds bozer geworden, en nu kon ze zich werkelijk niet langer inhouden.
'Vanmorgen? Hoe waagje het te refereren aan vanmorgen, na de smerige wijze waarop je je gedragen hebt? Nadat je ...'
'O, vooruit, zeg!' kwam het ongeduldig over zijn lippen. 'Hoe moest ik weten wie jij was? En helemaal nadat je me zo had uitgescholden. Dat is geen taal voor een keurig opgevoed jong meisje; je zou die woorden niet eens behoren te kennen, laat staan dat je ze tegen een onbekende gebruikt. Je gedroeg je als een hoertje, en ik zag je er voor een aan. Misschien zou je hetgeen er, als ik niet zo moe was geweest, misschien gebeurd zou zijn, hebben moeten beschouwen als een lesje voor de toekomst!'
'O, je bent een monster, een onmogelijk monster!' riep Laura met een van woede bevende stem uit. 'Er is geen enkel excuus voor je gedrag! Had ik je maar vermoord!'
'En in dat geval, m'n lief, zou je op dit moment dan waarschijnlijk het speeltje van die smerige Rurales zijn!' En terwijl ze nog steeds van pure woede naar lucht stond te happen, voegde hij eraan toe: 'Maar wat maakt het ook uit! Wat verwacht je van me? Wil je soms dat ik je zeg dat het mij spijt? Vergeet niet dat jij mij eerst geslagen heb, en dat ik je gekust heb om je het zwijgen op te leggen. Zo was het toch, of niet soms?'
'Ik wil... ik heb genoeg gehoord!' riep Laura hem toe. Ze haatte hem. 'Ik ben alleen met je naar buiten gegaan omdat ik je .. .Ik wilde het heel beleefd tegen je zeggen, maar toen begon jij ... O, verdomme ! Ik wilde je alleen maar duidelijk zeggen dat ik werkelijk niet van plan ben om deze farce, deze bespottelijke verloving waar ik tot op vanmorgen helemaal niets vanaf wist, doorgang te laten vinden. En meer nog, ik hoop met heel mijn hart dat we elkaar nooit meer tegen zullen komen. Welterusten en vaarwel, meneer Challenger.'
Gelukkig had ze zichzelf ten slotte toch weer enigszins onder controle gekregen en was ze er uiteindelijk in geslaagd om hem op ijzige, minachtende toon toe te spreken. In de vrees dat ze, als hij ook nog maar iets tegen haar zou zeggen, haar zelfbeheersing weer zou verliezen, draaide Laura zich met een weidse zwaai van haar ruimvallende zijden rok met een ruk om. Maar het volgende moment greep hij haar bij haar arm en draaide hij haar als een lappenpop naar zich toe.
'Geloof je dan niet in een kusje voor het slapengaan, juffrouw Morgan? Als je dankbare ex-fiancé eis ik het recht daartoe op.'
Het pleitte voor haar, bedacht Laura achteraf, dat ze geprobeerd had om zich los te worstelen. Dat ze geprobeerd had om uit zijn ijzeren omklemming te ontsnappen. Ze had het geprobeerd, en als hij wreed was geweest en haar pijn had gedaan, zou ze misschien nog in staat zijn geweest om datgene te vermijden wat opeens zo onvermijdelijk had geleken. Zijn lippen waren plagend, zoekend, gretig en hongerig, totdat zij haar hoofd achterover liet vallen en zich door hem liet kussen. Ze had hem zelfs terug willen kussen, en als ze geweten had hoe dat moest, dan zou ze het ook hebben gedaan. Ze kon niet meer helder denken, en hij bleef haar maar kussen. Nooit had ze gedacht dat er zoveel manieren waren om iemand te kussen.
Veel later zat Laura in haar kamer. De geur van sigarenrook van de mannen die beneden op de patio zaten drong door het openstaande raam naar binnen, totdat Laura het met een beslist gebaar sloot.
Maar zelfs toen nog kon ze, om de een of andere onverklaarbare reden, niet in slaap komen. Telkens wanneer ze haar ogen sloot kreeg ze allerlei vreemde gedachten en zag ze allerlei vreemde beelden die ze niet van zich afkon zetten. Ze probeerde te bedenken wat ze tegen Trent had moeten zeggen om hem het zwijgen op te leggen, maar daar werd ze ook al niet rustiger van.
Ze had zich niet moeten laten verleiden tot zinloos en oeverloos gezwam waar hij toch alleen maar om moest lachen! Ze had hem meteen duidelijk, en op kille manier moeten zeggen wat ze op het hart had, en daarna had ze zich om moeten draaien en weg moeten gaan!
Waarom had ze dat niet gedaan? Waarom had ze zich door hem laten kussen, en nog wel zo lang ook, totdat ze hem, zuiver uit ademnood, bij zijn schouders had gegrepen om te voorkomen dat ze zich helemaal belachelijk zou maken? O, wat haatte ze die bruut! Wat zou ze er niet voor over hebben om dat hele smerige incident te vergeten, en haar eigen, verraderlijke zwakte waar hij op zo'n schandalige manier misbruik van had gemaakt, uit haar geheugen te bannen!
Laura werd veel later wakker dan ze gewoonlijk deed, en toen het felle zonlicht in haar ogen scheen, kneep ze ze meteen weer stijf dicht.
Filomena moest in haar kamer zijn geweest om de luiken te openen, dacht ze slaperig. Maar waarom had ze haar niet zo luidkeels geroepen als ze anders altijd deed?
Laura realiseerde zich dat ze hoofdpijn had. Ze ging op haar buik liggen en wreef in haar ogen terwijl ze het dunne laken van zich af gooide dat Filomena over haar heen moest hebben gelegd. O, al die regels en voorschriften! Dat paste een jongedame wel, dat paste een jongedame niet! Filomena zat vol met die regeltjes, en dat was altijd al het geval geweest.
Laura ging zitten, rekte zich uit en trok een lelijk gezicht. De zon scheen warm op haar lichaam ... als hete handen ... Het was een belachelijke gedachte die haar deed verstijven, en ze was meteen klaar wakker toen haar de herinnering aan de vorige avond te binnen schoot.
Ik krijg hem nog wel, dacht Laura terwijl ze opstond en achter het kamerscherm verdween waar de kom en de kannen stonden. Ze waste zich snel en met de Franse slag. Filomena had twee kannen met ijskoud water voor haar neergezet, waarnaast een paar zachte washandjes en handdoeken lagen.
Naakt, en gloeiend van het boenen, riep Laura door de kier van haar deur naar beneden: 'Filomena! Filomena, waar ben je, oude vrouw? Ik heb je hulp nodig bij het kleden, porfavor?’
Ze had, tegen de draad in, besloten om dezelfde koele ochtendjurk aan te trekken die Filomena gisteren voor haar had uitgezocht. Laat haar maar mopperen en sputteren, dacht Laura. Het leek een prachtige dag te worden, en ze had honger. Ze was bereid om het tegen iedereen op te nemen die ze tegenkwam!
Haar vader en moeder kwamen nooit voor elven uit hun vertrekken in de oorspronkelijke 'kleine haciënda' - soms verschenen ze zelfs aanmerkelijk later aan het ontbijt - dus Laura wist zeker dat ze op tijd zou zijn, tenminste, als die Filomena nu eindelijk eens op wilde schieten!
'Filomena! Waar zitje toch ? Moet ik dan halfnaakt naar beneden rennen om je te zoeken?'
'Ik kom eraan! Wat een ongeduld! Ik ben tegenwoordig lang niet meer zo snel als vroeger, dat zou je toch moeten weten.'
Laura, die precies wist hoe ze haar vroegere kindermeisje moest aanpakken, omhelsde de oude vrouw zodra die, hijgend van het trappen klimmen, de kamer binnenkwam.
'Het spijt me, Filomena, maar ik rook het eten en had opeens zo'n honger ... Ik heb gisteravond ook bijna niets gegeten.'
'Ja, dat wil ik best geloven!' zei Filomena. 'Al die wijn! Ik heb heus wel gezien hoeveel je gedronken hebt! Veel te veel voor een meisje van jouw leeftijd. En dat heb ik ook tegen je moeder gezegd. Wijn stijgt naar je hoofd en zet de zintuigen in vuur en vlam. En ... wat heb je aan onder die jurk waarvan je gisteren niets weten wilde?'
Laura had haar jurk al aangetrokken, en nu ging ze ermee voor de spiegel staan.
'Ik heb een van mijn nieuwe hemdjes aan! Zie je wel? En geen korset! Met zo'n strak ding om mijn lijf kan ik geen hap door mijn keel krijgen. Als ik mijn adem inhou, zo, dan past hij heel best. Kom, schiet alsjeblieft een beetje op. En verdoe geen tijd met al dat gemopper. Als ik straks in Europa ben heb je helemaal niemand meer om op te mopperen, weet je dat? Dan zul je me nog missen!'
'Ha, ik jou missen, ja, ja. Juffertje geharrewar! Ik heb te doen met degenen die belast zijn met de verantwoordelijkheid om je in de gaten te houden en die een dame van je moeten maken terwijl de Padrón en de Padrona zelf op reis zijn. Kom, sta nu even stil als je wilt dat ik die jurk vastmaak. Ik heb hem weer helemaal moeten persen, wist je dat? O, de jeugd van tegenwoordig ook! Ik zweer bij de Heilige Maagd dat ik werkelijk niet weet wat er van jou moet worden, en van ons met jou!'
'O, Filomena, stil toch! Jij was waarschijnlijk net zo wild, of wilder nog, toen je zo oud was als ik. Heb je niet eens gezegd ...'
'Genoeg, genoeg! Het maakt niet uit wat ik gezegd heb. Ik hoefde niet te leren om een jongedame te zijn. Ik was de dochter van een arme dagloner, en ik moest maar zien hoe ik aan de kost kwam! Ziezo!'
Terwijl Filomena achter haar stond en haar verhaal afstak, bekeek Laura zichzelf met een pruilende uitdrukking in de spiegel. Ze kneep zachtjes in haar wangen, en draaide haar dikke vlecht tot een knot boven op haar hoofd. Op enkele ontsnapte korte krulletjes na, was haar nek nu bloot.
'Zijn papa en mama al aan het ontbijten? O, ik rammel! Ik hoop dat er een heleboel te eten is.'
Filomena volgde Laura, mopperend zoals ze onophoudelijk deed, de kamer uit.
'Natuurlijk is er van alles te eten! En te drinken. Veel te veel, zoals gewoonlijk! En waarom heb jij zo'n haast dat je bijna over je rokken valt? Til hem op, ja, met een hand, zoals een dame!'
'Filomena!' Toch vertraagde Laura haar veel te snelle pas iets, en tilde ze haar rokken op. Ze moest er niet aan denken dat ze erover zou struikelen om dan als een hoopje onwaardigheid voor zijn voeten te belanden.
'En als je niet zo'n haast had omdat je zo'n honger had, maar omdat je hém, die gringo met zijn harde gezicht, wilde zien, dan had je jezelf de moeite kunnen besparen. Hij is vanmorgen voor zessen vertrokken, en je broer is met hem meegegaan. En dat is maar goed ook, je bent nog veel te jong en onervaren voor dat soort kerels!'
'O! Wat weet jij daarvan?' riep Laura uit voordat ze de mopperende oude vrouw de rug toekeerde, en met stijve passen doorliep naar de kleine sala.
Dus hij was al vertrokken! En met Franco. Niet dat het haar iets kon schelen, alleen had ze nu geen kans gehad om hem eerst op zijn nummer te zetten. Het maakte werkelijk niets uit; ze was blij dat ze van hem af was! Dit was het einde van een onaangenaam en verontrustend incident dat ze nu weer snel helemaal zou kunnen vergeten.
Maar .. . waarom voelde ze zich zo onverklaarbaar teleurgesteld over het feit dat hij niet eens de beleefdheid had gehad om afscheid te nemen? Een plotselinge, ongewilde gedachte schoot door Laura's hoofd, en ze zette hem snel weer van zich af.
Hoe zou het geweest zijn als zij, in plaats van Franco, met hem mee had mogen gaan naar Californië?
Laura nam een slok van haar hete, zwarte koffie. Het kon haar niet schelen of ze haar mond brandde. Dus Trent Challenger was al vertrokken. Hij was klaar met hetgeen hij met haar vader te bespreken had gehad, en haar had hij verder ook niets meer te zeggen. En waarom zou hij nog langer blijven als hij hier toch niets meer te zoeken had?
Laat Franco maar met hem op avontuur gaan, en alle slechte gewoonten van hem leren. Zij zou naar Europa gaan om te reizen en haar horizon te verbreden. En hopelijk zou ze er heel veel leren.
Terwijl hij ... Maar waarom zou het haar iets kunnen schelen wat Trent Challenger deed, of waar zijn reizen hem naar toe zouden voeren? Ondanks die onmiskenbare fysieke aantrekkingskracht die er gisteravond opeens tussen hen geweest was, hadden ze werkelijk absoluut niets met elkaar gemeen.
Laura nam nog een slok van de bittere, zwarte koffie en voelde hoe hij brandde op haar tong. Ze was bijna blij met de pijn, want daardoor werd ze even afgeleid van andere dingen ... zoals de gevoelens die ze nog nooit eerder gehad had, en die haar helemaal buiten zichzelf hadden gebracht. Kussen die bepaalde reacties aan haar hadden ontlokt; het gevoel dat ze haar emoties niet de baas kon; dat ze werd meegevoerd door een wervelwind die haar meedogenloos alle kanten uit wierp.
'Ik zal mijzelf nooit meer overgeven aan gevoelens, emoties die ik niet begrijp, nooit meer!' nam Laura zich heilig voor, en dat terwijl een primitief stemmetje in haar achterhoofd zich bleef afvragen wat er gebeurd zou zijn als ... als ... als ze wat minder geciviliseerd zouden zijn geweest, misschien, of als ze echt helemaal alleen waren geweest.
Haar moeder had heel bot en eerlijk gezegd: 'Hij lijkt bijna te veel op je vader, Laura, zoals hij vroeger was. Wees voorzichtig, probeer niet om onder de oppervlakte te komen, voel je niet geroepen te ontdekken hoe hij in werkelijkheid is. Probeer die akelige nieuwsgierigheid van je in de hand te houden! Want misschien ontdek je wel iets waar je helemaal niet op zit te wachten!'
'Maar dat heb jij toch ook gedaan, mama! En jij bent nog wel grootgebracht in Frankrijk, in de betere kringen. Jij wist niets van de ruwe kanten van het leven hier, zoals ik!'
'En jij, m'n kind, weet nog bijna niets van mannen, nog niet! Ik wil je onnodig verdriet besparen, begrijp je dat? Hou je ogen wijd open bij alles wat je doet, en probeer alles goed tegen elkaar af te wegen, Laura. Ik vrees dat je heel erg veel op mij lijkt, en dat maakt me soms bang!'
'Ik kan heel best op mezelf passen, mama. En dat zal ik ook doen ... altijd!'