Hoofdstuk 28

Die ochtend had Laura de behoefte om aan alles en iedereen te ontsnappen, al was het maar voor even. Ze hield van het gevoel van vrijheid dat ze 's ochtends had wanneer ze heel vroeg met haar paard een ritje door het park maakte. Alles was dan nog zo stil en vredig, en door de lichte nevel die er hing leken alle vormen veel zachter dan anders.

Ze had de afgelopen nacht niet lekker geslapen. Keer op keer droomde ze van draken met vurige tongen die haar naakte lichaam wilden likken. Ze had zich achtervolgd en belaagd gevoeld, en ze wilde zich vrij voelen om na te kunnen denken.

Haar knecht bracht haar haar paard uit de stal, en ook nu hoefde hij haar niet in het zadel te helpen.

'Goh! Zouden alle Amerikaanse dames zo rijden?' vroeg een van de staljongens zich hardop af.

'O, nee,' antwoordde Duffy, de knecht, een beetje trots, 'maar ik weet toevallig ook dat deze jongedame een pistool bij zich draagt in de zak van die wijde rijbroek die ze aan heeft. Ik weet van meneer Mannering, die heeft het weer van mevrouw, dat ze er net zo goed mee kan schieten als die Annie Oakley in die Buffalo Bill Wild West Show.'

'Wel heb je ooit!' verzuchtte de jongen vol ontzag terwijl hij de jongedame die als een man in het zadel durfde te zitten, zo'n malle broek aan durfde te trekken en ook nog eens een pistool bij zich durfde te hebben, bewonderend nakeek.

Toen Laura het park in reed had ze er geen idee van hoe laat het was, en het kon haar ook niet schelen. De mist was nog niet opgetrokken, en ze voelde de kleine druppeltjes op haar gezicht en in haar haren. Het leek wel alsof ze werd omgeven door een heel dun en doorzichtig gaas. Ze hield van deze tijd van de dag; alles rook zo heerlijk naar groen gras, en naar viooltjes. O ja, dit was precies wat ze nodig had!

Ze reed eerst een stuk stapvoets, en galoppeerde toen over de anders zo drukke lanen en over paden die ze helemaal niet goed kende. Uiteindelijk bracht ze haar merrie tot staan bij haar lievelingsplekje waar een wilg over een bocht in de Serpentine hing.

Laura steeg af en ging, met haar schrift en pen op haar schoot, tegen de boom geleund zitten; maar het was nog niet licht genoeg om te kunnen schrijven, en bovendien voelde ze zich niet geïnspireerd. Het maakte ook niets uit, dacht Laura dromerig. Nu zou ze naar de libellen kunnen kijken die over het langzaam voortkabbelende, nevelige water scheerden, en ondertussen haar gedachten de vrije loop laten; denken en niet denken! Het was toch zo vredig zo vroeg in de ochtend! Binnen een paar uur zou het hier overvol en een drukte van jewelste zijn; nee, er ging niets boven deze rust!

Laura zou nog lange tijd zo dromend zijn blijven zitten, ware het niet dat haar attente merrie Freya opeens met haar voorbenen begon te stampen terwijl ze onrustig met haar hoofd schudde en snoof. Laura stond haastig op en klopte het dier op de hals, terwijl ze haar woordjes toefluisterde om haar te kalmeren. En toen voelde ze opeens wat haar paard al eerder had gevoeld. Intuïtief draaide ze zich om, en toen zag ze hen. Twee grote, lelijke, zwaargebouwde mannen; de ene had een knuppel in zijn hand, de andere een dik touw met een knoop erin - de gebruikelijke wapens voor dit soort schurken dat zich 's ochtends vroeg in het park ophield. Hoe vaak was ze hier niet voor gewaarschuwd? Maar het was nu niet het moment om daaraan te denken.

Laura voelde haar revolver als een vriend tegen haar dijbeen drukken, maar ze kwamen al op haar af zodat er geen tijd meer was om het wapen nog te trekken. Zonder erbij na te denken, zuiver en alleen afgaand op wat haar intuïtie haar ingaf, dook ze op hen af. Haar aanval kwam als een volslagen verrassing voor hen, en dankzij haar broekrok kon ze de man die op dat moment het dichtst bij haar stond een fikse trap in zijn kruis verkopen. Daarna draaide ze zich razendsnel om en dook ze lenig onder de opgeheven knuppel van de ander door waarbij ze zijn pols zo stevig beetgreep dat hij het wapen moest laten vallen. Tegelijkertijd sloeg ze hem met de zijkant van haar andere hand met volle kracht tegen zijn adamsappel waarna de man languit op de grond, naast zijn van pijn kronkelende makker, belandde.

Toen ze zover waren bijgekomen dat ze weer konden zitten, had ze haar revolver op hen gericht. Met ijzige kalmte en met een moordlustige blik in haar ogen keek ze hen doordringend aan.

'En maak nu maar dat je wegkomt, jongens, en wees maar blij dat ik jullie nog een kans heb gegeven! Of hebben jullie liever dat ik nog een paar gaatjes in jullie schiet? Jullie zullen niet het eerste schorem zijn dat ik om zeep help, en ik kan verschrikkelijk goed schieten! Onthoud dat maar!' Toen ze haar als met stomheid geslagen bleven aankijken, zei ze dreigend: 'Duvel op! Snel! Voor ik van gedachten verander! En maak dat je wegkomt!' En dat deden ze; ze gingen ervandoor zo hard als hun benen hen maar dragen konden, en ze durfden niet eenmaal meer achterom te kijken!

Ze waren weg, maar voor Laura was het beeld van rust en stilte op dit uur voorgoed verstoord en bedorven.

En dat gevoel werd er alleen nog maar erger op toen ze een sarcastische stem hoorde die haar maar al te bekend in de oren klonk.

'Dat heb je keurig aangepakt, dat moet ik zeggen! Het spijt me dat ik je niet in volle galop te hulp ben gekomen, maar ik heb er geen moment aan getwijfeld dat je dit klusje wel alleen zou kunnen klaren.'

'O, verdomme, jij weer! Wat doe je hier? Ben je me weer aan het bespioneren zoals gewoonlijk?' De reactie op het incident begon zijn tol te eisen, en dat hij hier nu ook nog was en grinnikend op haar neerkeek, dat was helemaal een beetje te veel van het goede!

Hij liet zich uit zijn zadel glijden en als vanzelf ging ze in een vechthouding staan alsof hij een vijand was tegen wie ze zichzelf zou moeten verdedigen. Hij lachte.

'Waarom wil je met me duelleren? Ik heb je immers nog niet eens uitgedaagd! En waar ben je eigenlijk zo bang voor, Lorelei, voor mij, of voor jezelf?'

'Ik heb vanmorgen geen enkele behoefte aan je hatelijke opmerkingen ! Je hebt toch gezien dat ik mijzelf best kan redden, niet? Dus waarom...'

'Waarom?' De spottende klank was opeens uit zijn stem verdwenen. Snel deed hij een grote stap naar haar toe.

'Verdomme!' riep hij uit. 'Wat doe je hier in vredesnaam op dit uur? Was je soms op zoek naar avontuur? Naar nieuwe, opwindende ervaringen om over te kunnen schrijven?'

Zo snel dat ze de kans niet kreeg om zich te verzetten, zette hij haar met haar rug klem tegen een boom. Meteen dacht ze terug aan een soortgelijke situatie, in Mexico. Hij was, verdomme nog aan toe, sterk genoeg om haar beide polsen achter de boom te houden terwijl hij tegen haar aan leunde tot ze zich helemaal buiten adem en hulpeloos voelde.

'Ik zal je eens laten zien wat er had kunnen gebeuren, Lorelei,' fluisterde hij wild. 'Misschien is dat wel het soort opwinding waar je echt van geniet!'

En toen begon hij haar ongehaast te kussen. Zijn lippen gingen van haar slapen naar haar oorlelletje en vandaar naar haar oogleden, de brug van haar neus, haar vochtige wangen, haar kaaklijn, het kuiltje in haar kin, en ten slotte, toen ze dacht dat ze het bijna niet meer uithield, vonden ze haar mond. De hardheid van zijn lippen stootte op de zachtheid van de hare en dwongen ze vaneen. Maar ditmaal kon Laura al niet meer helder denken, want de slang van de zinnelijkheid had inmiddels al bezit van haar genomen. Zachtjes kreunend boog ze zich naar voren, leunde ze tegen hem aan. En ze verlangde naar hem .,. verlangde naar hem!

Ze had zich helemaal niet gerealiseerd dat hij haar polsen had losgelaten, totdat het tot haar doordrong dat zij hem stevig bij de schouders hield, dat ze zijn haar betastte en de strakgespannen spieren van zijn rug. Ze trok zijn hoofd vurig omlaag naar zich toe, het kon haar niet meer schelen. Ze wilde dat hij verder zou gaan dan het plagen van de verharde tepels van haar borsten die onder haar kleren naar vrijheid snakten.

Uiteindelijk was hij het die er een eind aan moest maken. Hij, die zich moest losmaken uit haar omhelzing en haar bijna met geweld van zich moest afhouden.

Zijn stem klonk streng en zijn ademhaling was onregelmatig. 'O, verduiveld! Als de zon al niet zo hoog aan de hemel stond en het hier binnenkort niet zou wemelen van de mensen, had ik je hier ter plekke genomen! Je aanbidders zouden wel eens geen begrip op kunnen brengen voor de vrijheden die oude bekenden zich met elkaar kunnen veroorloven!'

Zij sarcastische woorden werkten als een kan ijskoud water, en Laura had het gevoel alsof ze vanuit de greep van een nachtmerrie in de kille werkelijkheid terecht was gekomen.

'O! O, god!' Als een donderslag drong het tot haar door wat ze gedaan had, en de trance waarin ze verkeerd had maakte plaats voor diepe schaamte.

'Hé, beheers je een beetje! Wat heb je opeens?' zei hij op kille toon. 'Als je dat waar we aan begonnen zijn wilt afmaken, kunnen we nu meteen naar een huis hier vlakbij gaan.' En opeens klonk zijn stem heel strelend terwijl hij zijn hand over haar betraande wang liet gaan. 'Lorelei!' Met grote ogen keek ze naar hem op; iets zeggen kon ze niet. 'Ik verlang naar je, verdomme! En ik weet dat je evenzeer naar mij verlangt! Waarom zijn we toch voortdurend bezig om elkaar wat wijs te maken?'

'O nee! O nee!' kwam het half snikkend over haar lippen.

Ruw pakte hij haar bij de schouders. 'Laura, hou op je voor jezelf te verstoppen! En ontvlucht me niet langer! Je weet dat we elkaar uiteindelijk toch krijgen, en als je je dat nu nog niet gerealiseerd mocht hebben, dan ben je een stuk dommer dan ik dacht!'

Het waren niet zijn woorden, en ook niet de snauwerige manier waarop hij sprak waardoor ze zo de kluts kwijt was. Het kwam door het besef dat ze niets liever wilde dan met hem meegaan, om af te maken wat ze hier zojuist begonnen waren.

Hij kuste haar opnieuw en opnieuw, en fluisterde haar tussen twee kussen door toe: 'Lorelei, kom met me mee! Vergeet al het andere en kom mee. Of moet ik je met geweld meenemen? Moet ik je, als een van de Sabijnse maagden, over mijn zadel zwaaien en je meenemen totdat dat vurige verlangen tussen ons bevredigd is? Zou jij niet graag willen weten of dat verlangen tussen ons ooit bevredigd kan worden?'

Zijn stem - die stem! Nee, dat kon niet, ze wilde niet geloven dat hij degene geweest was die haar... Nee! Nee! Het kwam alleen doordat... doordat... O, maar ze kon dit geen moment langer uithouden! Wat hij in haar wakker schudde aan gevoelens en aan beelden was gewoon ondraaglijk!

Met het laatste beetje kracht en nuchter denkvermogen dat haar nog restte, rukte ze zich los uit zijn omarming en van zijn lippen die niets dan leugens fluisterden. Tussen de kussen door had hij gezegd dat hij naar haar verlangde, dat hij haar wilde hebben, maar niet eenmaal had hij gezegd dat hij van haar hield.

'Genoeg!' hijgde ze. 'Je hebt je plezier gehad en je verrekte spelletjes gespeeld, maar nu is het afgelopen! Het spel is uit!'

Ze deinsde achteruit, en hij kwam haar achterna. Bijna zonder erbij na te denken haalde ze de revolver uit haar rokzak en ze richtte de loop ervan op hem.

'Ik meen het! Verdomme! Stel me niet langer op de proef, ik waarschuw je!'

'Dat dodelijke speeltje dat je daar op me gericht houdt is op zich al overtuigend genoeg,' zei Trent op onverschillige toon. 'En als ik echt zou willen zou ik hem waarschijnlijk zo van je over kunnen nemen.' Zijn zilveren ogen boorden zich in haar blauwe kijkers. 'Maar ik ben vanmorgen niet echt in de stemming voor spelletjes. En trouwens,' zijn stem had nu een vleiende klank gekregen, 'ik geniet eigenlijk wel van dit soort ontmoetinkjes van ons. Het zou zonde zijn wanneer daar, door een verdwaalde kogel, een eind aan zou komen!'

Toen lachte hij. 'Kijk niet zo grimmig! Je ziet eruit als een reine maagd die het goud van haar deugd bewaakt! Het spel is afgelopen, dat heb je zelf gezegd. Maar dat is het slechts tijdelijk, Lorelei, slechts tijdelijk.'

Ze bleef hem nauwlettend observeren, want ze vertrouwde hem voor geen cent. Met opgetrokken wenkbrauwen keek hij haar aan. 'Wel? Blijf je daar als een marmeren standbeeld staan totdat er iemand langskomt die je weer tot leven kust? Zo niet, dan zou ik je graag naar huis brengen, als je mij dat toestaat.'

'Ga ... ga weg, alsjeblieft! Ga, verdomme! En laat me van nu af aan in godsnaam met rust!'

Ze zag hoe hij zijn schouders ophaalde, zich omdraaide en naar zijn paard liep, en zich met een soepele beweging in het zadel hees. Ze liet het kleine wapen weer in haar zak glijden, en ze voelde zich voor gek staan. Zou ze echt op hem geschoten hebben?

'Adiós!' riep hij haar over zijn schouder toe, en zijn brede grijns voorspelde weinig goeds.

'Wat zou ze toch hebben?' vroeg Tom, de staljongen, aan Duffy nadat Laura, met verwarde haren en duidelijk van streek, hem de teugels van haar paard had toegeworpen en vervolgens het huis in was gerend.

Wat Duffy dacht hield hij voor zich. Maar hij was van Ierse afkomst, en soms had hij het gevoel dat hij helderziend was. Hij stuurde de staljongen weg en dacht: Ah, dus dat zit zo, hè? Ik vraag me af welke van de heren het was die haar zo in verwarring heeft gebracht. Ze bloosde helemaal, en haar haar hing los!

Onder het personeel werd flink geroddeld. Niets ontging hun, geen blik, geen teken van opgewondenheid, niets. Terwijl ze zogenaamd onzichtbaar hun werk deden, hielden ze alles in de gaten.

Laura was blij dat ze, zonder iemand tegen te komen, haar kamer in had kunnen glippen. Ze wilde in bad, ze wilde haar haren wassen, ze wilde elke gedachte aan wat er gebeurd was, en aan wat er had kunnen gebeuren, van zich afwassen.

Eerst wilde ze Adèle niet bellen. Ze wilde niet dat iemand haar zou zien. Met bevende, trillende vingers begon ze zich uit te kleden, maar toen dacht ze opeens aan zijn vingers die de knoopjes een voor een voor haar openmaakten, en ze dacht aan zijn lippen die haar voor elk knoopje een kusje zouden geven, en ... o, nee!

Hij was een duivel die het op haar ziel had voorzien, en ze moest hem uitdrijven, net als de vreemde erotische beelden die zich opeens ongevraagd aan haar opdrongen. O god, hoefde ze hem maar nooit meer terug te zien! Maar ze had die vraag nog niet helemaal uitgedacht, of een volgende schoot haar alweer te binnen: ze vroeg zich af waar hij was. En wat hij dacht, wat hij voelde ... wat hij zich herinnerde. Ze wilde het niet weten, en ze wilde het zich niet aantrekken, maar dat deed ze toch!