4
'Hallo!' riep Selene opgewekt.
De Aardeling draaide zich om. Hij herkende haar bijna meteen. 'Selene! Dat klopt toch? Selene!'
'Klopt. En op de goede manier uitgesproken. Amuseert u zich hier?'
'Uitstekend,' zei de Aardeling op ernstige toon. 'Ik besef hier pas goed hoe uniek onze eeuw is. Nog niet zo lang geleden voelde ik mij op Aarde uitgekeken op de wereld en op mijzelf. Toen dacht ik: wel, als ik een eeuw geleden had geleefd zou ik de wereld alleen hebben kunnen verlaten door te sterven, maar nu - nu kan ik naar de Maan gaan!' Hij glimlachte zonder echte vrolijkheid.
Selene vroeg: 'Voelt u zich gelukkiger nu u op de Maan bent?'
'Een beetje.' Hij keek om zich heen. 'Is er geen kudde toeristen waar u voor moet zorgen?'
'Vandaag niet,' zei ze opgewekt. 'Het is mijn vrije dag. Misschien neem ik er nog wel twee of drie. Het is een saai baantje.'
'Wat jammer dan dat u uitgerekend op uw vrije dag weer een toerist tegen het lijf loopt.'
'Ik liep u niet tegen het lijf. Ik was naar u op zoek. Dat viel trouwens niet mee. U zou niet op eigen houtje aan de wandel moeten gaan.'
De Aardeling keek haar belangstellend aan. 'Waarom wilde u mij vinden? Bent u verzot op Aardelingen?'
'Nee,' zei ze, open en eerlijk, 'ze komen me de strot uit. Ik heb er van nature al een hekel aan, en het feit dat ik er in mijn werk dagelijks mee in aanraking kom heeft het alleen maar erger gemaakt.'
'Toch bent u naar mij op zoek gegaan en met geen mogelijkheid ter wereld - of op de Maan - kan ik mezelf wijsmaken dat ik jong en knap ben.'
'Al was u dat wel - het zou niet helpen. Aardelingen interesseren me gewoon niet, zoals iedereen behalve Barron weet.'
'Waarom zit u dan achter me aan?'
'Omdat er ook nog andere vormen van belangstelling bestaan en omdat Barron belangstelling heeft.'
'En wie is Barron? Uw jonge vriend?'
Selene lachte. 'Barron Neville. Zo jong is-ie niet en hij is meer dan een vriend. Als we er zin in hebben doen we seks met elkaar.'
'Dat bedoelde ik, ja. Hebben jullie kinderen?'
'Een jongen. Hij is tien. Hij brengt het grootste deel van de tijd door in het jongensverblijf. En om u de volgende vraag te besparen: hij is niet van Barron. Misschien dat ik nog eens een kind van Barron krijg als we nog bij elkaar zijn tegen de tijd dat me een tweede kind wordt toegewezen - als dat tenminste gebeurt... Ik denk eigenlijk van wel.'
'U bent zeer openhartig.'
'Over dingen die ik niet als geheimen beschouw? Dat spreekt vanzelf... Wel, waar hebt u nu zin in?'
Ze hadden tijdens het gesprek door een gang van melkwit rotsgesteente gelopen; het gepolijste oppervlak daarvan liet overal de kleurige vlekjes zien van de ingebedde Maansteentjes die op de meeste plaatsen van de Maanbodem voor het oprapen lagen. Zij droeg sandalen die amper de grond leken te raken. Hij droeg zware laarzen met dikke zolen die er door hun massa toe bijdroegen dat het lopen voor hem geen pure martelgang was.
Het was een gang voor eenrichtingverkeer. Af en toe werden ze ingehaald door een klein, elektrisch aangedreven wagentje dat zich praktisch geruisloos voortbewoog.
'Waar ik nu zin in heb?' vroeg de Aardeling. 'Dat is een nogal ruim geformuleerde uitnodiging. Wilt u niet eerst een paar randvoorwaarden noemen? Mijn antwoord zou u anders onbedoeld misschien kwetsen.'
'Bent u een natuurkundige?'
De Aardeling aarzelde even. 'Waarom vraagt u dat?'
'Om te horen wat u zou antwoorden. Ik weet al dat u een natuurkundige bent.'
'Hoe?'
'Andere mensen gebruiken het woord "randvoorwaarden" niet. En bovendien was het protonensynchrotron het eerste wat u op de Maan wilde zien.'
'Bent u me daarom komen zoeken? Omdat ik een natuurkundige schijn te zijn?'
'Dat is de reden waarom Barron mij naar u op zoek heeft gestuurd. Omdat hij een natuurkundige is. Ik kwam omdat ik u nogal ongewoon vond voor een Aardeling.'
'In welk opzicht?'
'Als u soms vist naar complimentjes - zoiets is het niet. Ik had alleen de indruk dat u niet zo verzot bent op Aardelingen.'
'Waaraan kunt u dat merken?'
'Ik zag hoe u naar de andere leden van de groep keek. Ik heb er trouwens altijd een zeker zintuig voor. Het zijn de Aardjes die een hekel hebben aan Aardjes, die geneigd zijn op de Maan te blijven. Hetgeen me terugbrengt bij mijn vraag... Waar hebt u zin in? En ik zal de randvoorwaarden wel laten weten. Wat de rondleidingen betreft, bedoel ik.'
De Aardeling keek haar onderzoekend aan. 'Het is wat vreemd, Selene. Je hebt een vrJje dag. Je baan is zo saai of onaangenaam dat je blij bent met je vrije dag en overweegt er nog een of twee aan vast te knopen. En toch bied je vrijwillig aan deze dag door te brengen met het doen van je normale werk voor mij in mijn eentje... Alleen omdat je me een beetje belangwekkend vindt.'
'Omdat Barron dat vindt. Hij is nu aan het werk en er steekt geen kwaad in u een beetje te amuseren tot hij klaar is... Trouwens, het is iets heel anders. Ziet u niet in dat het iets anders is? In inijn werk heb ik te maken met massale groepen van tientallen Aardjes - als u geen bezwaar hebt tegen dat woord.'
'Ik gebruik het zelf ook.'
'Omdat u een Aardeling bent. Sommige mensen van de Aarde vinden het een kleinerende term en voelen zich beledigd als een Lunair hem in de mond neemt.'
'Je bedoelt: als een Maantje hem gebruikt.'
Ze bloosde. 'Ja. Iets soortgelijks.'
'Wel, laten we ons dan geen van beiden druk maken om dat soort woorden. Ga verder, je was over je werk aan het vertellen.'
'In mijn werk heb ik te maken met een heleboel Aardjes waarvan ik moet verhinderen dat ze zichzelf dodelijk laten verongelukken, die ik van hot naar her moet slepen, die ik voortdurend moet toespreken, en die exact volgens het tijdschema aan hun natje en hun droogje moeten worden geholpen. Zij zien hun favoriete plekjes en doen hun favoriete dingetjes, en ik moet vreselijk beleefd en zorgzaam blijven.'
'Afschuwelijk,' zei de Aardeling.
'Maar u en ik kunnen doen wat we zelf willen, hoop ik, en u bent bereid het risico te nemen en ik hoef niet op mijn woorden te passen.'
'Ik heb al gezegd dat je me gerust Aardje mag noemen.'
'Goed dan. We maken er een dagje uit van. Wat zou u willen doen?'
'Dat is een gemakkelijke vraag. Ik wil het protonensynchrotron zien.'
'Dat gaat niet. Misschien kan Barron iets regelen nadat u met hem hebt gesproken.'
'Wel, als ik het synchrotron niet kan bezoeken zou ik niet weten wat er verder nog te zien is. Ik weet dat de radiotelescoop zich aan de andere kant bevindt, en ik denk trouwens niet dat daar veel nieuws aan te beleven is... Zeg jij het maar. Wat wil de gemiddelde toerist graag zien?'
'Een aantal dingen. De algentanks bijvoorbeeld; niet de steriele verwerkingsfabrieken die u gezien hebt, maar de kweekplaatsen zelf. Anderzijds moet ik zeggen dat er nogal een stevig luchtje hangt en ik geloof niet dat een Aardje - een Aardeling - er een betere eetlust aan overhoudt. Ze hebben ook zonder dat al moeite genoeg met het voedsel.'
'Verbaast je dat? Heb je ooit Aards voedsel geproefd?'
'Niet echt. Maar waarschijnlijk zou ik het niet lekker vinden. Het ligt er gewoon aan wat je gewend bent.'
'Dat zal wel,' zei de Aardeling met een zucht. 'Als je een malse biefstuk at zou jij vermoedelijk kokhalzen van het vet en de vezels.'
'We zouden naar de buitenrand kunnen gaan waar nieuwe tunnels in de rotsbodem worden uitgeboord, maar dan moeten we speciale beschermende kleding aantrekken. Of naar de fabrieken waar...'
'Kies zelf maar iets, Selene.'
'Goed, maar dan moet u eerst eerlijk antwoord geven op een vraag.'
'Ik kan niets beloven voordat ik de vraag gehoord heb.'
'Ik zei dat Aardjes die een hekel hebben aan Aardjes vaak op de Maan blijven. U hebt dat niet tegengesproken. Bent u van plan op de Maan te blijven?'
De Aardeling staarde naar de punten van zijn plompe laarzen. 'Selene,' zei hij, 'ik had moeilijkheden bij het krijgen van een visum voor de Maan. Ze zeiden dat ik misschien wel te oud was voor de reis en dat ik na een zekere verblijfsperiode hier misschien niet meer in staat zou blijken naar de Aarde terug te keren. En toen heb ik hen verteld dat ik van plan was me blijvend op de Maan te vestigen.'
'En dat was geen leugen?'
'Op dat moment wist ik het zelf niet zeker. Maar nu denk ik dat ik hier zal blijven.'
'Des te meer reden om u niet te laten vertrekken, zou ik gedacht hebben!'
'Hoezo?'
'In het algemeen zijn de Aardse autoriteiten niet erg genegen om een natuurkundige voorgoed naar de Maan te laten gaan.'
De lippen van de Aardeling vertoonden een aanzet tot een glimlach. 'In dat opzicht had ik geen problemen.'
'Wel, als u een van ons wordt zou u volgens mij de sportzaal moeten bezoeken. Aardjes willen dat vaak, maar in het algemeen moedigen we het niet aan - hoewel het niet echt verboden is. Voor immigranten ligt dat anders.'
'Waarom?'
'Nou, bijvoorbeeld omdat we naakt of bijna naakt onze oefeningen doen. En waarom ook niet?' Ze klonk een beetje verongelijkt, alsof ze het zat was voor de zoveelste keer een verdedigend verhaal te moeten afsteken. 'De temperatuur wordt gereguleerd, de omgeving is helemaal schoon. Alleen als er Aardjes bij zijn krijgt die naaktheid iets ongemakkelijks. Sommige Aardelingen zijn geschokt, andere raken geprikkeld, en sommige zijn geprikkeld en geschokt. Nou, wij zijn niet van plan ter wille van hen kleren aan te trekken als we in de sportzaal bezig zijn, en ook willen we er niet voortdurend over in discussie gaan. Daarom houden we hen maar liever uit de buurt.'
'En immigranten dan?'
'Die moeten er vroeg of laat aan wennen. Uiteindelijk zullen zij hun kleren ook uittrekken. En zij hebben de sportzaal nog harder nodig dan de geboren Lunairen.'
'Ik zal eerlijk tegen je zijn, Selene. Als ik blote vrouwen zie vind ik dat ook prikkelend. Ik ben nog niet zo oud dat ik daar overheen ben.'
'Nou, wees dan maar geprikkeld,' zei ze op onverschillige toon, 'maar houd het voor u. Akkoord?'
'Moeten wij ons ook uitkleden?' Hij keek haar met geamuseerde belangstelling aan.
'Als toeschouwers? Nee. Het kan wel, maar het hoeft niet. U zou zich niet op uw gemak voelen als u daar al in dit stadium mee begon, en voor de anderen zou u nou niet direct een buitengewoon inspirerende aanblik bieden...'
'Jij bent wel openhartig, zeg!'
'Had u dan gedacht van wel? Wees eerlijk. En wat mijzelf betreft: ik wil uw persoonlijke gevoelens van geprikkeldheid niet nodeloos compliceren. Dus we kunnen maar het beste allebei onze kleren aan houden.'
'Komt er geen protest? Ik bedoel: wegens mijn komst daar, als oninspirerend Aardje?'
'Niet als ik bij u ben.'
'Vooruit dan maar, Selene. Is het ver?'
'We zijn er al. Die doorgang daar.'
'Aha, dan was je dus al de hele tijd van plan me hierheen te brengen.'
'Ik dacht dat u het wel interessant zou vinden.'
'Waarom?'
Opeens moest Selene glimlachen. 'Zo maar.'
De Aardeling schudde zijn hoofd. 'Ik begin te denken dat jij nooit "zo maar" iets denkt. Laat me eens raden. Als ik op de Maan blijf zal ik af en toe oefeningen moeten doen om mijn spieren en botten en misschien al mijn organen in conditie te houden.'
'Volkomen juist. We doen het allemaal, en de immigranten van de Aarde nog meer dan de anderen. Na verloop van tijd wordt de sportzaal een dagelijkse martelgang voor u.'
Ze gingen een deur door en de Aardeling keek verbaasd om zich heen. 'Dit is de eerste plaats hier die een beetje aan de Aarde doet denken.'
'Hoezo?'
'Omdat het zo groot is. Ik had niet gedacht dat jullie op de Maan over zo grote ruimten beschikten. Bureaus, kantoormachines, vróuwen achter de bureaus...'
'Met blote borsten,' zei Selene op ernstige toon.
'Toegegeven, dat is niet erg Aards.'
'We hebben hier ook een glijkoker, en een lift voor Aardjes. Er zijn vele verdiepingen... Wacht even.'
Ze ging naar een vrouw die achter een nabij bureau zat en sprak snel en zachtjes met haar, terwijl de Aardeling alles met welwillende nieuwsgierigheid in zich opnam.
Selene kwam terug. 'Geen probleem. En het blijkt dat we een partij kunnen meemaken. Een vrij goede wedstrijd; ik ken de teams.'
'Dit is een indrukwekkende plek. Dat meen ik.'
'Als u het nog steeds over de omvang hebt: die is lang niet groot genoeg. We hebben drie sportzalen. Dit is de grootste.'
'Het doet me in zekere zin genoegen dat jullie je in de Spartaanse omstandigheden op de Maan kunnen permitteren zo veel ruimte vrij te maken voor een frivool doel.'
'Frivool?' Het klonk alsof ze zich beledigd voelde. 'Waarom denkt u dat dit iets frivools is?'
'Partijen? Een of ander spel, neem ik aan?'
'Zo zou u het kunnen noemen. Op Aarde kan zoiets een sport zijn: tien mensen die het doen, tienduizend die toekijken. Hier op de Maan ligt dat anders. Wat voor u misschien een frivool spel is, is voor ons een noodzaak. Deze kant op. We zullen de lift nemen, al moeten we dan misschien even wachten.'
'Ik wilde je niet boos maken.'
'Ik ben ook niet boos, maar u moet wel redelijk zijn. Jullie Aardelingen hebben jullie al aan de zwaartekracht kunnen aanpassen sinds de eerste levende wezens driehonderd miljoen jaar geleden uit de zee het land op kropen. Zelfs zonder te oefenen blijven jullie daaraan gewend. Wij hebben nog in het geheel geen tijd gehad om aan de zwaartekracht van de Maan te wennen.'
'Toch zien jullie er al anders uit.'
'Als je onder de zwaartekracht van de Maan geboren en getogen bent zijn je botten en spieren natuurlijk minder ontwikkeld dan die van een Aardje, maar dat is enkel een oppervlakkig verschil. Als we oefeningen organiseren die leuk en spannend zijn heeft dat dus niets met frivoliteit te maken... Hier is de lift.'
De Aardeling deinsde even geschrokken achteruit, maar Selene zei, met nauwelijks verborgen ongeduld, alsof ze ook deze verdediging al duizend keer had moeten herhalen: 'Ik neem aan dat u me nu gaat vertellen dat het ding er uitziet als een mand van gevlochten ijzerdraad. Dat zeggen namelijk alle Aardelingen die hem gebruiken. Bij de hier heersende zwaartekracht is de constructie meer dan stevig genoeg.'
De lift zakte langzaam naar beneden. Zij waren de enigen aan boord.
'Ik neem aan dat deze lift niet vaak gebruikt wordt,' zei de Aardeling.
'Daar hebt u gelijk in,' zei Selene glimlachend. 'De glijkoker is veel meer in gebruik. En ook veel leuker.'
'Wat is dat voor iets?'
'Precies wat de naam zegt. Hier, we zijn er. We hoefden maar twee verdiepingen te zakken. Het is gewoon een verticale buis, met handgrepen in de wand, waarin je je naar beneden kunt laten vallen. We moedigen Aardjes niet aan er gebruik van te maken.'
'Te riskant?'
'Op zich niet. Je kunt ook gewoon naar beneden klimmen, als op een ladder. Maar er zijn altijd wel jongelui die zich met grote vaart naar beneden storten en Aardjes weten niet hoe ze deze moeten ontwijken. Zulke botsingen zijn nooit aangenaam. Maar u zult er te zijner tijd wel aan gewend raken... Wat u gaat zien is in feite een soort superglijkoker die speciaal voor de roekelozen gemaakt is.'
Ze leidde hem langs een ronde reling, waartegen een aantal mensen geleund stond die naar beneden keken of met elkaar praatten. Ze waren allemaal min of meer naakt. Wel droegen ze sandalen. De meesten hadden een schoudertasje om. Enkelen droegen een slipje. Een van de omstanders haalde met een spatel groen, zoetig ogend spul uit een blikje en at het op.
Bij het passeren van deze man haalde de Aardeling lichtjes zijn neus op en zei: 'Jullie zullen hier op de Maan wel een flink tandenprobleem hebben.'
'Dat is zo,' gaf Selene toe. 'Als we ooit de kans krijgen zullen we gaan selecteren op tandeloze kaken.'
'Helemaal zonder tanden?'
'Misschien niet helemaal. De snijtanden en de hoektanden zullen we mogelijk handhaven om esthetische redenen, en omdat je er af en toe nuttige dingen mee kunt doen. Ze zijn ook gemakkelijk schoon te maken. Maar wat moeten wij met onze nutteloze kiezen beginnen? Die zijn gewoon een onaangenaam restant van ons Aardse verleden.'
'Maken jullie al vorderingen in die richting?'
'Nee,' zei ze stijfjes. 'Genetische manipulatie is illegaal. Daar is de Aarde heel strikt in.'
Ze leunde nu over de reling. 'Ze noemen dit wel de speeltuin van de Maan,' zei ze.
De Aardeling keek naar beneden. Het was een grote, cilindrische schacht met gladde roze wanden, waaraan volgens een ogenschijnlijk geheel willekeurig patroon metalen stangen waren bevestigd. Hier en daar stak zo'n stang een eind de holte van de schacht in, een enkele keer tot aan de tegenoverliggende wand. De schacht was ongeveer honderddertig meter diep en een meter of vijftien in doorsnee.
Noch het speelterrein, noch de Aardeling leek iemands bijzondere belangstelling op te wekken. Sommigen hadden hem bij het langskomen onverschillig bekeken, en hun blik weer afgewend zodra ze zich een beeld hadden gevormd van zijn kleding en zijn gezicht. Enkelen hadden daarbij een nonchalant handgebaar in de richting van Selene gemaakt, maar allen hadden zich tenslotte afgewend. Het geen-belangstelling-signaal, hoe beleefd ook, had niet luider en duidelijker kunnen zijn.
De Aardeling draaide zich naar de schacht. Op de bodem zag hij kleine gestalten, kort en gedrongen omdat hij ze van boven zag. Sommigen droegen rode lapjes kleding, andere blauwe. De twee teams, nam hij aan. Kennelijk hadden die stukjes kleding een beschermende functie, want ze droegen ook allemaal handschoenen en sandalen, en beschermers rond hun knieën en ellebogen. Sommigen droegen een band om hun heupen, anderen om hun borst.
'Aha,' mompelde hij, 'mannen en vrouwen.'
'Precies,' zei Selene. 'Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig in een partij, maar het is niet de bedoeling dat lichaamsdelen gekwetst worden tijdens de val. Mannen en vrouwen verschillen van elkaar wat betreft hun uitstekende delen en de kans op verwonding. Die bedekking heeft niets te maken met preutsheid.'
'Ik geloof dat ik hier ooit iets over gelezen heb,' zei de Aardeling.
'Dat zou kunnen,' zei Selene onverschillig. 'Er dringt overigens niet veel van door. Niet dat wij bezwaar hebben, maar de Aardse regering beperkt het nieuws over de Maan graag tot het minimum.'
'Waarom, Selene?'
'U bent de Aardeling. Zegt u het maar... Onze theorie hier op de Maan is dat we de Aarde op de een of andere manier in verlegenheid brengen. Of althans de Aardse regering.'
Langs tegenover elkaar liggende delen van de cilinderwand bewogen zich nu twee personen met grote snelheid naar boven, en op de achtergrond was het geluid van een licht tromgeroffel te horen. In het begin leek het alsof de klimmers sport na sport via een ladder naar boven kwamen, maar hun snelheid nam toe, en toen ze halverwege waren raakten ze de handgrepen in het voorbijkomen nog maar even aan, met een duidelijk hoorbaar geluid als van een handklap.
'Dat zouden we op de Aarde niet zo sierlijk kunnen doen,' zei de Aardeling bewonderend. 'Of eigenlijk helemaal niet,' corrigeerde hij zichzelf.
'Dat komt niet alleen door de lage zwaartekracht,' zei Selene. 'Probeer het zelf maar eens, als u dat mocht denken. Om dit te kunnen moet je eindeloos veel uren geoefend hebben.'
De klimmers bereikten de reling en zwaaiden hun lichaam omhoog tot een handstand. Daarna voerden ze gelijktijdig een salto uit en begonnen te vallen.
'Ze kunnen zich heel snel bewegen als ze dat willen,' zei de Aardeling.
'Ja,' zei Selene, in het opklaterend applaus. 'Ik vermoed dat Aardelingen - ik bedoel de echte, die dus nooit hier op bezoek zijn geweest - bij het denken aan bewegen op de Maan een beeld voor ogen hebben van de oppervlakte en van ruimtepakken. Daar gaat het natuurlijk vaak langzaam. De massa, nog vergroot door die van het omvangrijke ruimtepak, is aanzienlijk, en dat geldt dus ook voor de bijbehorende inertie. En er is maar een geringe zwaartekracht om die inertie te overwinnen.'
'Dat klopt precies,' zei de Aardeling. 'Ik heb natuurlijk net als alle andere schoolkinderen die klassieke films van de eerste astronauten gezien. Ze bewogen zich alsof ze onder water waren. Dat beeld blijft je altijd bij, ook al weten we inmiddels wel beter.'
'Het zal u verbazen hoe snel we ons tegenwoordig met ruimtepak en al over de oppervlakte kunnen voortbewegen,' zei Selene. 'En hier, ondergronds en zonder ruimtepak, kunnen we ons even snel bewegen als op de Aarde. De kleinere bijdrage van de zwaartekracht wordt gecompenseerd door een effectief gebruik van de spieren.'
'Maar jullie kunnen ook heel traag bewegen.' De Aardeling keek naar de twee acrobaten. Ze waren snel naar boven gekomen maar gingen nu met doelbewuste traagheid naar beneden. Ze zweefden langzaam naar beneden en gebruikten de handgrepen deze keer niet om sneller te gaan maar om hun vaart te vertragen. Ze arriveerden op de bodem, en daarna kwamen er twee anderen. En weer twee. En nogmaals twee. Om en om stuurden de twee teams een paar naar boven dat staaltjes van grote virtuositeit te zien gaf.
Elk paar klom naar boven in synchrone bewegingen, en elke volgende klim en val toonde ingewikkelder patronen. Een van de paren doorkruiste de schacht van de ene kant naar de andere in parabolische bewegingen - met de top naar boven - daarbij steeds uitkomend bij de handgreep die de partner zojuist had verlaten en elkaar in het midden van de schacht steeds rakelings passerend. Dat ontlokte een luid applaus.
'Ik mis de ervaring om de finesses van de vaardigheid op hun juiste waarde te kunnen schatten,' zei de Aardeling. 'Zijn dit allemaal geboren Lunairen?'
'Dat kan niet anders,' zei Selene. 'De sportzaal staat open voor alle burgers van de Maan, en sommige immigranten zijn naar verhouding zeer vaardig. Maar voor dit niveau van virtuositeit heb je baby's nodig die hier verwekt en geboren zijn. Zij hebben de juiste fysieke eigenschappen, althans in vergelijking tot geboren Aardelingen, en zij worden van kinds af aan op de juiste manier getraind. De meeste van deze spelers zijn nog geen achttien.'
'Ik neem aan dat het gevaarlijk is, zelfs bij deze zwaartekracht?'
'Gebroken botten komen nogal eens voor. Ik geloof niet dat er ooit een dode is gevallen, maar wel is er een keer iemand verlamd geraakt na een gebroken rug. Dat was een afschuwelijk ongeluk. Ik was er zelf bij... Wacht even, nu komen de vrije oefeningen.'
'De wat?'
'Tot nu toe hebben we verplichte nummers gezien. De figuren van het klimmen en vallen waren voorgeschreven.'
Het tromgeroffel leek zachter te klinken. Een klimmer kwam naar boven en sprong plotseling naar het midden van de schacht. Hij greep zich daar met een hand vast aan een van de horizontale stangen tussen de schachtwanden, draaide er eenmaal met gestrekt lichaam omheen, en liet daarna los.
De Aardeling keek aandachtig toe. 'Opmerkelijk,' zei hij toen. 'Hij maakt die draai rond de stang precies zoals een gibbon.'
'Een wat?' vroeg Selene.
'Een gibbon. Een soort aap. In feite de enige apensoort die nog in het wild voorkomt. Ze...' Hij zag Selenes gezichtsuitdrukking en zei haastig: 'Ik bedoel het niet als een belediging, Selene! Het zijn gracieuse schepseltjes.'
'Ik heb wel eens afbeeldingen van apen gezien,' zei Selene fronsend.
'Je hebt waarschijnlijk nooit gibbons in beweging gezien... Ik geloof inderdaad dat Aardjes de Lunairen misschien "gibbons" zouden kunnen noemen, met een denigrerende bedoeling, vergelijkbaar met jullie benaming "Aardje". Maar zelf bedoel ik het zo in ieder geval niet.'
Hij leunde met beide ellebogen op de reling en bekeek de bewegingen. Het was als een ballet in de lucht. 'Hoe behandelen jullie op de Maan de immigranten van de Aarde, Selene?' vroeg hij. 'Ik bedoel de immigranten die van plan zijn hier de rest van hun leven te blijven. Ze missen de echte bekwaamheden van een Lunair en...'
'Dat maakt geen verschil. Immies zijn burgers. Er bestaat geen discriminatie. Geen legale discriminatie.'
'Wat betekent dat? Geen legale discriminatie?'
'Wel, wat u zelf al zei. Er zijn sommige dingen waartoe zij niet in staat zijn. Er zijn nu eenmaal verschillen. Hun medische problemen zijn verschillend en hun medisch verleden is meestal minder florissant. Als ze de middelbare leeftijd bereiken zien ze er... oud uit.'
De Aardeling wendde gegeneerd zijn blik af. 'Kunnen ze met elkaar trouwen? Immigranten met Lunairen, bedoel ik.'
'Zeker. Ze kunnen samen kinderen maken.'
'Ja, dat bedoelde ik.'
'Natuurlijk. Waarom zou een immigrant immers niet een stel interessante genen kunnen hebben? Hemel, mijn eigen vader was een immigrant, al ben ik van moederskant een Lunaire van de tweede generatie.'
'Ik neem aan dat je vader hierheen is gekomen toen hij nog heel... Jezus!' Hij verstijfde aan de reling en slaakte daarna een zucht van opluchting. 'Ik dacht dat hij die stang zou missen.'
'Uitgesloten,' zei Selene. 'Dat is Marco Fort. Hij vindt het leuk om zijn armen pas op het allerlaatste moment uit te steken. Eigenlijk hoort dat trouwens niet. De echte kampioenen doen het nooit. Maar... Mijn vader was tweeëntwintig toen hij arriveerde.'
'Dat lijkt me de beste weg. Nog jong genoeg om je te kunnen aanpassen, geen emotionele banden meer op de Aarde. Vanuit het standpunt van een mannelijk Aardje bezien moet het volgens mij hoogst aantrekkelijk zijn geweest een seksuele relatie te hebben met...'
'Een seksuele relatie?' Achter haar geamuseerdheid leek een oprecht gevoel van geschoktheid schuil te gaan. 'U neemt toch niet aan dat mijn vader en moeder seks met elkaar hadden? Als mijn moeder dat hoorde zou ze u grondig de les lezen!'
'Maar...'
'In het belang van iedereen gebeurde dat via kunstmatige bevruchting. Seks met een Aardeling?'
De Aardeling keek pijnlijk getroffen. 'Ik dacht dat je gezegd had dat er geen discriminatie was.'
'Dat is geen discriminatie. Dat is een kwestie van fysieke feiten. Een Aardeling kan niet goed omgaan met de zwaartekracht hier. Ook al heeft hij nog zo veel ervaring, in de roes van de passie keert hij terug tot zijn primaire reacties. Ik zou het niet willen riskeren. De stoethaspel zou zijn arm of zijn been kunnen breken, of erger nog: een van de mijne! Het kruisen van genen is één ding; seks is iets heel anders.'
'Het spijt me... Is kunstmatige bevruchting niet onwettig?'
Ze leek helemaal op te gaan in de gymnastische oefeningen.
'Dat is Marco Fore weer. Als hij nodeloos stuntwerk achterwege laat is hij in feite echt goed; en zijn zus is bijna even goed. Als ze samen optreden zijn hun bewegingen van een poëtische schoonheid. Kijk maar eens! Ze komen zo meteen bij elkaar en draaien dan om dezelfde stang heen alsof hun gestrekte lichamen niet alleen precies in eikaars verlengde liggen, maar helemaal één zijn. Hij gedraagt zich af en toe iets te opzichtig, maar op zijn spierbeheersing is niets aan te merken... Ja, kunstmatige bevruchting is in strijd met de Aardse wetten, maar het is toegestaan als er medische redenen voor zijn, en dat is natuurlijk dikwijls het geval, al is het maar pro forma.'
Alle gymnasten waren nu naar boven geklommen en hadden zich in een grote kring vlak onder de reling verzameld. Alle roden bevonden zich aan de ene kant, alle blauwen aan de andere. De toeschouwers aan de buitenkant van de reling stonden allemaal met opgestoken armen luid te applaudisseren. Ze waren inmiddels met een flink aantal.
'Jullie zouden hier eigenlijk een of andere zitgelegenheid moeten hebben,' zei de Aardeling.
'Helemaal niet. Dit is geen show. Dit zijn oefeningen. We hebben liever niet meer toeschouwers dan we hier staande aan de reling kwijt kunnen. Onze plaats is eigenlijk niet hier, maar in de schacht zelf.'
'Wil je daarmee zeggen dat jij dit soort toeren ook kunt uithalen, Selene?'
'Natuurlijk, althans min of meer. Elke Lunair kan het. Ik ben er alleen niet zo goed in als zij. Ik ben ook nooit lid geweest van een team... Nu volgt de eigenlijke partij, zoals wij dat noemen. Daarbij is iedereen vrij. Dit is het echt gevaarlijke gedeelte. Ze gaan dadelijk alle tien tegelijk naar beneden en ieder lid van het ene team zal proberen de leden van het andere team in een val te storten.'
'Een echte val?'
'Een zo echt mogelijke val.'
'Komen daarbij blessures voor?'
'Soms. Officieel wordt dit soort dingen afgekeurd. Dit wordt inderdaad gezien als een frivoliteit. Onze bevolking is niet zo groot dat we ons kunnen permitteren dat er mensen zonder enige echte noodzaak gewond raken. Toch zijn deze partijen populair, en er zijn nooit genoeg stemmen te krijgen om ze te verbieden.'
'Hoe stem je zelf, Selene?'
Selene bloosde. 'Dat doet er niet toe. Kijk maar eens!'
Het tromgeroffel was plotseling oorverdovend geworden en alle atleten schoten als pijlen naar het midden van de schacht. Daar ontstond een verwarde kluwen van lichamen, maar toen deze even later weer uiteenviel had iedereen zich een eigen, stevig uitgangspunt veroverd aan een handgreep of een stang. En toen kwam de spanning van het wachten. Iemand sprong weg naar een andere positie. Een ander volgde. De lichamen schoten als schichten door de lucht. En dan weer het afwachten. En opnieuw een reeks sprongen.
'De puntentelling is nogal ingewikkeld,' zei Selene. 'Een punt voor elke sprong, een punt voor elke aanraking. Twee punten voor het veroorzaken van een mislukte sprong, tien punten voor een gedwongen bodemlanding. Strafpunten voor allerlei overtredingen.'
'Wie houdt dt score bij?'
'Er kijken scheidsrechters mee die de voorlopige uitslag vaststellen en er worden televisiebeelden opgenomen voor het geval iemand in beroep zou willen gaan. Vaak genoeg geven zelfs die opnamen geen duidelijk uitsluitsel.'
Er klonk opeens een opgewonden kreet toen een meisje in het blauw vlak langs een jongen in het rood zoefde en hem in het voorbijgaan een luide klap op zijn heup gaf. De jongen had de klap vergeefs proberen te ontwijken; hij greep zich vast aan een handgreep in de wand, maar hij was zodanig uit balans geraakt dat hij daarbij hard zijn knie stootte.
'Had hij zijn ogen soms dicht?' vroeg Selene op verontwaardigde toon. 'Waarom zag die sukkel haar niet aankomen?'
De acties werden wilder en de Aardeling kreeg steeds meer moeite er zinvolle patronen in te herkennen. Af en toe slaagde een van de springers er niet in zijn greep te behouden. Op zulke momenten leunden alle toeschouwers over de reling alsof ze van plan waren uit puur medeleven naar beneden te springen. Op een gegeven moment werd Marco Fore bij zijn pols gegrepen en iemand riep: 'Overtreding!'
Fore miste zijn handgreep en viel. Voor Aardse begrippen was zo'n val bij Maanzwaartekracht nogal traag, en Fores lenige lichaam draaide zich in alle bochten om een van de grepen te bereiken, zonder daar echt in te slagen. De anderen keken passief toe, alsof de wedstrijd tijdens een val even werd opgeschort.
Fore viel nu vrij snel naar beneden, al had hij zijn vaart twee keer weten af te remmen zonder daarbij echter houvast te krijgen.
Hij was bijna beneden toen hij zich plotseling als een spin uitrekte en zijn rechterbeen om een uitstekende stang wist te slaan; daar bleef hij hangen, heen en weer zwaaiend, met het hoofd naar beneden, op nog geen vier meter van de bodem. Met gespreide armen wachtte hij tot het applaus was verstorven. Daarna zwaaide hij zijn lichaam op, sprong naar een handgreep aan de wand en begon met snelle bewegingen naar boven te klimmen.
'Was het een overtreding?' vroeg de Aardeling.
'Als Jean Wong hem inderdaad bij de pols heeft vastgepakt, en niet alleen een klap heeft gegeven, was het een overtreding. Maar de scheidsrechter heeft aangegeven dat het een correcte blokkering is geweest en ik denk niet dat Marco zal protesteren. Hij heeft zich veel dieper laten vallen dan nodig was geweest. Hij is verzot op dat stuntwerk in de laatste meters, maar op een dag zal hij zich misrekenen en dan zal hij zich flink bezeren... Hemeltje!'
De Aardeling keek haar geschrokken aan, maar Selenes blik was niet op hem gericht. 'Dat is iemand van het bureau van de Gevolmachtigde,' zei ze. 'Hij moet naar u op zoek zijn.'
'Waarom?'
'Ik zie niet in waarom hij hier iemand anders zou komen zoeken. U bent hier de vreemde eend in de bijt.'
'Maar er is geen reden...' begon de Aardeling.
Niettemin kwam de boodschapper, die er zelf uitzag als een Aardeling of als een immigrant van de Aarde, rechtstreeks op hem af. Hij leek zich niet op zijn gemak te voelen onder de starende blik van enkele tientallen slanke, naakte personen, die hem aankeken met een mengeling van verontwaardiging en onverschilligheid.
'Meneer,' begon hij. 'Gevolmachtigde Gottstein verzoekt u mij te willen volgen...'