2a
Dua was zich op een vage, afstandelijke manier wel bewust van de consternatie die ze bij haar Rechtser verwekte, maar haar opstandigheid werd daar alleen maar groter door.
Als een van hen naar haar toe kwam, of beiden, liep dat altijd uit op een versmelting, en ze walgde bij de gedachte. Voor Tritt bestond er niets anders, behalve de kinderen dan. Tritt wilde niets anders dan een derde en laatste kind. Voor hem hield alles uitsluitend verband met de kinderen en met het kind dat nog ontbrak. En als Tritt een versmelting eiste, dan kreeg hij zijn zin.
Als hij koppig werd, domineerde Tritt de hele triade. Hij zette dan een simpele gedachte in zijn hoofd, die hij niet meer wilde loslaten, en uiteindelijk konden Dua en Odeen dan niets anders doen dan toegeven. Maar deze keer zou ze niet meer toegeven, ze wilde het niet meer...
En ze vond ook niet dat deze gedachte haar ontrouw maakte. Ze had altijd geweten dat ze voor Tritt en Odeen nooit dezelfde intense gevoelens zou ondervinden als zij ten opzichte van elkaar koesterden. Zij kon in haar eentje versmelten. Daarentegen hadden Tritt en Odeen voor dat doel haar bemiddeling nodig. (Waarom bleek dat trouwens niet uit het niveau van haar positie binnen de triade?) Ze beleefde een hevig genot aan de drievoudige versmelting, allicht, het zou stom zijn dat te ontkennen. Maar het was een genot dat sprekend leek op wat ze voelde als ze in een rotswand doordrong, hetgeen ze af en toe stiekem deed. Voor Tritt en Odeen was dat genot echter een ervaring die ze elders nooit konden opdoen.
Nee, wacht even. Odeen kende het genot van het leren, van datgene wat hij zijn intellectuele ontwikkeling noemde. Dua had ook wel eens een spoortje van een dergelijk gevoel, genoeg om ongeveer te weten wat hij ermee bedoelde. En hoewel het anders was dan bij een versmelting, kon het gevoel in zekere zin als een surrogaat dienen - zolang Odeen tenminste geen dringende behoefte aan een echte versmelting had.
Maar niet voor Tritt. Voor hem bestonden alleen kinderen en versmeltingen. En als hij zijn beperkte geest exclusief op dat laatste fixeerde, zou Odeen toegeven, en dan zat er voor Dua ook niets anders meer op.
Op een dag had ze gerebelleerd. 'Wat gebeurt er eigenlijk als wij versmelten? Het duurt uren, soms dagen, voordat we ermee klaar zijn. Wat gebeurt er al die tijd?'
Tritt had zich daar flink over opgewonden. 'Zo gaat het nu eenmaal altijd. Het hoort gewoon zo!'
Odeen was met de situatie verlegen geweest. Hij bracht de helft van zijn leven in verlegenheid door. 'Hoor eens, Dua,' zei hij, 'het moet nu eenmaal gebeuren. Terwille van... kinderen.' Het leek alsof hij wankelde toen hij dat woord uitsprak.
'Je hoeft niet zo te trillen,' zei Dua op scherpe toon. 'We zijn allemaal volwassen en we hebben al ik weet niet hoeveel versmeltingen achter de rug en we weten allemaal dat het gedoe nodig is om kinderen te maken. Dat kun je rustig openlijk zeggen. Maar waarom neemt het zo veel tijd in beslag? Dat wil ik wel eens weten.'
'Omdat het een ingewikkeld proces is,' zei Odeen, die zijn evenwicht nog niet helemaal hervonden had. 'Omdat het energie vergt. Dua, het kost heel veel tijd om het begin van een kind te maken, en zelfs al nemen we massa's tijd voor dat doel, dan lukt het nog niet altijd. En het wordt steeds moeilijker... Niet alleen bij ons, hoor,' voegde hij er haastig aan toe.
'Moeilijker?' vroeg Tritt bezorgd, maar Odeen zei verder niets meer.
Ze kregen tenslotte een kind, een baby-Rationeel, een klein Linksertje, dat zo speels en doorzichtig was dat ze er alle drie helemaal door vertederd werden. Zelfs Odeen pakte het in zijn handen en liet het daar voortdurend van vorm veranderen, tenminste zolang Tritt hem dat toestond. Tritt was immers degene die het kind tijdens de lange draagtijd in zich had gehad en hij was ook degene die er zich van had afgescheiden op het moment van eigen levensvatbaarheid. En bovendien was Tritt degene die er dag in, dag uit voor zorgde.
Nadien was Tritt vaak niet meer bij hen, hetgeen Dua op een onbestemde manier plezier deed. Tritts obsessies ergerden haar, maar merkwaardigerwijs, die van Odeen deden haar genoegen. Ze werd zich in toenemende mate bewust van zijn... belangrijkheid. Rationelen hadden iets in zich waardoor het mogelijk was dat ze vragen beantwoordden, en om de een of andere reden had Dua voortdurend vragen voor hem. Hij toonde een grotere bereidheid ze te beantwoorden als Tritt niet in de buurt was.
'Waarom duurt het toch zo lang, Odeen? Ik heb er een hekel aan dat ik tijdens een versmelting soms dagenlang niet weet wat er allemaal gebeurt.'
'We zijn volkomen veilig, Dua,' zei Odeen op overredende toon. 'Hoor eens, er is ons toch nooit iets overkomen ? En je hebt toch ook nooit gehoord dat er een andere triade iets is overkomen? Of wel soms? Bovendien behoor jij geen vragen te stellen.'
'Omdat ik een Emotioneel ben? Omdat de andere Emotionelen geen vragen stellen? Ik kan de andere Emotionelen absoluut niet uitstaan, als je het graag wilt weten, en ik wil wél vragen stellen!'
Ze besefte heel goed dat Odeen haar bekeek alsof hij nog nooit van zijn leven zoiets aantrekkelijks had gezien, en dat er onmiddellijk een versmelting zou zijn begonnen als Tritt in de buurt was geweest. Ze verdunde haar lichaamsmaterie nog een beetje, niet veel, net genoeg om zichtbaar te zijn - en dat was opzettelijke koketterie.
'Maar misschien begrijp je niet helemaal wat er allemaal aan vastzit, Dua,' zei Odeen. 'Er is heel veel energie nodig om een nieuw sprankje leven te wekken.'
'Energie, dat woord heb je vaak genoeg gebruikt. Wat is het eigenlijk? Exact, graag.'
'Wel, datgene wat we eten.'
'Waarom zeg je dan niet gewoon "voedsel"?'
'Omdat voedsel en energie niet helemaal hetzelfde zijn. Ons voedsel komt van de zon en het is een vorm van energie, maar er zijn ook andere vormen van energie dan voedsel alleen. Als wij eten moeten we ons zo breed mogelijk maken en het licht absorberen. Dat is het moeilijkst voor de Emotionelen, want hun lichamen zijn het meest transparant. Dat wil zeggen dat het licht de neiging heeft er doorheen te gaan en niet geabsorbeerd te worden...'
Het was heerlijk dat het haar werd uitgelegd, vond Dua. Ze begreep heel goed wat haar verteld werd, al onthield ze niet altijd de juiste woorden, de lange wetenschappelijke termen die Odeen kende. En alles wat er om haar heen gebeurde kreeg er meer helderheid en betekenis door.
Nu ze volwassen was, en niet meer bang voor kinderlijke plagerijen, en bovendien het prestige genoot tot de triade van Odeen te behoren, probeerde ze af en toe mee te zwermen met andere Emotionelen, en de drukte en het gekwetter om haar heen te verdragen. Tenslotte had ze van tijd tot tijd best trek in een wat steviger maaltijd dan haar gewone rantsoen; dat kwam trouwens ook de versmelting ten goede. Het was best leuk - soms bespeurde ze zelfs het genot dat de anderen eraan ontleenden - je vrijelijk, in allerlei ongeremde gedaanten in het zonlicht te wentelen, en je dan weer behaaglijk samen te trekken en in te dikken om door je grotere dichtheid doelmatiger de warmte te absorberen.
Toch was Dua na een klein poosje altijd al tevreden, terwijl de anderen er nooit genoeg van leken te krijgen. Ze gaven blijk van een gedachteloze gulzigheid die Dua niet tot de hare kon maken en die ze op de duur ook niet meer kon aanzien.
Dat was de reden waarom de Rationelen en de Ouderlingen maar zo zelden aan de oppervlakte kwamen. Hun lichaamsdichtheid maakte het mogelijk snel te eten en dan weer te vertrekken. Emotionelen bleven uren in het zonlicht rondhangen, want niet alleen aten ze langzamer, maar bovendien hadden ze meer energie nodig dan de anderen - althans voor een versmelting.
De Emotioneel zorgde voor de energie, had Odeen haar uitgelegd (zozeer trillend, dat zijn signalen maar nauwelijks te begrijpen waren geweest), de Rationeel voor het zaad, en de Ouderling voor de broedplaats.
Toen Dua dit eenmaal begrepen had, begon haar afkeuring bij het zien van de manier waarop de andere Emotionelen het zonlicht naar binnen schrokten, zich te vermengen met een zekere geamuseerdheid. Aangezien zij nooit vragen stelden, wisten ze zelf natuurlijk volstrekt niet waarom ze dat deden, en hadden ze geen flauw idee van de lichtelijk obscene kant van hun gretige verdikkingen, of van hun opgewonden getetter als ze tenslotte naar beneden gingen - ongetwijfeld op weg naar een lekker potje versmelten, rijk voorzien van verse energie.
Ze kon nu ook Tritts ergernis verdragen als ze weer eens naar beneden kwam zonder die half doorzichtige zwellingen die bewezen dat ze zich flink had opgeladen. Maar wat hadden ze eigenlijk te klagen? Zij was ijl genoeg om hen in staat te stellen vlot met elkaar te versmelten. Misschien niet zo klef en hartstochtelijk als in andere triaden de gewoonte was, maar het ging nu eenmaal om de etherische kant van de zaak, daar was ze ten volle van overtuigd. En de kleine Linkser en de kleine Rechtser waren er toch gekomen, of niet soms?
Natuurlijk was de baby-Emotioneel, de kleine Middelster, het tere punt. Deze vereiste meer energie dan de andere twee, en Dua had steeds te weinig.
Zelfs Odeen begon er opmerkingen over te maken. 'Je krijgt niet genoeg zonlicht, Dua.'
'Jawel, heus wel,' zei Dua vlug.
'De triade van Genia,' zei Odeen, 'is dezer dagen aan een Emotioneel begonnen.'
Dua had een hekel aan Genia. Altijd gehad. Zelfs als je rekening hield met de normen die in dit opzicht voor Emotionelen golden, was Genia een uitgesproken leeghoofdig exemplaar.
'Daar zal ze dan wel flink over opscheppen, denk ik,' zei Dua hooghartig. 'Ze heeft geen gevoel voor subtiliteit. Ik wed dat ze zegt: "Ik zou het eigenlijk niet moeten vertellen, mijn beste, maar je raadt nooit wat mijn Linkser en mijn Rechtser en ik samen hebben klaargespeeld..." Ze deed Genia's vibrerende manier van signalen geven met dodelijke trefzekerheid na, en Odeen was geamuseerd.
'Genia mag dan een domkop wezen,' zei hij echter, 'maar zij heeft tenminste een kleine Emotioneel in de maak, en Tritt is helemaal van slag. Wij zijn er al veel langer mee bezig dan zij en...'
Dua draaide zich van hem vandaan. 'Ik neem alle zonlicht tot me dat ik kan verdragen. Ik ga zo lang door tot ik me bijna niet meer kan bewegen. Ik zou niet weten wat ik verder nog moest doen.'
'Word nou niet boos,' zei Odeen. 'Ik heb Tritt beloofd dat ik met je zou praten. Hij denkt dat je naar mij luistert...'
'Nou, Tritt vindt het alleen maar raar dat jij wetenschappelijke dingen aan mij uitlegt. Dat begrijpt hij gewoon niet, weet je... Wil jij een Middelster zoals iedereen er een heeft?'
'Nee,' zei Odeen op ernstige toon. 'Jij bent niet zoals de anderen, en daar ben ik blij om. En als je belangstelling hebt voor Rationele praatjes, laat mij je dan eens iets uitleggen. De zon verschaft ons niet meer zo veel voedsel als in de oude tijden. De energie van het licht is veel kleiner geworden, en daardoor is het nodig dat we er langer in blijven. Het geboortencijfer wordt al generaties lang lager en de wereldbevolking is nog maar een fractie van wat ze vroeger was.'
'Dat kan ik ook niet helpen,' zei Dua uitdagend.
'De Hardheren kunnen er misschien iets aan doen. Hun aantal is trouwens ook sterk afgenomen...'
'Gaan zij over?' Dua's belangstelling was plotseling gewekt. Zij had altijd gedacht dat ze op de een of andere manier onsterfelijk waren, dat ze niet geboren werden en dat ze ook niet dood gingen. Wie had bijvoorbeeld ooit de baby van een Hardheer gezien? Ze hadden geen baby's. Ze deden niet aan versmelting. Ze aten niet.
'Ik neem aan dat ze overgaan,' zei Odeen peinzend. 'Tegenover mij praten ze nooit over zichzelf. Ik weet niet eens precies hoe ze eten, al moeten ze dat natuurlijk wel doen. En geboren worden. Er is nu bijvoorbeeld een nieuweling. Ik heb hem nog niet gezien... Maar goed, vergeet het maar. Waar het om gaat, is dat zij een kunstmatige vorm van voedsel hebben ontwikkeld...'
'Dat weet ik,' zei Dua. 'Die heb ik geproefd.'
'O ja? Dat wist ik niet!'
'Een stel van de Emotionelen had het erover. Ze zeiden dat een Hardheer vrijwilligers vroeg om te proeven, maar die stomme meiden waren allemaal bang. Ze zeiden dat ze er waarschijnlijk blijvend hard van zouden worden en nooit meer aan een versmelting zouden kunnen meedoen.'
'Dat is onzin,' riep Odeen heftig.
'Dat weet ik. Daarom meldde ik mij als vrijwilligster. Toen hadden ze niets meer te zeggen. Ze zijn echt niet te harden, Odeen, wil je dat wel geloven?'
'En hoe smaakte het?'
'Afschuwelijk,' zei Dua vol overtuiging. 'Scherp en bitter. Dat heb ik de andere Emotionelen natuurlijk niet verteld.'
'Ik heb het ook geproefd,' zei Odeen. 'Zo beroerd was het nou ook weer niet.'
'Rationelen en Ouderlingen kan het niet schelen hoe hun voedsel smaakt.'
'Het is nog maar de experimentele fase,' zei Odeen. 'Ze zijn druk aan het werk om verbeteringen aan te brengen, de Hardheren, bedoel ik. In het bijzonder Estwald - dat is degene die ik zojuist bedoelde, de nieuweling die ik nog niet heb ontmoet - is ermee bezig. Losten maakt af en toe melding van hem alsof hij iets heel bijzonders is, een groot geleerde.'
'Hoe komt het dat je hem nooit hebt gezien?'
'Ik ben maar een Zachte. Je denkt toch niet dat ze mij alles vertellen en alles laten zien, is het wel? Op een dag zal ik hem heus nog te zien krijgen. Hij heeft een nieuwe bron van energie ontwikkeld die ons allemaal misschien toch nog kan redden...'
'Ik wil geen kunstmatig voedsel,' zei Dua. En ze was abrupt bij Odeen weggegaan.
Dat was nog niet zo lang geleden geweest, en Odeen had sindsdien de naam Estwald niet meer genoemd, maar ze wist dat het een keer zou gebeuren, en daarover piekerde ze hier in het licht van de zonsondergang.
Ze had het kunstmatige voedsel die keer met haar eigen ogen gezien: een gloeiende lichtbol, als een kleine zon, in een grot die door de Hardheren speciaal voor dat doel was ingericht. Ze kon de bittere smaak nog steeds proeven.
Zouden ze die kunnen verbeteren? Zouden ze er iets smakelijks van kunnen maken? Iets lekkers zelfs? En zou zij het dan moeten eten en zich zozeer moeten volproppen dat ze onweerstaanbaar veel zin kreeg in een versmelting?
Ze vreesde begeerten die zichzelf opriepen. Het was iets heel anders als de begeerte werd opgewekt door de heftige en gecombineerde uitlokking door de Linkser en de Rechtser. Als de begeerte zichzelf in het leven riep, zou zij ertoe worden gebracht een begin te maken met een kleine Middelster. En... en daar had ze absoluut geen trek in!
Het had lang geduurd voordat ze zichzelf de waarheid wilde bekennen. Ze wilde niet aan het maken van een Emotioneel beginnen! Wanneer de drie kinderen allemaal geboren waren zou onherroepelijk de tijd komen dat ze moest overgaan, en dat wilde ze niet. Ze herinnerde zich nog goed de dag waarop haar Ouderling haar voor altijd had verlaten, en die ervaring wilde ze niet nogmaals meemaken. Dat had ze zich vast voorgenomen.
En andere Emotionelen stonden daar niet bij stil omdat ze zo leeghoofdig waren dat ze helemaal nergens over nadachten, maar zij was anders. Zij had een afwijkende geaardheid, zij was die rare Link-Emo- want zo hadden ze haar genoemd. Welnu, ze zou zich afwijkend gedragen, reken maar! Zolang ze dat derde kind niet had, zou ze niet overgaan. Ze zou blijven leven.
Ze zou dat derde kind niet krijgen. Nooit. Nooit!
Maar hoe kon ze voor uitstel blijven zorgen? Hoe kon ze voorkomen dat Odeen er achter kwam? En wat zou er gebeuren als hij dat deed?