5

 

Hun werk van een jaar had echter maar buitengewoon weinig opgeleverd. Er waren uiteindelijk berichten naar de andere kant gestuurd, en er waren ook berichten teruggekomen. Niets.

'Raad dan eens iets!' had Lamont tegen Bronowski gezegd, ongeduldig geworden. 'Elke wilde gok is goed. Probeer hen maar eens uit!'

'Dat is precies waar ik mee bezig ben, Pete. Waarom doe je zo opgejaagd? De Etruskische teksten hebben me twaalf jaar tijd gekost. Denk je dat deze klus sneller kan?'

'Lieve hemel, Mike, we kunnen niet twaalf jaar bezig blijven!'

'Waarom niet? Hoor eens, Pete, het is me niet ontgaan dat je houding veranderd is. De laatste paar maanden viel er geen land met jou te bezeilen. Ik dacht dat het vanaf het begin duidelijk was dat dit werk tijd vergt en dat we geduld moeten hebben. Ik dacht dat je begrepen had dat ik ook nog mijn dagelijkse verplichtingen aan de universiteit heb. Kijk eens, ik heb het je nu al verschillende keren gevraagd. Laat ik het nog maar eens vragen. Waarom heb je opeens zo.n haast?'

'Omdat ik haast heb,' antwoordde Lamont kortaf. 'Omdat ik vorderingen wil zien.'

'Gefeliciteerd,' zei Bronowski droogjes, 'dat is precies wat ikzelf ook wil. Hoor eens, je verwacht toch niet dat je binnenkort zult sterven, is het wel? De dokter heeft je toch niet meegedeeld dat je een dodelijke ziekte onder de leden hebt?'

'Nee, nee,' gromde Lamont.

'Wat dan wel?'

'Dat doet er niet toe,' zei Lamont en hij haastte zich weg.

Toen hij destijds Bronowski benaderde om hulp, hadden Lamonts grieven zich beperkt tot Hallams kleingeestige gekwetstheid bij de suggestie dat de para-mensen intelligenter waren dan de mensen. Om die reden, en uitsluitend om die reden, wilde Lamont met resultaten voor de dag komen. Iets anders beoogde hij niet - toen niet.

Maar in de loop van de volgende maanden was hij overal tegen blinde muren aangelopen. Zijn verzoeken om apparatuur, om technische hulp, om computertijd werden eindeloos traag afgehandeld. Aangevraagd reisgeld werd hem geweigerd. Zijn opmerkingen tijdens teambesprekingen werden systematisch genegeerd.

De druppel die de emmer deed overlopen was de benoeming van Henry Garrison in een adviseursfunctie met veel prestige die, volgens de usances, aan Lamont had moeten toevallen. Garrison was niet alleen in dienstjaren zijn mindere, maar beslist ook in zijn wetenschappelijke kwaliteiten. Op dat moment werd Lamonts wrok zo gigantisch dat hij er niet meer mee wilde volstaan enkel zijn gelijk te bewijzen. Hij wenste nu Hallam te vernietigen, hem volledig de grond in te boren.

Die begeerte werd elke dag, bijna elk uur versterkt door de onmiskenbare houding van alle andere medewerkers van het Pompstation. Lamonts irritante persoonlijkheid wekte bij de meesten weinig sympathie, hoewel deze ook weer niet geheel en al ontbrak.

Garrison zelf was verlegen met de situatie. Hij was een kalme, beminnelijke jongeman die nooit moeilijkheden wenste en die nu in de deuropening van Lamonts laboratorium stond met een duidelijke uitdrukking van bezorgdheid op zijn gezicht.

'Hallo, Pete,' zei hij, 'kan ik even met je praten?'

'Zo lang je maar wilt,' zei Lamont. Hij fronste zijn wenkbrauwen en vermeed Garrison rechtstreeks aan te kijken.

Garrison kwam binnen en ging zitten. 'Pete,' zei hij, 'ik kan de benoeming niet weigeren, maar ik wil graag dat je weet dat ik er niet achteraan heb gezeten. Het was voor mij een complete verrassing.'

'Wie zegt dat je het moet weigeren? Mij kan het geen zak schelen.'

'Pete, hier zit Hallam achter. Als ik weigerde, zou iemand anders worden benoemd. Niet jij. Wat heb je die ouwe aangedaan?'

Lamont ging pal voor Garrison staan. 'Wat vind jij eigenlijk van Hallam? Wat voor man is dat volgens jou?'

Garrison werd door de vraag verrast. Hij tuitte zijn lippen en wreef langs zijn neus. 'Nou...' zei hij, maar er kwam verder niets.

'Een groot man? Een briljante geleerde? Een inspirerende leidersfiguur?'

'Nou...'

'Dan zal ik het je eens vertellen. De man is namaak! Hij is een bedrieger! Hij heeft een reputatie en een positie verworven en daar klampt hij zich nu in paniek aan vast. Hij weet dat ik hem doorheb. Dat is de reden waarom hij zich tegen mij keert.'

Garrison produceerde een ongemakkelijk lachje. 'Je bent toch zeker niet naar hem toe gegaan om hem recht in het gezicht...'

'Nee, ik heb zoiets nooit rechtstreeks tegen hem gezegd,' zei Lamont op onheilspellende toon, 'maar op een goede dag zal ik dat wél doen. Maar hij wéét het. Ook al zeg ik niets, hij weet dat ik de enige persoon ben die hij nooit ofte nimmer voor de gek kan houden.'

'Maar wat heb je eraan, Pete, hem dat te laten weten? Ik zeg niet dat ik vind dat hij het grootste licht van de wereld is, begrijp me goed, maar wat schiet je ermee op als je dat overal rondbazuint? Je kunt beter wat stroop smeren. Hij kan je carrière maken en breken.'

'O ja? Ik kan zijn reputatie maken en breken. Ik ga hem ontmaskeren. Ik zorg dat hij van zijn voetstuk stort.'

'Hoe?'

'Dat is mijn zaak!' riep Lamont, die op dat moment nog geen flauw idee had hoe hij het moest aanpakken.

'Belachelijk,' zei Garrison. 'Dat kun je nooit winnen. Hij zal je compleet vernietigen. Hij is dan wel geen Einstein of Oppenheimer, maar in de ogen van het hele wereldpubliek steekt hij met kop en schouders boven dat tweetal uit. Voor twee miljard mensen is hij tenslotte de Vader van de Elektronenpomp en je zult hem op geen enkele manier schade kunnen toebrengen zolang die Pomp zo'n beetje het paradijs op aarde brengt! Dat is de realiteit. Hallam is gewoon onaantastbaar en jij bent gek als je denkt dat het niet zo is. Wat kan het jou verdommen, Pete! Zeg hem gewoon dat hij de grootste is en bak zoete broodjes. Of wil je een tweede Denison worden?'

'Ik zal je eens wat vertellen, Henry,' zei Lamont, die plotseling woedend was geworden. 'Als jij je nou eens alleen met je eigen zaakjes bemoeide?'

Garrison stond abrupt op en vertrok zonder nog een woord te zeggen. Lamont had er een nieuwe vijand bij. Of in elk geval had hij opnieuw een vriend verloren. Die prijs was echter niet te hoog, vond hij bij nader inzien, voor die éne opmerking van Garrison die de bal van richting had veranderd.

'Zolang de Elektronenpomp zo'n beetje het paradijs op aarde brengt is Hallam onaantastbaar.' Dat was de kern van Garrisons verhaal geweest.

Die opmerking bleef door zijn geest spelen. Voor het eerst verplaatste Lamont zijn aandacht van Hallam naar de Elektronenpomp.

Was de Elektronenpomp de sleutel tot het aardse paradijs? Of zat er misschien ergens een welgeschapen adder onder het gras?

Alles had altijd ook een donkere kant, dat had de geschiedenis wel geleerd. Wat was de donkere kant van de Elektronenpomp?

Lamont kende de geschiedenis van de para-theorie goed genoeg om te weten dat er wel degelijk onderzoek was verricht naar een eventuele 'keerzijde' van de Elektronenpomp. Toen voor het eerst bekend werd gemaakt dat het uiteindelijke effect van de Pomp zou zijn dat er elektronen vanuit dit universum zouden verdwijnen naar het para-universum, waren er genoeg geweest die meteen hadden gevraagd: 'En wat gebeurt er als alle elektronen op zijn?'

Die vraag was gemakkelijk te beantwoorden geweest. Zelfs als de Pompen op volle capaciteit werkten, zou de elektronenvoorraad op zijn minst toereikend zijn voor de eerstkomende triljoen triljoen jaren. Het hele universum - vermoedelijk gold dat ook voor het para-universum - zou binnen een fractie van die tijd al lang en breed verdwenen zijn.

De volgende vraag die zich voordeed was ingewikkelder. Het was natuurlijk onmogelijk alle elektronen naar gindse zijde te pompen. Naarmate er meer elektronen werden overgepompt, zou het para-universum een hogere negatieve lading krijgen en het universum zelf positiever worden. Naarmate dit verschil in lading toenam, zou het van jaar tot jaar moeilijker worden nieuwe elektronen dat negatief geladen geheel in te pompen. In feite werden er uiteraard neutrale, op zichzelf niet geladen atomen overgebracht, maar tijdens dat proces zorgde de verstoring van de elektronenbanen in die atomen voor een feitelijke elektrische lading die nog enorm toenam als gevolg van de radioactieve straling in de volgende fase van het proces.

Als deze elektrische ladingen geconcentreerd zouden blijven op de plek waar het feitelijke pompen plaatsvond, zou het effect van de uit hun banen gestoten elektronen het gehele pompproces al gauw onmogelijk maken, maar natuurlijk verspreidde die lading zich over de gehele wereld. Bij het ontwerpen van de pompen en het berekenen van de effecten was met dat gegeven rekening gehouden.

De toenemende positieve lading van de aarde leidde er wel toe dat de in het algemeen eveneens positief geladen zonnewinden steeds verder bij de planeet vandaan bleven, met als gevolg dat de magneto-sfeer zich uitbreidde. Dank zij het werk van McFarland (volgens Lamont de eigenlijke vader van de Geniale Flits) kon worden bewezen dat er een definitief evenwicht zou ontstaan naarmate de zonnewinden een groter aantal van de positief geladen deeltjes die door het aardoppervlak werden uitgestoten zouden wegvagen naar de hogere exosfeer. Naarmate er intensiever gepompt werd en naarmate er meer Pompen in werking werden gesteld, nam de positieve lading van de aarde toe en breidde de magnetosfeer zich enkele kilometers uit. Die veranderingen waren echter betrekkelijk marginaal, en uiteindelijk werd de positieve lading door de zonnewinden als het ware weggeveegd en verspreid tot in de verste hoeken van het zonnestelsel.

Maar dan nog. Zelfs bij een optimale diffusie van de lading over het aardoppervlak zou het lokale verschil in lading tussen het universum en het para-universum op een gegeven moment zo groot worden, dat overpompen niet meer mogelijk zou zijn. Dat zou minder lang duren dan een eventueel opraken van de elektronenvoorraad - ongeveer een triljoenste van een triljoenste van die tijd.

Dat kwam er echter op neer dat het pompen in elk geval ongeveer één triljoen jaar zou kunnen doorgaan. Je zou kunnen zeggen: slechts een triljoen jaar, maar het was genoeg. Meer was niet nodig. De mensheid zou het zo lang op geen stukken na uithouden, en het zonnestelsel al evenmin. En als de mens (of zijn opvolger dan wel vervanger) er tóch in zou slagen het zo lang uit te zingen, zouden ze ongetwijfeld iets weten te bedenken om de situatie bij te stellen. In een triljoen jaar kun je een heleboel dingen bedenken.

Dat kon Lamont niet ontkennen.

Maar vervolgens dacht hij aan iets anders, een denkbeeld waarvan hij zich nog goed herinnerde dat Hallam het er zelf over had gehad in een van de artikelen die hij had geschreven voor de populaire bladen. Niet zonder tegenzin zocht hij het artikel op. Het was van belang te weten wat Hallam hierover had opgemerkt voordat hijzelf nader op de kwestie zou ingaan.

Het artikel bevatte onder meer deze passage: 'Wegens de bij ons alom aanwezige zwaartekracht zijn wij het woord "bergaf" gaan associëren met het type onvermijdelijke verandering dat we kunnen gebruiken om energie te produceren van de soort die we kunnen omzetten in nuttige arbeid. Naar beneden stromend water deed in vroeger eeuwen raderen draaien die vervolgens op hun beurt pompen en generatoren aandreven. Maar wat gebeurt er als alle water beneden is geraakt?

Er kan pas verder worden gewerkt als het water weer naar boven is gebracht - en dat vergt arbeid. Feitelijk vergt het zelfs meer arbeid dan we ervoor terugkrijgen wanneer we het weer bergaf laten stromen. Per saldo werken we met verlies van energie, maar gelukkig doet de zon dat werk voor ons. Zij zorgt ervoor dat de zee verdampt, zodat de waterdamp tot hoog in de atmosfeer opstijgt, daar wolken vormt, en uiteindelijk in de vorm van regen of sneeuw naar beneden komt. Het vocht doordrenkt de aarde, voedt bronnen en rivieren, en zorgt ervoor dat er eeuwig water bergaf blijft stromen.

Maar niet helemaal letterlijk voor eeuwig. De zon kan alleen maar waterdamp maken omdat ook zij, uit een oogpunt van kernenergie gezien, 'bergaf stroomt'. Dat gaat veel sneller dan welke aardse rivier ook, en op veel grotere schaal, en als die hele energiestroom naar beneden is gevloeid kunnen wij het reservoir met geen mogelijkheid meer naar boven pompen.

Alle energiebronnen in ons universum stromen bergaf. Daar kunnen we niets tegen doen. Alles stroomt in een eenrichtingverkeer bergaf, en we kunnen alleen maar een tijdelijke beweging bergopwaarts forceren door gebruik te maken van een grotere bergafwaartse kracht in de nabijheid. Als we een energiebron willen hebben met eeuwig rendement, moeten we een weg zien te vinden die in beide richtingen bergaf voert. Dat is een paradox in ons universum, immers: wat in de ene richting bergaf gaat moet logischerwijs in de andere richting bergop leiden.

Maar moeten wij ons hierbij beperken tot ons eigen universum? Denk eens aan het para-universum. Dat heeft eveneens wegen, en ook die wegen gaan bergop in de ene richting en bergaf in de andere. Die wegen zijn echter niet identiek aan de onze. Het is mogelijk een weg te vinden van het para-universum naar het onze die ginds bergaf voert, maar die hier, als we de juiste aansluiting tussen de universa hebben gevonden, wederom bergaf gaat - en wel omdat de twee universa verschillende natuurwetten hebben.

De Elektronenpomp is zo'n voorbeeld van een weg die in beide richtingen bergaf gaat. De Elektronenpomp...'

Lamont keek nog eens naar de titel van het stuk: 'De weg die in beide richtingen bergaf gaat'.

Hij begon na te denken. Hij was uiteraard vertrouwd met het concept zelf en de thermodynamische gevolgen ervan. Maar waarom zou hij de vooronderstellingen als zodanig niet eens onder de loep nemen? Die waren altijd het zwakste punt van een theorie. Als de vooronderstellingen, die per definitie werden geacht juist te zijn, nu eens fout waren? Wat zouden de gevolgtrekkingen zijn als hij nu eens uitging van andere vooronderstellingen? Tegengestelde uitkomsten?

Hij begon op goed geluk te zoeken, maar binnen een maand had hij het gevoel dat elke man van de wetenschap meteen in zichzelf herkent: de sensatie dat alle stukjes en beetjes opeens op hun plaats vallen, als in een legpuzzel, en dat er voor elke vraag opeens een antwoord is... Het was het gevoel van de Waarheid.

En vanaf dat ogenblik was hij Bronowski sterker onder druk gaan zetten.

Op een dag zei hij: 'Ik ga Hallam weer opzoeken.'

Bronowski trok zijn wenkbrauwen op. 'Waarom?'

'Om te zorgen dat hij mij de deur wijst.'

'Ja, zo ken ik je wel, Pete. Jij voelt je ongelukkig als je problemen niet zo groot mogelijk zijn.'

'Je begrijpt me verkeerd. Het is heel belangrijk dat hij nu weigert naar mij te luisteren. Ik wil niet dat hij achteraf kan zeggen dat ik hem nergens in heb gekend. Dat hij van niets wist.'

'Niets van wát? Van de vertaling van de para-symbolen? Die is er nog niet. Wees nou niet overhaast, Pete.'

'Nee, nee, het gaat om iets anders.' Meer wilde hij niet loslaten.

Hallam maakte het Lamont niet gemakkelijk. Het duurde weken voor hij even tijd kon vrijmaken om de jongere man te ontvangen. Lamont van zijn kant was niet van plan het voor Hallam gemakkelijk te maken. Hij kwam met opgestoken zeilen Hallams kantoor binnen, een en al alerte ijzigheid. Hallam wachtte hem op met een strak gezicht en een norse blik in zijn ogen.

'Wat is dat voor crisis, waar je het over hebt?' vroeg hij kortaf.

'Er is mij iets duidelijk geworden, meneer,' zei Lamont met vlakke stem, 'naar aanleiding van een van uw artikelen.'

'Zo?' En meteen daarna: 'Welk?'

'Dat was "De weg die in beide richtingen bergaf gaat". U hebt het gepubliceerd in Teen-age Life, meneer.'

'En wat is daarmee?'

'Ik geloof niet dat de Elektronenpomp in beide richtingen bergaf gaat, als ik uw metafoor mag gebruiken, meneer, welke, naar me is gebleken, niet een geheel accurate weergave is van de Tweede Wet van de Thermodynamica.'

Hallam fronste zijn wenkbrauwen. 'Wat bedoel je precies?'

'Ik kan dat het beste uitleggen, meneer, door de veldvergelijkingen voor de twee universa op te schrijven, meneer, en aan de hand daarvan een interactie te laten zien die tot nu toe geen aandacht heeft gekregen - helaas, naar mijn mening.'

Onder het uitspreken van die woorden begaf Lamont zich snel naar de computerterminal en toetste daar vliegensvlug de vergelijkingen in, ondertussen doorpratend.

Lamont wist dat Hallam door deze manier van optreden vernederd en geërgerd zou worden aangezien hij de wiskundige bewijsvoering niet kon volgen. Dat had Lamont bewust zo gepland.

'Hoor eens, jongeman,' gromde Hallam, 'ik heb nu geen tijd voor een diepgaande discussie over aspecten van de para-theorie. Je kunt me een uitgebreid rapport sturen, maar als je in het kort kunt samenvatten wat je dwars zit, heb je daar nu even de gelegenheid voor.'

Lamont verwijderde zich van het werkstation. Er lag een onmiskenbare uitdrukking van verachting op zijn gezicht. Hij zei: 'Zoals u wilt. De Tweede Wet van de Thermodynamica beschrijft een proces waarin extremiteiten noodzakelijkerwijs worden geneutraliseerd. Het is niet zo dat water bergaf stroomt. Wat in feite gebeurt is dat extremiteiten in zwaartekrachtpotenties worden genivelleerd. Onder invloed van ondergrondse krachten kan water ook best naar boven opborrelen. We kunnen arbeidskracht ontlenen aan de confrontatie van twee verschillende temperatuurniveaus, maar het eind van het liedje is dat de temperatuur zich stabiliseert op een gemiddeld niveau. Het hete lichaam koelt af en het koude lichaam wordt warmer. Zowel de afkoeling als de verhitting zijn gelijkwaardige aspecten van de Tweede Wet, en onder de juiste omstandigheden zijn ze beide even vanzelfsprekend.'

'Ik ben op de hoogte van de beginselen van de thermodynamica, jongeman. Wat wil je nu eigenlijk? Ik heb maar heel weinig tijd.'

Zonder de klank van zijn stem te veranderen en zonder zich gehaast te tonen zei Lamont: 'De arbeid die de Elektronenpomp verricht is de resultante van een neutralisering of nivellering van extremiteiten. In dit geval zijn die extremiteiten de natuurwetten van de twee universa. De condities die aan deze natuurwetten ten grondslag liggen - welke condities dat ook mogen wezen - lopen nu van het ene universum over in het andere. Het eindresultaat van dit hele proces zal zijn dat de twee universa identieke natuurwetten hebben - een gemiddelde tussen de twee oorspronkelijke stelsels van natuurwetten. Aangezien dit zal leiden tot onbekende, maar ongetwijfeld drastische veranderingen in dit universum, lijkt het mij dat serieus moet worden overwogen de Pompen stil te leggen en met het hele project te stoppen.'

Lamont had verwacht dat Hallam na deze woorden zou exploderen en elke verdere uitleg onmogelijk zou maken. Hallam stelde hem in die verwachting niet teleur. Hij sprong op uit zijn stoel, die omviel. Hij gaf een trap tegen de stoel en deed een paar stappen tot hij pal voor Lamont stond.

Lamont schoof zijn eigen stoel snel naar achteren en ging voor de zekerheid ook maar staan.

'Jij idioot,' schreeuwde Hallam, die van woede bijna niet uit zijn woorden kon komen. 'Dacht je soms dat niet iedere medewerker van dit station terdege op de hoogte is van de nivellering van de twee stelsels van natuurwetten? Moet je hier mijn tijd verspillen door me iets te vertellen dat ik al wist toen jij nog niet eens kon lezen? Maak dat je wegkomt! En als je soms je ontslag zou willen vragen, het is bij voorbaat toegestaan!'

Lamont ging weg. Hij had precies bereikt wat hij had willen bereiken, maar niettemin was hij furieus over de manier waarop Hallam hem had behandeld.