6 (vervolg)
Bronowski viste een appel op uit zijn ruime jaszak en nam een hap. 'Goed, jij bent Hallam wezen opzoeken en die heeft je, conform de verwachtingen, vierkant de deur uitgegooid. Wat nu?'
'Ik heb nog geen definitief besluit genomen. Maar wat het ook wordt: ik zal ervoor zorgen dat hij op zijn vette achterste terechtkomt! Ik heb al eens eerder mijn opwachting bij hem gemaakt, moet je weten. Jaren geleden, toen ik nog maar pas hier was. En dacht dat hij een groot man was. Een grootheid... Het is de grootste schurk in de geschiedenis van de wetenschap. Hij heeft de geschiedenis van de Pomp van a tot z herschreven, weet je. Hier...' Lamont tikte tegen zijn slaap. 'Hij hecht geloof aan zijn eigen fantasietjes en bewaakt ze met een ziekelijke jaloezie. Hij is een pygmee met maar één enkel talent: het vermogen anderen wijs te maken dat hij een reus is.'
Lamont keek naar Bronowski's open en kalme gezicht, dat op dit ogenblik geamuseerdheid uitstraalde, en dwong zichzelf tot een lachje. 'Nou ja, zulke tirades helpen ons ook geen stap verder. En bovendien heb ik het je allemaal al eens eerder verteld.'
'Dikwijls,' beaamde Bronowski.
'Maar het ergert me mateloos dat de hele wereld...'