Hoofdstuk 44

Miranda strikte Graham Cracknall tien minuten nadat zij voor het eerst aan een tafeltje waren geschoven in een nis van de lounge in The Mouse and Cheese dat als thema ‘golf’ had. Miranda had een witte jurk aan met een hoge kraag en een zoom die tot over haar knieën reikte. Ze had haar gezicht kundig opgemaakt zodat het leek alsof ze geen make–up; droeg.

Miranda had aan de Montford Universiteit de ‘psychologische en fysiologische prikkels voor de mannelijke voortplanting’ bestudeerd, en ze wist wat mannen aansprak en wat hen koud liet. Dus liet ze Graham voornamelijk aan het woord en was het eens met alles wat hij zei. Ze dempte haar stem en lachte om zijn grapjes. Ze keek hem aandachtig aan en ze blikte verlegen opzij als hij haar een stuntelig complimentje maakte. Ze doorstond zijn complete verslagen van vlooienspelcompetities zonder een spoor van verveling te tonen. Ze spoorde hem zelfs aan om een paar van zijn vlooienspelstrategieën te herhalen, door te zeggen: ‘Graham, vertel nog eens hoe je die gele fiche in het kopje kreeg waarbij je langs die rode en die groene ging.’

Graham illustreerde zijn behaalde successen met stukjes biervilt die hij losscheurde, totdat hij luidkeels op de vingers werd getikt door de norse kastelein. Graham riep vanuit zijn nis: ‘Ik ben inspecteur bij de keuringsdienst, en jullie vleespastei zou bewaard moeten worden in een koelkast. Die mag niet zomaar bovenop de toog worden gesmeten.’

Miranda dwong zich om de dikke wolken van afkeer te negeren die vanuit de in golftruien gestoken cliënten hun kant op kwamen drijven, en hield haar ogen op Graham gericht die vertelde dat hij zijn vaders paasbeste pak aan had. Ze knikte enthousiast toen hij zei: ‘Het zou stom zijn om al die kleren weg te gooien. Ze gaan nog jaren mee.’

Boven een glaasje jus d’orange vertelde Miranda haar verzonnen, trieste levensverhaal. Wees geworden na een treinongeluk, opgevoed door een harteloze tante, naar een nonnenschool gestuurd, bevriend geraakt met een vrome non, zuster Anastasia, die de jonge Miranda plechtig had laten beloven om kuis te blijven tot aan haar huwelijk.

Toen de kastelein naar hen riep: ‘Blijven jullie twee daar de godganse dag op dat ene glaasje jus zitten?’ pakte Miranda haar jas en zei: ‘Misschien kunnen we maar beter gaan.’

Tegen de tijd dat Graham met Miranda aan zijn arm de pub uit liep, voelde hij zich een halve meter groter. Als hij een eland was geweest, had hij iedere kerel in de kroeg uitgedaagd om de geweien te stoten. Nu begreep hij eindelijk het fenomeen vrouw. Dit was waarom Napoleon Europa wilde veroveren: hij wilde indruk maken op Josephine. Net als Hitler, die hoteldebotel was van Eva Braun. Er klonk geen zacht, rustig stemmetje in Grahams hoofd dat hem vroeg waarom een zeldzame schoonheid als Miranda via internet aan de man moest komen.

Toen Graham zei dat hij snel naar huis moest om de honden uit te laten, zei Miranda gretig: ‘Ik ben dol op hondjes!’

Gin en Tonic luisterden in de keuken naar het vragenuurtje voor tuiniers, toen ze Grahams stem buiten hoorden. De honden spitsten hun oren, en Gin zei: ‘Laten we maar naar de deur lopen, en een beetje doen alsof we enthousiast zijn.’

Tonic kefte: ‘Ga jij maar. Ik wacht op de tip van de week door Bob Bloemendauw.’

‘Kom nou mee, Tonic,’ jammerde Gin. ‘Je moet wat punten zien te verdienen.’

Maar Tonic gromde: ‘Hoor eens, ik mag die Graham niet. En hij mij niet. Einde verhaal.’

Ze hoorden Grahams sleutel in het slot en een vrouw die zei: ‘Weeskind vanwege een ongeluk met de grasmaaier! O Graham, wat afschuwelijk.’

‘Hij neemt een meisje mee naar huis!’ blafte Tonic. ‘Dat moet ik zien. Ik wed dat zij gratis was bij ‘twee halen, één betalen’.’

De honden renden opgewonden blaffend de hal in, en zagen dat Graham een donkerharig meisje uit haar mantel hielp.

Tonic kefte: ‘Belle en het Beest.’

Gin piepte: ‘Ik rekende op een stel uit de hel.’

Ze dribbelden rondom Grahams voeten, en Miranda zei: ‘O Graham, jackrussels! Wat een schatjes.’

Gin ging rechtop staan en stak zijn pootje uit.

‘Gin wil je een handje geven,’ zei Graham.

Miranda boog voorover en pakte Gins kleine pootje beet. Ze lachte. ‘Wat leukerdieleuk om u te ontmoeten, meneer de Koekenpeer.’

Tonic gromde: ‘Jezus Christus! Meneer de Koekenpeer? Goh, wat leukerdieleuk!’

Graham keek fronsend omlaag. ‘Pas op voor Tonic, het is een vals beest. Hij is diabeticus en heeft last van opvliegers.’

‘Bijt-ie?’ vroeg Miranda, en ze deed een stapje naar achteren.

‘Als zijn suikerspiegel laag is,’ zei Graham.

Hij leidde Miranda naar de huiskamer waar hij de deuren naar de tuin opende. De honden renden naar buiten voor een plasje. Toen ze terugkwamen, zagen ze Graham en Miranda hand in hand op de bank zitten. Graham had een weeë uitdrukking op zijn gezicht die ze nooit eerder bij hem hadden gezien.

Miranda vroeg: ‘Wanneer heb je voor het laatst nieuwe kleren voor jezelf gekocht, Graham?’

De transformatie van Graham Cracknall was begonnen.

Miranda’s verleiding begon anderhalf uur later, na de zondagse thee met zalmpastei op sneetjes brood en een blikje fruit met gecondenseerde melk. Hier moest Miranda oppassen, want ze moest een brug slaan tussen de kuise maagd en de gewillige seksuele partner. Ze begon eerst te spelen met een half kersje uit de fruitcocktail, dat ze op het puntje van haar tong liet balanceren terwijl ze Graham plagend uitdaagde het met zijn eigen tong te pakken.

Al snel wisselden ze met hun mond stukjes fruit uit. Daarna, alsof ze bevangen werd door ontembare lust, doopte Miranda haar vingers in de siroop in haar glazen schaaltje en vroeg Graham om ze schoon te likken. Even later knoopte ze de knoopjes van haar kraag los en smeerde wat van de gecondenseerde melk over de welving van haar borsten.

‘Wat zonde van al dat eten,’ blafte Tonic afkeurend.

De honden waren allebei opgelucht toen Miranda in Grahams oor murmelde: ‘Moge God me vergeven, zuster Anastasia, maar wie kan deze man weerstaan?’ Daarop nam ze Graham mee naar de slaapkamer.

Een paar minuten later lag Miranda onder een ploegende, zwoegende Graham en ze dacht: Wat ik wel niet voor mijn partij over heb!

Door de manier waarop hij de maat had meegetikt op de muziek van Glenn Miller in The Mouse and Cheese, wist ze al dat hij geen ritmegevoel had, en dat bewees hij ook in bed. Hij gedroeg zich als een ongeduldige man in de file. Hij scheen zich totaal niet bewust te zijn van haar aanwezigheid, laat staan van haar eigen seksuele behoeftes.

Grahams slaapkamer had van een tienjarige kunnen zijn. Er was een plank vol versleten knuffels, inclusief een varkentje. Tot nu toe waren Grahams enige liefkozende woorden geweest: ‘Je bent een gek klein biggetje, jij.’

Op maandagochtend had Miranda verslag uitgebracht aan Boy en zijn verkiezingsstrategen. Eerst toonde ze met een projector de foto’s die ze van Graham had genomen in de tuin van zijn bungalow, tussen de broodjes zalmpastei en de seks.

Miranda werd ontheven van haar gebruikelijke mediawerkzaamheden, en de rest van de week concentreerde ze zich op haar voorbereidingen voor het veroveren van Graham Cracknells hart. Een assistent werd naar Toys R Us gestuurd voor een luxe uitvoering van het alles-inéén-spel. Ze was een snelle leerling, en derhalve spoedig bekend met de basisregels van mens-erger-je-niet, domino, trictrac, pim-pam-pet en scrabble. Ze had meer moeite om haar zwaarmoedige karakter te injecteren met een dosis bruisende joligheid. Ze oefende op meisjeachtige lachjes, het naar achteren strijken van een haarlokje en ze probeerde een onverwoestbare vrolijkheid aan de dag te leggen. En alhoewel ze in de regel extreem competitief was, liet ze Graham winnen als ze spelletjes deden, waarna ze, zoals hij het noemde, ‘terzake kwamen’.

De nachten waarop ze hem niet zag, sloeg ze zo veel drank en drugs naar binnen dat ze compleet van de wereld was.

De minister van Financiën en de premier gaven samen een receptie op Number Ten voor de Chinese minister van Handelsbetrekkingen. De minister van Financiën zag gelegenheid om Jack tussen de kennismakingen door mee te trekken naar een stille hoek. Nadat hij zich ervan verzekerd had dat niemand hem kon horen, vroeg de minister: ‘Heb je gelezen welke vier plagen Mao Tse-Tung heeft uitgeroeid?’

‘Nee,’ zei Jack. ‘Welke dan?’

‘Ratten, muggen, vliegen en mussen,’ zei de minister. ‘Hij wilde er een vijfde aan toevoegen, maar daar zag hij van af op aanraden van zijn adviseurs.’

Jack zei geërgerd: ‘Godsamme, waar heb je het over?’

‘De vijfde betrof honden,’ zei de minister. ‘Als het al een verkeerde zet was van Mao Tse-Tung om honden uit te willen roeien, is het helemaal een verkeerde zet van jou. Dit is Engeland, meneer de premier.’