Hoofdstuk 39
Camilla en Charles brachten samen het huis op orde voor de gasten. Er was maar heel weinig voedsel te vinden in het keukentje, dus Charles leende wat geld bij de Threadgolds en ging op pad om ingrediënten voor partysnacks te halen.
Dwayne Lockhart stond op wacht voor de winkel van Grice. Grice had de broodprijs verhoogd met tien pence, zodat klanten nu een heel pond moesten betalen voor een witbrood. Een van de weinige dingen die Grice zich herinnerde van de geschiedenislessen op school, was dat de Franse Revolutie was begonnen met eenzelfde prijsstijging. Dwayne stond bij de deur gepositioneerd, compleet met taser, om elke mogelijke oproer van het gepeupel neer te slaan.
Hij zag Charles aankomen met zijn rieten boodschappenmandje aan de arm en zei: ‘Goedemorgen, meneer. Ik moet later op de dag de enkelband van uw vrouw inspecteren. Schikt het u als ik om vier uur kom?’
Charles vroeg zich af waarom Dwaynes linkeroog open en dicht ging. Had de arme jongen een zenuwtic opgelopen? Toen realiseerde hij zich dat Dwayne knipoogde.
‘Ja, vier uur zou heel goed uitkomen,’ zei hij snel. ‘Ik zou niet weten wat een beter tijdstip zou kunnen zijn.’
Graham was in de logeerkamer toen Dwayne om precies vier uur op de voordeur klopte. Hij had alle kleren die hij had meegenomen op bed uitgespreid, en vroeg zich af wat hij het beste kon aantrekken. Hij had zijn ouders al om advies gevraagd, maar die hadden hem niet echt op weg geholpen.
Camilla had gezegd: ‘Trekiets aan waarin je je op je gemak voelt.’
En Charles had gezegd: ‘Ik vraag me af of iemand zich speciaal gaat opdoffen, op prinses Michael na natuurlijk.’
Nadat hij diverse combinaties had uitgeprobeerd, opteerde Graham voor een broek van zijn overleden vader. Het was maar goed dat ze allebei dezelfde maat om de taille en bovenbeen hadden; zo hoefde hij de komende jaren geen kleren te kopen, mits hij niet zou aankomen. Hij koos er een trui met ruitjespatroon bij, die hij over een overhemd en stropdas heen aantrok. Hij had maar één paar schoenen meegenomen – grijze instappers – dus hij poetste ze even op, en toen hij zijn spiegelbeeld bekeek constateerde hij tevreden dat hij er fris en netjes uitzag.
Zijn adoptiemoeder had hem ooit gezegd: ‘Clark Gable zul je nooit worden, Graham, maar je kunt er op zijn minst fris en netjes uitzien.’ Graham wist indertijd niet wie Clark Gable was, maar toen hij hem later een keer op televisie zag waren hem die oren opgevallen, die opmerkelijk veel op de zijne leken.
Dwayne haalde behoedzaam de brief van Nicholas Soames uit zijn diepe broekzak, en schoof hem onder een bekleed kussen in de hoek van de bank. Hij knipoogde weer, en Charles zei: ‘Ah! Geweldig. Ik zie watje…Ja. Prachtig.’
Camilla ging zitten en opnieuw voerden ze het toneelstukje van de enkelbandinspectie op. Dwayne zat nog altijd op één knie, toen Graham naar beneden kwam en de huiskamer in liep.
Charles zei tegen Dwayne: ‘Agent Lockhart, dit is eh…onze…’
‘Risicotaxateur,’ zei Camilla.
‘Precies, risicotaxateur,’ zei Charles opgelucht.
‘We hebben elkaar al ontmoet,’ zei Graham.
‘Ja,’ zei Dwayne. ‘Hoe staat het met het rapport?’
‘Gaat wel,’ zei Graham ontwijkend.
Dwayne kon niet nalaten er aan toe te voegen tot Grahams onbehagen: ‘Is het een riskant beroep, risicotaxateur? Ik bedoel, wat wordt er zoal als risico beschouwd?’
‘Graham stak meteen van wal. ‘Het risico begint al in de baarmoeder; daarna kan de geboorte al zeer riskant zijn.’
‘Ik denk dat er altijd wel een risico inzit dat het contact met je moeder wordt verbroken,’ merkte Dwayne een beetje vals op.
‘Dat risico is te verwaarlozen,’ zei Graham, die ondertussen naar Camilla keek. ‘De meeste moeders zijn behoorlijk standvastig in hun liefde voor hun pasgeboren kinderen.’
Dwayne schaamde zich toen hij de ontstelde blik in Camilla’s ogen zag. Hij verontschuldigde zich en zei dat hij naar een incident in de Flirtsteeg moest. Rood van schaamte liep hij de deur uit. Hij had gemerkt dat hij sinds zijn aantreden bij Grice’ veiligheidsdienst een sadistisch trekje had gekregen, dat zich niet makkelijk liet rijmen met zijn humane karakter. Maar het leek wel alsof mensen als Graham boosaardigheid opriepen. Hij vroeg zich af of de zelfingenomen Graham zich ooit aan een kritisch zelfonderzoek onderwierp.
Dwayne had de halve nacht liggen piekeren welk boek hij de volgende keer zou meenemen naar Paris Butterworth. Hij watertandde bij de gedachte welke literaire verrassingen zij in petto had. Zou hij haar nieuwsgierigheid aanwakkeren met wat voorspel, zoals Jane Eyre, of zou hij alles op alles zetten met Madame Bovary? Misschien speelde hij meer op safe als hij haar nog een Orwell zou geven; ze kon Animal Farm misschien wel waarderen.
Hij verheugde zich op de dag waarop zij samen Orwells Inside the Whale and Other Essays zouden lezen. Hij had daar een fantasie over: hij lag met Paris op bed, naakt onder de dekens, Fifty-cents sliep in de kamer ernaast. Ze discussieerden over Orwells Essays, en zouden wellicht een verhit debat voeren over Orwells voorkeur voor eenvoudige taal. Paris zou dan tegenwerpen dat Orwells stijl te volks was, naar haar smaak.
Die ochtend, toen hij Animal Farm op de koffietafel in Paris’ huiskamer legde, zei ze: ‘Ik ben al aan een ander boek begonnen. Ik heb het uit de bibliotheek in de One-Stop Centre gehaald.’
Dwayne was gekwetst, maar probeerde het niet te laten merken. ‘Welk boek?’ vroeg hij.
‘Ik zal het even halen,’ antwoordde ze. Ze rende de kamer uit en liep naar boven. Hij kon de vloerplanken horen kraken toen ze door haar slaapkamer liep.
Fifty-cents had er een paar tandjes bij gekregen, zag Dwayne. De kleine zat op een leeg flesje kinderaspirines te kauwen, op de plastic bodem van een babybox die de vorm had van een kreeftenfuik. Dwayne gooide een paar speeltjes in de box, maar Fifty-cents negeerde hem. Paris kwam weer tevoorschijn met een paperback. Ze gaf hem aan Dwayne: het was Not a Penny More,Not a Penny Less.
‘Het is van – ‘ begon ze.
Dwayne viel haar bars in de rede. ‘Ik weet van wie dit is!’
‘Wat heb jij?’ vroeg ze. ‘Ik dachtdat je het wel leuk zou vinden.’
Het voelde alsof ze hem had verraden. Alsof ze was uitgeweest met een pierewaaier die haar wilde verleiden met sterke verhaallijnen, maar haar uiteindelijk met lege handen en een beetje beschaamd zou achterlaten. Dwayne vergat dat hij en Paris nog nooit een date hadden gehad of ook maar enigszins hadden uitgesproken dat ze elkaar wel zagen zitten.
‘Zijn niet alle boeken literatuur dan?’ vroeg Paris.
‘Nee,’ zei Dwayne. ‘Dat dingdat je nu vasthoudt is een bestseller!’
‘Het is goed,’ zei Paris verdedigend.
‘Maar het is niet fantastisch,’ zei Dwayne. ‘Goed is de vijand van fantastisch.’
Paris ging zitten en pakte Animal Farm. Ze keek achterdochtig naar de flap.
‘Waar gaat dit over?’ vroeg ze. ‘Over varkens?’
Dwayne legde uit dat het een allegorie was voor de Soyjet-Unie.
‘Misschien lees ik het wel als ik die andere uit heb.’
‘Ik kan maar beter je enkelband nakijken nu ik toch hier ben,’ zei Dwayne korzelig.
Aldus geschiedde. ‘Ik zou wel willen doen wat Julia deed in 1984,weet je, ergens heengaan zonder dat er iemand zit te kijken,’ zei ze.
‘Je kunt nergens heen,’ zei Dwayne.
‘Nou ja, ik zou alleen maar opgepakt worden en in kamer 101 belanden.’
Dwayne begreep dat ze het goed probeerde te maken, en greep de gelegenheid met beide handen aan. ‘Als jij in Kamer 101 terecht zou komen, zou ik je bevrijden voordat de ratten bij je konden komen.’
Paris keek naar buiten om te zien welke richting de camera op wees, en blij dat hij net de overkant in de gaten hield, fluisterde ze: ‘Ik zal hierna Animal Farm lezen.’
En toen streek ze tot zijn vreugde met haar hand langs de zijne. Het kleine gebaar gaf hem moed; hij pakte haar hand en kneep er even in. Hun vingers verstrengelden zich. Fifty-cents riep iets wat Dwayne in de oren klonk als ‘totalitair’, maar hij besefte dat dit onmogelijk was omdat het kind nauwelijks nog ‘mama’ of ‘hondje’ kon zeggen. Ze zaten een poosje stil naast elkaar, en keken naar Fifty-cents’ onhandige pogingen om Duplo-steentjes op elkaar te stapelen.
‘Ik zal morgen wat kinderboeken voor hem meenemen,’ zei Dwayne.
Toen keek hij de kamer rond. Hij vond dat de twee alkoven links en rechts van de haard een excellente plek waren voor Paris’ nieuwe boekenplanken.
Charles wachtte tot Graham weer in de logeerkamer was voordat hij de brief van Nicholas Soames openmaakte en samen met Camilla de inhoud bekeek.
Mijn dierbare vriend Charles,
Ten eerste, je brief is ondergebracht op een veilige plaats, in de safe van Coutts Bank.
Je nieuws over dat Graham-heerschap sloeg in als een bom; die kwast uit Burke’s Peerage, Miles Furnleigh-Wood, wist me te vertellen dat bastaarden tegenwoordig de hele wereld kunnen erven!!! Homoseksuelen en andere aberraties hebben net zo veel rechten als jij en ik hadden voordat die verdomde puriteinen de boel overnamen. Tussen twee haakjes, wat Oliver Cromwell zelf had gedacht over die Cromwell Partij, met belastingcenten uit casino’s en stripclubs, weet alleen God.
Ik was onlangs bij een diner waar Jack Barker ook was; hij zette zichzelf finaal voor schut. Het gespreksonderwerp aan onze tafel was of Barker straalbezopen was of gewoon gek. Jeremy Paxman zat rechts van mij en een of andere Riek Stein, die blijkbaar bekend is omdat hij vis kan bakken, zat aan mijn linkerhand.
Paxman beweerde dat zijn voorvaderen paupers waren geweest, die voor hun dagelijks stukje brood afhankelijk waren van de goegemeente. Toen ik zei dat armoe de natuurlijke manier was om het kaf van het koren te scheiden, noemde Paxman me een afstotelijke imbeciel en richtte zich de rest van de maaltijd uitsluitend tot de persoon aan de overkant van de tafel, een broodmagere vrouw met een eigenaardige smaak qua kleding die zei dat ze voor de BBC werkte. Ik hoorde haar verkondigen dat er bij de BBC ernstige twijfels bestaan over de antihondenpropaganda van de overheid.
Ik riep naar Paxman: ‘Het is de hoogste tijd dat de gemeenteraad ophoudt om de vuile zaakjes van de overheid uit te voeren, en eens flink tegen Barker van leer gaat trekken.’
Ze vertelde me achter Paxmans rug om dat de hoogste kringen van de BBC waren geïnfiltreerd door kattenliefhebbers. Ik moet zeggen dat dit me niet verbaasde, Charles. Het is sinds jaar en dag bekend dat nichten en pedante intellectuelen het liefste katten houden.
Ik heb dagelijks contact met Boy English, die zich heeft ontpopt als een uitmuntende partijleider. Zijn hond Billy staat op elke voorpagina van zowel de serieuze als de roddelkranten. Boy gaat nu nek aan nek in de peilingen. Haalt hij straks de eindstreep onder een sterrenhemel van flitsend cameralicht, of belandt zijn struikelpartij vlak voor de finish in een spotcartoon?
Ik moet toegevendat je zoon Graham me enige zorgen baart. Ik heb wat discrete inlichtingen ingewonnen bij Mi5 over deze jongeman, en er kwam een weinig flatterend beeld naar voren. Ik stel voor hem voorlopig achter slot en grendel te houden, omdat hij een zwakke schakel zou kunnen zijn bij de verkiezingen.
Trouwens, wanneer jij weer terugkeert naar je rechtmatige plek, zou ik agent Dwayne Lockhart willen aanbevelen voor een of ander eredinges. Hij heeft zich buitengewoon behulpzaam opgesteld, en een dergelijke heldhaftigheid zou erkend moeten worden door het land dat hij zo voorbeeldig dient.
Voor altijd jouw toegewijde vriend, Bolle
‘Mijn kinderen zijn erg relaxt,’ zei Camilla, ‘en ze hebben geen recht op de troon. Het zijn jouw kinderen, Harry en Wills, om wie we ons zorgen moeten maken.’
Ze begonnen aan de canapés: ze sneden rondjes brood met een pasteibakje, streken er met een kwastje wat olijfolie op en zetten ze in de oven om bruin en knapperig te worden. Ze maakten als een volleerd tweespan samen het beleg door simpele ingrediënten te combineren zoals sardines, kaas, vleespastei, en daarbij wat stukjes groente uit de tuin.
Charles haalde een stapel witte plastic stoelen van buiten en zette ze in een kring in de huiskamer.