Hoofdstuk 23

Camilla werd zeer hoffelijk ondervraagd door agent Peter Manning, de plaatsvervangende chef, in zijn sobere kantoor in het enorme, recentelijk gebouwde hoofdkwartier van de regiopolitie. Na een lichamelijk onderzoek door twee zwijgende agentes, werd Camilla overgedragen voor forensisch onderzoek. Er werd geen spoor van explosieven op haar gevonden, slechts een ongewoon grote hoeveelheid hondenhaar.

Manning zou zich normaliter niet geroepen voelen om terreurverdachten te ondervragen; daarvoor had hij een team specialisten die met uiteenlopende methoden informatie verkregen. Maar hij kon de verleiding niet weerstaan om Camilla te verhoren. Hij vond dat dit een fascinerend hoofdstuk kon opleveren in het boek dat hij aan het schrijven was over het moderne politievak.

M: Waarom hebt u de Exclusion Zone verlaten? C: Ik wilde de natuur in. M: Had u met iemand afgesproken? C: Nee, ik wilde het alleen maar, gewoon, zien. M: U bent lid van de BOMB, nietwaar? C: BOMB? Ik heb geen idee wat dat is.

M: Dat zijn, zoals u wel weet, terroristen die ervoor ijveren de monarchie terug te brengen. BOMB, Breng Onze Monarchie Bijeen. U hebt het zo geregeld dat u hen gisteren kon ontmoeten. C: Nee, ik heb nog nooit van die lui gehoord. Het lijkt me ook niet het soort mensen met wie ik om wil gaan. Ik ben geen politiek dier.

M: Dus u blijft volhouden dat u uw enkelband slechts…één keer hebt losgemaakt. Hoe heeft u dat gedaan? C: Met een tuinschaar. (Manning, zelf tuinier, knikte.)

M: Klaarblijkelijk geen goedkoop exemplaar. C: Nee, want op tuinscharen moet men niet bezuinigen, vind ik. Een degelijk stuk gereedschap gaat een leven lang mee. M: Dus u hebt uw enkelband losgemaakt en uw identiteitsbewijs thuis gelaten? C: Ja.

M: Dat zijn twee overtredingen. C: Ja. Dat zou heel goed kunnen.

M: Hoe bent u door de controle gekomen? Had u een handlanger?

C: Nee, ik ben er gewoon langsgelopen. Niemand hield me tegen, dus ik liep door.

M: U had met iemand afgesproken op de oever van de rivier, nietwaar, mrs. Windsor? U wachtte dertien minuten, gedurende welke tijd u een Silk Cut-sigaret heeft gerookt. Maar degene of degenen met wie u een afspraak had, kwamen niet opdagen, wel? Dus u keerde op uw schreden terug en werd gearresteerd op lijn 47.

Camilla sloot haar ogen. Het was alsof Manning haar een kostbaar stukje kristal had afgenomen en tot gruzelementen had gesmeten. Ze had verwacht om die dertien minuten rust en vrijheid voor zichzelf te kunnen bewaren. Ze was van plan geweest om de herinnering eraan op te roepen wanneer ze daartoe de behoefte voelde, net zoals ze vroeger geld van de bank haalde. Ze zou niet extravagant met haar herinneringen zijn omgesprongen. Ze had zich wellicht de flits van de zon op de rivier voor de geest gehaald, of de hoek van de rietstengels die vooroverbogen in het briesje, als een mensenmenigte die een geheim deelde. Maar ze had niet meer willen denken aan de glorieuze vogelenzang in dat bosrijke gebied naast de rivier.

Die al te lieflijke herinnering had ze niet kunnen verdragen.

C: Ik wilde even vrij zijn, uit het zicht van iedereen.

M: U bent een romantica, mrs. Windsor. Ik begrijp dat wel, zo zit ik zelf ook in elkaar. Van een golfbaan in de vroege ochtend krijg ik soms tranen in mijn ogen.

C: Wat gaat er nu met me gebeuren?

M: U hebt al met al zeven wetten overtreden, mrs. Windsor. Acht, als we u vervolgen voor roekeloos roken. U bevond zich op droog grasland, en u had enorme branden kunnen veroorzaken.

C: Ik zal aangeklaagd worden, nietwaar?

M: U hebt ernstige misdrijven gepleegd, mrs. Windsor. (Manning glimlachte.) Door het plegen van die misdaden hebt u uw rechten verspeeld op een rechtszaak.

C: Ik begrijp het.

Maar ze begreep het niet écht. Aan de andere kant leek Manning wel een degelijke kerel. Niet het type om burgerrechten aan zijn laars te lappen. Desondanks was Camilla ervan uitgegaan dat wanneer je de wet overtrad, je recht had op een normale rechtsgang. Zo ging dat toch in Engeland?

C: Dus wie gaat mij nu berechten?

M: Uiteindelijk zal God over u oordelen, mrs. Windsor. Maar voor het moment moet ik u volgens contract overdragen aan de veiligheidsdienst van Arthur Grice.

C: Zou ik mijn echtgenoot mogen bellen, inspecteur? Hij is vast doodongerust.

M: Het spijt me, mrs. Windsor, maar dat privilege is niet voorbehouden aan terreurverdachten. Tot slot: Welk merk tuinschaar? C: Wilkinson.

Op de controlepost van Flowers werd een onderzoek ingesteld om te achterhalen hoe het mogelijk was dat Camilla de post had kunnen passeren en de buitenwereld in was geglipt. Inspecteur Lancer speelde de camerabeelden af waarop Camilla langs de controlepost liep, met haar handen in haar zakken.

Lancer zei: ‘Let op de tijdcode. Ze is hier om precies vijf over halftwaalf vanmorgen langsgelopen.’ Hij stak een rooster omhoog. ‘De dienstdoende politieagenten op dat moment waren Julie Cutherwaite, Dwayne Lockhart en Lee Clegg, alsook de politiehonden Emperor en Judge. Wat ik wil weten is, hoe heeft dit godsamme kunnen gebeuren?’

Dwayne stak zijn hand op. ‘Pardon, meneer, maar u bent nog één persoon vergeten.’

‘En wie mag dat dan wel wezen?’ snauwde Lancer.

‘U.’

‘Ik was druk bezig met het uitwerken van de dienstroosters, Lockhart,’ zei Lancer. ‘Surveillance is niet mijn pakkie-an. Dus er komt een ander hoofd op het hakblok. Het hoofdkwartier wil bloed zien.’ Hij draaide zich om naar Julie Cutherwaite. ‘Jij bent een humeurige trien en je hebt geen tieten. Dus jij dient je ontslagbrief in bij mister Grice, en je neemt de complete verantwoordelijkheid op je aangaande dit lek in de beveiliging van vanmorgen.’

‘Dat is seksisme,’ zei Julie nijdig. ‘Je zou Dwayne ook niet ontslaan omdat hij een klein pikkie heeft.’

Dwayne wilde zich bijna gaan verdedigen tegen deze aantijging, maar hij hield zijn mond, hetgeen hem gezien de omstandigheden wijzer leek.

De zesenveertig bewoners van Hell Close waren door de veiligheidspolitie om middernacht uit hun huizen gehaald en bijeengebracht in de entreehal van het One-Stop Centre. Groepjes slaperige mensen zaten gapend en klagend op plastic stoelen met stakerige poten. Camilla was duidelijk afwezig. Charles was misselijk van bezorgdheid; hij liep van de ene groep naar de andere om te vragen of iemand zijn vrouw soms had gezien. Omdat hij die middag al zonder resultaat op elke deur in Hell Close had geklopt, was zijn actie zinloos.

De voormalige koninklijke familie zat samen achter in de hal, en speculeerde met gedempte stemmen over Camilla’s verdwijning. Harry was ervan overtuigd dat er een doodseskader van de politie actief was.

‘We zitten in Engeland, Harry,’ zei de Queen. ‘Niet in Guatemala.’

Andrew zinspeelde op een coup. Wellicht was het parlement overgenomen door fervente monarchisten.

‘Dit gaat duidelijk om Camilla,’ bitste Anne. ‘Alsof ze onze familie al niet genoeg ellende heeft gebracht.’

Prinses Michael had weer een ander vermoeden. ‘Ik denk dat ze Charles heeft verlaten voor een andere man. Ik wist wel dat hun huwelijk geen stand zou houden.’

Edward en Sophie hadden verontrust toegekeken hoe hun Louise wild tekeerging met de zonen van Maddo Clarke. Ze draaiden zich om.

‘Ik moet steeds aan de Romanovs denken,’ zei Sophie. ‘Die werden ook midden in de nacht uit hun bed gelicht, toch?’

Edward pakte Sophies hand vast. ‘Probeer rustig te blijven, lieveling. Neem een van je pilletjes.’

William gaapte: ‘Voor jullie maakt het niet uit, maar ik moet morgenochtend vroeg mijn bed uit om naar mijn werk te gaan.’

Toen Charles terugkwam bij zijn familie, zei hij: ‘Niemand weet waar Camilla uithangt.’

Beverley Threadgold, gekleed in een groezelige roze kamerjas en Elvis Presley-pantoffels, zat een stukje verderop aan Maddo Clarke te vertellen dat het haar niets zou verbazen als Camilla was vermoord. Ze liet haar blik op Charles vallen. ‘Hij stond nog in zijn tuin te spitten gisteravond, in het donker.’

Dwayne Lockhart, gewapend met een taser die hij geenszins van plan was te gebruiken, bewaakte de uitgangen. Hij wilde Charles toevertrouwen dat hij Camilla eerder op de dag de Exclusion Zone had zien verlaten. Maar hoe kon hij dat doorgeven zonder zijn baan en zijn flatje in de stad kwijt te raken? Voorzichtig nam hij de taser in zijn andere hand, zich bewust van de shock van 50.000 Volt die hij met één haal aan de trekker door een menselijk lichaam kon laten schieten. Hij hoopte vurig dat hij dat ding niet hoefde te gebruiken.

Violet Toby haalde met de Queen herinneringen op aan de laatste keer dat Hell Close was geëvacueerd.

‘Dat was voor jouw tijd hier, Liz. Een crackjunkie op nummer zestien hield zijn hulpverlener in gijzeling met een pistool. Het was leuk. We kregen kopjes thee en sandwiches, en zongen samen liedjes.’ Ze zuchtte. ‘Mooie tijden.’

‘Hoe liep dat af? Is het nog allemaal goed gekomen?’

‘O ja hoor,’ zei Violet. ‘Die crackjunk schoot zichzelf in zijn harses en de hulpverlener is ingestort.’

De Queen gaapte met haar hand voor haar mond; ze verlangde terug naar haar bed. Ze had diep liggen slapen toen ze wakker schrok omdat vanuit een politiehelikopter het bevel werd gegeven om onmiddellijk het huis te verlaten. Eenmaal buiten had een falanx van veiligheidsagenten de bewoners bijeengedreven, en naar het One-Stop Centre afgevoerd. Niemand had broodjes uitgedeeld, bedacht de Queen, en het zag er niet naar uit dat men liedjes ging zingen.

Om halfdrie in de ochtend, toen zelfs de telgen van Maddo Clarke uitgeput begonnen te raken, zwaaiden de dubbele deuren open en werd Camilla naar binnen gebracht, te midden van een cordon veiligheidsagenten. Ze knipperde met haar ogen tegen het felle, fluorescerende licht en tussen alle starende ogen zocht ze naar die van Charles. Toen ze hem in de menigte ontwaarde, waar hij zich doorheen probeerde te wurmen, hief ze haar geboeide handen boven haar hoofd als een triomferende bokser. Haar gebaar was echter vreugdeloos, slechts bedoeld als erkenning dat ze haar arrestatie, straf en vernedering had geaccepteerd. Arthur Grice kwam vlak achter haar, met zijn gezicht op onweer.

‘Camilla, liefste!’ riep Charles en hij probeerde haar hand te pakken, maar Peter Penny versperde hem de weg en hij werd weer teruggeduwd in de menigte.

‘Het spijt me, liefste!’ riep Camilla.

Een politieagent in een uniform vol onderscheidingen richtte zich tot de uitgeputte bewoners. ‘Ik ben plaatsvervangend politiechef Manning. Gisteren heeft deze vrouw…’ hij wees naar Camilla.

Charles schreeuwde: ‘Hoe durft u mijn echtgenote deze vrouw te noemen!’

Manning vervolgde: ‘Gisteren heeft deze dame haar enkelband verwijderd en de Exclusion Zone verlaten. Als gevolg van die daad zal zij tien dagen onder huisarrest worden geplaatst. En jullie, haar vrienden en buren, mogen geen van allen Hellebore Close verlaten gedurende een periode van zeven dagen.

Pour encourager les autres, ’ mompelde de Queen.

Camilla boog haar hoofd. Er steeg een boos gemurmel op uit de gelederen, als de soundtrack van een cowboyfilm waarbij buffels over verre vlakten draafden. Alle ogen waren strak op haar gericht.

Prinses Michael stormde naar voren. ‘Maar er zijn geen supermarkten in Hell Close. Wilt u ons uithongeren? Of kannibalen van ons maken?’ riep ze.

Agent Manning keek naar Arthur Grice, om dit nader toe te lichten.

Prinses Michael ratelde maar door en haar stem schoot hysterisch omhoog. ‘O ja! Ik heb jullie wel door. Jullie willen dat wij elkaar opeten zodat wij de monarchie zélf vernietigen. Heel slim, Kommandant.’

Vele ogen keurden prinses Michael nauwgezet, met name haar vleziger delen.

‘Ik zou geen nee zeggen tegen een karbonaadje van die kont,’ riep Maddo Clarke. Hij keek grijnzend rond. Maar niemand was in een lollige bui.

Spiggy sprong van zijn stoel en baande zich een weg door de menigte. Hij greep Maddo Clarke bij zijn shirt en bulderde: ‘Als jij iemand van mijn familie beledigt, beledig je mij!’

‘Laat gaan, Spiggy!’ riep Anne. ‘Hij is het niet waard!’

Spiggy gaf Maddo een duw – net als in de film, hoopte hij – en liep weer terug met alle waardigheid die een kleine dikke man in een paisley-pyjamabroek en Meat Loaf T–shirt kon opbrengen.

‘Ik neem aan dat u de noodzakelijke levensbehoeften voor ons zult regelen, meneer de agent,’ zei Charles.

Waarop Arthur Grice brieste: ‘Als het aan mij lag, werden jullie allang op water en brood gezet. Maar meneer de politiechef hier is van het humane slag, dus jullie krijgen allen een Grice-box met etenswaren.’

‘Ik zit op een kaliumarm dieet, en ik kan geen tomaten, champignons of bananen eten,’ zei Sophie.

‘Je vreet maar wat je krijgt,’ snauwde Grice. ‘Ik ben verdomme geen dieetgnoe.’

‘Goeroe,’ corrigeerde de plaatsvervangende politiechef geërgerd. Hij was razend op Grice en zijn veiligheidsdienst. Hij had het hoofdkwartier al gewaarschuwd dat het kansloos was om tegen een minimumloontje de openbare orde te handhaven.

Vince Threadgold zei: ‘U had het over eerste levensbehoeften. Zitten daar ook peuken en drank bij?’

‘Nee,’ zei Grice, en hij tikte de as van zijn sigaar op de grond. ‘Een goed moment om ermee te stoppen.’

‘Meneer de agent, mijn echtgenoot verblijft in het Frank Bruno-verpleeghuis. Hij is erg afhankelijk van mijn bezoek…’ probeerde de Queen.

Manning wuifde haar verzoek echter weg met een zwart gehandschoende hand. Hij stond te popelen om te vertrekken uit deze muffe walm van ongezonde lichamen die opeengepakt in een ongeventileerde ruimte zaten.

Toen William aan Grice vroeg of hij de volgende ochtend op zijn werk werd verwacht, en anderen begonnen over doktersbezoeken en school, verloor Grice zijn geduld. Hij bulderde: ‘Jullie hebben gehoord wat Manning zei, jullie mogen zeven dagen en nachten niet uit Hell Close. Dat is mijn schuld niet, maar de hare.’ Hij loerde naar Camilla, en herinnerde zich de woordenwisseling die hij de avond ervoor had gehad met Manning. Die had hem gewaarschuwd dat toekomstige contracten voor ordehandhaving in de Flowers Exclusion Zone moesten worden herzien. Hij beval Dwayne om Charles en Camilla naar huis te brengen, en hij voegde eraan toe dat hij ‘wanneer ze problemen maakten, zijn taser mocht gebruiken’.

Zodra Charles en Camilla de koude ochtendlucht in liepen, troffen ze hun honden aan die op hen hadden zitten wachten. Freddie en Tosca sprongen met zoveel enthousiasme tegen Camilla op, dat ze bijna ondersteboven viel. ‘Zijn jullie blij me weer te zien, schatjes?’ zei ze.

Leo drukte zijn kop tegen Charles’ dij en zei schor: ‘Ik ben blij dat ze weer terug is.’

‘Je bent blij haar weer te zien, hè Leo? Blij dat ze weer terug is, jongen?’ zei Charles.

‘Ik zei al dat ik blij was. Moet je echt altijd alles herhalen?’ gromde Leo.

Charles zei tegen Dwayne: ‘Zou het mogelijk zijn mijn vrouw de boeien af te doen?’

‘Het spijt me, mister Windsor,’ zei Dwayne, ‘maar ze moet ze omhouden tot ze in huis is.’

‘Ik begrijp heus wel dat ik gestraft word,’ zei Camilla. ‘Maar waarom moet iedereen in Hell Close eronder lijden?’

‘Dat heet collectieve boetedoening, lieverd. Heb je dat nooit meegemaakt op school?’

Camilla dacht terug aan haar schooltijd. Wat een pret hadden ze gehad: de leraren waren absolute schatten, en een en al begrip als een leerling de naam van een armetierige Zuid–Amerikaanse hoofdstad was ontschoten.

Terwijl ze langs de winkel van mister Anwar liepen, maakte Camilla hen erop attent dat de tekst op het bordje met ALLES EEN POND was vervangen door GRICE: ALLES EEN VIJFFIE.

Charles opperde kriegel dat iemand die vreselijke Grice moest aangeven bij de Monopoliecommissie.

‘Wel grappig, die Monopoliecommissie,’ zei Dwayne. ‘Die hebben het monopolie op het toezeggen van monopolies, toch?’

‘Zijn volgende zet is dat hij een standbeeld voor zichzelf opricht,’ zei Charles.

‘Van goud, op het recreatieterrein,’ lachte Camilla.

‘Hele groepen schoolkinderen zullen naar zijn standbeeld worden gebracht om lofliederen te zingen en met Grice-vlaggetjes te zwaaien. Soms denk ik weleens dat we…nou ja…slaapwandelend een dictatuur in lopen,’ zei Charles.

‘Pas op je woorden,’ fluisterde Dwayne. Hij ving Charles’ blik met een lichte beweging van zijn hoofd, en seinde met zijn wenkbrauw naar de bomen waar ze onderdoor liepen.

Tosca kefte tegen Leo: ‘Nu begrijp ik meteen waarom een geluidstechnicus die bomen heeft lopen snoeien.’

Leo snuffelde aan Tosca’s achterste. ‘Ik hou van je, Tosca. Je bent zo slim.’

Tosca dribbelde naar Leo’s achterkant en ging op haar achterpootjes staan om aan zijn bips te kunnen ruiken.

Freddie deed net alsof hij hun openlijke blijk van affectie niet zag, maar vanbinnen werd hij verteerd door jaloezie. Als hij niet zo moe was geweest, dacht hij bij zichzelf, had hij Leo’s strot eruit gebeten. Hij had gedacht dat hij wel bestand was tegen het hondenménage à trois, maar hij zat ernaast. Hij zwoer dat hij Leo uit de weg zou ruimen. Dat was immers maar een bastaard terwijl hij, Freddie, een eeuwenoude stamboom had.

Zodra Dwayne hen alleen liet, vielen Charles en Camilla elkaar in de armen. Daarna gingen ze naar boven om tot Freddies afgrijzen de liefde te bedrijven.

Freddie lag buiten de deur van de slaapkamer te luisteren naar de kreten van hartstocht en luidkeelse aanmoedigingen. Toen het koppel volgens hem het hoogtepunt naderde, wierp hij zich tegen de deur terwijl hij als een dolle blafte en niet ophield totdat de deur openzwaaide en Camilla, naakt en rood aangelopen, hem zo’n trap gaf dat hij door de gang rolde. Toen hij weer op zijn poten stond, ontblootte hij zijn tanden.

‘Wat mankeer je toch, Freddie?’ riep Camilla uit. Diep vanuit zijn keel gromde Freddie: ‘Daar ga je spijt van krijgen, vrouw.’