Hoofdstuk 37
Toen Camilla de volgende ochtend beneden kwam om thee te zetten, trof ze Graham in de keuken aan: volledig gekleed zat hij rechtop op de bank op zijn laptop te typen. Ze trok haar ochtendjas dicht en knoopte de ceintuur vast; ze wilde niet dat Graham haar slaapshirt uit de Alles Een Pond-shop zou zien met een print van de Huik op de voorkant.
‘Graham,’ zei ze, ‘jij bent al vroeg op.’
‘Vroeg?’ zei Graham vitterig. ‘De helft van de ochtend is al voorbij.’
Camilla wierp een blik op de klok bij de schouw; het was tien voor acht. ‘Je zult me wel een luilak vinden.’
‘Op jouw leeftijd zul je wel veel slaap nodig hebben.’
Terwijl Camilla de ketel met water vulde, dacht ze: Hij bezit werkelijk geen greintje charme. De drie honden gingen dicht bij haar staan terwijl ze thee zette. Ze leken er niet echt kien op om alleen met Graham in de kamer te zijn.
Ze wilde naar boven lopen met Charles’ thee, maar Graham zei: ‘Ik kan je aanraden om die King Kong-sloffen uit te trekken voor je de trap op loopt. Zeker met een gloeiend heet drankje in je handen en met je haar in je ogen.’
‘Je hebt vast gelijk,’ mompelde Camilla, en ze trok haar gorillapantoffels uit voor ze de trap op ging.
Toen Charles hoorde dat Graham al uren op was, ging hij zich snel wassen, scheren en aankleden. Het viel Camilla op dat hij deze ochtend nettere, conservatievere kleren koos om aan te trekken.
‘Wat ben je formeel vandaag,’ zei ze, en ze merkte dat zijn kostuum nogal muf rook.
‘Ik moet vandaag mama op de hoogte brengen van Graham, lieverd. Volgens mij geeft dit pak de eh…ernst van de situatie weer.’
‘Lieverd, denk je niet dat we Graham wat beter moeten leren kennen voordat we onze familie met hem belasten?’
‘Belasten?’ vroeg Charles. ‘Hij is onze zoon!’
‘Hij impliceerde net dat ik lui was, zei min of meer dat ik oud was, en ik moest mijn lekkere warme pantoffels van hem uittrekken.’
Charles herinnerde zich de verhelderende gesprekken met Laurens van der Post. Zijn mentor had hem uitgelegd dat de afwezigheid van een moeder kon leiden tot agressie op latere leeftijd.
Hij zei: ‘Ik ben er welhaast zeker van dat hij heimelijk veel pijn heeft, Camilla. We moeten hem koesteren en overladen met liefde en zekerheid.’
‘Voor of nadat wij jouw moeder, de Queen van Engeland, verteld hebben dat ze een bastaardkleinzoon heeft die tweede in lijn is voor de troon?’
Toen Charles beneden kwam, vond hij Graham in de huiskamer. Hij staarde uit het raam naar de vogelvoedertafel. Twee meesjes zaten ondersteboven aan het witte vruchtvlees van het opgehangen stukje kokosnoot te pikken.
Charles fluisterde tegen Graham: ‘Zijn het geen verrukkelijke vogeltjes? Ik vind het geweldig om te zien dat ze mijn vogeldinges gebruiken.’
‘Het is alleen jammer dat hij afgebroken moet worden.’
Er kwamen rimpels in Charles’ voorhoofd. ‘Afgebroken?’ vroeg hij.
‘Ik was vanmorgen om zes uur even buiten,’ zei Graham. ‘Die constructie is totaal niet geschikt. Het verbaast me dat je hiervoor een planvergunning hebt gekregen.’
‘Ik heb geen planvergunning omdat ik die niet heb aangevraagd. Het is maar gewoon een voedertafel voor vogels.’
‘Voor jóú mag het maar gewoon een voedertafel zijn,’ zei Graham, ‘maar voor mij is het een gevaarlijk bouwwerk dat een klein kind of kwetsbare volwassene zou kunnen verminken of doden.’
‘Ik weet dat het je vak is om risico’s in te schatten, Graham, maar zou je geen oogje kunnen toeknijpen?’
‘Vraag me alsjeblieft niet om mijn beroepsintegriteit te compromitteren. Ik help je wel om het af te breken,’ antwoordde Graham.
Hij dacht dat het gezamenlijk afbreken van de vogelvoertafel een band tussen hem en zijn vader zou scheppen. Hij was zich bewust van de wat koele houding van zijn moeder die ochtend. Hij wist dat het niet lag aan iets wat hij kon hebben gezegd of gedaan. Misschien, dacht hij, zit ze wel in die ‘overgang’. Zijn adoptiemoeder was in de menopauze veranderd van een evenwichtige, knusse vrouw in een krijsende harpij.
‘Er heerst vogelgriep,’ merkte Graham nog op. ‘Dit is niet echt de ideale tijd om vogels aan te trekken, wel?’
Charles liet zijn blik over zijn huiskamer glijden, en probeerde die door Grahams ogen te zien. Opeens leken de onschuldigste dingetjes een gevaar te herbergen; de kleine kristallen kroonluchter kon zomaar van het plafond vallen, iemand kon struikelen over de gaten in het versleten Aubusson-tapijt. Als de radio oververhit zou raken, kon hij exploderen en een inferno veroorzaken.
Hij probeerde Grahams aandacht van de vogelvoedertafel af te leiden. ‘Ik zou je vandaag graag willen voorstellen aan mijn moeder en aan de rest van de familie.’
‘Ik ben een beetje zenuwachtig voor een ontmoeting met de Queen,’ zei Graham schoorvoetend.
‘We gaan eerst ontbijten, daarna neem ik je mee,’ zei Charles.
De honden renden de keuken in en stonden opgewonden bij hun etensbakjes. In de regel kregen ze een half bekertje hondenbrokken, maar deze ochtend werden ze getrakteerd op Pedigree. Camilla deed een half blik in elk bakje. ‘Dit hebben jullie aan Hare Majesteit de Koningin te danken,’ zei ze.
De honden schrokten hun bakken leeg en wachtten op meer. Toen Camilla geen aanstalten maakte om hun bakken bij te vullen, blafte Freddie: ‘Was dat alles? Krijgen we verder niets? En die hondenkoekjes dan?’
Ook Leo jammerde: ‘Ik ben twee keer zo groot als die anderen. Ik ben een hond in de groei, ik heb twee koekjes nodig.’
Nadat ze de honden een koekje had toegeworpen, raapte Camilla de bakken op. Ze spoelde ze om onder de kraan en zette ze in het afdruiprek, ten teken dat het hondenontbijt voorbij was. De honden bleven onder tafel liggen in de hoop nog een kruimeltje op te vangen dat van Grahams bord af zou vallen: ze hadden gemerkt dat hij een slordige eter was.
Na een tijdje gromde Freddie: ‘Dit is vernederend; we zijn totaal afhankelijk van de mensenwezens voor al onze behoeftes.’
Tosca schoof een stukje op naar Leo en piepte: ‘We hebben nog altijd controle over ons eigen seksleven.’
Leo likte aan een plakkerig plekje op Tosca’s oor en piepte terug: ‘En hoe zouden we ons moeten voeden, Freddie? We hebben geen vingers dus we kunnen die blikjes niet open krijgen.’
Freddie snauwde: ‘Ooit doodden wij honden voor ons eten.’ En daarna, omdat hij de verleiding niet kon weerstaan, beet hij behoedzaam in het stukje ontbloot vlees tussen Grahams sok en broekspijp. ‘Smakelijk!’ zei Freddie nog, voordat Graham hem een trap onder tafel gaf.
Toen de telefoon overging, renden Harris en Susan naar de huiskamer waar ze de Queen hoorden zeggen: ‘Goedemorgen Charles…met mij gaat het prima, dank je…Ja, Harris is weer de oude…Nee, ik heb deze ochtend niet iets speciaals te doen, maar ik ga vanmiddag je vader opzoeken. Misschien wil je wel met me mee…Wat kun je me niet over de telefoon vertellen?’
Harris zei tegen Susan: ‘Charles komt straks langs. Ik hoop dat hij de honden meeneemt, ik ben wel in de stemming voor een potje knokken.’
‘Overdrijf niet. Je bent nog steeds aan het bijkomen,’ gromde Susan. Ze hoorde de Queen zeggen: ‘Kom maar langs om tien uur, dan zet ik koffie. Komt Camilla ook mee?…Het spijt me echt, Charles. Ik vergeet steeds dat Camilla onder huisarrest staat…Dus hoeveel kopjes moet ik neerzetten…drie?’
Toen ze de hoorn op de haak had gelegd, zei ze tegen Harris en Susan: ‘Charles neemt iemand mee, dus ik wil dat jullie je netjes gedragen. Geen geblaf, geen gebijt, geen gevecht.’
Het duurde even voordat het volledig tot de Queen doordrong wat Charles vertelde. Eerst dacht ze dat hij een onsamenhangend verhaal opdiste over Camilla, Zürich, koekoeksklokken, adoptieouders en een jongen die eerst Rory en later Graham heette. Dezelfde jongeman over wie Charles het nu had, stond in haar huiskamer op de nagels van zijn ene hand te bijten en met zijn andere hand liet hij muntjes rinkelen in de zak van zijn vormeloze, grijze broek.
‘Charles, haal diep adem, en herhaal dan heel rustig wat je me net vertelde.’
‘Ik zal en…het op een andere manier vertellen,’ stamelde Charles. ‘Eh…deze jongeman hier is mijn oudste zoon, Graham. Zijn moeder is Camilla, mijn echtgenote. Hij is geboren in Zürich in 1965. Tot voor kort had ik geen notie van zijn bestaan.’
De Queen monsterde Graham van onder tot boven, waarbij ze lette op lichamelijke details. Die oren had hij van Charles, net als zijn kaken, zijn haarlijn en de handen. Hij had Camilla’s ogen, neus en postuur. Graham was de perfecte mengelmoes van Charles’ en Camilla’s genen. De Queen had het DNA-certificaat of notarisdocument waar Charles mee stond te wuiven, niet nodig.
‘Waarom heeft Camilla je nooit iets verteld over het bestaan van dit kind?’ vroeg ze haar zoon.
Charles aarzelde: hij wilde Graham niet kwetsen, maar hoe zou hij anders Camilla’s vergissing kunnen verklaren?
Hij draaide zijn nek in zijn kraag. ‘Kijk, mama, ze heeft het eenvoudigweg uit haar hoofd gezet. Je weet hoe aandoenlijk verstrooid ze kan zijn.’
De Queen zag hoe Grahams gezicht vertrok, alsof hij door een vliegend insect was gestoken. Ze had een beetje medelijden met hem.
Ze zei tegen Charles: ‘Ik weet hoe afwezig Camilla kan zijn, en dat jij denkt dat dit een charmante eigenschap van haar is, maar ze lijdt toch niet aan geheugenverlies, wel? Herinnert ze zich de naam van haar eerste echtgenoot? De namen van de kinderen die ze met hem kreeg? De eerste keer dat ze een sportwedstrijd won? Haar favoriete drankje? Ik denk van wel. Vind jij het niet vreemd dat ze wél de geboorte van haar eerste kind is vergeten?’
‘En niet zomaar een baby, ook nog ‘s,’ blafte Harris. ‘Hij is wel de tweede in lijn voor de troon.’
De Queen werd boos. ‘Hou je mond, Harris!’
Maar Harris blafte terug: ‘Er is geen enkele reden om je op mij af te reageren.’
‘Je zou tegen Charles tekeer moeten gaan,’ kefte Susan.
‘Ga zo door en jullie gaan allebei naar buiten!’ brieste de Queen tegen haar honden.
‘Mama, ik stond net zo perplex,’ probeerde Charles uit te leggen. ‘Maar Camilla heeft een soort van filter in haar hersens die eh…ervoor zorgt dat alles wat negatief of onaangenaam is, niet tot haar doordringt en haar kan kwetsen.’
‘Bespaar me je Van der Post-nonsens,’ reageerde de Queen kortaf.
‘Ga in de keuken koffie voor ons zetten. Alles staat klaar op het dienblad!’
Nadat Charles de kamer uit was, draaide ze zich om naar Graham en ze zei, nu op vriendelijker toon: ‘Zo, dus u bent mijn oudste kleinzoon, mister Cracknall?’
‘Ja, majesteit.’ Zijn stem leek opvallend veel op die van Charles, vond de Queen. Zijn dictie was goed, zonder een spoortje streekdialect.
‘Neemt u alstublieft plaats.’ Ze wees op de haardstoel tegenover die van haar. ‘Ik zou graag uw verhaal horen.’
Terwijl Graham aan het woord was, voelde hij zich minder geïntimideerd in aanwezigheid van de Queen, en nadat hij zijn basale biografische gegevens uiteen had gezet, vertelde hij wat hij zoal in zijn vrije tijd deed en welke hobby’s hij had. De Queen merkte met interesse op dat hij ooit postzegels uit Nieuw-Zeeland verzameld had; filatelie was iets wat beiden gemeen hadden, zei ze.
Charles kwam binnen met de koffie op het moment dat de Queen aan Graham vroeg: ‘Hebt u uw halfbroers al ontmoet, of uw ooms en tantes?’
‘Natuurlijk niet, mama,’ zei Charles. ‘Jij bent het hoofd van de familie en jij moest dus als eerste op de hoogte worden gebracht.’
‘Weet nog iemand anders hiervan?’
‘Alleen Fatty Soames,’ antwoordde Charles. ‘Maar hij heeft gezworen zijn mond te houden.’
De Queen schoot in de lach. ‘Fatty Soames? Je had net zo goed een reclamevliegtuigje kunnen huren om met het nieuws over Graham boven Londen te vliegen.’
‘Waarom zou mijn bestaan geheim moeten blijven?’ vroeg Graham. ‘Ik ben er trots op om een lid van de koninklijke familie te zijn. Ik heb altijd al geweten dat ik een koekoeksjong was in het Ruislip-nest. Ik was altijd al anders dan de jongens bij mij op school.’
‘Ik ook,’ zei Charles. ‘Ze hebben me afschuwelijk behandeld.’
‘Met alle respect voor de doden, maar ik heb altijd al geweten dat mijn adoptieouders een beetje te volks waren. Het stoorde me altijd bovenmatig dat zij het pak melk zomaar op de ontbijttafel zetten,’ zei Graham.
Hij wierp een blik op het dienblad met de bijpassende kopjes, schoteltjes, de suikerpot en het melkkannetje, de zilveren apostellepeltjes en de tang voor de suikerklontjes. Hij waardeerde de wijze waarop de zandkoekjes als een waaier waren gerangschikt op de schaal.
Hij sprak met toenemende zelfverzekerdheid. ‘Ik waste altijd eerst mijn gezicht en kamde mijn haar voordat ik ging zitten om naar de kersttoespraak van de Queen te luisteren, Majesteit.’
‘Wat leuk,’ mompelde de Queen.
Ze boog voorover om Harris te aaien, die gromde: ‘Brave Hendrik, brave pik.’
‘Begrijp ik het goed dat u werkt om in uw levensonderhoud te voorzien, mister Cracknall?’ vroeg de Queen.
‘Jazeker,’ zei Graham verontschuldigend. ‘Mijn adoptieouders vonden dat een carrière bij de afdeling Veiligheid en Gezondheid heel erg…wel…veilig en gezond zou zijn.’
‘Graham laat zich niet uit over zijn talenten,’ zei Charles. ‘Hij is excelleert in het vlooienspel.’
‘Wat interessant zeg,’ zei de Queen. Ze voegde eraan toe: ‘De Duke of Edinburgh had een passie voor het vlooienspel; ik geloof dat hij lid was van de Vlooienspel Federatie.’
Tijdens de koffie werd afgesproken dat de overige leden van de koninklijke familie Graham later die avond zouden ontmoeten bij Charles en Camilla, en dat ze allen geheimhouding zouden zweren.
Dwayne Lockhart zat in het donker van de surveillancekamer en lachte. ‘Ah, wat een zegen. Hebben ze het nog altijd niet door? Er bestaan geen geheimen.’
De Queen nam weer het woord. ‘Zoals u ongetwijfeld zult weten, mister Cracknall, vinden de verkiezingen plaats in minder dan vijf weken. Als de Neocons winnen, zo hebben zij beloofd in hun partijprogramma, zal de koninklijke familie tot wie u nu ook behoort, in ere worden hersteld. Niet het voltallige electoraat zal het feit dat u een buitenechtelijk kind bent, kunnen waarderen. Er zal een tegenbeweging ontstaan die tot gevolg zal hebben dat wij hier nog jaren moeten blijven.’ Ze tilde Harris van de grond en met hem als buffer tegen de rest van de buitenwereld, zei ze: ‘Ik wil niet sterven in Hell Close, mister Cracknall.’
Dwayne wisselde van scherm en keek gedurende een halfuur naar Paris Butterworth die stond te strijken. Ze deed verder niets interessants, maar Dwayne vond dat niet erg. Hij hield van haar.