Hoofdstuk 16
Toen ze na de familiebijeenkomst weer terugliepen naar huis, zei Harry: ‘Je ging nogal buiten je boekje daar, om te knielen en te zeggen dat je koning zou worden.’
‘Zo had mama het gewild, Harry.’
Harry trok zijn capuchon half over zijn gezicht. Ze spraken zelden over hun moeder, de een was zich bewust van de pijn van de ander.
‘Ma was een toffe koningin geweest,’ zei Harry. Met veel geklepper verscheen er plotseling een politiehelikopter boven Hell Close. Hij vloog zó laag dat William en Harry in elkaar doken om niet onthoofd te worden. De krachtige straal van het zoeklicht van de helikopter gleed heen en weer over William en Harry. Uit de luidsprekers klonk een bulderende stem: ‘Dit is een officiële politiewaarschuwing: over drie minuten gaat de avondklok in. Bewoners worden verzocht huiswaarts te keren en binnen te blijven.’
William en Harry versnelden hun pas. Ze waren al bijna thuis toen een groepje hangjongeren om de hoek verscheen en hen tegemoet liep. Het getreiter liet niet lang op zich wachten. Een van Maddo’s zoontjes, Lee, schreeuwde: ‘Hé, gemberbol, is het haar op je pik ook zo rood?’
‘Deze keer rennen we niet weg, Harry,’ zei William.
William en Harry bleven staan waar ze stonden en de hangjongeren passeerden hen met slechts wat duwen en stoten.
‘Als ik koning ben,’ zei William, ‘ga ik dat probleem met die criminele bendes oplossen.’
‘Toppie. Hoe ga ja dat doen?’
‘Ik laat ze oppakken en dan zal ik met ze afrekenen.’
‘Hoezo, maak je ze af?’ vroeg Harry.
‘Nee,’ zei William. ‘Ik zal een goede en rechtvaardige koning zijn en mijn onderdanen zullen van me houden en er zal een hysterisch circus losbarsten als ik doodga. Vrouwen zullen zich op mijn doodskist werpen.’
‘En als jij doodgaat, word ik koning. Jippie,’ zei zijn broer. William bedacht dat hij de natie verschuldigd was om een troonopvolger te produceren. En snel ook.
Aan het andere einde van straat liepen Charles en Camilla haastig over de stoep naar hun voordeur. ‘Liefste, het laat me echt koud of ik koningin word of niet; voor mij is het allerbelangrijkste dat ik jouw echtgenote ben,’ zei Camilla.
Ze sloeg haar arm om zijn middel en hief haar gezicht op voor een kus, maar hij was te kwaad op zichzelf, zijn moeder en de wereld om zich te laten vermurwen. ‘Ben je bijna achtenvijftig, word je nog steeds behandeld als een kind.’
Toen ze binnenkwamen, liep Charles direct naar zijn bureau om een brief aan zijn beste vriend te schrijven.
Beste Nick,
Waarom beantwoord jij mijn brieven niet meer? Ik ben bijzonder ontstemd door het uitblijven van jouw reactie. Dit heeft me diep gekwetst, ik dacht dat wij vrienden voor het leven waren.
Ik zit werkelijk te springen om inside informatie over de huidige politieke stand van zaken. Denk je dat Boy het gaat redden? Het zou geweldig zijn als het hem zou lukken.
Mama heeft afstand van de troon gedaan, en zij verwacht dat ik haar zal opvolgen als koning, al staat ze afwijzend tegenover Camilla als koningin. Ik heb gezegd, zonder er doekjes om te winden, dat Camilla en ik samen zullen regeren als een stel, of helemaal niet.
Nick, ik vraag jouw advies. Zullen de mensen Camilla accepteren? Kan zij koningin worden volgens de huidige grondwet? Zo niet, kun jij dan je niet geringe gewicht in de strijd werpen voor een constitutionele wijziging?
Mijn excuus voor dit gelijnde briefpapier. Ik zend je, als altijd, mijn dierbare vriendschap.
Charles
PS: Gelieve te antwoorden ter attentie van Dwayne Lockhart, volgens bijgevoegd adres.
Om halftien waren de straten van de Flowers Exclusion Zone verlaten, op enkele politieagenten na en de complete hondenpopulatie.
Dwayne moest patrouilleren in de Flirtsteeg. Hij liep vier keer langs het huis van Paris Butterworth, en hij kon Fifty-cents boven in de slaapkamer horen huilen. Hij wilde bij haar aankloppen om te vragen of alles goed was met de baby, maar zoals altijd was hij zich ervan bewust dat in het controlecentrum al zijn bewegingen werden gadegeslagen, dus hij liep door.
Hij had Paris een boek willen geven dat hij net had gelezen: 1984. Het was behoorlijk vergezocht omdat het zich afspeelde in de toekomst waarin een totalitaire overheid de bevolking controleerde met behulp van een televisiescherm. Maar het hart van het boek was de romance tussen de held, Winston Smith, en het meisje Julia.
Dwayne had graag met Paris over dit boek willen praten. Hij kon haar lieve gezichtje maar niet uit zijn hoofd zetten.
De Queen werd door Spiggy tot aan haar voordeur geëscorteerd. Hij had gezegd: ‘Ik wil nietdat je die hangjongeren onderweg tegenkomt, Liz.’
Nu zat ze bij de gaskachel in haar favoriete Louis XVI-leunstoel die ze dertien jaar geleden uit Buckingham Palace had meegenomen. Zoals alles in de kleine zitkamer, vertoonde ook deze stoel slijtageplekken. Het Aubusson-tapijt had zijn glans verloren dankzij het intensieve gebruik door Harris en Susan, en de zware brokaten gordijnen voor de schuiframen waren hier en daar losgeraakt van de haakjes waarmee ze aan met veel filigrein bewerkte gordijnroede bevestigd waren; ze hingen er nu sjofeltjes bij, hetgeen haar gevoel voor orde verstoorde.
De Queen schreef in haar dagboek, een gewoonte die ze had ontwikkeld in haar jeugd. Haar kindermeisje Marion Crawford, ‘Crawfie’, had gezegd: ‘Elizabeth, je gaat heel veel interessante mensen ontmoeten en spannende en exotische oorden bezoeken. Het zal je van pas komen om je gedachten en gevoelens op te schrijven.’
De kleine Elizabeth, die nog nauwelijks haar eigen naam kon schrijven, had Crawfie gevraagd wat ‘gevoelens’ waren, en Crawfie had als antwoord gegeven: ‘Een goed gevoel is hoe gelukkig je bent als mama de kinderkamer binnenkomt om je een nachtkus te geven.’
‘En een slecht gevoel is als mama niet komt?’ had Elizabeth gevraagd.
‘Jemoet je niet slecht voelen als mama niet komt. Ze heeft het heel erg druk; ze is de vrouw van de broer van de koning van Engeland.’
‘Papa is de broer van de koning?’
‘Wis en waarachtig,’ zei Crawfie.
‘Waarom?’
‘Omdat hij blauw bloed heeft. Net als jij.’
De volgende dag was Elizabeth op de kiezels gevallen en had haar knie opengeschaafd; het bloed dat eruit kwam was onmiskenbaar rood. Ze moest haar mond houden over het wondje, want niemand mocht weten dat ze rood bloed had.
De Queen sloot een moment haar ogen om van het vredige moment te genieten, van de warmte van het vuur en van het glorieuze besef dat zij absoluut niets meer hoefde te doen als zij in haar dagboek de gebeurtenissen van de dag had opgetekend.
Ze sloeg haar dagboek open en schreef:
Een drukke dag. Heb mijn kies laten trekken bij de tangenvrouw, Philip bezocht, woorden gehad me de manager van het Frank Bruno-verpleeghuis, familieberaad gehouden. Troonafstand.
Charles maakte een hele idiote toestand rondom Camilla as koningin. William bood zich aan maar hij is te jong en ik vond hem iets te happig.
Er ging een gerucht de ronde in onze buurt dat klaarblijkelijk was opgestart door Berverly Threadgold, dat ik stervende zou zijn. Wel, in zekere zin is Queen Elizabeth ook dood, lang leve Elizabeth Windsor.
Het is herfstweer buiten, zoals je kunt verwachten in de zomer.
Ze sloot haar dagboek en zette de televisie aan. Ze zag nog net hoe de dochter van een ex-premier een kangoeroetestikel at in de equatoriale jungle van Australië.
Terwijl ze wachtte tot de melk voor haar hete chocola ging koken, bedacht ze hoe ze nooit meer voorgesteld zou worden aan de gruwelijk lange rijen overbeleefde acteurs, zangers en komedianten tijdens liefdadigheidsevenementen. Mijn God, dacht ze, ik heb toch echt mijn steentje wel bijgedragen! Ze huiverde toen ze terugkeek op de ronduit gênante vertoning als ze de Queens Speech voor moest lezen. De bladzijden omslaan met witte handschoenen was al erg genoeg, maar dan was er ook nog die nietszeggende tekst van de speech zelf…
Ze dronk haar kopje chocola met haar voeten op de slapende Susan, en tegen Harris zei ze: ‘Waar zullen we gaan wonen als we hier weggaan, jongen? Ik heb begrepen dat de meeste paleizen zijn omgebouwd tot publieksruimtes voor evenementen. Arme jongen, jij hebt nooit iets anders gekend dan de Flowers-buurt, toch? Jij hebt nog nooit in een Rolls Royce gereden, hè? Jij weet niet hoe het is om in een privévliegtuig te zitten of te midden van mooie spullen te wonen. Jij bent mijn ruige hondje,weet je dat?’
Harris gromde: ‘Ik mag zo ruig zijn als de schorre giechel van een sloerie, maar ik ben om de dooie dood niet achterlijk.’ Voordat ze ging slapen, bonsde de Queen driemaal op de muur die haar van de buren scheidde, en Violet Toby bonsde terug. Zo hadden ze het ooit afgesproken: het betekende dat alles in orde was.
Marcia Boycott was een vrouw die niet tegen wanorde kon. Onvriendelijke vrienden en collega’s hadden haar al omschreven als ‘de controlfreak aller controlfreaks’.
Toen prins Andrew terugkwam, kende hij zijn huis nauwelijks terug. Marcia had vier vuilniszakken volgestopt met rommel en de kamers beneden onherkenbaar veranderd. Er kwam een heerlijke geur uit de keuken, een geur zó aromatisch dat hij ervan watertandde. Marcia had al zijn cd’s op alfabetische volgorde gezet, de etensvlekken van de bank gepoetst en alle bladen in de keuken met bleek behandeld.
‘Jeminee,’ zei Andrew. ‘Je bent me een bezig bijtje, Marcia.’
‘De gehakt-met-uien-quiche moet nog tien minuten in de oven. Waarom schenk ik ons geen drankje in, dan kun jij me alles over de bijeenkomst vertellen.’
Andrew trok zijn schoenen uit en viel languit op de bank, vanwaar hij kon zien hoe Marcia in hoge glazen twee cocktails brouwde. Ze was wat aan de magere kant, vond hij. Hij hield eigenlijk van vrouwen met wat meer vlees erop, maar ze was helemaal fantastisch geweest in bed die middag. Absoluut honderd procent fantastisch.
Marcia overhandigde hem een roze drankje, en vroeg: ‘En, hoe is het gegaan?’
‘Het was van saaiestein. Mama heeft afstand gedaan van de troon, Charlie schoot in een stuip, en de hond van prinses Michael heeft in Camilla’s vinger gebeten.’
Marcia, een fervent monarchist, had ouders gehad met een stomerij die nooit een onvertogen woord hadden laten vallen, dus ze was gebiologeerd. Ze zei: ‘Andy, meer details graag. Begin vanaf het moment waarop je het huis van je zus binnenkwam.’
Toen Edward en Sophie thuiskwamen, troffen ze hun dochter Louise slapend voor de televisie aan. Hun babysitter Chanel Toby keek naar I’m a Celebrity, Get Me Out of Here.
‘Een of andere vrouw heeft net de kloot van een kangoeroe op zitten vreten,’ zei Chanel. ‘Ik heb aardig wat afgepijpt in mijn leven, maar ik zou nooit de bal van een beest eten. Gatver, wat smerig.’
Ze werd betaald en ze haastte zich naar huis om voor de avondklok binnen te zijn. Louise werd naar bed gebracht. Toen ze haar instopten, werd het kleine meisje wakker en met een plat accent zei ze: ‘Joehoe ma. Joehoe pa.’
‘Louise,’ zei Sophie, ‘het kan zijn dat wij binnenkort vertrekken en in een plaats gaan wonen die Londen heet, in een huis met een hele mooie tuin.’
‘Ik wil hier helemaal niet weg, mam,’ zei Louise. ‘We zitten lekker hier in Hell Close. Ik wil helemaal geen leuke tuin. Ik wil op straat spelen met Courtney Toby.’
Sophie voelde hoe haar keel dichtkneep toen de naam Courtney viel. Het meisje was een harpij van zeven jaar in snollenkleren en met een stuitend vulgair taalgebruik, wier zelfbedachte spelletjes zoveel behelsden als wapens afvuren vanuit auto’s en huiselijk geweld waar hulpverleners aan te pas moesten komen.
Nadat zij de slaapkamer van Louise uit waren geslopen, zei Sophie: ‘Als we niet snel maken dat we hier wegkomen, zit ze haar hele leven vast aan dat accent, Edward.’