Hoofdstuk 3
Inspecteur Clive Lancer, een hoge officier in het privélegertje van Arthur Grice, gaf de nieuwe rekruut Dwayne Lockhart instructies over de Flowers Exclusion Zone. Dwayne voelde zich niet op zijn gemak; niet alleen omdat zijn uniform ietwat te krap was voor zijn lange lichaam, maar ook omdat hij de meeste mensen in de Fez kende. Vanaf nu moest hij hun vertellen wat ze moesten doen én hij moest ze aangeven wegens wangedrag. Terwijl de twee mannen hun ronde maakten door de bijna lege straten, cirkelde er een vliegtuigje boven hun hoofd.
‘Observatievliegtuig,’ zei inspecteur Lancer, die zijn enorme hoofd in zijn nek wierp. ‘Hij is luchtfoto’s aan het maken, van illegale schuurtjes.’
‘Is het nu ook al tegen de wet om een schuurtje te hebben?’ vroeg Dwayne.
‘Wel als ze er geen vergunning voor hebben en de belasting ontduiken,’ zei de inspecteur. Omdat hij Dwaynes wrevel aanvoelde, zei Lancer: ‘We moeten erbovenop zitten bij dat schorem, jochie. Geef ze een millimeter en ze jatten je liniaal nog.’
Dwayne bedacht dat hij zelf gisteren nog tot ‘dat schorem’ behoorde; het enige verschil tussen hen en hem was alleen nog dat hij deze baan had gekregen en officieel van zijn enkelband af was. Hij kon nu gaan en staan waar hij wilde.
Hij kon niet wachten om naar de bibliotheek in de stad te gaan. Hij had gehoord dat er duizenden boeken op de schappen stonden.
Ze liepen Bluebell Lane af; lokaal bekend als de Flirtsteeg omdat er zo veel alleenstaande moeders woonden.
‘Nu zitten we in de flirtzone, jochie,’ zei inspecteur Lancer. ‘Sommige meiden kunnen mannen compleet het hoofd op hol brengen. Jij bent in de plaats gekomen van Taffy Jones, die op de denkbeeldige rotsen van zo’n flirtgriet te pletter is geslagen. Syanne Grubbett heette ze.
‘Taffy vertelde me tijdens de hoorzitting dat hij één blik wierp op dat witte trainingspak, die stilettohakken en oorringen, en dat hij op dat moment al zo goed als zijn baan kwijt was. Toen ze de rits van haar jack opentrok en die prammen uit dat kleine Nike-topje floepten, zei hij dat hij al ontslagen was.
‘Dus hou je in toom, jochie. Die Jezebellen zitten altijd in het kraaiennest voor vers vlees.’
Dwayne was zeer belezen, maar zoals wel vaker bij zulke mensen had hij nauwelijks enige seksuele ervaring. Hij had weleens wat lopen vozen met een meisje op school dat wat ouder was dan hij, maar hij was technisch gezien nog maagd.
Inspecteur Lancer zei: ‘Hier blijven we even staan om te zien of er een flirtmeid langskomt. Ik wil je de ‘halt en fouilleer’ – procedure laten zien.’
Ze leunden tegen een muur vol obscene en mogelijk belastende graffiti over een vrouw die Jodie heette en haar relatie met haar hond. Niet lang daarna kwam er een meisje aan met een lief gezichtje, dat een dikke baby in een kinderwagen hun richting op duwde.
Lancer sprong in de houding en zei: ‘Goed, ik zal even een demonstratie geven van de ‘halt en fouilleer’ – methode voor vrouwen.’ Hij stak zijn arm op en het meisje bleef met een zucht staan. Lancer zei: ‘Eerstmoet je de naam en het registratienummer van de verdachte vaststellen.’
Vrijwel automatisch zei het meisje zelf al: ‘Paris Butterworth, 69176593,’ en liet haar identiteitskaart zien. Ze wees naar de baby die aan de hoek van een ongeopend zakje chips zat te knagen. ‘Da’s Fifty-cents Butterworth. Hij heeft nog geen bandje om want hij is nog te jong.’
Lancer zei: ‘Vraag om de kaart van de baby, Dwayne. Je hebt geen idee wat die meiden je allemaal wijs proberen te maken.’
Dwayne zei: ‘Heeft u bezwaar als ik de identiteit van Fifty-cents controleer, miss Butterworth?’
Het meisje trok de rits van haar baby’s kleine anorak open, stak haar hand in zijn trui en haalde er een identiteitskaartje uit dat aan een blauw koordje hing. Aan twee hoeken van de kaart was duidelijk gekauwd.
Lancer bekeek de kaart nauwkeurig van dichtbij, en zei: ‘Noteer even dat deze kaart beschadigd is, Dwayne.’ Toen zei hij tegen Paris: ‘U hebt overheidsgoederen beschadigd. Ik zou u ter plekke op de bon kunnen slingeren.’
‘Hij krijgt tandjes,’ reageerde ze verontwaardigd. ‘Hij knaagt aan alles wat hij in z’n klauwen krijgt.’
Snel antwoordde Lancer: ‘We laten het voor deze keer gaan, miss Butterworth. Goed, nu we de identiteit van de verdachten hebben vastgesteld, gaan we fouilleren. Daar er geen vrouwelijke agente aanwezig is, moeten we dit voorzichtig aanpakken, Dwayne. Dus blijf uit de buurt van erogene zones, en onderzoek Butterworth oppervlakkig.’
Dwayne en Paris keken elkaar even aan. Dwayne vond dat ze prachtige ogen had.
‘Je moet zoeken naar drugs, gestolen goederen, verborgen wapens en explosieve materialen.’
Paris zei: ‘Wel ja. Ik zou een explosief materiaal niet eens van een naaimachine kunnen onderscheiden.’
‘Het is bekend dat Al Qaida in het verleden is geïnfiltreerd in de flirt-zone, Dwayne,’ zei Lancer. ‘We nemen geen enkel risico.’
Lancer pakte zijn wapenstok en richtte die op diverse punten op Paris’ slanke lichaam. ‘Daarmoet je haar fouilleren, Dwayne.’
Dwayne ging voorzichtig met zijn handen over haar middel en haar schouders, over haar rug en toen over haar schenen. Hij voelde hoe ze beefde en zei: ‘Sorry.’
Lancer vervolgde: ‘Als je ervan overtuigd bent dat de verdachte niets op haar lichaam verbergt, gaan we de baby onderwerpen aan een onderzoek.’
Dwayne boog voorover. ‘Hallo, Fifty-cents. Kan ik je even op je buikje kriebelen?’
Fifty-cents staarde hem argwanend aan. Hij had het niet zo op mannen. Mannen schreeuwden en maakten zijn moeder aan het huilen. Dwayne liet snel zijn handen over het mollige lijfje van de norse baby glijden. Hij vond niks bijzonders behalve een afgeknaagde plastic giraf die in zijn vestje was gevallen. Dwayne hield de giraf op naar Paris; zij nam het diertje van hem aan en zei: ‘Hij is gek op giraffen.’
Inspecteur Lancer doorzocht de tas die aan de handvaten van de buggy hingen, en plukte er een brief uit die was geadresseerd aan ene Mohammed Yousaf in de Wakefield-gevangenis. Hij overhandigde de brief aan Dwayne, en zei: ‘Waarom neem ik deze briefin beslag, Dwayne?’
Dwayne speurde zijn geheugen af naar het halfuurtje training dat deze week correspondentie als thema had gehad. Hij antwoordde: ‘Het is verboden voor bewoners van een Exclusion Zone om te corresponderen met gedetineerden.’
‘Jij bent een ondeugend meisje,’ zei Lancer.
Paris’ gezicht vertrok, en ze begon te huilen. Niets in Dwaynes training had hem voorbereid op deze situatie. Hij stond er bedeesd bij en had geen idee hoe hij moest reageren.
Paris snikte: ‘Volgende week is Mohammed jarig.’
‘Wel dan, ik weet zeker dat wij hem nog vaak een fijne terugkomst zullen wensen,’ zei Lancer. ‘Je kunt gaan.’
Dwayne wilde Paris zijn verontschuldigen aanbieden. Hij hoopte dat ze uit zijn gelaatsuitdrukking kon opmaken dat hij die brief niet zou hebben geconfisqueerd. Hij had geen idee hoe lang hij het in deze baan zou volhouden als dit vaak voorkwam. Paris deed de rits van het jasje van haar baby dicht, gaf hem de giraf en liep naar de winkels.
Toen Dwayne en Lancer het perkje overstaken voor de One-Stop Centre, kwam Camilla op hen afgelopen, gevolgd door Freddie, Tosca en Leo. Ze vroeg aan Lancer: ‘Inspecteur, weet u misschien hoe laat het is? Mijn horloge staat stil.’
‘Voordat ik u dat zeg, mevrouw, moet ik u ervan op de hoogte brengen dat er tegenwoordig een prijskaartje aan deze service hangt,’ was Lancers antwoord.
Waarop Camilla zei: ‘Wat eigenaardig. Ik verzoek u slechts op uw horloge te kijken en mij te vertellen hoe laat het is.’
Dwayne keek steels op zijn eigen horloge. Het was 11:14 uur in de ochtend.
Lancer zei: ‘Wij zijn een semi-overheidsinstelling, en als wij het hoofd boven water willen houden moeten wij dergelijke dienstverlening in rekening brengen.’
‘En hoeveel mag klokkijken dan wel kosten?’ vroeg Camilla.
‘Er is nu een standaardtarief van één pond per verzoek.’
‘Een pond!’ zei Camilla. ‘Dat is buitenproportioneel.’
‘Dus u wilt niet langer weten hoe laat het is?’ vroeg Lancer.
‘Nee,’ zei Camilla. ‘Ik zie aan de stand van de zon dat het bijna middag is.’
Dwayne schoof zijn mouw terug van zijn rechterpols zodat zijn horloge tevoorschijn kwam. Hij deed net alsof hij zijn ogen afschermde voor het winterzonnetje.
Camilla zei: ‘Ah, het is kwart over elf. Dank u, agent.’
Leo sukkelde onhandig naar Dwayne en liet een stok voor zijn voeten vallen die hij in zijn bek had gehouden. Dwayne raapte de natgekwijlde stok op, en gooide hem zo ver mogelijk weg. De drie honden renden achter de stok aan, die in een modderpoel belandde. Camilla zei tegen Dwayne: ‘Ik hoop nietdat je me die worp in rekening gaat brengen.’
‘Nee,’ antwoordde Dwayne. ‘Dat was helemaal gratis.’
Toen Leo terugkwam en de stok weer voor Dwaynes voeten legde, zei Lancer: ‘Laat liggen die stok, jochie. Er is werk aan de winkel.’
Ze vervolgden hun weg en kwamen in een district terecht dat door een hoge muur was afgescheiden van de Flowers Estate.
‘Dit,’ zei Lancer terwijl hij de sleutel omdraaide in een deur in de muur, ‘houdt de smeerlappen binnen die graag met kleine kindjes foezelen.’
Hij deed de deur open, en ze gingen naar binnen. Dwayne verwachtte loerende mannen die in groezelige overjassen op straat hingen, maar tot zijn verbazing zagen de mannen er hier net zo doorsnee uit als in de rest van de wijk.
Toen hij Lancer daarop attent maakte, steeg zijn verbazing nog meer toen die antwoordde: ‘De meeste van deze stakkers zijn zo onschuldig als een lentelammetje, jochie.’
‘Waarom zitten ze dan hier?’ vroeg Dwayne.
‘Achterbakse bedriegertjes hebben foute getuigenissen afgelegd, jongen. Die kleine ratten hebben hen misleid, en nadat ze hen de snoepjes hadden afgetroggeld, belden ze de kinderhulplijn.’
Dwayne zei niets, maar hij wilde op de bres springen voor misbruikte kinderen. Zijn zwemleraar had maar al te vaak in zijn zwembroek gehengeld, zogenaamd op zoek naar een mogelijke afwijking in zijn genitaliën. Na een korte tocht door het gebied waar de uitgerangeerde specialisten waren ondergebracht (waar Lancer en Dwayne werden uitgescholden door een advocaat in de mensenrechten die schreeuwde: ‘Jullie zijn marionetten van een politiestaat!’), gingen ze terug naar de controlepost. Inspecteur Lancer scande de brief van Paris in de computer, en hij liet Dwayne zien hoe dat ging. In de brief stond:
Hoi Mohammed,
Ik hep een gedigt geschrefen voor je verjaardag, lag me niet uit.
Ik schreef ‘m gisteravond toen Fifty-cents lag te slapen. Ik heb er heel lang over gedaan omdat ik steeds de spelling na moest kijken in het woordeboekje dat ik van sgool heb gepikt.
How I love thee?
Let me count the ways
I love thee to the…
Dwayne begreep al bij de tweede zin dat ze plagiaat had gepleegd – dit was een bekend gedicht van Elizabeth Barren Browning. Paris stelde hem bitter teleur.
Lancer zei: ‘Geen slecht gedicht. Ik vraag me af waar ze op school heeft gezeten.’
Hij typte Paris’ naam en registratienummer in, en op het scherm verscheen Paris’ doopceel.
Naam: Paris Butterworth (19).
Vader: Lee Butterworth (47), recidivist, krijgt methadon voorgeschreven, op dit moment werkloos.
Moeder: Lorna Butterworth (51), op dit moment werkzaam bij Grice-A-Go-Go als toiletjuffrouw, vaak veroordeeld wegens diefstal.
Zus: Chelsey Butterworth (19), paaldanseres.
Zus: Tropez Butterworth (12), Arthur Grice Academie.
Broer: Dallas Butterworth (4), vereist aangepaste zorg.
Paris Butterworth: 1,55 meter, 52 kilo.
Medische staat: elke winter bronchitis, verder geen klachten.
Menstruatie: elke eerste week van de maand, klaagt dan over ernstige pijnen.
Profiel: onrustig op de lagere school, huilde altijd om haar moeder. Kon op haar vierde nog niet met bestek omgaan. Slechte taalbeheersing; kon niet zeggen welk dier het was toen ze haar een plaatje van een koe lieten zien. Slechte hygiëne, droeg vaak smerige kleren en schoenen die niet geschikt waren voor het weertype. Aantekening in het risicoregister toen de moeder geen afdoende verklaring had voor blauwe plekken op billen en onderrug.
Elf jaar: gezakt voor officiële staatstoets lezen en schrijven.
Kwaliteiten: toonde enig talent voor wiskunde en kunst.
Arthur Grice Academie: Paris haalde haar achterstand in dankzij haar leraar Engels. Door haar werkstuk over Elizabeth Barrett Brownings hond Flush, kon ze Engelse Literatuur studeren. Zij zakte echter op vier andere onderwerpen en werd definitief van school gestuurd toen ze zeven maanden zwanger was.
Burgerlijke staat: alleenstaande moeder met tien maanden oude baby van het mannelijk geslacht, Fifty-cents Lee Butterworth.
Vader van het kind: onbekend.
Huidige partner: Mohammed Yousaf, gedetineerd in zwaar beveiligde Wakefield-gevangenis waar hij levenslang zit voor mogelijke terroristische activiteiten; in ouderlijk huis is een ongewoon grote hoeveelheid chemicaliën gevonden. Vader claimde dat die chemicaliën bestemd waren voor zijn tomaten.
De dienstdoende agent constateerde een ongebruikelijk grote hoeveelheid tomaten in de kas. Mohammed Yousaf werd gearresteerd omdat hij raar keek, een baard had en verbaal agressief was. Yousaf pleegde verzet tegen zijn arrestatie en er werd een antiterreureenheid bijgehaald om hem te overmeesteren.
Butterworth’s inkomen: standaard uitkering voor alleenstaande moeder à 84,50 pond per week. Butterworth brengt haar tijd door met de opvoeding van haar baby en het kijken naar woningprogramma’s op televisie. Niet rokend.
Seksuele geaardheid: heteroseksueel. Geen seksuele activiteiten sinds de geboorte van haar zoon.
Dwayne constateerde tot zijn genoegen dat Paris al zo lang celibatair was. Hij scrolde en tot zijn verbazing zag hij dat alle uitgaven van Paris waren gedocumenteerd. Ze bleek enorme hoeveelheden chips te kopen.
Toen hij zijn verwondering over al die uitgebreide gegevens kenbaar maakte, zei Lancer: ‘Vulcan weet alles van ons, jochie. Het is als een fijne, warme deken tijdens een kille, koude nacht.’
‘Vulcan is de god van vuur en metaal,’ zei Dwayne, die nog niet doorhad dat dergelijke kennis hem niet populair zou maken bij zijn meerderen.
‘Vulcan is de beste vriend van elke politieman,’
Dwayne zei: ‘Maar gaat dit niet een beetje…nou ja…te ver allemaal?’
‘Ik zal jou eens zeggen wat te ver gaat, Lockhart: zo’n vuile terreuraanslag gaat te ver! Wat je goed moet begrijpen, is dat we vandaag de dag in de wereld van morgen leven, jochie. Wij zijn sciencefiction. De yanks hebben satellieten waarmee je een draad door een naald kunt trekken!’
Dwayne keek uit het raam. Boven de Fez hingen grijze wolken.
Een andere nieuwe rekruut, Peter Penny, vroeg ongerust: ‘Kan een spionagesatelliet ook door gordijnen kijken, meneer?’ Hij dacht aan zijn vernedering van gisteravond, toen hij zijn vrouw, met wie hij drie jaar was getrouwd, had voorgesteld om eens een ander standje uit te proberen.
‘Gordijnen?’ vroeg Lancer korzelig.
‘Ja,’ zei Peter Penny. ‘Van die dikke fluwelen met voering.’
Lancer schudde met zijn hoofd. Was dit broekje soms een idioot? ‘De nieuwe satellieten kunnen tot in de kern van een berg kijken! Ze kunnen elke fluistering oppikken. Ze luisteren ons op dit moment af.’
‘Wie zijn ze dan?’ vroeg Dwayne.
Lancer activeerde de camera achter in de tuin bij prins Charles, en zag hoe Charles met zijn kippen stond te soebatten voor af en toe een eitje. Hij zei: ‘De yanks. De Chinezen. De Russen. De Fransen. De Arabieren. De Wereld.’
‘En wij luisteren hen ook af?’
‘Natuurlijk,’ zei Lancer.
Dwayne liet niet los. ‘Dus iedereen weet alles?’ vroeg hij.
Lancer keek hoe Charles misnoegd het tuinpad op liep naar zijn keuken. ‘Daar moeten we maar vanuit gaan, knul.’
‘Dus wat heeft het voor zin dan?’
‘Ah, dat kan ik nu nog niet prijsgeven, Dwayne. Als ambtenaar bij een semi-overheidsinstelling ben ik gehouden aan zakelijke geheimhouding.’
Dwayne Lockhart was een volksjongen die goed terecht was gekomen. Hij kon niet lezen tot hij elf was, maar nadat hij was overgeplaatst naar de Arthur Grice Academie kreeg hij de basisregels uitgelegd door mister Nutting, de slordige leraar Engels die de kinderen aan het lachen kon maken en de orde bewaarde door één wenkbrauw op te trekken. Tot Dwaynes ontzetting werd mister Nutting ontslagen wegens ‘het weigeren zich te conformeren aan het Nationale Onderwijssysteem’. Voor hij vertrok, vertelde hij de klas dat ze allen minstens één boek per week moesten lezen. ‘Boeken moeten net zo essentieel voor jullie worden als voedsel, water en zuurstof,’ zei hij.
Hij had hen allen een blaadje papier gegeven waarop een lijst stond met de boeken die ze van hem moesten lezen.
Dwayne had dat papiertje nog altijd in zijn portemonnee zitten. Hij had de hele lijst titels al gelezen, maar bewaarde het papiertje omdat mister Nutting onderaan had gekrabbeld: Dwayne, niemand kan zijn eigen familie kiezen als hij wordt geboren. Mijn beide ouders waren alcoholisten. Jij bent een intelligente jongen. Vergooi je leven niet. Hoogachtend, Simon Nutting.
Dwayne had niemand uit zijn klas verteld dat de ouders van mister Nutting zuiplappen waren of dat mister Nutting had geschreven dat hij, Dwayne Lockhart, intelligent was, maar hij las de woorden elke keer als zijn ouders dronken waren en op straat stonden te ruziën, of als ze hem uitmaakten voor vuile nicht omdat hij altijd met zijn neus in de boeken zat.
Toen Dwayne en Peter Penny alleen waren, met alle camera’s in de surveillancekamer voor hun neus, zei Peter: ‘Waar moeten we eigenlijk naar kijken?’
Dwayne herinnerde zich inspecteur Lancers minipreekje over surveillance. ‘Naar ongewoon of verdacht gedrag.’
‘Maar iedereen ziet er op dit scherm verdacht uit,’ zei Peter.
Daar was Dwayne het wel mee eens.
Hij keek naar het beeld van de huiskamer van Charles en Camilla. Camilla praatte tegen haar honden – een grote en twee kleine – niet alleen alsof ze mensen waren, maar alsof hun mening door haar op hoge prijs werd gesteld. ‘Denk je dat mijn kapsel weer highlights nodig heeft, Leo?’
Dwayne kon de verleiding niet weerstaan om in te zoomen op Charles’ dagboek.
25 september
Nog altijd geen eieren. Ik ben ten einde raad; wat kan ik nog meer doen? Ik geef de kippen een behoorlijke voeding en ik heb ze zelfs een schitterende haan bezorgd. Ik overlaad ze met aandacht, maar krijg er niets voor terug – ze erkennen mijn aanwezigheid nauwelijks. Ik ben zeer ontstemd over hun ondankbaarheid.
Camilla en ik hadden net een bijzonder akelige twist. Ik stond te op mijn benen en tranen prikten achter mijn ogen. God weet dat ik een zeer tolerante man ben, maar het werkt me steeds meer op mijn zenuwen dat ze maar niet kan stoppen met roken. De aanblik van Eccles, een van Gods onschuldigste wezens, met die sigarat in zijn snavel heeft me werkelijk tot in het diepst van mijn ziel gegriefd.
Het is nu weer goed tussen Camilla en mij, ook al merkte ik dat ze niet mij heeft geraadpleegd over de noodzaak van highlights, maar Leo – en die is niet goed geoutilleerd om dergelijke adviezen te geven. Zijn eigen vacht is constant een warboel, al borstel ik hem zo vaak mogelijk.
Dwayne vroeg zich af of er ooit iemand had toegekeken terwijl hij gedichten schreef in zijn slaapkamer, of luchtgitaar speelde voor de spiegel in de badkamer. Hij bloosde bij de gedachte wat ze hem nog meer hadden zien doen.