42

'Wacht maar tot hij hoort dat zij hier is,' zei Lorna Prendergast tegen haar moeder, en haar geelbruine ogen schitterden. 'Wacht maar tot hij dat weet. Wat denk jij dat hij zal doen, maman?'

Francoise, die een even moeilijke en verwarrende avond had beleefd als haar dochter, zuchtte alleen. 'Ma chérie, hoe moet ik dat weten? Maar ik moet toegeven dat ze niet helemaal is wat ik had verwacht. Ze is mooi en geestig. Jammer dat jullie niet met elkaar overweg konden. Misschien ...' ze keek naar Lorna die een pruillip begon te trekken - 'misschien wordt het tijd om naar huis te gaan? Ik moet toegeven, liefje, dat ik je vader en de jongens begin te missen. En de zuiverheid van de lucht en de verte van de horizon. Ik was vergeten hoe klein en vol Europa kan zijn, en ik ben niet erg weg van die Londense mist.'

'Maar maman! Ik begin nu pas pret te krijgen! Monsieur Dumont heeft me gevraagd of ik met hem naar Crystal Palace ga. En volgende week de opera! Alsjeblieft, maman!’

'Soms, Lorna, ben je weer net een kind! Pierre Dumont is ... een neef van Ginny. Mijn hemel, is het nu eigenlijk al uitgemaakt of zij en meneer Morgan al dan niet nog met elkaar zijn getrouwd?'

'Nou,' zei Lorna nors en ze begon haar haren te borstelen, 'dat zal me dan 'n zorg zijn. Hij kijkt nagenoeg niet meer naar me om, sinds die... die Italiaanse zangeres is komen opdagen. Ik zei alleen maar wat ik gezegd heb om ... om te zien wat zij daarop zou antwoorden. En hoe dan ook, ik vind haar neef aardig. Aardig, en een echte heer, en ... ik geloof echt niet dat hij op mijn geld uit is, maman. Ik bedoel, hij is niet iemand die veel vertoon maakt, maar heb je gezien-‘

Terwijl Lorna met haar moeder zat te praten, was Ginny ook nog wakker en ze lag onbehaaglijk te woelen in haar bed, dat plotseling te groot en te zacht leek. Wat een gespannen avond! Alleen voor Pierre had zij het tot het bittere einde uitgehouden en haar best gedaan om beleefd te blijven tegen die kleine teef met haar scherpe tong. Ze fronste haar voorhoofd in het donker. Ze was helemaal niets over Steve te weten gekomen, behalve - en dat dan per ongeluk van Lorna's moeder - dat hij nog steeds omging met Francesca Di Paoli. En met Concepción. Hoe durfde hij haar kinderen achter te laten onder de hoede van Concepción, uitgerekend zij ? Haar hart deed pijn toen ze eraan dacht. Al meer dan een jaar had zij ze niet gezien, en kinderen vergaten zo gauw. Ongetwijfeld waren ze, zonder tante Céline en Pierre om over haar te praten, zelfs haar bestaan vergeten. En Steve... vanwaar die plotselinge belangstelling, terwijl hij de stakkers eerst zelfs niet had erkend? Maar dat, nam ze aan, was typisch Steve. Hij was kennelijk nog even onvoorspelbaar en veranderlijk als altijd, en ze hoopte dat het niet nodig zou zijn hem te ontmoeten. Als de mensen die Frederick voor haar had gehuurd maar half zo goed waren in hun vak als ze verondersteld werden te zijn, dan zou ze haar kinderen al terug hebben en onderweg zijn naar... naar ... misschien nog wel zo goed als ze toch maar naar Sint-Petersburg ging, tenminste voor een tijdje. Haar vader de tsaar zou dolblij zijn haar te zien, en daar zou ze tenminste veilig zijn voor Steve!

'Maak je maar geen zorgen,' had Frederick gezegd. 'Ik kan de beste mensen in dienst nemen ... mensen die sommige cliënten van ons voor hun zaken gebruiken. Dat zijn echt vaklieden, dat verzeker ik je, en niemand zal er iets door overkomen ...' En op een vragende toon had hij eraan toegevoegd: 'Tenzij je dat wenst?' Ginny kreeg een kleur. Dacht hij dat ze wraakzuchtig was? Ten slotte had zij een direct antwoord ontweken door Frederick te zeggen, dat hij zijn mannen moest waarschuwen om Steve Morgan als tegenstander niet te onderschatten.

'Hij heeft ooit z'n brood verdiend als huursoldaat, en ook al kan hij een indruk wekken van ... van bijna verwijfde élégance, als het op vechten aankomt kan hij even onbarmhartig zijn als de eerste de beste wilde. En ik wil vooral niet dat de kinderen bang worden gemaakt.'

Frederick Metz had haar glimlachend op de schouder geklopt. 'Je hoeft je niet ongerust te maken, dat verzeker ik je. Overal zal voor worden gezorgd, ook voor die voormalige man van jou.'

Er klonk in die laatste woorden iets dat ze niet prettig had gevonden, maar ze had er niet verder op in kunnen gaan omdat Pierre de kamer binnenkwam. En zoals ze Frederick ook met veel nadruk duidelijk had gemaakt, Pierre mocht er beslist niets van weten. Hij zou er niet in toestemmen.

Toen Ginny eindelijk in een onrustige slaap was gevallen, met dromen over dingen uit het verleden die ze altijd uit haar geheugen probeerde te bannen, begon de mist buiten haar ramen al dunner te worden en brak de eerste ochtendschemering reeds aan.

Niet veel straten verderop kwam een eenzaam huurrijtuigje tot stilstand bij het elegante appartement van prinses Francesca Di Paoli. Een slaperige livreiknecht liet de prinses en haar metgezel binnen, en eenmaal op haar kamer stuurde ze gauw haar mopperende kamermeid Costanza weg, die de man die Francesca Stefano noemde haar meest misprijzende blik toewierp.

'Alweer dus! En altijd komt er alleen maar narigheid van. Dan nog liever die hertog, al is 't dan een Engelsman. Hij is tenminste geen bandido uit dat onbeschaafde land, waar iedereen revolvers draagt...'

Steve barstte in lachen uit, waarop Costanza nog onheilspellender keek en heimelijk een teken tegen het boze oog maakte.

'O ga toch weg, Costanza! Dat gevit, dat eeuwige gevit... ik word er doodmoe van! Ik zal me zelf wel uitkleden, of beter nog, mijn bandido zal me helpen, si? En morgen ... bedenk wel dat ik morgen niet al te vroeg gestoord wil worden.'

Toen de deur achter de vrouw was dichtgeklapt, keken ze elkaar aan, en in de grote ogen van Francesca werd het kaarslicht weerspiegeld.

'En? Nou ben ik weer hier met jou, terwijl 't de arme Alberto had moeten zijn. Jij bent slecht voor me, Stefano!' Met een soepele beweging draaide zij haar rug naar hem toe en bewoog haar schouders. 'Hier! Dat zal jij moeten doen, nu ik m'n arme Costanza heb weggestuurd. O, wat haat ik die corsetten!' Ze voelde zijn warme vingers over haar huid strijken en kon een lichte huivering van begeerte niet bedwingen. Hij was een dier ... net als zij zelf. Als ze bij hem was kon ze zich zelf zijn, in plaats van een actrice die een rol speelde. Ze kenden elkaar bijna té goed! Met een zucht vlijde Francesca zich tegen hem aan en ze hoorde het geritsel van haar dure japon, die achteloos op de vloer viel. Zonder die japon was ze even mooi... dat werd haar verteld door de spiegel en door de ogen van de mannen die naar haar snakten.

Hij maakte langzaam haar corset los en ze zuchtte. 'Ha, wat voelt dat lekker! Weet je ... ik heb 't niet echt nodig. Mijn middel is nog even smal als vroeger..

Ze draaide zich om, drukte haar borsten tegen hem aan en begon hem op haar beurt uit te kleden. 'En jij... jij bent ook niet veranderd. Ik hou van je lichaam, Stefano, 't is zo hard en zo ... zo wild. Ja ... ja nu, nu!'

Na een poosje gingen de druipende kaarsen uit, ze verdronken in hun eigen was, en heel lang daarna vielen de twee die met hun lichamen oorlogje hadden gespeeld in slaap. Door de zware, robijnrode gordijnen van Francesca's kamer trachtte het ochtendlicht tevergeefs binnen te dringen.

Het was al middag toen ze wakker werden en, zoals meestal, begonnen ze toen te praten.

'Dus ... óf ik zie je binnenkort weer, of helemaal niet meer? Jij bent vader van twee kinderen ... wat vreemd! Daar ben jij het type niet voor, Stefano! En ga je opnieuw trouwen? Of heb je haar nog niet uit je hoofd gezet, die roodharige vrouw van je? Ik geloof dat jij valt op roodharige vrouwen ... die andere waar ik je mee heb gezien, hoe heette die?'

Pas later realiseerde zij zich dat het praten grotendeels door haar was gedaan, zoals gebruikelijk. Alles wat hij haar verteld had was, dat hij waarschijnlijk nog die avond uit Londen zou vertrekken, waarschijnlijk voor een paar dagen, en dat hij, als hij terugkwam, zijn kinderen met hun kindermeisjes bij zich zou hebben.

'Ben je van plan om al gauw weg te gaan? Terug naar Amerika of Mexico? Ga je opnieuw trouwen, Stefano?'

Hij verraste haar door op die vraag te antwoorden terwijl zijn vingers zacht over haar borsten naar beneden gingen en weer omhoog, tot ze naar adem begon te snakken.

'Ik moet binnenkort vertrekken, 'Cesca. Ik ben hier lang genoeg geweest en ik wil dat mijn kinderen een andere plaats als hun thuis gaan zien. Waar ik ze heen breng is alles groter, met veel meer ruimte. Maar ik zal je missen.' Hij grijnsde haar toe. 'Jij zou geen goeie echtgenote zijn, cara, en ook geen moeder.'

'Ha! Ik heb anders best gemerkt dat je niet de moed hebt om me te vragen! Maar 't hindert niet, ik heb Albert altijd nog! Wat vind je, zal ik me door hem laten beminnen, of wachten op ... een zekere heer die Edward heet? Hij heeft me een robijn gestuurd in een boeket rode anjers... heel ingenieus! Maar ik had hem bijna weggegooid.'

Eén zwarte wenkbrauw ging omhoog. 'De Prins van Wales? O zeker! Maar zijn hartstochten duren nooit lang. Misschien is Albert nuttig om in reserve te houden.' Als iets dat later opkwam voegde hij eraan toe: 'Help me onthouden dat ik je de volgende keer witte rozen stuur, 'Cesca. Elk met een parel middenin, en een extra grote voor hier.

'O ja, dat zou fijn zijn ... niet plagen, Stefano!'

Het was vroeg in de avond toen hij wegging, met een beetje spijt, want Francesca wist altijd zijn aandacht vast te houden - zolang hij bij haar was.

Terug in zijn eigen woning, merkte Steve dat hij de dames weer had gemist. Ze waren die avond uit, maar verwachtten hem te zien bij hun terugkeer. Op het punt om te vragen waar ze heen waren, haalde Steve zijn schouders op. Als hij ze misliep zou hij een briefje achterlaten. Belangrijker was het die avond nog te vertrekken naar Devon, zoals hij van plan was. Met zijn altijd op gevaar ingestelde zintuigen, had Steve de laatste tijd een vreemd gevoel, en de brief die hij vond maakte dat alleen nog erger.

Nu hij eenmaal zijn besluit had genomen, was de brief aan zijn grootvader vlug geschreven, zonder veel pauzes om na te denken. Hij hoefde hem alleen nog te verzegelen en een kort briefje met zijn plannen aan de dames te schrijven, en hij was klaar om weg te gaan. Hij liep de Prendergasts mis met een verschil van twee uur en had geen idee van het nieuws dat zij aan hem door hadden willen geven.



'Hij komt binnen een week terug,' zei Francoise en tikte met het opgevouwen briefje op tafel onder het spreken. 'Dat is al gauw, en er moet hier nog heel wat gebeuren als hij de kinderen meebrengt, en hun kinderjuffrouwen. Liefje, ik weet dat ik je beloofd heb met je naar de Tower te gaan, maar we hebben het de laatste tijd zo druk gehad, en ik voel me echt verplicht om te zorgen dat alles hier op orde is. Ten slotte is meneer Morgan zo vriendelijk geweest ons hierheen te escorteren.'

'Nou, da's ook wel het minste dat hij kon doen, nadat papa erin had toegestemd die vrienden van hem op zijn land te tolereren!' barstte Lorna uit, om even later haar moeders hand verontschuldigend aan te raken. 'O sorry, maman! 't Is alleen maar dat ik zo teleurgesteld ben. Ik wil zoveel mogelijk zien voor we terug moeten gaan, en ik vind 't hier zo heerlijk... maar in Frankrijk was het nog heerlijker.' Haar ogen werden dromerig. 'Maman, kan ik niet toch gaan? Je weet best dat ik veilig ben bij Pierre ... monsieur Dumont. Ik beloof me te zullen gedragen ... en van hem weet je dat zo wel. Toe, alsjeblieft?'

'Ik zal erover nadenken,' zei haar moeder afwezig, wat haar een verbaasde blik van haar dochter opleverde. Francoise voegde er nadenkend aan toe: 'Denk je dat hij ontdekt heeft... dat zij hier is? Ik kan niet nalaten me ongerust te maken over wat er zal gebeuren als zij elkaar tegenkomen. Die arme kinderen ...'

Ten slotte gaf mevrouw Prendergast haar dochter toestemming voor één uitstapje. Uitgeput na hun gesprek besloot de oudere vrouw dat ze wat moest gaan rusten, maar dat haar dochter de heer Dumont mocht toestaan, in gezelschap van haar kamermeisje, haar mee te nemen naar de schilderijen in de Koninklijke Academie.

Daar was het dat Pierre met ontzetting ontdekte voor wat voor portret zijn nicht de afgelopen dagen had geposeerd. Er stond een groepje mensen bij het nieuwste schilderij van Alma-Tadema, dat net werd opgehangen, en hij hoorde het gefluisterde commentaar dat de verf nog niet eens droog was. Pierre herkende het meteen en probeerde Lorna erlangs te leiden door op een ander portret een eindje verderop te wijzen, maar zijn gezicht was vuurrood geworden en dat zag ze. Met een wanhopig gevoel zag hij hoe groot haar ogen waren geworden, toen zij op haar beurt de odaliske op het schilderij had herkend. Ditmaal, dacht hij woedend, was Ginny toch echt te ver gegaan, en dat moest hij haar ook zeggen. Ja, en hij zou verder niet meer aan haar plannen meedoen.

'Ohh!' hijgde Lorna en haar vingers klemden zich strakker om zijn arm. 'Hoe durft ze! En wat gedachteloos voor uw gevoelens! Ik weet zeker dat heel Londen nergens anders meer over praat.'

Dat Pierre geroerd was door Lorna's duidelijke bezorgdheid over hem, verminderde zijn woede op Ginny niet in het minst. Hij had er geen idee van waar ze was... door zijn aandacht voor Lorna was hij zijn plichten tegenover zijn nicht vergeten. Hij had erop moeten staan dat ze niet in haar eentje door Londen zwierf, net zoals hij er nu op zou moeten staan, dat ze onmiddellijk met hem mee terugging naar Frankrijk.

Het was Lorna die Pierre op een ander, nog slechter idee bracht.

'Oh, monsieur Dumont... Pierre,' hijgde ze en liet zijn hart sneller kloppen door het gebruik van zijn voornaam. 'Zou 't niet verschrikkelijk zijn als Steve dit ontdekte? Misschien zijn ze wel bijna gescheiden, als er zoiets bestaat, maar hij heeft zo'n ... zo'n opvliegend karakter! En natuurlijk zal hij denken aan wat dit betekent voor die twee arme, onschuldige kinderen ...'

Dieu! Daar had hij niet aan gedacht. Natuurlijk had Lorna gelijk!

'De enige mogelijkheid is,' zei Pierre flink en met meer moed dan hij voelde, 'dat ik naar die Steve Morgan toega en hem ... alles uitleg, 't Lijkt me beter dat hij 't van mij hoort dan van een wildvreemde.'

Terwijl hij sprak, bad hij in stilte dat Ginny op datzelfde moment niet nog meer streken uithaalde.