1
Zelfs in de schitterend uitgedoste menigte op het grote operabal vielen ze op - de lange blauwogige miljonairavonturier uit Californië en zijn mooie vrouw met haar koperrode haren.
Natuurlijk vormden ze een uitzonderlijk knap paar, maar dat was niet het enige. Het was vooral de onverwachtheid van hun verschijning in New Orleans die de roddeltongen in beweging bracht, dat en de geruchten.
Iedereen wist tenslotte wel, dat Virginia Brandon Morgan de stiefdochter was van Sonya Beaudine, oorspronkelijk zelf afkomstig uit New Orleans. En nagenoeg iedereen had de verhalen gehoord - veel meer dan gefluister - over de verhouding van Steven Morgan met een Italiaanse operazangeres, en over de uitdagende manier waarop zijn vrouw alle conventies met voeten had getreden tijdens haar reis naar Europa, nog niet zo lang geleden.
'Is het waar dat haar vorige man pas een paar maanden dood was, toen ze weer trouwde? Een Russische prins, was dat niet wat er in de krant stond?'
‘Je hebt gehoord dat ze een kind heeft gekregen toen ze in Europa was ... ik vraag me af wat ze met dat stumpertje gedaan heeft? Zou hij het weten, denk je?'
'Schat, ik zweer je dat ik niet graag in haar schoenen zou staan als dat zo was en hij erachter zou komen! Hij ziet er bepaald niet gemakkelijk of... geruststellend uit, vind je wel ?'
De dame die dit had gezegd rilde overdreven, zelfs al bleef zij haar ogen gericht houden op Steve Morgan. Ze kon toch niet nalaten zich heimelijk af te vragen hoe het zou zijn om met hem getrouwd te zijn. Ook al kon je hem voor geen cent vertrouwen, opwindend zou het vast wel zijn ...
'Ik geloof dat wij de hoofdpersonen in een hoop roddels zijn, schat.'
De iets schuinstaande groene ogen, precies de kleur van de smaragden die zij droeg, schitterden even stralend als de glimlach van de jonge vrouw.
'Kan het je wat schelen ?'
'Och nee... ik denk dat ze altijd wel over ons roddelen. Waarom zou ik me daar druk over maken?'
'Bravo.' Zijn stem klonk een beetje spottend, alsof hij haar wilde laten merken dat hij door die onverschillige houding heen keek.
'Het kan me echt niet schelen!' zei Ginny afwerend, maar bij het zien van zijn opgetrokken wenkbrauwen gaf ze met een lachje toe: 'Nou ja! Ik vind het alleen vervelend van alle kanten aangegaapt te worden. Ik zweer je dat een aantal van die ouwe taarten vanavond hun kijkers meer op ons gericht hadden dan op het toneel. Steve - waarom zijn we eigenlijk gegaan?'
'We moesten ons eens in 't openbaar laten zien, liefje. En ik kan niet anders zeggen dan dat je er vanavond bijzonder aantrekkelijk uitziet. Als ik naga hoe vlug madame Elise die jurk voor je in elkaar heeft geknutseld...' Hij deed alsof hij haar kritisch bestudeerde, zelfs met zijn vingers om de hare heen geklemd.
'Zie je me liever zo?'
'Je bent een provocerend klein kreng, gekleed of ongekleed, en dat weet je best.'
Door zijn samengeknepen blauwe ogen zag hij haar even zoals hij haar de afgelopen maand had gezien, terwijl ze samen door de moerassen trokken. Verwarde haren, halfnaakt... een amazone met groene ogen en een pistool in een holster op de ene heup en een mes op de andere. Zijn maîtressevrouw.
Wat hadden ze elkaar gehaat, met elkaar gevochten, elkaar liefgehad! En zelfs nu nog... konden ze ooit zeker zijn van elkaar? Al meer dan vier jaar waren ze getrouwd, maar continu samengeleefd hadden ze nog niet de helft van die tijd.
'Kennen wij elkaar eigenlijk wel?' vroeg Ginny zich af terwijl haar ogen in de zijne staarden, en instinctief wist ze dat hij hetzelfde dacht. 'Hoe zal het over vier jaar tussen ons zijn?' Er waren een paar vragen waar ze nog geen antwoord op wilde hebben - nu nog niet. Die operazangeres... had hij van haar gehouden? Was hij van plan er maîtresses op na te houden ... zou zij in staat zijn hem vast te houden? En kinderen krijgen ... dat zou zeker van invloed zijn op hun verhouding, maar ze had er nog geen idee van hoe.
'Ze lijken helemaal in elkaar op te gaan. Het is bijna gênant om een getrouwd stel zo naar elkaar te zien kijken! Denk je... ik bedoel... al die verhalen, die praatjes ... het kan toch niet waar zijn, hè?'
'Natuurlijk is het waar!' De spreekster, een dame op leeftijd met een boezem die bijna bedolven was onder de diamanten, snoof. Inwendig genoot mevrouw Pruett van de manier waarop haar jongere metgezellin haar adem inhield en zich met wijdopen ogen naar haar toe boog om toch vooral maar niets te missen.
'Ik heb Sonya Beaudine gekend,' ging mevrouw Pruett verder. 'Om precies te zijn, ik weet nog toen ...' Ze zweeg ineens, bijna alsof ze in zich zelf aan het praten was geweest en zich plotseling realiseerde dat ze in gezelschap was. 'Nou ja, laten we zeggen dat ik me heel wat herinner. Maar wat die praatjes betreft... wel, natuurlijk is dat allemaal waar, liefje. Nog geen jaar geleden was hij hier om zijn geliefde te horen zingen ... en ze kreeg iedereen aan haar voeten. Wat een stem!'
'Maar ... maar zijn vrouw? Ze lijken zo verliefd ...'
'Dat zijn ze ook, daar ben ik van overtuigd,' zei mevrouw Pruett. 'Waarom ook niet? Ik heb gehoord, dat ze een paar maanden na de dood van haar eerste man getrouwd zijn, en dat was niemand minder dan een Russische prins. Ik ben er zeker van dat het een heel modern jong stel is ... tenminste dat heb ik gehoord.'
Niet alleen de dames van New Orleans gaven fluisterend commentaar. Sommige heren toonden zich bijzonder gecharmeerd door de mooie, half-Franse mevrouw Morgan.
'Jammer dat ze getrouwd is. Wat een prachtige ogen.'
'Mooi figuur ook. Hmm ... ik denk dat ze er in een chemise helemaal aanbiddelijk uit zou zien.'
'Zeg dat maar niet te hard, André. Ik heb gehoord dat haar man een gevaarlijk heer is. Ze zeggen ...'
'Och ja, ze zeggen zoveel. Over haar ook. Vorig jaar was ik in Parijs en daar heb ik de charmante Ginette een paar maal gezien. Iedere keer met een andere begeleider ... ze was heel erg in, en ze zeggen dat graaf D'Arlingen, een van haar vroegere verloofdes, op het punt stond om zijn jonge bruid voor haar in de steek te laten ... tot ze naar Londen vertrok met een Engelse hertog. Ik vraag me af of haar man dat weet?'
Lucian Valette, aan wie deze laatste, min of meer smalende vraag werd gesteld, haalde zijn schouders op. Hij kende zijn vriend en diens zwak voor mooie vrouwen, vooral wanneer die van iemand anders waren. En André was ook een uitstekend schutter, die zijn opleiding had genoten bij de befaamde Pepe Llulla. Natuurlijk was duelleren tegenwoordig officieel verboden, maar hier in New Orleans had de traditie van de Code Duello een taai leven, en wanneer het om een erezaak ging, zouden de autoriteiten hoogstwaarschijnlijk een andere kant op kijken.
'Maar man, wat doet het er toe? Je ziet, ze zijn samen en zien er heel content uit. En tussen twee haakjes, Bernard Pruett ziet er vanavond ook heel content uit. Zou dat zijn omdat de mooie Althéa Pennington zich heeft verwaardigd naar hem te glimlachen?'
De schouders van de andere man bewogen zich onder zijn strak zittende jasje. Ze waren breed en gespierd, en verscheidene paren vrouwenogen keken er verlangend naar - iets waarvan hij voorgaf niets te merken.
'Ze is op zoek naar een man - en de jonge Bernard heeft meer geld dan gezond verstand. Ze kan hem maar het beste overhalen er met haar vandoor te gaan, voordat die draak van een moeder van hem doorkrijgt wat er aan de hand is.' Om de smalle lippen van de spreker speelde een enigszins wreed lachje. Hij plukte aan zijn snor. 'La mère Pruett zou bepaald niet enthousiast zijn over een zevenmaands kind als erfgenaam van de Pruett-miljoenen, en als Althéa mijn advies volgt, is ze beter af.'
Valette keek zijn vriend scherp aan, maar onthield zich van commentaar. Inwendig floot hij. Dus zo lagen de zaken? Nog geen twee maanden geleden had hij in een dronken bui met André gewed, dat de enige vrouw die hij nooit in bed zou weten te krijgen de mooie Althéa Pennington was - de verwende, aanbeden en goedgechaperonneerde dochter van een opvliegende Yankeebankier. Dus hij had het toch gered, en juffrouw Pennington was nu haastig op zoek naar een man? André loog nooit over zijn veroveringen - dat had hij niet nodig. Vrouwen werden naar hem toe getrokken en alleen zijn reputatie van dodelijk schutter weerhield woedende vaders en echtgenoten ervan hem uit te dagen.
'Dus ik ben je een van mijn vossen schuldig, hè?' Hij haalde berustend zijn schouders op. 'Ik neem aan dat ik beter had moeten weten. Verdomd, jij hebt toch wel gruwelijk veel geluk bij de vrouwen. Ik vraag me af of er één is die je niet zou kunnen krijgen?'
'Als dat weer een weddenschap is, Lucian, dan is die aangenomen - voor het andere paard. Eens kijken - wie zullen we nu eens nemen? Een getrouwde vrouw misschien - dat is altijd lastiger, vooral als hun echtgenoten niet al te oud zijn. Zeg het maar, mijn waarde, maar ik sta er wel op dat ze attractief is. Je weet hoe kieskeurig ik ben.'
De dans veranderde van tempo en Steve Morgan bracht zijn vrouw terug naar haar stoel. Aan de overkant van de zaal zat een rij met juwelen volgehangen douairières kritisch naar hen te kijken.
'Nou, hij is wel voorkomend tegen haar. Dat zul je 'm moeten nageven.'
'In 't openbaar, liefje! Dat zijn ze toch allemaal? Maar een knappe man is het wel. Die donkere gelaatskleur geeft hem iets zwaarmoedigs. Denk je dat hij van plan is de hele avond met z'n vrouw te blijven dansen?'
'Marie-Clair Valmont! Je hoopt toch zeker niet dat hij jouw dochter ten dans zal vragen? Hij is een getrouwd man.'
Mevrouw Valmont glimlachte onoprecht tegen de spreekster, haar 'beste' vriendin.
'Precies, Agathe. Veel veiliger om te dansen met een getrouwde man onder de ogen van diens vrouw, dan met een bekende flirt als André Delery.'
Haar steek onder water werd beloond met een onflatteuze blos op het toch al vlekkerige gezicht van Agathe.
'André Delery heeft mijn Thérèse formeel het hof gemaakt, en dat weet je best. Mijn man heeft hem afgewezen ...'
'O ja? Hij zag er anders niet bepaald ontroostbaar uit een paar dagen geleden, toen hij Rose Thierry naar dat souper bij Antoine begeleidde, vind je wel? Trouwens, wanneer komt Thérèse eigenlijk terug uit Frankrijk? Dat arme kind moet zich wel doodvervelen daar in de Provence... Je zei toch dat ze bij haar grootmoeder was?'
Een blonde, nog steeds aantrekkelijke vrouw van midden dertig kwam voorbij dansen met haar man, een gedistingeerd uitziende oudere heer. Zij groette de dames, die met al dan niet gecamoufleerde verbazing en kattigheid terugknikten.
'Die lieve Sonya! Ze ziet er niet veel ouder uit dan toen ze hier wegging, vind je wel? Ik vraag me af of dat haar nog van nature blond is ...'
'Ik vraag me af hoe ze zich eigenlijk voelt, nu ze een stiefdochter heeft die prompt een grootmoeder van haar maakt. Arme Sonya! Weet je nog hoe we een tijdje geleden allemaal zaten te gissen over die knappe jonge Unie-officier, die haar rijtuig altijd heen en terug begeleidde in de oorlog?'
'O ja ... en die een duel uitvocht met zijn commandant om een kleurlinge... hebben ze hem niet geëxecuteerd? Ze beweerde altijd dat ze hem haatte om zijn brutaliteit en om de manier waarop hij naar haar placht te kijken, maar ik ...'
'Ja, ja. En wij zeiden altijd, dat ze dat net een beetje te fel zei. Vind je trouwens niet dat die schoonzoon van haar een beetje op haar Yankeekapitein lijkt? Dat pikzwarte haar en die ogen ...'
'Zo te zien heb je zelf ook de nodige tijd doorgebracht met het bestuderen van deze Yankee,' kwam mevrouw Pruett wrang tussenbeide. 'Vinden jullie niet dat wij, als vriendinnen van Sonya, ons wel eens wat meer zouden kunnen concentreren op onze plannen om haar bezig te houden en de kennismaking te hernieuwen, in plaats van alleen maar oude roddelpraatjes op te halen?'
'Nou, daar moet zij nodig wat van zeggen!' snoof een van de dames achter haar waaier tegen een vriendin. Maar ze deed het wel zachtjes, want mevrouw Pruett wist met het geld van haar man en met haar arrogante manier van optreden iedereen te imponeren.
'Sommige vrouwen hebben messen in plaats van tongen,' fluisterde Sonya Brandon tegen haar man, toen ze de spitsroeden van nieuwsgierige blikken hadden gelopen. 'O William, ik was zoveel liever thuisgebleven! Ginny en Steve zijn er wel aan gewend dat er over ze gepraat wordt... ik denk soms wel eens, dat ze de naarste roddel praatjes opzettelijk stimuleren. Maar New Orleans is mijn geboorteplaats en ik ken de meeste mensen hier. En ik kan echt niet zeggen dat ik ...'
'Liefje, je weet heel goed dat dat precies de reden is waarom we hier zijn. Omdat jij iedereen kent en iedereen jou en omdat ze jou accepteren als een van de hunnen.'
William Brandon glimlachte tegen zijn vrouw en kneep haar geruststellend in haar hand. Inwendig was hij bezorgd. Het was niets voor Sonya om zo moeilijk te doen, en het had hem een diamanten armband gekost om haar over te halen met hem mee te gaan. Hij had gedacht dat ze het prettig zou vinden al haar oude vrienden en kennissen weer terug te zien, maar in plaats daarvan had ze heftig geprotesteerd en hem ertoe gedwongen ongewoon streng tegen haar te zijn. Waarom waren vrouwen toch altijd zo onberekenbaar, zelfs na jarenlang getrouwd te zijn? Tenslotte had hij bepaald geen reden om te verlangen naar New Orleans, een stad die hem altijd zou blijven herinneren aan
Géneviève, zijn eerste vrouw. De lieftallige, frêle Géneviève, die hij aanbeden had met alle vurige passie van een eerste liefde... een eerste liefde die door haar niet werd beantwoord, ondanks haar aanvankelijk vertoon van volgzaamheid. Iedere keer als hij haar beminde had ze gehuild, hoe lief en hoe teder hij dat ook trachtte te doen, tot hij haar ten slotte zelfs niet meer aan kon raken.
William Brandon - senator Brandon - zette het verleden gedecideerd uit zijn hoofd. Afgelopen! Hij was een zakelijk en ambitieus man, scherpzinnig en met veel politiek savoir-faire. Toen hij het telegram ontving dat zijn schoonzoon uit Shreveport had verzonden, begreep hij onmiddellijk dat het een goede politiek zou zijn naar New Orleans te gaan en enig cachet te verlenen aan de come-back van zijn dochter in het societyleven, na haar enigszins overhaaste vertrek naar Europa, waar zoveel over was geroddeld.
De lippen van de senator werden strakker en dunner. Een man met minder ervaring in het beheersen van zijn gelaatstrekken zou wellicht zijn voorhoofd hebben gefronst. Hij moest zo spoedig mogelijk een gelegenheid vinden om eens met Virginia te praten. Hij was geschrokken van sommige onthullingen die Sonya hem had gedaan, nadat zij uit Parijs was teruggekomen. En het feit dat Ginny in Texas was komen opduiken, zonder zelfs de beleefdheid te hebben gehad hem te laten weten dat ze weer in het land was ... Het verwonderde hem dat Steve haar terug had genomen, maar dat was natuurlijk zijn zaak.
'William, ik ben een beetje moe. Laten we gaan zitten, alsjeblieft.'
'Je begint echt kribbig te klinken, schat. Je bent toch niet aan 't mokken, hè?'
De stem van haar man was iets harder geworden, en Sonya dwong zich tot een glimlach.
'Natuurlijk niet! 't Is waar dat ik niet had willen komen, en ik ben ook nog niet echt blij hier, maar we zijn er nu eenmaal. En kijk - zelfs Ginny is even gaan zitten. Die heeft vast evenveel dorst als ik.'
'Charmante man, die senator. Zo knap! Hij komt uit Virginia, is het niet?'
Het gefluister van de dames was vleiend voor de senator, en zelfs mevrouw Pruett kwam voldoende uit de plooi voor een glimlach en een knikje in zijn richting.
'Ze mag van geluk spreken dat ze een tweede man heeft gevonden die nog knapper is dan haar eerste. Weet je nog, Raoul Beaudine? Die was even knap als hij wild was.'
Sonya Brandon ging naast haar stiefdochter zitten; ze hadden niet veel tegen elkaar te zeggen, nadat de wederzijdse complimenten over hun jurken eenmaal waren uitgewisseld. Sonya had roze satijn gekozen, een zo donkere tint dat het bijna rood was, terwijl Ginny's nauwsluitende jurk met gewaagd decolleté van licht-turquoise zijde was, een verfijnde melange van blauw en groen.
Sonya bedacht wrokkig dat een van de dingen die haar in Ginny het meest ergerde haar bijna onbewuste arrogantie was, haar absolute onverschilligheid voor opinies of gevoelens van anderen. 'Ze is altijd zelfzuchtig geweest, en dat is ze nog,' dacht Sonya. 'Haar kan het niet schelen wat andere mensen zeggen. En wat hem betreft...'
Ginny had zich half van haar afgewend om tegen een jongeman te lachen, die naar hen toe was geslenterd om met haar te praten. Sonya herkende hem als Lucian Valette, de zoon van een oude vriendin - een oudere vriendin - want mevrouw Valette was van een eerdere generatie dan Sonya.
Waren ze formeel aan elkaar voorgesteld? Het was toch werkelijk geen stijl van Ginny om zo familiair te doen tegen een feitelijk vreemde man en hem toe te staan zo familiair met haar te zijn dat hij haar betrok in een op zachte toon gevoerde conversatie, kennelijk vol uitbundige vleierij. In feite was het Steve's schuld. Als hij haar niet had laten rondzwalken in Europa, om zelf in het openbaar met zijn maîtresses te kunnen verschijnen ...
Sonya's opgewonden gedachten werden onderbroken door Steve zelf, die tot haar ergernis alleen een geamuseerde wenkbrauw optrok bij het zien van zijn vrouw die zo openlijk met een andere man zat te flirten. 'Belle-Mère.' Hij boog zich formeel over Sonya's hand, terwijl zij rood werd van woede. Hoe durfde hij? Hij wist hoe woedend het haar maakte in het openbaar met schoonmoeder te worden aangesproken. En hij wist hoe zij hem haatte, hoe zij...
Later bedacht Sonya dat het alleen pure woede geweest kon zijn die haar keel had dichtgeknepen en de hooghartige woorden van weigering verhinderd had naar buiten te laten komen. Hij had haar ten dans gevraagd en haar tegen haar zin overeind getrokken, en William had haar bijna wanhopige blik in zijn richting verkeerd geïnterpreteerd en alleen maar glimlachend geknikt.
Verdomme! Sonya vloekte bijna nooit, maar nu bleven de woorden door haar hoofd tollen. De laatste keer dat zij samen hadden gedanst was in New Orleans geweest bij een gelegenheid die zij niet kon vergeten, hoezeer ze dat ook had geprobeerd. Wat had ze hem gehaat die avond, en wat had ze geprobeerd hem te blijven haten, zelfs toen hij bij haar in bed lag, met zijn handen op haar lichaam, en haar met plagende stem 'Sonya-schat' noemde. Verdomme! Waarom moest hij haar dwingen daar weer aan te denken?
Sonya hoopte vurig dat niemand anders dat zou doen. Adeline Pruett had scherpe ogen en een goed geheugen. Maar al te goed herinnerde zij zich hoe Adeline haar had toegefluisterd dat er tenslotte niets tegen een pretje was, als je maar discreet was ... waarom zouden vrouwen zich niet evengoed amuseren als mannen?
O God, het leek zo onmogelijk, dat ze echt een wilde, hartstochtelijke liefdesaffaire gehad kon hebben met deze zelfde man, die door een ironische speling van het lot haar schoonzoon was geworden. Nee, niet ironisch ... monsterachtig!
Sonya vocht om haar zelfbeheersing te behouden en zei koud: 'Ik wou dat je me deze dans niet had opgedrongen. Ik ben niet zo'n hypocriet als jij, Steve Morgan. Heb jij geen geweten?'
Ook zijn tamelijk sarcastische glimlach herinnerde zij zich.
'Je zou beter moeten weten, Sonya-schat. Of geef je de voorkeur aan Belle-mère?’
Bijna sissend hield ze haar adem in, en ze zou zich hebben losgerukt uit zijn armen als hij die niet zo strak om haar heen had geslagen.
'Waar ik de voorkeur aan geef is teruggaan naar mijn plaats, alsjeblieft.'
'Nee!' Even keek hij op haar neer met gefronste, zwarte wenkbrauwen. Toen verraste hij haar met een verontschuldiging. 'Sorry, Sonya. Ik heb je niet gevraagd om je te provoceren. Maar dacht je niet dat een wapenstilstand, aangezien we van plan zijn enige tijd bij elkaar in de buurt te blijven, een goed idee zou zijn?'
'Is dat alles wat je me wilde zeggen?'
Er verschenen rimpeltjes bij zijn ooghoeken toen hij tegen haar glimlachte.
'Nee, niet helemaal. Er waren een paar dingen die ik je had willen vragen.' Op een of andere wijze kreeg Sonya het gevoel dat zijn glimlach een masker was om iets anders onder te verbergen. Er was een spanning in hem, die haar bang maakte. Ze zweeg en hij ging door: 'Je kent de meeste mensen hier, is 't niet?'
Het was een vraag die ze toen niet begreep en ook in de naaste toekomst niet zou begrijpen; ook niet toen hij doorging met bijna luchtige vragen over wie precies wie was in de grote menigte om hen heen. Waarom wilde hij zoveel weten?