9
Jim Bishop voelde zich zowel geïrriteerd als ontdaan, maar hij verborg zijn gevoelens goed, want daar had hij veel routine in. Toch had zijn anders zo toonloze stem een scherpe bijklank, die Paco Davis een onbehaaglijk gevoel gaf.
'Het schijnt dat ze handiger zijn dan we dachten ... met name om zo snel toe te slaan en in zo'n onverwachte richting! Dus de senator is bij een advocaat... voor een nieuw testament, mogen we veronderstellen? En de ontmoeting met Delery is ...?'
Hij kende het antwoord op die laatste vraag evengoed als Paco, maar de pauze was opzettelijk; hij stak zijn sigaar opnieuw aan en keek vragend over de tafel heen.
Berustend antwoordde Paco: 'Ze worden verondersteld elkaar vanavond te ontmoeten, heb ik gehoord. Die ongebruikelijke haast komt, omdat ze niet willen dat de autoriteiten ervan horen en maatregelen treffen om het te voorkomen. Zullen wij dat doen?'
Bishop leek na te denken over deze botte vraag, terwijl hij achterover leunde in zijn stoel en naar de blauwgrijze flarden van de rookring keek die hij net had uitgeblazen. Hij was tot de conclusie gekomen dat hij inderdaad geërgerd was ... het ergerde hem altijd als iemand hem de loef afstak.
Paco boog zich voorover en zijn zwarte ogen waren plotseling helder.
'Hé, misschien kan Steve die Delery aan 't vechten krijgen. Wat zou nou meer voor de hand liggen eigenlijk? De senator is zijn schoonvader, en het is algemeen bekend dat Delery ervan houdt zijn tegenstanders te doden; daarom zijn de meeste mannen hier in de buurt zo verdomd bang voor hem ...'
'En jij zou beter moeten weten dan te denken dat zoiets zou werken,' zei Bishop, koud genoeg om Paco een overdreven grimas te laten maken.'Nou ja... 't was maar een idee.'
Niet zo'n briljant idee. We willen Morgan in Cuba hebben, en we willen dat hij een onbekende grootheid blijft... tenminste zo lang mogelijk. En bovendien, als hij Brandons duels voor hem zou gaan uitvechten, zou dat vernederend zijn voor de senator zelf. Nee, ik denk dat er wel andere manieren zijn om dit bespottelijke duel uit de weg te gaan, zonder het er zo dik bovenop te leggen ...'
Bedachtzaam boog Bishop zich naar voren, zette zijn vingers onder zijn kin en stippelde die 'andere manieren' uit.
Dat moet je 'm toegeven, dacht Paco onwillig. Het is een koudbloedige schoft, maar bepaald wel uitgekookt.
Dat was een conclusie waar Steve Morgan het wel mee eens moest zijn toen hij er later bij kwam, met op zijn gezicht een frons die zijn inktzwarte humeur perfect weergaf. Onderweg was hij voortdurend genoeglijk aan het spelen geweest met de gedachte op een of andere wijze een onmiddellijk duel met André Delery te forceren, waarin hij iets van zijn innerlijke spanning en woede zou kunnen ontladen. Maar natuurlijk was het Bishop, met zijn koele hoofd, die met de meest voor de hand liggende en praktische oplossing was aangekomen. De gemakkelijkste manier om dit duel te voorkomen was natuurlijk de autoriteiten ervan in kennis te stellen en alle betrokken partijen te laten arresteren. Zeker, dat zou natuurlijk wel een paar onaangenaamheden met zich meebrengen, maar op den duur ...
Steve Morgan, zonder jasje en met zijn overhemd losgeknoopt aan de hals, verwaardigde zich een geïnteresseerde wenkbrauw op te trekken. 'En als we ze eenmaal in de nor hebben ...?'
'Nou, daar winnen we in ieder geval tijd mee, niet?' bood Paco behulpzaam aan.
Bishop keek stuurs en zei ongewoon kortaf: 'Dat is mijn probleem.' Hij keek van de een naar de ander en voegde er zacht aan toe: 'en inmiddels willen de heren zich wel gereedmaken voor een spoedig vertrek naar Cuba?'
'Niet te geloven! Net als vroeger... en toen placht je nog tegen te
spreken, en vandaag niet eens. Hé Steve, je luistert niet naar je
ouwe amigo ...'
'Stil, Paco.'
Steve was nog in dezelfde grimmige stemming waar hij de hele dag al in had verkeerd, en de grote hoeveelheden drank die hij en Paco na het waardige vertrek van Bishop hadden geconsumeerd, hadden het er niet beter op gemaakt, evenmin als zijn pogingen om zich te concentreren op de kaart die Bishop voor hen had achtergelaten. Steve zat er met gefronste wenkbrauwen overheen gebogen en wilde dat Paco eens ophield met hem zo te hinderen.
Cuba. Vreemd dat hij nog nooit op dat eiland was geweest, zelfs al had hij er een oom wonen. Of was het een neef? Nou ja ... een of andere verre bloedverwant waar hij nagenoeg niets van afwist. Nog vreemder dat zijn grootvader, die een afschuw had van reizen, plotseling had besloten zelf naar Cuba te gaan voor een of andere mysterieuze zaak. In zijn brief, die vol sarcastische vermaningen stond en rechtstreekse bevelen ('... toen ik adviseerde een tijdje weg te gaan van de haciënda om een paar zaken daarbuiten af te doen, had ik geen idee dat je meer dan een jaar weg zou blijven ... en nu ik onmiddellijk voor urgente persoonlijke zaken naar Cuba blijk te moeten, hoop ik dat je wel kans zult zien om je vrij te maken en terug te komen naar Mexico...') werd met geen woord gerept over de aard van die urgente persoonlijke zaken, die Don Francisco tot deze reis hadden gedreven. Ook niet over de aankoop van landerijen op Cuba. Dat was trouwens ook niets voor zijn grootvader! Was de oude heer seniel aan het worden, om midden in een revolutie naar Cuba te gaan? Maar toen herinnerde Steve zich dat, toen in Mexico zelf een bloedige revolutie woedde, Don Francisco een van de weinige grootgrondbezitters was geweest, die geweigerd had zijn haciënda te verlaten. Nee ... zijn grootvader was nergens bang voor, en als hij eenmaal een bepaald voornemen had opgevat, zou hij zich nergens door laten weerhouden ... misschien leken ze wel meer op elkaar dan ze zouden willen toegeven! Allebei hardnekkig - al waren er ook mensen, die het eigenwijs en arrogant noemden.
Met geweld wiste Steve het plotselinge beeld weg, dat ongewild bij hem opkwam.
Ginny, zijn kleine feeks met haar vossenogen. Met rechte rug en een fier kinnetje op zijn woede en zijn opzettelijk kwetsende uitlatingen ingaand. Naar de hel met haar trots en haar soepelheid. En die oprechtheid tegenover zijn eigen oneerlijkheid.
'Je moet die kaart nu toch echt wel van buiten kennen, zoals je ernaar hebt zitten staren. Of heb je wat anders aan je hoofd?'
Steve keek op naar Paco, schoof de kaart over de tafel heen en trok zijn schouders op. 'Ja. En dat zit boven op me te wachten.'
'Ik snap niet hoe je het 'm lapt. Ik wou dat ik jouw geluk had, tenminste dat soort geluk. Wel toevallig, hè, dat je hier tegen je ex-verloofde oploopt? En dan ook nog pas weduwe geworden. Ze heeft je zeker wel vergeven, dat je haar de bons gegeven hebt?'
Steve grijnsde. 'Daar geeft ze Ginny de schuld van.'
Of Ana al dan niet op hem zat te wachten, Steve Morgan maakte geen haast om naar haar toe te gaan, merkte Paco. Ook vroeg hij zich af, zoals hij al zo vaak had gedaan, waarom vrouwen het soort behandeling namen, dat zijn partner hun waardig keurde. De enige die het niet had genomen - en die hem had gewonnen - was Ginny geweest. En een tijdlang had Paco gedacht, dat het goed zou gaan. Maar nu was hij daar niet meer zo zeker van. Hij vroeg zich af hoe Ginny gereageerd had op het nieuws, dat haar man naar Cuba ging en haar alleen naar Mexico terug zou laten gaan. Als ze niet al te veel was veranderd sinds hij haar voor het laatst had gezien, zou ze wel kwaad zijn. En zeker als ze iets wist van Ana. Paco, die Ginny wel eens kwaad had gezien, kon een grijns niet onderdrukken bij de gedachte aan het messengevecht tussen haar en Concepción. Jezus, wat een dag was dat geweest!
'Is er iets leuks?' vroeg Steve op onaangename toon. Paco zag dat Steve nog steeds fronste, nu naar het eten waar de ober net mee was binnengekomen.
'Nee. Ik lach alleen omdat ik honger heb en die gumbo, of hoe ze dat spul ook noemen, ruikt echt plezierig.'
Wat zat Steve toch dwars? Hij had avondeten besteld, en nu schoof hij plotseling zijn stoel achteruit en liet zijn portie onaangeroerd.
'Dan vind je 't niet erg als ik het eten aan jou overlaat, vriend? Ik denk dat ik naar boven ga en een bad neem, voordat ik iets ga doen aan ... mijn trek. Tot straks.'
Niet in het minst beledigd haalde Paco zijn schouders op. 'Best. Wat mij betreft, ik kan haast niet wachten om te zien hoe Jim dat duel denkt tegen te houden... zonder ons. 't Is genoeg om iemand z'n gevoelens te kwetsen, vind je niet?' Zijn tanden flitsten in een grijns. 'En ik wil zeker het gezicht van de senator wel eens zien, als ze 'm in de cel stoppen.'
Paco noemde tactvol niet de naam van Sonya Brandon, met wie dit allemaal was begonnen en die, zoals hij toevallig wist, Steve's maitresse was geweest. Steve had haar - of haar aandeel in deze zaak - ook niet genoemd.
Maar goed, Steve was altijd nogal gesloten geweest. Dat weerhield Paco er niet van over haar na te denken, zelfs toen Steve de kamer al uit was. Wat had Sonya Brandon er na al die jaren van conventie na de oorlog toe gebracht een rendez-vous te hebben met een beruchte vrouwenjager - en dat vlak onder de neus van haar man? Of de vrouw was dom, óf ze had het opzettelijk gedaan om van haar man af te komen. Bishop zou zeker al wel aan die mogelijkheid hebben gedacht.
Ginny, die zich koortsachtig concentreerde op ieder onderwerp
behalve op de onoverbrugbare kloof die zich tussen haar en Steve
had geopend, was zich hetzelfde af gaan vragen. Er was iets vreemds
en bijna te toevalligs aan het hele verhaal. Waarom zou een man als
André Delery - jong, onbetwistbaar knap en attractief voor vrouwen
- plotseling een vrouw het hof gaan maken die zoveel ouder was, en
bovendien ook nog heel erg getrouwd?
Delery had duidelijk genoeg laten blijken dat hij haar verlangde, en het was geen ijdelheid die Ginny dat liet denken - ze had te veel flirts als Delery ontmoet om dat niet te weten. En toch had hij zijn attentie plotseling op Sonya gericht. Waarom? En waarom, in plaats van behoedzaam te zijn en er de tijd voor te nemen, had hij de dingen zo overhaast gedaan? En wat dat betreft, waarom Sonya?
Haar vader was nog niet thuisgekomen, en ondanks een plotseling razende hoofdpijn besloot Ginny Sonya weer op te zoeken. Deed er niet toe dat haar stiefmoeder nog voor pampus lag. Ze moest de feiten onder ogen zien en begrijpen, dat ze geen stap verder kwam door in een toestand van hysterie te blijven. Misschien, ironisch genoeg, zouden ze elkaar zelfs kunnen helpen.
'Natuurlijk heb ik niet met hem afgesproken! Hoe kun je zoiets van me denken!' Sonya, rechtop in bed zittend, zag er met haar vlekkerige opgeblazen gezicht en gezwollen oogleden uit om medelijden mee te krijgen, maar Ginny ging onverbiddelijk verder met vragen.
'Dat wilde ik ook niet insinueren. Maar begrijp je niet dat je erover zult moeten praten en dat je dan met een verhaal moet komen dat... dat aannemelijk is? Alles wat je tot nu toe gedaan hebt is huilen ...'
'O!' Sonya begon opnieuw te snikken. 'Wat ben je toch ongevoelig. Maar ja, jij hebt je nooit iets aangetrokken van ... conventies, of van de gevoelens van anderen, of... of...'
'Het gaat er in dit geval niet om wat ik heb gedaan,' zei Ginny en ze deed haar best om haar stem kalm te houden. 'En ik ben zelfs aan 't proberen je te helpen. Alsjeblieft, Sonya, hou nu eens op en vertel me precies wat er gebeurd is. Misschien dat ik je dan kan helpen, al was het maar door redelijk met mijn vader te praten, als hij terugkomt.'
Het kostte haar desondanks heel wat tijd om het hele verhaal uit een beurtelings norse en snikkende vrouw te krijgen, die maar al te geneigd leek te zijn om Ginny zelf overal de schuld van te geven. Toch geloofde de jongere vrouw haar, toen Sonya was uitgesproken. Net iets voor haar, om alles zo te doen als ze het gedaan had. Genieten van een stiekem flirtpartijtje, zonder zich zelf te willen bekennen dat ze daarmee bezig was... en niet voorbereid zijn op de gevolgen. Maar het was niet Sonya's aandeel in het gebeuren, dat haar zorgen baarde. André Delery bleef het stuk van de puzzel dat niet paste.
En verdomme, dacht Ginny fel, waarom had Steve haar in die ruzie gedreven, voor ze de kans had gehad hem iets van haar nog vage vermoedens te vertellen? Waarom waren ze plotseling weer ruzie gaan maken bij anderen? Ze sloot haar ogen tegen de verraderlijke pijn, die zonder waarschuwing door haar heen schoot. Ja, liefst zou ze zich net als Sonya de luxe van tranen hebben gegund; ze wilde met dingen gooien, tegen de muur bonken en gillen. Maar natuurlijk zou ze niets van dit alles doen. Zoals ze Steve beloofd had, zou ze hem uit haar hoofd zetten en een beleefde vreemde worden. Ze was vroeger in leven gebleven zonder hem en dat zou ze weer doen. En niemand, niemand zou de pijn ooit te zien krijgen, en na een tijd zou die pijn verdwijnen en haar werkelijk vrij maken.
'Denk eraan,' beval ze zich zelf, en onbewust strekte zij haar rug. 'Ja, denk eraan hoe heerlijk het zal zijn om weer van je zelf te zijn, je zelf weer in bedwang te hebben. Van nu af aan ga ik mijn eigen leven leiden.' En met dat besluit onherroepelijk genomen, zou ze zich zelf niet meer laten terugdenken aan die misserabele maanden in Europa, waar ze rondgereisd had met een aantal attente escortes, die geen van allen in tel waren, nee, zelfs Michel, haar vroegere verloofde, niet. Over een tijd, als de tweeling wat groter was, zou zij ze mee terugnemen naar Europa. Ja, ook naar Rusland, waar de man die daar tsaar was waarschijnlijk haar echte vader was. Ditmaal geen heimwee. Ze zou Steve vergeten en hem helpen haar te vergeten.
Na die beslissingen richtte Ginny haar aandacht weer op het probleem dat moest worden opgelost. Haar 'vader', de senator, een duel uitvechten ? Om een of andere reden bleef het ongelooflijk lijken. William Brandon was er het type niet voor, al nam ze aan dat hem in dit geval geen alternatief was geboden ... iets dat André Delery had beraamd? En zo ja, waarom dan in godsnaam?
'Dat zou ik hem eigenlijk zelf moeten vragen,' peinsde Ginny, terwijl ze de spelden uit haar haren trok en die los over haar schouders liet vallen. 'Aan zijn gezicht zou ik kunnen zien, of wat ik vermoed waar is of niet... zoals de meeste mannen, zal hij van een vrouw niet verwachten, dat ze verstand heeft.'
Haar gezicht zag er in de spiegel bleek en hard uit, met ogen als groene stenen. Ginny trok een gezicht tegen zich zelf en pakte haar zilveren haarborstel op om een paar wilde krullen op hun plaats te borstelen. En toen bleef haar arm roerloos steken door wat haar eigen gedachten impliceerden. Waarom niet? Ja, waarom niet? Ze kon heel goed op zich zelf passen ... haar ervaringen als soldadera hadden haar dat wel geleerd, dat en nog veel meer. En het zou iets zijn, een uitdaging. Maar vooral, het zou Steve woedend maken. Ja, en ook de alomtegenwoordige Jim Bishop, die ze nog niet echt had vergeven.