33
Het Denver House ging er prat op dat het niet onderdeed voor enig luxe-hotel in het hele gebied, zelfs tot aan Santa Fé toe. Vanavond had de directie zich uitgesloofd om van alles het beste te brengen. Uit de kelders waren wijnen naar boven gehaald. Halve ossen, gerookte zalm, verse gevangen riviervis en kippen die voor schandelijke prijzen bij de boerenvrouwen waren weggehaald ... alles werd toebereid voor de gasten. De kroonluchters waren uit elkaar gehaald en gepolijst alvorens weer te worden opgehangen, vloeren en tafels waren geschrobd en alles glom. Het gerucht ging, dat er zelfs gedanst zou worden - echt dansen, zoals de dames dat fijn vonden.
De mannen waren de hele middag en het grootste deel van de voorafgaande avond aan het praten geweest, had Elizabeth van Martin gehoord. Vanavond zou het gevierd worden. Maar zij voelde zich niet feestelijk, ze had het grootste deel van de avond ook huilend doorgebracht, nadat ze het korte, koele briefje in antwoord op het briefje dat Martin had gebracht had opgesteld en door Domingo laten wegbrengen.
Het was niet nodig dat Steve Morgan haar helemaal hier zou komen ophalen. Als hij dat toch deed zou ze weigeren mee te gaan. Ze was zeker van plan morgen met alle anderen aan het diner te verschijnen ... waarom zou ze niet?
Beth - sorry dat ik mijn geduld verloor, had hij gekrabbeld. Ik hoop dat je de jurk draagt die ik voor je heb gekocht, als ik je morgen kom ophalen. Ik denk wel dat hij je zal staan. En verder nog: Ik geloof wel dat er nog dingen zijn waar we over moeten praten, en er is iets dat ik je graag wil vragen.
Hij zou haar nooit vragen met hem te trouwen, want hij was een getrouwd man. En ongetwijfeld was hij gewend om overal waar hij kwam maîtresses te hebben ... als hij tenminste tijd over had voor een vrouw! En haar had hij alleen gewild, omdat er geen andere beschikbaar was en zij hem had laten zien dat ze hem haatte. O, dat had ze moeten blijven doen!
Elizabeth kwam met opgeheven hoofd bij het hotel aan, samen met Martin Burneson. Ze wist dat de andere vrouwen, al haar 'vriendinnen', die achter haar rug hadden gefluisterd, nu nog harder zouden fluisteren en kijken wat ze deed en wat hij deed in het bijzijn van zijn dure vrienden. Nou, dat deden ze dan maar!
Op al die dingen was ze voorbereid, maar niet op de schoonheid van Lorna Prendergast, in haar elegante baljapon met fonkelende diamanten in haar oren, om haar hals en aan haar vingers, met een eigenaarsgebaar aan de arm van Steve Morgan. En ook niet op de uitdrukking die onmiddellijk in zijn ogen kwam toen hij haar zag... teleurstelling die overging in een woede die hij nauwelijks trachtte te verbergen.
Ze had zich gevleid moeten voelen, omdat hij meteen met een achteloos woord wegliep van Lorna en met grote, doelbewuste passen de kamer doorliep naar haar toe, passen waar ze voor weg wilde kruipen. Elizabeth zei met bevende stem: 'Martin ...'
Martin Burneson maakte haar plotseling grijpende vingers los met een zachte liefkozing. 'Ik geloof, liefste,' zei hij gedecideerd, 'dat dit iets is dat je zelf moet regelen.'
Zou hij nooit aandacht hebben voor wat andere mensen konden denken? Zonder een woord had hij Elizabeths pols beetgepakt met vingers die aanvoelden als staal en haar de kamer doorgeduwd zonder te letten op de blikken die iedereen op hen richtte, zelfs zijn vrienden. Nu had hij haar in een verre hoek van de kamer gedrukt, achter een grote tafel vol gebak en een monsterachtige urn met een grote palm.
'Waarom heb je verdomme die jurk niet aan, die ik voor je gekocht heb?'
Een gevoel van wanhoop hield haar overeind en maakte dat ze hem onverschrokken aankeek.
'Omdat hij ... niet geschikt was voor mij. Hij liet te veel van me zien, en zo kleden vrouwen zich hier niet, dat weet je wel. Bovendien heb je altijd gezegd dat je deze mooi vond.'
Na lang aarzelen had ze haar zwarte tafzijden japon aangetrokken, en de prachtige jurk van geborduurde zijde die hij had meegebracht en die een fortuin moest hebben gekost zorgvuldig opgevouwen en weggeborgen. Op de zij waren vlekjes gekomen van haar tranen, maar dat zou hij nooit weten.
'Grote God, Beth! Moet je zien wat Lorna en haar moeder aanhebben. Fatsoenlijke vrouwen dragen echte japonnen die hun armen en wat meer van hun hals laten zien. En wat kan het jou trouwens schelen wat de mensen denken ?'
Ze wist niet hoe ze erin slaagde haar stem gelijkmatig te houden. 'Dat kan het inderdaad, omdat het mijn buren en vrienden zijn; omdat ik van plan ben de rest van mijn leven hier tussen hen door te brengen.'
'Juist.' Zijn stem was gevaarlijk kalm geworden en zijn samengeknepen ogen waren op haar gericht, zodat ze zich vastgeprikt voelde in haar hoek. 'Bedoel je me daar iets mee te vertellen, Beth? Ik had je willen vragen met me mee te gaan naar San Francisco. Lorna en haar moeder gaan daar ook heen, en Jack heeft gezorgd voor een escorte van soldaten ... tenminste door het Apachengebied heen. Ik wil graag dat je meegaat, als je kunt ophouden je zorgen te maken over wat je roddelende buren wel zullen zeggen. Is mevrouw Prendergast niet voldoende als chaperonne?'
'O God,' bad ze zwijgend. 'Laat hem ophouden met praten; laat hem ophouden me in verleiding te brengen; geef me sterkte.'
De koelheid van haar stem verraste haar zelf. 'Chaperonne of niet, u bent nog steeds 'n getrouwd man, meneer Morgan. Of kan 't u ook niet schelen wat uw vrouw denkt? Hoe dacht u mij te presenteren ... als dienstbode van mevrouw Prendergast misschien?'
Ze hoorde hem zijn adem inzuigen en ze sidderde een beetje bij het zien van de strakke witte lijnen om zijn mond.
'Ik zou je nu bij je schouders moeten pakken en door elkaar schudden tot je stomme hersens beginnen te rammelen!' zei hij tussen zijn tanden door. En toen, met een rauwe parodie op een lach: 'O, wees maar niet bang dat ik iets zal doen dat je vrienden zou kunnen shockeren. Maar nu we het daar toch over hebben, kan ik je vertellen dat wie je die inlichtingen ook heeft verstrekt verzuimd heeft erbij te vertellen dat mijn vrouw ... dood is. Ze is een paar maanden geleden gestorven, dus ik heb tijd gehad om aan 't weduwnaarschap te wennen.' Iets in de manier waarop hij dat zei, de koude intensiteit van zijn stem en de ondoorgrondelijke hardheid van zijn ogen maakte, dat Beth het liefst had willen wegrennen en zich verstoppen, zonder meer iets te horen. Maar het leek alsof ze nu allebei in de val zaten van de woorden die tussen hen waren gewisseld, en bijna zonder na te denken flapte zij eruit: 'Het spijt me! Ik had dat niet moeten zeggen ...'
'In Godsnaam! Heb nooit meer spijt van iets dat je hebt gezegd. En nu we klaar zijn met je verontschuldigingen ... je hebt me nog geen antwoord gegeven. Dus?'
'Heb je kinderen?' Ze wist niet waarom ze dat vroeg, maar ze vond het opeens belangrijk om dat te weten. Hij keek van zijn stuk gebracht, en toen kwaad.
'Wat heeft dat er verdomme mee te maken... ja, er zijn kinderen. Een tweeling, een jongen en een meisje, geloof ik. Ik heb ze nog nooit gezien.'
'Je hebt ze ...'
'Beth, ik geloof niet dat ik geschikt ben voor 't ouderschap. En ik hou ervan in beweging te blijven. Ik ben een rusteloos man, geloof ik.'
Nu was het haar beurt. Ze zei met vlakke stem: 'Juist, ja.' En toen, terwijl hij demonstratief wachtte, haalde ze diep adem en zei kalm: 'Ik had eigenlijk niet... al die vragen mogen stellen. Daar had ik 't recht niet toe. Maar het was wel goed dat we 's spraken en ... voor de verandering 's eerlijk tegen elkaar zouden zijn.' Ze keek bijna hongerig naar zijn gezicht onder het spreken en grifte het in haar geheugen, verlangend om een hand uit te steken en met haar vingers langs dat litteken te gaan, zoals ze deed toen ze nog gelukkig samen waren en hij gewoon 'Smith' was. Maar die tijd was voorbij en nu zei ze eindelijk waar ze voor was gekomen om hem te vertellen: 'Bedankt voor de uitnodiging, maar ik kan niet meegaan. Zie je, ik heb Martin Burneson beloofd met hem te trouwen.'
Stilte. Ze zag hoe zijn mond harder werd en ze verwachtte half en half dat hij zonder te zeggen een woord weg zou lopen. Maar hij bleef haar peinzend aan staan kijken en zijn gezicht was weer een masker.
'Beth ... weet je zeker dat je doet wat je echt wilt?'
Nu was het gemakkelijker voor haar om te praten. Ze slikte een brok in haar keel door en zei afwerend: 'Ik ben er zeker van. En Martin is een goed mens. Een vriendelijke man. Een man die hier wortel heeft geschoten. Dat is wat ik nodig heb. Ik zou me niet thuisvoelen in San Francisco of al die andere plaatsen waar jij heen zou gaan. Ik wil ergens thuishoren, en ik hou van dit land hier. Ik denk ... ik weet zeker, dat ik op den duur evenveel van Martin zal gaan houden als hij van mij. Ik respecteer hem en vertrouw hem.'
Ze keken elkaar aan en ten slotte stak hij zijn hand uit en streelde haar heel zacht over haar gezicht.
'Je bent een erg mooie vrouw, Beth,' zei hij zacht en toen nam hij haar bij de hand en bracht haar terug naar Martin Burneson.
Hij miste Beth. Maar Steve Morgan gaf aan zich zelf toe, wrang, dat het maar tijdelijk zou zijn. Zij had gelijk... wat hij haar te bieden had was niets, terwijl Martin Burneson haar niet alleen het soort leven aanbood dat ze wilde, maar ook nog een huwelijk.
In een filosofische stemming fungeerde hij het grootste deel van hun reis naar Californië als verkenner voor het gezelschap, en hij praatte in zijn vrije tijd met Sam Murdock of met de zwijgzame man die zich in Arizona bij hen had gevoegd en zich Burrows noemde. Burrows kende Steve van lang geleden, toen ze samen patrouille hadden gereden met hagelgeweren, en hij kende Sam Murdock ook. Hij was een goede man om erbij te hebben.
Francoise Prendergast hield zich goed op reis, maar haar dochter verveelde zich, en was gepikeerd omdat de ongrijpbare Steve Morgan niet meer aandacht aan haar besteedde. Ze was gewend vrijuit te praten met haar moeder, een begrijpende en wereldwijze vrouw en op een dag zei ze: 'Ik wil hem hebben, maman. En ik zal hem krijgen ook!'
Francoise, die haar dochter maar al te goed kende, trok alleen haar wenkbrauwen op. 'Ja? En wat ga je met hem doen als je 'm hebt, petite? Hij is geen makkelijk te hanteren man. En naar wat ik van hem heb gehoord, moet hij niet gemakkelijk zijn om mee te leven. Zijn vrouw was een bijzonder mooie en ontwikkelde jongedame van goede huize, en men zegt dat ze dolverliefd waren op elkaar, tot hij haar wegstuurde naar Europa en een verhouding begon met een operazangeres. Hij is een... bijzonder gevaarlijke man, denk ik, het soort dat ik wel "eenling" heb horen noemen. Zeg ik dat goed?'
'Ja, dat is goed, maman, maar... weet je wat dat is? 't Soort man dat iedere vrouw zou willen temmen en voor zich zelf houden.'
'Heel knap van je, chérie, en je hebt gelijk ... maar ik denk niet dat hij erg gemakkelijk te vangen is. Nee, ik geloof niet dat hij 'n goed echtgenoot zou zijn.'
'Ik geloof dat hij een perfecte minnaar zou zijn!' zei Lorna stoutmoedig, en haar moeder keek haar verwijtend aan.
'Laat je vader je zo maar niet horen praten. Je weet hoe hij daarover denkt.'
'Hij zou geen bezwaar hebben tegen een huwelijk van mij met Steve Morgan. Ik denk zelfs, dat hij er wel mee ingenomen zou zijn. Waarom dacht je anders dat hij van idee is veranderd over mij en op reis gaan?'
Ondanks de waarschuwingen van haar moeder presenteerde Lorna zich op haar best, door nooit te klagen en door te zorgen dat Steve zag wat een goed paardrijdster ze was en hoe goed ze kon schieten. Hoe meer ze hem observeerde, des te gefascineerder werd zij door hem. Hij was zo anders dan alle andere mannen die ze had ontmoet, en hij had zo'n groot aanpassingsvermogen! Ze had hem onberispelijke avondkleding zien dragen met dezelfde dierlijke gratie als waarmee hij zich bewoog in voddige werkkleding. En als hij de tijd nam om te gaan zitten en met haar te praten, was hij interessant... hij was in alle delen van de wereld geweest en sprak diverse vreemde talen. Lorna was van plan zoveel over hem te weten te komen als ze kon.
Ze kreeg meer aandacht van hem, en vond zeker ook meer opwinding, toen ze in de haven van San Diego in Californië waren aangekomen. Daar stelde Steve voor, achteloos alsof het om een roeibootje ging, dat ze per schip naar San Francisco zouden gaan. Het zou vlugger gaan en er lag een schip in de haven van de Lady Line, waar hij aandeelhouder van was.
'We zouden dan een dag in Monterey kunnen blijven ... daar heb ik een ranch en 't is een prachtig en ongerept deel van het land. En vandaar linea recta naar San Francisco.'
Sinds die dag dat hij haar had gekust was hij steeds zo bespottelijk vormelijk tegen haar, dacht Lorna opstandig, maar ze nam zich voor dat daar gauw verandering in zou komen. Wacht maar tot ze in San Francisco waren en ze een paar galante jongelieden om zich heen had verzameld. Dan zou hij wel meer aandacht aan haar gaan besteden!
'Denk je dat hij loopt te dromen over dat slordige boerinnetje waar hij die avond in Denver House zoveel belangstelling voor had, maman? 't Was duidelijk te zien dat ze elkaar goed kenden...'
'Ik geloof dat zij 'm verpleegd heeft nadat hij was neergeschoten,' zei mevrouw Prendergast vriendelijk, al had zij wel andere praatjes gehoord.
'Nou ... zelfs als ze 'n verhouding hebben gehad, kan dat nooit veel hebben voorgesteld,' zei Lorna minachtend, en ze zette Elizabeth Cady uit haar hoofd. 'Mannen schijnen nu eenmaal hun ... amusement nodig te hebben.' En ze trok misprijzend haar neus op.
Tegen de tijd dat de klipper Green-eyed Lady de haven van San Diego was uitgevaren, had ook Steve Elizabeth uit zijn hoofd gezet, al zou Lorna woedend zijn geworden, als ze geweten had dat zijn hoffelijke voorkomendheid tegen haar niet meer dan beleefdheid was. Het was dezelfde dame met de groene ogen naar wie hij het schip had vernoemd, die in zijn hoofd bleef zitten ... en zijn besluit om over zee naar San Francisco te gaan was opzettelijk genomen als een vorm van bezwering. Hij kwam dan terug in Monterey, waar hij gedwongen was geweest Ginny praktisch gevangen te houden, terwijl die dokter haar van haar opiumverslaving afbracht. Hij had zo'n gevoel dat ze hem dat nooit had vergeven. Ginny ... naar de verdommenis met die herinneringen die hem niet met rust lieten!
'Hoe lang denk je in San Francisco te blijven?' vroeg Sam Murdock achteloos; aan de loodzware frons van zijn partner kon hij wel zien waar diens gedachten heen gingen.
Steve kwam schouderophalend terug naar het heden. 'Ik weet 't nog niet, Sam. In ieder geval tot de mijnzaak is afgehandeld. En lang genoeg om mevrouw Prendergast en Lorna kennis te laten maken met de stad, zodat 't niet onbeleefd lijkt, als ik klaar ben om weg te gaan.' Hij zag de waakzame blik in Sams ogen en begon te ijsberen. 'Ik denk dat ik terugga naar Mexico ...' zei Steve abrupt. Hij stond met zijn rug naar Sam toe somber naar het water te kijken dat langs de patrijspoort spoelde. 'Ik heb wel niet zoveel zin om weer op de vuist te gaan met die opvliegende grootvader van me, maar iemand zei laatst iets dat me eraan herinnerde dat ik daar nog verplichtingen heb. Twee zelfs...' voegde hij er somber aan toen en hij vroeg zich af of ze allebei op Ginny zouden lijken.
De twee brieven, een van Renaldo en de andere, in heel wat levendiger en dramatischer stijl, van zijn vrouw, kwamen pas aan toen ze al veertien dagen in San Francisco waren.
Renaldo Ortega had na lang nadenken ook aan Sam Murdock geschreven, die een vriend was van Don Francisco. Als iemand in staat was om olie op de golven te gieten, dacht hij somber, dan was het Sam wel. Inwendig hoopte Renaldo dat Steve's trots hem ervan zou weerhouden om achter zijn vrouw aan te gaan. Misschien had Don Francisco gelijk en was hun huwelijk er een waarin alleen een scheiding uitkomst kon brengen. Als Ginny gelukkig was met haar nieuwe geliefde, dan wist God dat het arme meisje dat geluk wel verdiend had, en dat Steve zich met een beleefde buiging zou moeten terugtrekken. Ten slotte had Steve nooit gebrek aan vrouwen en hun troostende omhelzingen gehad.
Wat noch Renaldo noch Missie, noch Don Francisco zelf konden weten was, dat Steve geloofde dat zijn vrouw dood was. En toen Sam Murdock, die dat ook geloofde, Renaldo's brief had gelezen, was zijn eerste gevoel er een van immense opluchting dat Steve weg was ... een week op bezoek bij de Prendergasts en nog een paar vrienden in het Portola-dal. Zijn volgende impuls was de beide brieven aan zijn partner opzettelijk 'kwijt te raken'... maar nee, dacht hij zuur, vroeger of later zou Steve er toch achter komen. Grote God, wat een verdomde rotzooi! Hij dacht aan Ginny, die hij zich herinnerde als een charmante vrouw, maar ongelukkig... tenminste, in de tijd dat hij haar leerde kennen. Wat had haar bewogen tot weglopen? Ze leken voor elkaar bestemd te zijn, zij en Steve, en nog nooit had Sam zijn partner zo bezeten gezien van een vrouw. Wat zou er gebeuren, als hij te weten kwam dat de vrouw waar hij om treurde helemaal niet dood was, maar weggegaan naar Europa met hun kinderen, en van plan om daar te scheiden en te gaan trouwen met een Engelse lord, die ze God weet waar had leren kennen?
Sam Murdock was een moedig man, en hard als het nodig was, maar bij die gedachte huiverde hij. God sta Virginia en haar toekomstige echtgenoot bij, als Steve ze ooit in handen zou krijgen! En wat mankeerde zijn vriend Don Francisco om zoiets goed te vinden en zelfs aan te moedigen?