29
De leden van de onlangs opgerichte Associatie van Kleine Ranchers hadden hem niet verwacht op hun vergadering die avond - dat was wel zeker. Maar Elizabeth had hem, zonder al te veel keus te hebben, rechtstreeks naar het huis van Frank Dean gereden, waar de vergadering werd gehouden. De bijeenkomst werd er wel levendiger door dan meestal het geval was, dacht ze nu ongelukkig, en ze probeerde de verwijtende blikken van Millie, Franks vrouw, te ontwijken.
'Jullie zullen 't op mijn manier moeten doen,' had John Smith ze gewaarschuwd, en eraan toegevoegd: 'en ik wens ook geen klachten over mijn methodes te horen.' Toen werd zijn stem zachter en bijna even minachtend als de manier waarop hij taxerend zijn ogen over hen heen liet gaan. 'Jullie moeten me niet; dat kan ik wel zien. Voor jullie ben ik nog erger dan een wolf. Maar jullie hebben me nodig - of iemand zoals ik, niet? Zodat jullie je handen schoon kunnen houden.'
'Hé, hoor eens ... uh ...'
Zijn stem sneed door het gestamel van Brad Newbury heen alsof het kleine mannetje niet had gesproken. 'En dan is er de beloningskwestie...'
'Nou ...' Frank Dean schraapte haastig zijn keel, 'daar hebben we 't al over gehad, en iedereen is bereid daarin bij te dragen. In de herfst, na het binnenhalen van het vee, zullen we wel in staat zijn om ...'
Zijn stem stierf onbehaaglijk weg toen hij zag dat Smith recht naar Elizabeth Cady keek.
'En u, dame?'
Ze bloosde en schaamde zich daarvoor.
'Ik ... ik weet nog niet hoeveel ik bijeen zal kunnen brengen, maar ik ...'
Alsof hij plotseling niet meer geïnteresseerd was draaide hij zich om en liet zijn ogen over de anderen glijden.
'Nu ik jullie kant van de zaak heb gehoord, zal ik jullie mijn voorstel doen. Dat kunnen jullie aannemen of afslaan.' Hij nam er de tijd voor om een sigaar op te steken en mikte de uitgeblazen lucifer met achteloze precisie tussen de gelaarsde voeten van Milt Kehoe in. Kehoe werd rood en zijn ogen gingen onrustig heen en weer, maar hij zei niets.
Ze keken toe hoe de lange man aan zijn sigaar trok en ze liet wachten tot hij eindelijk opkeek.
'Ik zal jullie een defensieplan voorleggen, nadat ik een paar dagen de tijd heb gehad om rond te kijken, en daar zal ik wat jullie aan landkaarten hebben bij nodig hebben. Maar bedenk wel dat iedere man zijn aandeel levert. En onthoud verder wat ik al heb gezegd: ik wens geen klachten te horen over de manier waarop ik oorlog voer, maar dan ook niet één. En ik reken op de medewerking van jullie, respectabele burgers, om de zaken bij de sheriff in 't reine te brengen.'
Zijn sarcasme kwetste hun trots, maar desondanks knikten ze instemmend, en Frank zei aarzelend: 'Maar je... je loon? Je hebt niets...'
Smith haalde zijn schouders op. 'Om te beginnen onderdak en munitie. En ik zal een nieuw Winchester-geweer nodig hebben. Verder de man vijf dollar per maand, en één procent van wat de verkoop van het vee oplevert, maar dat alleen als ik degene ben die dat vee veilig bij de opslaghokken heeft afgeleverd.'
Achterin de kleine kamer werd gemompeld, en hij trok een wenkbrauw op. Het was Milt Kehoe, niet in staat nog langer zijn mond te houden, die uitviel: 'Maar Jezus! De meesten van ons zouden dat nog wel kunnen betalen als het moet, maar er zijn er een paar... zoals Felix hier en Lizzie... verdomme, man, die hebben dat stomweg niet! Wil je soms zeggen ...'
'Daar kom ik nog op. Felix kan me van paarden voorzien. Ik zal een paar goeie reservepaarden nodig hebben ...' Hij wachtte even alvorens eraan toe te voegen: 'en wat mevrouw Cady betreft...' Voor het eerst voelde Elizabeth de frontale aanval van zijn ogen, die de hare tegen wil en dank vasthielden. Hij zei zacht: 'Ik geloof dat ik wel plezier heb gehad van haar maaltijden en dat vertroeteld worden terwijl ik aan 't herstellen was. Zij is het trouwens die me heeft overgehaald om hier naar toe te komen. Dus haar aandeel kan zijn ...' hij aarzelde, scheef glimlachend, terwijl hij naar de geshockeerde gezichten keek die hem aanstaarden en naar Elizabeth Cady die vuurrood was geworden, hoewel ze dapper probeerde hem te blijven aankijken. 'Ik krijg kost en inwoning bij haar. Er is ruimte, niet? Bovendien heeft mevrouw Cady daar een man nodig om voor haar op de spullen te passen.'
Met ingehouden adem trachtte zij de realiteit te verwerken van wat hij voorstelde, en zei zelf niets. Het was weer Milt Kehoe die zich naar voren drong, duidelijk walgend en kwaad.
'Bij God, pikken jullie dat allemaal? Zelfs voor het soort hombre dat we allemaal weten dat hij is gaat dit te ver! Moeten we 'm op die manier over 'n vrouw laten praten zonder daar wat aan te doen?'
'Milt!' Het was de stem van Elizabeth, koud en helder, die hem het zwijgen oplegde. 'Milton Kehoe, laat me alsjeblieft voor me zelf spreken. Ik ben een vrije vrouw en ik kan doen wat ik wil, en ik... ik aanvaard ...' ze stikte bijna in de woorden en wenste wanhopig dat die verraderlijke blos verdween - 'het voorstel van meneer Smith. Als wij dit allemaal samen doen, wil ik daar mijn deel aan bijdragen - daar sta ik op.'
'Dat is dus voor elkaar?'
Elizabeth voelde zowel woede als schaamte domineren over haar emoties, terwijl haar vrienden voetenschuifelend stonden te mopperen zonder tot directe tegenwerpingen te komen, met ogen die niet recht in de hare keken.
Ze hoorde zijn stem, even koel en ongeëmotioneerd als hij geweest was toen hij hun vertelde wat hij wel en niet wilde, en voelde zich bijna opgelucht.
'Ik denk dat het tijd wordt om je thuis te brengen; als ik 't me goed herinner, is 't nog een heel stuk rijden, en ik heb honger.' Hij pakte haar bij een arm, vlak boven de elleboog, en leidde haar naar buiten, onder de verbaasde, geshockeerde ogen van de anderen, van wie niemand iets deed om hem tegen te houden.
Elizabeth was nu onuitsprekelijk dankbaar dat ze Domingo had gevraagd om met Fidelito naar de ranch van Dean te rijden, omdat ze niet alleen terug naar huis wilde. Nu stond ze erop dat het babbelende jongetje bij hen achterin meereed. Hij was volkomen in de war geweest bij de gedachte aan wat hij door te zwijgen bijna had veroorzaakt... een paar woorden konden helpen ...
Ze merkte dat ze zat te praten ter wille van het geluid van haar stem, en aan de manier waarop zijn mondhoeken iets vertrokken en de lijnen in zijn gezicht scherper werden, begreep zij dat hij haar heel goed door had. Maar hij maakte geen bezwaren en praatte zelfs met het jongetje in verrassend goed Spaans, waar hij voor werd beloond met een woordenvloed die pas onwillig tot een eind kwam, toen ze het huis hadden bereikt en Domingo mopperend de paarden los ging maken en zijn kleinzoon toeriep hem te volgen, omdat hij ook geen twintig meer was en hulp nodig had.
Elizabeth wilde eigenlijk niet dat ze weggingen en... haar achterlieten! De manier waarop zijn handen haar om het middel hadden gegrepen toen hij haar uit het wagentje tilde, had haar ademloos gemaakt en inwendig geschokt, en nu, terwijl ze bijna van hem wegrende, het huis in, bleef ze met haar hak in een gescheurde plank steken en viel ze tegen hem aan.
'Voorzichtig. Waarom laat je mij niet voorgaan?' Zijn stem klonk kalm, maar hij had haar hand gepakt en negeerde haar pogingen om die los te rukken.
'Ik weet de weg wel, dank je. 't Is alleen die rok ...'
'Ik ben blij dat je geen queue draagt.' Zijn stem werd ongeduldig. 'Vooruit!'
Ze probeerde achter te blijven, zenuwachtig. 'Maar ... maar er is geen licht. Ik moet een lamp opsteken.'
'Waarvoor?' Hij had de deur al met zijn schouder opengeduwd en zijn botte, bijna onbeschoft rechtstreekse vraag joeg haar angst aan.
'Ik zie niets! Ik moet...'
Onder het dek van die stamelende woorden raakte haar hoofd bijna even hard op hol als haar hart. Mijn God ... wat was hij met haar van plan? Ze voelde hoe ze tegen meubelen aanliep, door een open deur werd getrokken en ze hoorde hoe de deur in de duisternis van haar slaapkamer achter hen werd dichtgetrapt. Haar slaapkamer?
'Nee!' Maar dat zei ze te laat, en het woord was een gesmoord geluid dat in haar keel bleef steken, terwijl hij haar in zijn armen nam en haar hard, bijna genadeloos kuste, tot haar hoofd slap achterover viel en haar lichaam aanvoelde alsof het van rubber was, als een pop zonder gevoel.
Snakkend naar adem besefte Elizabeth opeens dat zijn handen naar beneden gingen langs haar rug en aan knopen en haken peuterden. En 'nee' klonk het opnieuw fel van binnen, en ergens haalde ze de kracht vandaan om hem met beide handen van zich af te stoten, om hard tegen een houten wand aan te vallen.
'Nee!' Eindelijk zei ze het, hijgend. 'Wat denk je wel dat je aan 't doen bent?'
Van buiten siepelde nu een beetje licht naar binnen - de oude man had de lampen in de keuken aangestoken en het vuur aangemaakt, en hij, in silhouet tegen het venster, was bezig zijn patroongordels af te doen en zijn hemd los te knopen.
'Wil je dat ik je uitkleed? Het gaat misschien vlugger als je 't zelf doet, en ik zou niet graag je japon willen scheuren. Maar schiet in jezusnaam op, want ik heb het gevoel alsof ik eeuwig gewacht heb om je te krijgen.'
De gevoelens kwamen over haar heen als golven: schok, angst, woedend ongeloof.
' Wat? Wat zei je?'
'Waarom zouden we tijd verspillen met spelletjes? Je hebt toch van 't begin af aan geweten dat ik je hebben wilde, niet? Trek die kleren uit en kom in bed, Elizabeth. Tenzij je liever staande wordt genomen.'
Hij had zijn hemd opzij gegooid en kwam op haar af, toen hij werd tegengehouden door haar stem die een hysterische klank kreeg.
'Maar jij... wat ben je voor 'n soort man? Hoe durf je te denken dat je... dat je me gekocht hebt, alsof ik een ... een ... d'r uit, hoor je me? M'n slaapkamer uit, nu meteen, of ik... ik.. .'
Hij stond heel stil naar haar te kijken. Zijn stem was hard en koud toen ze hem in de duisternis hoorde.
'Ik dacht dat je begrepen had waar ik het over had daar. Godverdomme, je bent toch 'n vrouw, is 't niet? En je wist verdomd goed... ik dacht dat ik mijn bedoelingen duidelijk genoeg kenbaar had gemaakt. Ik wil jou, Elizabeth. Wat had je van me verwacht? Een lange hofmakerij misschien? Of een huwelijksaanzoek, voordat ik het onderwerp van bij jou in bed zou aanroeren? Is dat de manier waarop een nette, godvruchtige dame haar geweten sust?'
Zijn brute woorden hadden tranen in haar ogen gebracht, maar haar ook kwaad genoeg gemaakt om terug te vechten. 'En het kan jou niet schelen dat ik jou niet wil? Nee... ik neem aan dat niets jou kan schelen, behalve pakken wat je krijgen kunt, en 't zal jou een eeuwige rotzorg zijn of je op iemands gevoelens trapt of waar dan ook op, hè? En ik heb je geen enkele aanleiding gegeven om te veronderstellen dat ik me door jou hier naar binnen zou laten slepen en behandelen als 't soort vrouwen waar jij kennelijk aan gewend bent! Ik ben geen deel van je loon, man. Ik zal je voeden en onderdak geven en je kleren voor je wassen en naaien, maar ik ... ik ben van me zelf.'
Ze stond tegenover hem met gebalde vuisten en woedende ogen, angstig wachtend op zijn reactie, en ze wilde dat ze kon lezen wat er nu op zijn gezicht te zien moest zijn. Maar toen hij eindelijk sprak, verbaasde hij haar. Alle hartstocht en woede was uit zijn stem verdwenen, die nu zacht en gevoelloos klonk. Ze kon hem zijn schouders horen ophalen toen hij zei: 'Nou, goed dan.'
En toen, tot haar verbijstering, pakte hij zijn hemd op en nam zijn patroonbanden over zijn arm, terwijl zij toekeek en nauwelijks aan haar overwinning durfde te geloven.
'Sorry dat ik te veel heb aangenomen, dame.'
Toen hij zich omdraaide om weg te gaan herinnerde Elizabeth zich opeens weer waarom hij hier was, en voordat ze zich kon bedwingen zei ze: 'Je... waar ...' Toen zweeg ze en beet op haar lip.
'Kan ik dezelfde kamer gebruiken als toen, of heb je liever dat ik buiten het huis slaap?' Nog steeds diezelfde onverschilligheid in zijn stem, wat konden zijn stemmingen snel omslaan!
'Die... die andere kamer is best, ja. Ik... heb het bed verschoond...' Toen hij de deur opendeed drukte zij haar bevende handen tegen haar mond, en ze onderdrukte een gil toen hij zich omdraaide.
'Als 't niet te veel moeite is, zou ik nog wel graag wat te eten willen hebben. Wat je bij de sheriff in de gevangenis krijgt is nog erger dan hondenvoer.'
Toen liep hij naar buiten en liet haar achter om zonder iets te zien naar de deur te staren, die hij zorgvuldig achter zich had dichtgedaan.
Elizabeth begon aan haar gewone avondklusjes met de bewegingen van een slaapwandelaar. Lampen aansteken, meer hout in de grote kachel doen, terwijl ze haar blote armen wreef die in de koude avondlucht kippenvel hadden gekregen. De zwarte tafzijden jurk lag zorgvuldig opgevouwen in haar kostbare, cederhouten kist, en alsof ze zich zelf wilde straffen droeg ze haar oudste en voddigste jurk.
Terwijl ze bezig was met het eten bleef ze in gedachten vragen, tarten en verwijten: 'Dus daarom moest je zo nodig die japon aan ? Kan het ook zijn dat je 'n tikje ijdel bent, Elizabeth Merrill Cady? Je bent daar heen gegaan om hem in verleiding te brengen ... nee! Nee; ik wilde er alleen maar aardig uitzien, dat was alles. Het had niets met hem te maken. Ik mag hem niet. Vertrouw 'm niet. Hij is een solitair, net als een eenzame wolf. Ik had geen "ja" moeten zeggen op dat voorstel om hier te komen.
Wat zullen de anderen nu denken?'
Ze brak een van haar favoriete borden - een van de weinige die over was van een stel dat ze van haar moeder had gekregen - en ze brandde haar vingers aan de rand van de grote steelpan, zodat ze tranen in haar ogen kreeg.
'Wat ben ik aan 't doen? Ik lijk wel gek. Hem zover laten gaan zonder 'm zelfs maar een klap in z'n gezicht te geven, en nu avondeten voor hem maken!'
Maar toch deed ze haar schort af en hing hem aan een haak achter de deur, voordat ze die opende en opzettelijk kortaf en scherp over het erf schreeuwde: 'Eten!'
Misschien had hij het niet gehoord. Misschien kwam hij wel niet. Maar ze hoorde zachte spettergeluiden van buiten bij de pomp komen als een waarschuwing, en toen hij binnenkwam deed hij alsof er niets gebeurd was - gewoon beleefd, zoals iedere vreemdeling die voor het avondeten zou zijn uitgenodigd.
'Ruikt lang niet kwaad. Ik ben een beetje aan 't rondkijken geweest en je hebt hier 'n aardige bedoening, 't Huis heeft ook goeie, dikke muren, voor als je 't ooit eens zou moeten verdedigen - indianen. Maar er zijn wel een paar dingen die opgeknapt moeten worden.'
Hij liet zich op een stoel zakken en zij begon hem op te scheppen met handen die maar een klein beetje beefden, zonder helemaal haar verwondering over zijn achteloze houding te verbergen.
'Ik ... ik weet dat er een hoop gedaan moet worden. De kraal staat op instorten. Maar ik heb alleen Domingo en Fidelito, en er zijn duizend en één dingen die gedaan moeten worden ...' Ze ging tegenover hem zitten en veegde haar natte handen aan haar japon af, vergetend dat ze haar schort had afgedaan. Om zijn vraag voor te zijn ging ze vlug verder: 'We hadden hier vroeger drie man in dienst, maar toen Jared begon op te trekken met Milt Kehoe en die Talley Burton... zie je, hij was niet gewend aan bars of aan gokken. Hij is nog strenger opgevoed dan ik! Maar alles is hier zo anders dan thuis. Maar voor een vrouw ben ik nogal sterk, en we hadden niet echt personeel nodig, behalve in de tijd dat het vee bijeengedreven moet worden. Ik ...'
Ze had nerveus zitten praten om hem niet recht te hoeven aankijken, maar nu onderbrak ze zich zelf plotseling, en bedacht dat die man die daar tegenover haar zat haar man had gedood. Vreemd was het leven toch. Er gebeurden zoveel dingen, en het leek wel of ze allemaal tegelijk plaats vonden.
Gelukkig voor haar gemoedsrust gaf hij geen commentaar op haar plotselinge stilte, maar ging hongerig door met eten, na een lange, onpeilbare blik op haar te hebben geworpen.
'Je bent 'n goeie kokkin,' zei hij na een tijdje, en zij was in staat droogjes 'Dank je' te zeggen, verlangend naar stilte, die hij haar wel scheen te gunnen tot hij, toen ze dankbaar opstond om af te gaan ruimen, vroeg of ze niets sterkers te drinken had dan koffie.
Met een afkeurende frons en opeengeknepen lippen scharrelde Elizabeth in een kast die volstond met prullaria - souvenirs uit St. Louis en Kansas City, grappige vaasjes die toen mooi leken.
'Ik heb liever niet dat je dat afschuwelijke spul in mijn huis drinkt, alsjeblieft,' zei ze stug en stak hem een fles die voor driekwart vol whisky was toe, alsof ze bang was dat het haar zou besmetten. 'Ik ben tegen drank,' viel ze fel uit toen ze zijn mondhoek omhoog zag gaan, 'maar Jared stond erop wat in huis te hebben voor zijn vrienden.'
'Attente man, die Jared van jou,' merkte hij sarcastisch op en goot iets uit de fles in zijn halflege koffiebeker. Hij keek op naar haar ogen, die klaar stonden voor de aanval. 'Ik zal 't niet hier drinken, maar vind je 't erg als ik de fles hou? Als je er toch tegen bent,' voegde hij er haastig aan toe. Toen stak hij een sigaar op, die hij van Domingo uit diens zorgvuldig opgespaarde voorraad moest hebben gekregen.
Ze wilde opnieuw protesteren, maar hij was opgestaan en begon ongeduldig de kamer door te lopen en haar nerveus te maken.
'Heb je een landkaart?' vroeg hij abrupt.
'Ik ... ik weet het echt niet,' zei ze hulpeloos en probeerde zich bezig te houden met het zoeken naar een droge vaatdoek. 'Er was een hele stapel papieren van Jared ... die liggen nog in die doos daar in de hoek. Maar ik heb nog geen tijd gehad om ze door te kijken. Ik ...'
'Nou, dan kun je daar misschien beter maar 's tijd voor maken,' zei hij en voegde er plompverloren aan toe: 'Ik denk dat ik even naar buiten ga. Deze goeie sigaar oproken en een borrel nemen en me even helemaal wassen bij de pomp, voordat ik erin duik...'
'O!' Ze bloosde tegen wil en dank en keerde zich om, boos omdat hij het merkte. 'Nou,' zei ze over haar schouder. 'Ik zal zeker mijn hoofd niet buiten de deur steken tot je... helemaal klaar bent. Maar ik zou natuurlijk ook water warm kunnen maken voor je, als je dat liever wilt...' Ze bood het aarzelend, plichtmatig aan. 'Er staat een oude tobbe die ik soms gebruik achter in de bijkeuken.'
Hij schonk haar een ondeugend glimlachje, alsof hij er plezier in schepte haar verlegen te maken.
'Dank u zeer, dame, maar koud water buiten is goed genoeg voor mij. Maar laat dat je er niet van weerhouden om zelf een bad te nemen, als je dat van plan was. Ik ga naar m'n eigen kamer door het raam, dus van mij zul je geen last hebben.'
Het hoofdknikje waarmee hij wegging was onbeschaamd, zodat ze haar vuisten balde langs haar lichaam. Ze wilde de drijfnatte vaatdoek tegen zijn rug gooien en hem zeggen dat hij zich daar maar mee moest wassen. Maar die gedachte was niet erg christelijk en ook niet erg damesachtig, en ze moest hem niet de voldoening gunnen haar kwaad of verlegen te hebben gemaakt. De Heer zij geloofd dat ze hem vanavond niet meer te zien kreeg!
Ze had de rest van de avond voor zich zelf - Elizabeth merkte dat ze genoot van die gedachte, terwijl ze doelloos door het zitkamertje liep dat Jared op haar aandringen aan het huis had toegevoegd, en zich afvroeg waarom ze er nooit meer zat. Daar lag dat boek, waarvan ze zich zelf had beloofd dat ze het uit zou lezen, met een blauw lintje bij de bladzij waar ze was gebleven. En de foto's van papa en mama op haar trouwdag... haar kamer. Vertrouwde kamer; maar erg afgesloten en het rook er een beetje muf, en vanavond had ze gewoon de moed niet om er te gaan zitten, alleen in haar schommelstoel en proberend zich zelf te verliezen in een andere wereld, van mensen die ze niet kende en nooit zou kennen. Jared was er niet op gesteld geweest dat zijn vrouw romans las. Hij had haar daar dikwijls over onderhouden en er zelfs de dominee op afgestuurd, die had gezegd dat het lezen van dat soort boeken haar op ideeën zou kunnen brengen ... de duivel in haar wakker zou kunnen maken ...
Nee, dacht Elizabeth en deed de deur stevig achter zich dicht, vanavond wilde ze niet in de zitkamer vertoeven. Eigenlijk zou ze naar bed moeten gaan, maar al zijn gepraat over een bad nemen had haar opeens een heet, kleverig en onbehaaglijk gevoel gegeven in die voddige jurk. Het was meer dan een week geleden dat ze een echt bad had genomen - en ze hield ervan dat vaak te doen, haar enige luxe naast lezen.
En waarom ook niet? Het zou fijn zijn om voor de verandering eens naar bed te gaan met een fris en schoon gevoel, fijn om het stof en zand uit haar haren te wassen.
Het was niet zoveel werk om de tobbe naar haar slaapkamer te slepen, en omdat de kachel nog heet was en er nog bijna een volle ketel kokend water op de warmhouder stond, was haar bad in een mum van tijd klaar. Ze hield haar deur en venster dicht, en alleen de kolen in de kleine haard tegenover het bed gaven wat licht. Het was genoeg en ze bleef niet lang in de tobbe naar het gespetter buiten zitten luisteren. Dat negeerde ze door zacht bij zich zelf te neuriën, terwijl ze stevig over haar hoofdhuid wreef.
Baden waren noodzakelijkheden en niet bedoeld om lang in te blijven. Elizabeth hield zich zelf goed in de hand en was klaar voordat het water kans kreeg om koud te worden. Ze droogde zich vlug af, staande voor de haard, en trok een ochtendjas aan met een losse ceintuur om haar middel. Ze gooide wat meer hout op het vuur en begon energiek haar haren te borstelen, die ze vervolgens met een lint van achteren vastbond. 'Zo!' dacht ze tevreden. Van dat bad en een kop hete kamillethee zou ze gauw genoeg slaap krijgen ... maar eerst moest die tobbe leeg. Ze had er nu spijt van dat ze hem helemaal naar haar slaapkamer had gesleept om zeker te zijn van privacy. Nu stond ze voor de keus tussen leegmaken en morgenochtend wakker worden en tegen een bak smerig zeepwater aankijken.
'Ik doe het nu meteen, dan ben ik er af,' dacht ze vastbesloten en worstelde met de tobbe die eigenlijk niet eens echt zwaar was, zoals ze zich zelf bemoedigend voorhield terwijl ze hem de keuken in sleepte, waar ze bleef staan om op adem te komen en te luisteren. Alleen de soepketel sputterde zacht aan zijn haak boven de kachel. Buiten waren de spettergeluiden opgehouden. Behalve een huilende coyote in de verte was alles stil.
Nog een klein stukje verder en ze had de keukendeur open en liet de tobbe kantelen. Misschien kwam het doordat ze zo geconcentreerd bezig was, maar ze hoorde hem niet achter zich naderbij komen, tot hij er was en zijn armen uitstak om haar te helpen. Zijn stem klonk ongeduldig toen hij zei: 'Waarom heb je me niet even geroepen om je daarmee te helpen ?'
Ze bestierf het bijna van schrik, maar wilde hem dat niet laten merken. Haar hart bonsde nog zo hard, dat ze niet wilde spreken en alleen haar hoofd schudde, terwijl ze de tobbe onder de gootsteen duwde. Toen kwam ze overeind en keek hem aan, waarop haar hart opnieuw op hol sloeg, alsof ze een tijdlang hard had gelopen.
Hij had geen hemd aan... witte littekens staken scherp af tegen zijn bruine huid. En plotseling was Elizabeth zich maar al te pijnlijk bewust van zich zelf... haar warme naaktheid onder haar peignoir, het warm opstijgende bloed dat haar gezicht kleurde, haar vochtige haar, dat begon te krullen bij het drogen.
Ze keek hem aan. Hij stond tussen haar en de open deur van haar slaapkamer, met zijn ogen in de schaduw, zodat ze de uitdrukking niet kon zien. Nerveus streek Elizabeth een afgedwaalde pluk haar weg. Ze maakte haar lippen nat. 'Nou, ik ... ik denk dat ik er maar 's induik. Wil je nog koffie? Er zit altijd wel wat in de pot hier, maar het wordt alleen nogal sterk ...'
'Je weet wel wat ik wil.' Hij stond dicht genoeg bij haar om een hand uit te steken en het lint los te trekken, zodat haar haren als een donker glanzende wolk op haar schouders vielen. Zijn vingers raakten ze aan en streelden zacht over haar gezicht; toen gleden ze naar beneden, naar haar schouders en vandaar... plotseling leek de peignoir vanzelf open te gaan en van haar lichaam af te glijden, terwijl hij slechts die ene stap deed die nodig was om haar tegen zich aan te drukken.
Was dit iets waar ze heimelijk op had gewacht? Waarom vocht ze nu niet? Haar borsten waren bloot en haar tepels kriebelden zacht tegen de haren op zijn borst. Zijn kussen, zacht en zoekend ditmaal, gaven haar een vals gevoel van vertroeteld te worden.
Wat er gebeurde was ook in haar zelf begonnen, als water dat eerst door een dam komt siepelen en dan doorbreekt. Zijn handen streelden haar blote rug over de hele lengte en de peignoir was op een of andere manier nu aan haar voeten terechtgekomen. Ze mompelde onsamenhangend tegen zijn mond en hij tilde haar op en droeg haar, nog steeds stevig tegen zich aangedrukt, met lange passen haar slaapkamer binnen. Toen legde hij haar neer op het wachtende bed. Ze wendde haar gezicht af, want ze wilde zijn ogen niet naar haar zien kijken, en deed haar eigen ogen dicht tegen het licht van de lamp die ze een paar minuten daarvoor had aangestoken. 'Alsjeblieft...' fluisterde zij. 'De lamp...'
Zonder een woord ging hij in op haar bevend gefluister en blies hem uit, en nu was ze zich bewust van zijn bewegingen in de plotselinge duisternis met de rode kolengloed; ze had nauwelijks tijd om zich af te vragen wat zij hier met hem deed en wat hij met haar zou doen, toen hij alweer bij haar was, nu zelf ook naakt, en haar stevig in zijn armen nam, terwijl haar lichaam schokkend rilde en haar tanden klapperden.
'Alsje ... alsjeblieft. Ik ben niet... Ik heb ...'
Zijn mond bracht haar tot zwijgen en zijn handen verwarmden en verkenden haar, heel langzaam, heel zacht, alsof hij alleen maar iedere centimeter van haar vlees in zijn geheugen wilde prenten. Ze begon onder hem te woelen en hijgend probeerde zij te ontsnappen. Het was niet goed, wat hij deed! Zelfs Jared had haar nog nooit zo intiem aangeraakt. Deze man kuste haar gezicht, haar oren, haar hals, zelfs haar borsten op een manier die haar het gevoel gaf dat ze flauw zou vallen ... of gek worden als hij niet ophield. Of misschien was ze al gek ... dat moest wel, om hier te liggen en zich zo intiem te laten gebruiken door een vreemdeling.
'Nee, alsjeblieft, niet doen,' snikte ze, maar hij was al tussen haar dijen, en nu was haar lichaam opeens brandend heet en haar huid zo gevoelig dat ze er zelfs de warmte van zijn adem op kon voelen. Haar eigen adem kwam hijgend en schoksgewijs, en ze kreunde zacht en verbijsterd over die nieuwe gevoelens die door haar heen begonnen te stromen en haar wil om nog weerstand te bieden wegnamen.
Zo was het met Jared nooit geweest! Die gedachte zou haar een schuldgevoel moeten geven, dacht ze objectief, terwijl ze daar lag bij de man die haar man had gedood... maar ze was alle schuldgevoelens al voorbij.
Zij en Jared, allebei zo jong, beiden nauwelijks wetend wat de bedoeling was. Ze herinnerde zich die eerste nacht; Jared was zo dronken dat hij snurkend in slaap was gevallen, terwijl zij naast hem lag in haar kriebelige nieuwe nachtjapon, stijf en bang. En de volgende ochtend die verschrikkelijke pijn, toen Jared wakker was geworden en haar ontdekt had. Ze had op haar lippen gebeten om niet te gillen, en later was er de schaamte... de bittere vernedering van de bloedvlekken in de lakens, die moesten worden weggeboend.
Daarna placht Jared haar een- of tweemaal per week te beklimmen, om haar nachtjapon omhoog te schuiven met onverstaanbaar gemompelde woorden en haar snel en onhandig te nemen. Elizabeth herinnerde zich het geluid van zijn ademhaling, zwaar en hijgend, terwijl zij zich moest dwingen om stil te liggen en het te ondergaan tot het eindelijk afgelopen was en hij van haar afrolde, om bijna meteen in slaap te vallen. En dan kroop ze het bed uit om zich te gaan wassen en ging er dan weer in liggen, zo ver mogelijk bij hem vandaan. Dat was de lelijke kant van het huwelijk, waar niet over werd gepraat. De opmerkingen van haar moeder over 'echtelijke plichten' en 'het toegeven aan bepaalde dingen die een man wil' hadden haar niet voorbereid op de walging en het vieze gevoel dat ze iedere keer weer kreeg wanneer het gebeurde. De daad zonder woorden, die haar altijd deed denken aan dieren op het erf.
Maar nu, nu liet hij, deze vreemde in haar bed, die ook geen woord had gezegd, haar zien hoe anders diezelfde daad kon zijn, terwijl hij haar op een heerlijke manier beminde, met zijn handen en zijn lippen en zijn harde mannelijf, en hij wekte gevoelens bij haar op die ze nooit voor mogelijk had gehouden en niet kon beschrijven, zelfs niet aan zich zelf. Een wild, kloppend zieden in haar buik, dat zich verder en verder uitbreidde, door haar hele lichaam, en ze onder hem begon te bewegen en te trillen, en wild naar hem klauwde met haar hoofd achterover.
'Je bent zo mooi, Beth ...' fluisterde hij en hijgend bewoog zij haar lichaam om het naar het zijne te voegen. Geen schaamte meer, geen terughoudendheid, alleen maar willen, verlangen naar hem, steeds dieper in haar, niet meer denken, alleen nog maar voelen, terwijl ze met een wilde kreet haar lichaam begon te bewegen in hetzelfde ritme als het zijne. Ze bewoog zich tussen twee uitersten, en toen was daar de climax en diep in haar een leegstromende ontspanning, als de warmte van de zon na een onweersbui of regen na een lange droogte. Het was alsof hij het voelde, alles in haar dat daar gevangen en verdrukt had gezeten en snakte naar bevrijding, alsof hij voelde wanneer hij zacht moest zijn en wanneer hard en bijna bruut. En toen bestond er geen tijd meer... alleen nog beweging en gevoel.
Ergens in de loop van die lange nacht ging het vuur uit, maar ze miste die warmte niet, want ze lag in zijn armen, dicht tegen hem aan, met haar gezicht tegen zijn schouder gedrukt. Ze wilde zich niet bewegen en haar gedachten waren vaag en mistig. Zij, Elizabeth Cady, had zojuist op zondige wijze de liefde bedreven met een man die ze nauwelijks kende, en ze voelde geen schaamte en geen berouw. Nee. Ze voelde zich uitgeput en eindelijk in vrede met zich zelf. Bevrijd!