34

De groene grasvelden van het kasteel strekten zich zacht glooiend uit tot aan het meer met zijn kunstmatige eilandje en zomerhuisje in het midden. Een eindje verderop was de rivier, aan het gezicht onttrokken door grote wilgen, waarvan de neerhangende takken in het kabbelende water slierden. Twee kleine kinderen waren in het gras aan 't spelen onder het waakzame oog van een kinderjuf, en het groepje goed geklede personen dat thee zat te drinken vormde een idyllisch beeld van ontspannen rust op deze lome zomermiddag. Wie ze zo zag, zou denken dat ze niets op de wereld hadden om zich zorgen over te maken. Een vage geur van rozen woei over het terras heen, terwijl de waardige butler naar binnen ging en zijn meesteres - een dame op leeftijd met grijzende haren - thee liet inschenken voor haar zoon en zijn vriend. Celine Dumont keek met bezorgde ogen, ogen van een wat zachter bruin dan die van haar zoon, van de ene jongeman naar de andere.

Met een gemompelde uitroep sprong Pierre overeind, alsof hij niet langer kon blijven zitten. 'Zo, nu Broussard eindelijk weg is kan ik m'n vraag stellen. Michel, wat vind jij van de verandering bij mijn nicht? Ik hoop dat je vrijuit spreekt, want ik weet dat je altijd dol op Virginia bent geweest.'

Michel Remy, graaf d'Arlingen, schraapte onzeker zijn keel alvorens te antwoorden. Hij was vroeger Virginia Brandons minnaar en beschermer geweest en had in feite met haar willen trouwen. En ondanks het feit dat ze onder zijn neus een verhouding met een Mexicaanse kolonel was begonnen, waardoor hij gedwongen was hun verloving uit te maken, was hij nog altijd gek op haar. Nog maar een paar jaar geleden, bij Virginia's laatste bezoek aan Frankrijk, had hij zelfs op het punt gestaan zijn vrouw voor haar in de steek te laten. Sacré! Niet helemaal fair van zijn oude vriend Pierre om uitgerekend hem om een mening te vragen, en zeker niet in het bijzijn van madame Dumont.

'Ja, wees alsjeblieft eerlijk,' zei Celine Dumont bezorgd, en ze voegde eraan toe: 'We zijn allemaal zo bezorgd, weet je, maar 't is zo moeilijk om met haar te praten zonder... zonder haar te laten merken dat we medelijden met haar hebben. Dat zou ze nooit willen.'

'Ze is haar levendigheid kwijt, haar esprit!' barstte Pierre uit. 'Dat zul je toch zeker zelf ook wel hebben gemerkt? Ze was altijd zo levendig ... ja, en ondeugend ook. En weet je nog hoe ze van paardrijden hield ... ze wilde altijd iets doen voor ze de kans zou lopen zich te vervelen. En nu ... nou ja, dat zie je zelf wel. Het grootste deel van de dag zit ze opgesloten in haar kamer, of is ze bij hem ...'

'Is hij niet goed voor haar?' kon Michel niet nalaten te vragen, en zijn vriend keek hem met een bezorgde frons aan.

'Och, hij aanbidt haar en is niet bij haar weg te slaan,' zei Pierre schouderophalend. 'Maar dat is het probleem niet. Nee, 't probleem is Ginny zelf, en daarom vraag ik jou om 'n opinie. Jij hebt haar tenslotte goed gekend in Mexico, niet? En heb jij kennis gemaakt met die man waar ze mee getrouwd is?'

'Ze heeft me te kennen gegeven dat ze een echtscheiding heeft aangevraagd,' zei Michel een beetje stug. 'Uiteraard kon ik er verder m'n neus niet in steken.'

'Maar maakt ze op jou 'n gelukkige indruk?' drong Pierre aan. Hij ging met zijn vingers door zijn dikke blonde haren. 'Deze lord Tynedale, waar ze mee wil gaan trouwen, lijkt echt wel 'n nette vent, al is hij 'n beetje oud voor haar. En hij heeft geld ook, dus dat is geen probleem ... maar toch ... nee, 't is bij Ginny zelf dat ik voel dat er iets mis zit.'

'Ze is ... kalmer dan vroeger,' zei Michel behoedzaam, terwijl hij zijn gedachten op orde trachtte te brengen. 'Maar heb je er wel eens bij stilgestaan, ouwe jongen, dat ze zich ... nou ja ... hoe zou ze ook moeten genieten van de dingen waar ze vroeger zoveel plezier in had, nu ze...' - hij moest slikken voor hij het kon uitspreken - 'nu ze blind is?' Hij had het gezegd, eindelijk, en hij voelde het hart in zijn schoenen zinken.

Ginny! Ginny met de lachende, fonkelende groene ogen en de mond van een verleidster, die hem er zo tussen genomen had ... hoe had zoiets tragisch ooit kunnen gebeuren? Als het iets te maken had met die bandiet, die waardeloze schurk waar ze mee was getrouwd, zou hij die zelf wel hebben willen uitdagen. Maar zij had hem doodkalm verteld dat die blindheid iets tijdelijks was en dat Richard, haar verloofde, haar meenam naar een beroemde arts in Wenen, die haar spoedig zou genezen. Kennelijk had ze volledig vertrouwen in deze Richard, die zelf arts was. Zelfs nu nog voelde Michel een steek van jaloezie bij de gedachte aan deze man in bed bij Ginny en haar wilde, vurige omhelzingen. Dieu - wat een minnares was zij geweest! En soms, ondanks al het verdriet dat zij hem had aangedaan, zou hij alles willen geven om de klok terug te zetten en terug te gaan naar die maanden toen ze alleen en uitsluitend de zijne was.

Bij Ginny zelf had de onverwachte komst van Michel op het kasteel een vloed van ongewilde herinneringen met zich meegebracht. Arme Michel! Ze hoopte niet al te onbeleefd of abrupt te zijn geweest, toen ze zich na een paar minuten moeizame conversatie had geëxcuseerd ... een afspraak met haar naaister, had ze eraan toegevoegd. Nu vroeg ze zich af of het voor hem even onbehaaglijk was geweest als voor haar. Lieve Michel... ongetwijfeld had Pierre hem gewaarschuwd, en ze kon voelen hoe tactvol hij was, maar de waarheid was... ja, wat was de waarheid? Dat ze laf was en liever binnen de grenzen bleef van het veilige, tevreden wereldje dat Richard voor haar had opgebouwd. Verder had ze niets nodig ... en zeker geen herinneringen.

In haar comfortabele stoel bij het raam voelde Ginny de late middagzon op haar gezicht en haar schouders. Toen er een licht briesje opstak kon ze de rozen ruiken... en de volle geur van Havannasigaren. Richard en zijn bezoek, ongetwijfeld. Tante Celine, altijd attent, had hun een hele vleugel van het oude Chateau gegeven - 'dan zijn jullie helemaal vrij en kunnen jullie je voelen alsof je thuis bent, liefje,' had tante gezegd, en Ginny kon zich de tranen voorstellen in die vriendelijke, zachtbruine ogen. Arme tante, wat zou ze wel denken? Pierre was oprechter geweest.

'Zolang jij je maar gelukkig voelt, da's het enige dat erop aankomt,' had hij gezegd. Nauwelijks voorstelbaar, dat haar 'neefje Pierre' nu een vooraanstaand advocaat en diplomaat was en, naar gezegd werd, een toekomstig lid van het kabinet. Voor haar was hij in ieder geval niet veranderd!

Onder haar venster was een apart betegeld terrasje, waar het zonlicht gefilterd werd door de bladeren van oude, verweerde bomen. Toen ze naar het Chateau, dat al generaties lang aan de familie van haar moeder toebehoorde, was gekomen om er haar kinderen te krijgen, had ze veel gehouden van dat terrasje en van deze kamer, die nu van haar was. Dat was niet zo'n gelukkige tijd geweest, maar nu had ze Richard en de kinderen. 'We zijn een gezin,' had Richard blij tegen haar gezegd, en dat was waar. Misschien was dat het waar ze in het geheim altijd naar had verlangd, maar zich zelf niet had willen bekennen, omdat ze zo koppig en eigenzinnig was en achter het leven en ervaringen zonder nadenken aanrende. Maar nu ...

In de verte hoorde Ginny de tweeling lachen en om haar lippen kwam een glimlach. Pierre had beloofd ze te schilderen. Wat goed herinnerde zij zich nog de dag dat hij aan haar portret begon!

Bijna onbewust zat Ginny te luisteren naar het geluid van Richards stem. Het koord waarmee zij haar eigen dienstbode kon bellen was onder handbereik, maar Richard hield ervan samen met haar thee te drinken, een Engelse gewoonte waar hij aan vasthield. Misschien begonnen zijn bezoekers nu eindelijk weg te gaan, want ze meende dat het gemurmel van stemmen luider werd en de mannen vanuit de studeerkamer onder de hare het terras op kwamen.

'Is er geen kans,' zei de stem, 'dat ze ooit weer zal kunnen zien?'

Ginny hield haar adem in en zat doodstil, terwijl ze Richard met bedwongen woede hoorde antwoorden: 'Ze maakt een beste kans om weer te kunnen zien ... als ze daar klaar voor is. Fysiek is er niets met haar aan de hand, en als ik met haar bij mijn vriend in Wenen ben geweest, zal ze weer even goed kunnen zien als vroeger ... even goed als jij en ik.'

'Sorry, dat ik je kwaad heb gemaakt, maar je zult wel begrijpen waarom ik dat vraag? Voor een vrouw, en zeker een blinde vrouw, is die reis naar Constantinopel...'

'Ze is niet zomaar 'n blinde vrouw, ze is mijn vrouw. En dit gesprek is afgelopen. Als jij wilt dat ik met je meega naar Constantinopel, zal ik dat doen, maar alleen vanwege de belofte, die ik je oom, de sultan, een paar jaar geleden heb gedaan.'

'De wetten van de islam staan de ware gelovige meer dan één vrouw toe.'

Had ze die laatste opmerking echt gehoord of was dat verbeelding geweest? Het was even stil geweest na de ijzige afwijzing door Richard van de bezwaren van de man ... misschien waren die woorden gericht tegen een metgezel, bij het afdalen van de trap tot de plaats waar ongetwijfeld een rijtuig klaarstond, zonder dat de spreker zich realiseerde dat zij bij haar open raam in de zon alles kon horen wat er beneden werd gezegd.

Ginny's handen omklemden het boek dat gewoonlijk op haar schoot lag. Ze werd omringd door stemmen zonder gezichten, geluiden zonder de bijbehorende beelden. Waarom kon ze niet zien? Wat was de werkelijke reden, de reden die deze vriend van Richard uit probeerde te vissen? En gesteld ... gesteld dat ze blind bleef, wat dan?

Richard had overal een antwoord op, zelfs op haar vraag: 'Hoe kun je 't verdragen om gebonden te zijn aan een invalide?'

'Maar jij bent helemaal geen invalide, liefste. Jij bent een gezonde en heel mooie, jonge vrouw, waar ik toevallig erg verliefd op ben. Ik heb geluk gehad dat ik jou heb gevonden, en jij vult mijn dagen en nachten met geluk.'

Zoals hij de hare. En haar geluk was tevredenheid, want was het niet daarin dat het blijvende geluk lag? Zij was zo gelukkig dat Richard haar had gevonden. Hij zei dat zij de vrouw was die voor hem bestemd was, en dat hij daarom nooit eerder was getrouwd. Richard was een man van zijn woord, een man die ze kon vertrouwen.

De stemmen waren weggestorven en nu kon Richard ieder moment bij haar zijn. Ze moest hem begroeten met een glimlach. Liefde was niet iets om lichtvaardig op te nemen, en wederzijds vertrouwen ook niet. Weer dat woord!

Plotseling en volkomen tegen haar zin gingen Ginny's gedachten terug naar de veertien dagen daarvoor, toen ze een paar dagen naar Parijs waren geweest en de kinderen onder de hoede van het kindermeisje op het Chateau hadden achtergelaten. Op aandrang van Pierre waren ze samen naar het theater gegaan voor een uitvoering door Spaanse muzikanten en dansers. Pierre had gelijk en Richard ook, dacht Ginny toen. Ze kon zich niet blijven verstoppen alsof ze aan een of andere gruwelijke ziekte leed.

Een paar van tante Celine's kletsende vriendinnen waren bij hen in de loge komen zitten, en in de loop van de algemene conversatie had een van hen gezegd:

'O, kijk 's in die loge tegenover ons! Is dat niet prinses Di Paoli? Die operazangeres, weet je wel. Ze zeggen dat ze volgende maand Carmen, van die arme Bizet, gaat uitbrengen in Londen; in Amerika heeft ze er geweldig succes mee gehad, heb ik gehoord. Wat een knappe vrouw... en wat een juwelen!'

'Ze is in gezelschap van m'n vriend, de hertog De Courcey,' zei Pierre met een lach in zijn stem, 'en hij is in ieder geval verantwoordelijk voor die schitterende diamanten armband. Hij heeft me verteld dat ze gelooft in haar rollen spelen, niet alleen zingen ... ze zal hier wel zijn om iets van Spaanse dansen te leren en misschien later die kennis gebruiken.'

Ginny was zich bewust geweest van een gezoem in haar oren en een vreemd gespannen gevoel in haar borst, dat ze niet kon bedwingen. Di Paoli! Gelukkig begon op dat moment de muziek, begeleid door vrolijk stampvoeten van een arrogante, zelfverzekerde jongen en het verleidelijke klikken van de castagnetten. Onverwacht voelde Ginny tranen in haar ogen prikken en toen over haar wangen stromen, zonder dat ze er iets aan kon doen.

'Maar liefste ...' fluisterde Richard, maar ze schudde afwerend haar hoofd en wilde niet dat iemand anders er iets van merkte. Ze stelde zich het toneel voor, en zag zich zelf zoals ze eruit gezien moest hebben die avond in Chapultepec, toen ze voor keizer Maximiliaan danste en de knappe Miguel Lopez het toneel opgesprongen was om met haar mee te doen. O God, wat had ze gehouden van dansen, van alles vergeten in de extase van de dans! En nu zat daar Steve's maitresse, die vrouw waar hij bijna mee getrouwd was, te kijken en te leren ...

En ik kan zelfs niet zien hoe ze eruit ziet, de roofzuchtige teef! dacht Ginny opstandig. Maar zij kan naar mij staren zoveel ze maar wil, en ongetwijfeld hebben die roddeltantes me al aangewezen. Zie je die blinde stakker daar? Dat is Steve Morgans vrouw, of beter gezegd zijn ex-vrouw. O, 't is gemeen! En ze huilde nog harder, stil en wanhopig, tot haar geborduurde kanten zakdoekje doorweekt was en Richard haar de zijne moest geven. En toen was op de achtergrond een zanger begonnen aan een klagend, snikkend flamenco-lied, en het liefst had Ginny nu ook het geluid willen buitensluiten, maar dat kon ze niet.

Ze had handen vol werk om zich zelf weer een beetje onder controle te krijgen voor de pauze; dan zou ze een of ander excuus verzinnen en Richard vragen haar thuis te brengen. Hij verlangde althans geen andere vrouw dan haar.

Nu kon Ginny hem de deur open horen doen, en ze hief haar gezicht op voor zijn vurige kus. Hij liep de kamer door en omhelsde haar alsof hij haar in geen weken had gezien.

Zijn stem klonk opgewekt. 'Zo, liefste, 't is voor elkaar. Over een week gaan we weg; heb je daar genoeg aan om in te pakken?'

Hij hurkte naast haar stoel, pakte haar bij de hand en begon de reis te beschrijven die ze gingen maken en wat er allemaal zou kunnen gebeuren, met woordbeelden die haar geboeid hielden.

Ze herinnerde zich de overdreven romantische verhalen die ze als kind had gelezen in boeken vol kleurige illustraties over de barbaarse weelde en pracht aan het Ottomaanse hof. Het verhaal van Suleiman de Grote en de Spaanse slavin Roxelana die hij tot zijn keizerin maakte, en het meer recente verhaal van keizerin Joséphine's nicht Aimée Dubuque de Rivery, die ontvoerd werd door piraten en eindigde als sultana en moeder van de grote sultan Mahmud. Ze had beschrijvingen gelezen van het fabelachtige paleis Topkapi - het Grote Serail met de Kooi der Prinsen, met zijn fonteinen en marmeren binnenplaatsen en kronkelgangen, waar fluisterend intriges werden beraamd. Net als haar vriendinnen had Ginny zich ook afgevraagd hoe je je zou voelen als onschuldig en streng opgevoed meisje, dat ontvoerd werd door piraten en geveild werd op de slavenmarkt, om te worden gekocht als geschenk voor een sultan en opgeleid in de kunst van hem te behagen; biddend, als ze zijn aandacht trok en ze de Gouden Weg naar zijn bed op ging, dat ze hem een zoon zou schenken en sultana zou worden.

Voor het jonge meisje dat later de intellectuele salons van Parijs frequenteerde waren dat romantische verhalen om te lezen, maar zelfs toen al was ze er zeker van dat zij zo'n leeg bestaan niet uit zou houden. Stel je voor, opgesloten te zitten achter de muren van een harem, voorgoed, als speelding van een man die al net zoveel vrouwen had als hij maar wilde - niet te harden!

'Ik zou een plan hebben beraamd om te vluchten,' had Ginny uitgeroepen. 'Zelfs als ik eerst had moeten doen alsof ik gelukkig was en tevreden met m'n lot.'

'O ja,' had een van haar vriendinnen gegiecheld. 'En als ze je dan vonden, zouden ze je levend in een zak naaien en in de Bosporus gooien om te verdrinken.'

'Ik zou eerst zelfmoord plegen,' had Ginny fel geantwoord en was teruggekeerd naar haar aardrijkskundeles, om misprijzend naar haar landkaarten te kijken.

Maar nu kwamen die oude kaarten weer tot leven, terwijl Ginny luisterde naar Richards geduldige beschrijvingen en in haar geest de reisroute volgde.

Van Frankrijk naar Oostenrijk ... dat was bekend, want ze was al eens eerder in Wenen geweest. Daar zouden ze minstens een week blijven ...

'We zullen er dansen op de muziek van Johan Strauss junior en iedere man daar zal jaloers op me zijn,' zei Richard enthousiast, en ze glimlachte en vergat even waarom ze daar werkelijk naar toe gingen.

Van Wenen zouden ze over land naar Italië gaan, naar Venetië.

'Ben je nog nooit in Venetië geweest? Dan moeten we daar zeker heen gaan. Er is geen enkele stad zoals Venetië.'

Ginny probeerde mee te gaan met zijn stemming en glimlachte. 'Ik heb gehoord dat het heel romantisch is. Neem je me mee op een tocht in 'n gondel bij maanlicht?'

'Ik zal meer doen dan dat, m'n liefste,' fluisterde hij en boog zich naar haar toe, en haar aardrijkskundeles werd een tijdje vergeten.

Later die avond, toen Ginny slaperig in bed lag te luisteren naar de diepe en gelijkmatige ademhaling van Richard naast haar, probeerde zij zich de rest van die reis voor te stellen, die van de ene zee naar de andere zou gaan. Ze zouden de Adriatische Zee doorvaren en misschien een paar Italiaanse havens aandoen, en dan naar Griekenland ... ze zwijmelde bij de naam Griekenland en herinnerde zich de afbeeldingen van de klassieke pracht, en ze vroeg zich af hoe het er nu zou zijn. En dan naar het eiland Mykonos, om te gaan kijken naar de witgeschilderde villa met uitzicht op de Egeïsche Zee, die Richard dacht te kopen van de Turkse vriend die er eigenaar van was.

'Zie je, schat, Turken zijn op 't ogenblik niet zo populair in Griekenland, en mijn vriend zegt dat hij zich daar toch niet thuis zou voelen. We zouden er 's zomers met de kinderen heen kunnen gaan; ik denk dat ze 't heerlijk zouden vinden, en jij ook.'

'Ja, vast wel! Beschrijf me de rest ook, Richard.'

'Dat zul je allemaal zelf wel zien,' verzekerde hij haar, en ging door met vertellen hoe ze door de Dardanellen naar de Zee van Marmora zouden varen, langs Kaap Seraglio met de Gouden Hoorn en Pera links van hen, naar Constantinopel, de stad die door de Turken Istanbul wordt genoemd. En naar het Dolmabahce-paleis, dat gebouwd was door sultan Abdoel Medjid, aan de Bosporus, met al zijn neo-klassieke weelde van marmer en bladgoud.

'Ik ben blij dat ik niet een van die arme concubines van de sultan ben ... wat een vreselijke manier om te sterven, in een zak te worden genaaid en in de Bosporus te worden gegooid,' mompelde Ginny en ze hoorde Richard grinniken.

'Hmm! Betekent dat dat je ontrouw geweest zou zijn? Maar als ik de sultan was, zou ik alleen jou houden en alle anderen wegsturen. Wat zou een man nog meer kunnen willen?'

Al gauw zuchtte Ginny terwijl ze zich door Richard liet beminnen met zijn tederheid en kundigheid die haar tot toppunten van genot voerden, vanwaar ze dan meestal tevreden in slaap zakte. Hij was altijd zo attent voor haar gevoelens, haar genoegen. Ze moest hem toch echt eens vragen waar hij geleerd had een vrouw zo te behagen. Op hoeveel vrouwen zou hij geoefend hebben? Het vreemde was dat ze helemaal niet jaloers was ... zou dat betekenen dat ze rijper begon te worden?

Met een vaag gevoel van ergernis herinnerde Ginny zich iets dat Michel haar had gezegd toen hij haar handen vastgreep om afscheid van haar te nemen bij zijn vertrek naar Parijs.

'Ik vraag je of je gelukkig bent, en jij antwoordt dat je tevreden bent. Denk 's na, Ginette, is dat echt genoeg, nadat je zowel de hoogtepunten als de diepten hebt gekend?'

Ginny bewoog zich onbehaaglijk en vroeg zich af waarom ze nog niet sliep. Wat vreemd van Michel om dat tegen haar te zeggen! Wat had hij eigenlijk bedoeld? Maar wat deed het er ook toe...