23

Later dacht Ginny aan die nacht meestal terug als aan het keerpunt in haar rusteloze, zoekende leven. Ze had een soort ongeziene barrière overschreden en wild rennend naar een schuilplaats gezocht, maar nu had ze een drempel overschreden en de deur veilig achter zich dicht horen gaan. Ja, dacht ze, nu was ze werkelijk veilig, en het was Richard die haar zich zo liet voelen. Ze geloofde hem, toen hij zei dat haar blindheid slechts tijdelijk was. Ze vertrouwde hem en voelde zich veilig bij zijn zorg en liefde. Miste ze echt die wilde uitersten van emotie die haar nu eens stralend gelukkig en dan weer doodongelukkig maakten, had ze er echt behoefte aan? Wilde ze echt een man met wie ze moest vechten om hem te houden en van wie ze desondanks nooit zeker was? Och ja, er was een bitterzoete chemie geweest tussen Steve en haar, maar die was opgebouwd uit conflict en intrige en onzekerheid. Ze hadden elkaar nooit vertrouwd, en daarom waren ze zo vaak uit elkaar gegaan.

Nu was het gemakkelijker om niet aan Steve te denken of aan andere dingen uit het verleden. Er was Richard, die naar haar luisterde, zonder jaloezie of scepsis, en die kans zag om alles aan haar uit te leggen - zelfs haar eigen handelingen. Als een opstandig, pervers kind was ze van de ene rotsituatie in de andere terechtgekomen en had daarbij zich zelf meer pijn gedaan dan wie ook. Wat een dwaas was ze geweest! En nu liet zij, eens zo opstandig en eigenzinnig, zich zielstevreden leiden door Richard. Hij was een uitzonderlijk verstandig en verdraagzaam man - en ook geduldig en liefderijk. Ze mocht zich gelukkig prijzen dat hij verliefd was geworden op haar!

Het verstrijken van de tijd, vroeger zo pijnlijk en schier eindeloos, leek niet belangrijk meer, nu Ginny de dagen en nachten dromerig in elkaar over liet lopen. Ze vroeg niet langer 'wat voor dag is het vandaag?' of 'hoe laat is het?' Het deed er niet toe, en wel om de beste reden ter wereld: omdat ze volmaakt gelukkig en tevreden was.

Op een dag ging Helena weg - naar haar moeder, zei ze een beetje verlegen. Arme Helena, dacht Ginny. Geen eigen leven te hebben, geen eigen man. Ze trachtte zich Helena voor te stellen zoals Richard haar had beschreven - lang en nogal mager, met een ivoorkleurige huid en hoge jukbeenderen. Donkerbruin haar - lord Tynedale was natuurlijk blond geweest.

'Wanneer is hij gestorven? En waren ze gelukkig met elkaar, je moeder en vader?'

Voor het eerst liet Richard een kleine pauze vallen tussen haar vraag en zijn antwoord, en toen voelde Ginny hem bijna zijn schouders ophalen.

'Weten kinderen dat ooit echt? Ik heb hun geschiedenis altijd heel romantisch gevonden, en mijn moeder was zeker mijn vader altijd zeer toegewijd. Hij was verlamd na een val van zijn paard ... een paar jaar voor mijn geboorte.'

'Dat moet wel heel erg geweest zijn.' Ginny huiverde van medelijden vermengd met angst. Stel je voor dat zij voorgoed blind zou blijven?

'Hij is een paar maanden geleden gestorven,' zei Richard abrupt, alsof hij haar gedachte had opgevangen, zoals zijn griezelige gewoonte was. 'Maar dat moet je niet te zwaar opnemen ... hij was al een jaar ziek en wist dat hij op sterven lag. Ik heb gedaan wat ik kon om hem op het laatst zoveel mogelijk leed te besparen. Hij was een goed mens.'

Ginny meende iets van spanning in zijn woorden te horen en ze wilde dat ze hem kon zien, zoals ze dat zo vaak wilde. De absolute zwartheid maakte haar nog steeds bang en ze was nóg banger voor het te afhankelijk worden van anderen, een soort invalide.

'Hield je van je vader?' Bij het verbergen van haar eigen emoties ontglipte de vraag haar en, verlegen door haar gemis aan tact, voegde Ginny er vlug aan toe: 'Ik ... ik neem aan dat ik dat niet had moeten vragen, maar ... ik voelde me zo harteloos toen ik mijn vader in New Orleans achterliet, toen hij zo ziek was. Ik dacht altijd dat ik veel van hem hield, maar ik kende hem eigenlijk niet echt, weet je. Ik geloof dat hij me... wilde gebruiken. En toen ik hoorde dat hij niet eens mijn echte vader was...'

Het hele verhaal kwam er ineens uit, en Richard bleef zwijgen toen zij uitgesproken was. Ze wist niet wat hij zou zeggen, tot hij haar verraste door te lachen.

'Och, mijn liefste. Wat hebben onze levens toch parallel gelopen. Ik ben er nu zekerder van dan ooit, dat de draden van onze vele levens altijd met elkaar vervlochten zijn geweest. Weet je, de man die ik vader noemde was ook niet mijn echte vader. Dat is me nooit verteld, en ik zou het ook nooit hebben geweten, als ik niet toevallig wat papieren, een soort dagboek, in handen had gekregen. Toen mijn... de man die ik altijd als mijn vader had beschouwd dit ongeluk kreeg, werd hem verteld dat hij geen vader meer kon worden. Dat was na de geboorte van Helena, mijn arme zuster. Ze had een jongen moeten zijn. Want zie je, voor hem was de titel en het land en inkomen dat daaraan was verbonden. De laatste lord Tynedale was de laatste van zijn lijn, en zonder een erfgenaam zou alles wat hij bezat vervallen aan de Kroon. Je begrijpt dus dat, om behoorlijk te kunnen zorgen voor mijn moeder en zuster, een erfgenaam onontbeerlijk was.'

'O Richard! Je hoeft niet... ik begrijp wat een pijn het je doet om hierover te spreken...' Ginny voelde zijn vingers even verstrakken over de hare, en toen zei hij met rustige stem: 'Nee, nee, waarom zou me dat pijn doen? Het was een schok, natuurlijk, maar ik neem aan dat ik wel begrijp wat er door hem heengegaan is. Hij hield van zijn vrouw en zij van hem en en ze was hem dankbaar omdat hij haar leven had gered. En toch ...

Ze hebben er weken, ja maanden over gepraat, en tenslotte ... ten slotte zijn ze het eens geworden. Mijn vader schreef een oude vriend van hem uit zijn jongenstijd, die hij uit het oog had verloren. Die man was weduwnaar, ook met één dochter, die onlangs was weggelopen zonder zijn toestemming met een buitenlander, naar een ander land. Dus... begin je 't te begrijpen, liefste? Het ontstaan van een plan en van mij? Mijn vader koos mijn vader, en mijn moeder... ze is nog een mooie vrouw, Ginny. Ze moet toen wel... beeldschoon zijn geweest. Ze was net twaalf toen de Engelse "milord" haar redde; ze was dus nog heel jong. Ze... vervulde haar taak voorbeeldig, en gelukkig duurde het niet lang, want de vriend van mijn vader was sterk en mannelijk. Ik werd negen maanden nadat hij Cuba had verlaten, het warme, vriendelijke land dat lord Tynedale had uitgezocht voor zich zelf en zijn Perzische bruid, geboren.'

'En?' fluisterde Ginny, die helemaal opging in het verhaal dat ze hoorde. 'Hebben ze ... die man, je natuurlijke vader, heb je die ooit gezien? En je moeder, heeft zij...' 

'Ha, dus je hoopt op een happy ending voor dit verhaal? Nou, ik neem aan dat je het zo wel mag noemen. Toen lord Tynedale wist dat hij op sterven lag, heeft hij weer naar zijn oude vriend geschreven, die blijkbaar niets was vergeten, al was hij heer genoeg om weg te blijven. Hij kwam een paar weken na de dood van mijn vader op Cuba aan, begrijp je? Ik kan alleen maar aan lord Tynedale denken als aan mijn vader... en ik ben bang dat ik spoedig daarna ben vertrokken. Een onvolwassen reactie van mijn kant, natuurlijk, en ik zou me ervoor schamen als ik jou niet had ontmoet.'

Het was bijna onvoorstelbaar, dacht Ginny verbijsterd. Maar geen wonder dat Richard blauwe ogen had, die niet pasten bij zijn zwarte haar, en geen wonder dat er iets in zijn stem was, dat haar vertrouwd aandeed ... ja, zelfs die lange, gevoelige vingers, die haar lichaam zo subtiel konden strelen en opwinden. Want van alle merkwaardige samenlopen van omstandigheden, moest het Don Francisco Alvarado zijn die Richards vader was ('en Steve's grootvader,' mompelde Ginny) en dat was natuurlijk ook de reden waarom Richard er zo zeker van was, dat Don Francisco niet zou weigeren de kinderen naar haar toe te sturen.

Maar Steve? Wat zou Steve doen, als hij de hele waarheid te weten kwam ... dat hij niet alleen zijn vrouw kwijt was, maar ook zijn kinderen? En dat hij niet langer de enige erfgenaam van zijn grootvader was?

Het zal hem een zorg zijn ... Ik ben er trouwens toch niet van overtuigd, dat hij ooit heeft geloofd dat die kinderen van hem waren. En 't is te naar om over te denken, dacht Ginny geagiteerd. Nee, ze zou naar Richard luisteren, die een dokter van de geest was zowel als van het lichaam en die haar had verzekerd, dat ze van nu af aan vooruit moest kijken, naar de toekomst, en niet moest blijven stilstaan bij het verleden. Dat was precies wat ze moest doen. Ze had volledig vertrouwen in Richard - het was verbazend hoe hij haar tot rust kon brengen en haar opwellingen van angst kon kalmeren met zijn zachte, geruststellende stem. En Richard hield niets voor haar verborgen; ze kon op zijn volstrekte eerlijkheid rekenen. Zelfs als het om schokkende mededelingen ging als dat Don Francisco nu getrouwd was met Richards moeder en haar had meegenomen naar Mexico. Het was daarheen dat Helena was gegaan.

'En nu, schat, geloof ik dat je wel genoeg hebt gehad voor één dag. Ik zie je gefronste wenkbrauwen, en spanning is nog niet goed voor je. Probeer alleen te onthouden dat je niets meer hebt om je bezorgd over te maken. Je bent mijn geliefde, en mijn enige passie in dit leven is om te zorgen dat alles is zoals jij het wilt.'

Richards koele vingers streken zacht over haar voorhoofd en terwijl hij bleef spreken voelde Ginny zich wegzinken in een plezierig soort halfdroom. Even daarvoor had haar hoofd pijnlijk aangevoeld, maar nu voelde ze helemaal geen pijn meer. Ze vertrouwde hem en had het vreemde idee dat haar leven hem toebehoorde sinds hij het gered had. Ze had zelfs opgehouden zich zelf de schuld te geven voor alles wat er gebeurd was en voor al haar zwakheden.

'Je bent een vrouw die alle obstakels heeft overleefd en overwonnen. Is dat iets om je voor te schamen? Nee, mijn lieveling, je moet je zelf niet naar beneden halen, je bent toch zeker een normale vrouw met normale verlangens en behoeften? Je hebt een prachtig lichaam, dat gemaakt is voor de liefde... daar is toch niets verkeerds aan? Ik hou van je, maar ik ben niet jaloers op je verleden of op je vorige minnaars, want wie kan het een man kwalijk nemen dat hij jou begeert? En jaloezie heeft niets te maken met liefde, alleen met bezit. Maak je niet bezorgd ... rust nu uit, en als je wakker wordt zal alles duidelijk voor je zijn.'

'Blijf bij me... alsjeblieft.' Ginny hoorde haar eigen stem, die ademloos klonk.

'Ik zal altijd bij je blijven, zolang je dat wilt.'

Handen op haar lichaam, strelend, teer en alle geheime plaatsen kennend. Niet ruw eisend, maar genoegen zoekend en gevend. En vergetelheid, voorlopig, van al het andere.



Een tijdje later werd de vrede waar Ginny van begon te genieten verstoord door de komst van Don Francisco zelf, samen met zijn nieuwe vrouw en stiefdochter - en al was Ginny blij te horen dat Helena weer terug was, ze was bang voor de confrontatie met Don Francisco, die zeker plaats zou vinden. Wat zou hij denken als hij hoorde dat ze blind was? Misschien dat haar de zorg voor twee jonge kinderen niet kon worden toevertrouwd... hij was zo'n strenge oude man. Wat moeilijk was het om aan hem te denken, getrouwd met een vrouw die veel jonger was dan hij zelf en die zijn kind had gebaard ... en wat vreemd om te bedenken dat dat kind Richard was.

'Dit is iets dat je zelf moet opknappen. Ik weet dat je dapper genoeg bent. Kom, lach eens. Hij zal je heus niet opeten, weet je. Ik geloof trouwens dat hij ergens een zwak voor je heeft, anders was hij niet zelf gekomen.'

Richards woorden waren bemoedigend, maar het was toch moeilijk voor Ginny, terwijl ze zat te wachten op het geluid van een opengaande deur, om niet naar het beeld te kijken dat in haar geest naar voren kwam. Het beeld van haar zelf een paar jaar geleden, tegenover deze oude autocraat, die haar vertelde dat ze met zijn kleinzoon moest trouwen. Hoeveel jaar was dat geleden? De tijd leek wazig en beelden vloeiden in elkaar over als verf die over het palet van een schilder gemorst is. En toen, bij het geluid van de deur die openging en een stok die op de grond stampte en een stem die wilde weten wat er allemaal aan de hand was, voelde Ginny zich alsof er helemaal geen tijd was verstreken. Alleen zou ze ditmaal niet zo tam toegeven!

Don Francisco, die naar het knappe jonge vrouwtje stond te kijken zoals ze daar bij een open raam zat met haar dat in vlammen gezet werd door het zonlicht, kon zich nauwelijks voorstellen dat die groene ogen hem niet konden zien. God, ze zag er nog net zo uit als toen, althans bijna net zo, want ze hadden haar haren af moeten knippen en die krulden nu heel charmant om haar hoofd heen in de stijl van de schoonheden van het eerste Empire in Frankrijk. De naar voren gestoken kin, alsof ze zijn autoriteit uitdaagde nog voor hij een woord had gezegd, was nog net zoals hij zich die herinnerde. En toch ...

Hij bedacht zich waarom hij hier was gekomen; nog moe van de reis, al zou hij liever sterven dan dat toegeven, zuchtte Don Francisco en liep een beetje moeizaam de kamer door.

'Genia, lieveling, wil je 't een oude man vergeven als ik ga zitten voor we beginnen te praten? En er is veel wat we te bespreken hebben, dus zeg het me alsjeblieft als je moe wordt.'

Zoals ze al had gevreesd, kon Ginny haar tranen niet bedwingen tijdens hun gesprek. Het was ongewoon om Don Francisco zo vol begrip te vinden, en zeker om hem stamelend excuus te horen vragen omdat hij haar had gedwongen tot een huwelijk dat haar kennelijk ongelukkig had gemaakt.

Ze trachtte toen iets te zeggen: 'Maar ik hield van Steve, o alsjeblieft, u kent me niet voldoende om te weten dat ik zelden iets doe wat ik niet wil, tenzij ik ... ertoe gedwongen word.' En toen, heel zacht: 'Ik hield van Steve. En ik dacht... God, ik ben grootgebracht met sprookjes van "en ze leefden nog lang en gelukkig". Het is niet allemaal zijn schuld, weet u. Ik ben nooit een goede vrouw voor hem geweest. Het had Ana moeten zijn, die begrijpend en zonder verwijt zou zijn als hij ... lang weg was geweest. Maar ik ... soms vraag ik me wel eens af of hij me ooit vergeven heeft voor wat er met mij gebeurd is, of wat ik met me liet gebeuren. Ik geloof dat hij wel een tijd van me heeft gehouden ... of zich zelf dat heeft voorgehouden, maar... och, wat doet het er nu nog toe? Ik weet niet hoe ik het tegen u moet zeggen, u die zo vriendelijk tegen me bent, zo aanvaardend. Maar ik ben zo moe, en zo... verminkt. Steve zou nooit een blinde vrouw accepteren, terwijl Richard ...'

'Weet je alles? De hele geschiedenis?' Ze kon het gezicht van Don Francisco niet zien, maar zijn stem klonk schor en hees ... niet de arrogante stem die ze zich herinnerde, zelfs nadat hij een beroerte had gehad.

'Richard heeft me er iets van verteld. En ik begrijp het.'

Zonder compromissen vertelde hij haar de rest, ook het laatste gedeelte, zijn ontmoeting met Steve op Cuba. En het viel Ginny niet moeilijk zich dat voor te stellen. Ze kon de woede zien in Steve's ogen, een woede die altijd werd getemperd door het respect dat hij tegen wil en dank voor zijn grootvader had.

'Hij heeft een lange reis gemaakt om me te vinden. En hij is op Cuba gebleven opdat ik permissie zou krijgen om te vertrekken.'

Op dit punt dacht Ginny bijna iets van een lachje in Don Francisco's stem te horen, als van een stout jongetje dat betrapt was op stelen, maar dat kon toch niet?

Het bleek echter dat wijlen lord Tynedale aan de kant van de rebellen had gestaan, met zijn vrouw, en na zijn aankomst op de haciënda was Don Francisco, gewend aan gehoorzaamheid zonder meer, al gauw ontgoocheld door de manier waarop de Spanjaarden optraden. Hij sloot vriendschap met sommige rebellen en sympathisanten. Het stoorde hem dat de Spaanse soldaten zich zonder meer toe-eigenden wat ze wilden, rundvee, geiten of schapen, om zich te voeden ... en zonder betaling. Ook bleek het dat Steve aan de andere kant stond. Hij wilde zijn grootvader van Cuba weg hebben, en hij was geschokt en verontwaardigd over zijn plotselinge (in zijn ogen althans plotselinge) huwelijk.

'We waren het niet met elkaar eens,' zei Don Francisco met iets van zijn oude arrogantie.

'Maar...'

'Dat was niet belangrijk... is wel meer gebeurd. Esteban had veel vrienden die aan de zijde van de regering stonden, dus ik hoefde hem alleen maar te zeggen wat ik wilde, en dat gebeurde ten slotte ook. Het laatste wat ik heb gehoord is dat hij op weg was naar Havana, ondanks het feit dat ik hem heb herinnerd aan zijn verplichtingen hier. En ik kon toen natuurlijk niet weten ...'

Het was een gesprek vol afgebroken, onafgemaakte zinnen, veelbetekenende zuchten en pauzes. En aan het eind wel heel anders dan de eerste keer dat ze met elkaar hadden gesproken. Ginny had het gevoel dat Don Francisco zachter was geworden ... of zich nog schuldig voelde voor die keer dat hij haar niet had weten te beschermen tegen de Franse kolonel Devereaux, die haar arresteerde voor Steve's misdaden en haar meenam op een reis die hun beider levens voorgoed zou veranderen.

Het leek er zelfs op dat zij Don Francisco's vergiffenis, zo niet zijn instemming kreeg voor de verandering die zij in haar leven wilde aanbrengen, en hij zou haar zelfs helpen bij het verkrijgen van een echtscheiding. Op dat punt voelde Ginny hoe ze door haar verraderlijke tranen werd blootgegeven. Ze voelde... O God, ze wist niet hoe ze zich voelde. Het leek haar alsof ze het grootste deel van haar leven Steve Morgan óf bemind óf gehaat had, maar altijd die naam in haar hoofd had gehad, en dat nu plotseling dat deel van haar leven was beëindigd en ze helemaal opnieuw begon. Weer beginnen te voelen en te vertrouwen ... maar had ze ooit Steve volledig kunnen vertrouwen, of haar eigen gevoelens voor hem? Ze kon tenminste zeker zijn van Richard, die haar leven had gered en nooit probeerde haar op een unfaire manier te gebruiken. Ja, ze was er zeker van dat Richard echt van haar hield, en kennelijk was Don Francisco dat ook, anders zou hij niet zijn dierbare achterkleinkinderen hebben meegenomen op zo'n lange en vermoeiende reis.

'Ik weet niet waarom ik zit te huilen!' zei Ginny bestraffend tegen zich zelf, maar ze voelde de warme tranen nog steeds over haar gezicht vloeien. Ze had nu toch alles wat ze zou kunnen willen hebben ... nietwaar?

Ten slotte was het Richard die haar tranen stelpte. Richard die haar beide handen in de zijne nam, terwijl hij haar natte wangen en trillende lippen kuste en fluisterde: 'Je hoeft niet meer te huilen van verdriet, mijn liefste. Ik beloof je dat ik je gelukkig zal maken. We zullen een nieuw leven voor ons zelf gaan beginnen op een nieuwe plaats ... jij en ik en onze kinderen.'

En zijn stem, zoals meestal, troostte haar en maakte dat ze zich veilig voelde. Ginny snikte tot ze alles kwijt was - haat en liefde en vervulling en frustratie en desillusie. En toen viel ze in slaap in Richards armen, en in haar dromen ging ze terug naar Frankrijk en was ze weer het meisje van zestien dat op haar tenen op de drempel van het leven stond, met haar armen gretig uitgestrekt om alles te omarmen dat op haar wachtte. Nu was ze vrij om opnieuw te beginnen ...