Zingende penis
Het vijverdwergduikertje redde mijn zomer van 2011. Vrijwel alles wat je destijds aan nieuws hoorde, was kommer en kwel. Een gek uit Noorwegen die lukraak tientallen mensen doodschoot; dictators in Syrië en Libië die – in het nauw gedreven – nog zo veel mogelijk tegenstanders probeerden te vermoorden; rellen in Londen; de schuldencrisis in Griekenland; het ging maar door. Maar gelukkig was daar vanuit het niets opeens ook het vijverdwergduikertje.
Een Franse en twee Schotse onderzoekers maakten bekend dat ze hadden ontdekt dat het vijverdwergduikertje een zingende penis heeft. Ik was al blij geweest met de ontdekking van het bestaan van het vijverdwergduikertje op zich. Maar nu bleek het beestje dus niet alleen te bestaan, maar ook nog een zingende penis te hebben. En die penis haalt maar liefst 79 decibel, zo maakten de onderzoekers bekend, met uitschieters tot bijna 100 decibel, het niveau van een popconcert. Het water waarin het vijverdwergduikertje zit, werkt dempend op zijn gezang, dat anders zou klinken als een passerende trein vol met krekels. En dat terwijl het beestje maar twee millimeter groot is en zijn penis daarvan dus een fractie moet zijn.
Als je langs een water loopt waarin een vijverdwergduikertje net zijn penis laat zingen, kun je de zang ook horen. Als je erop verdacht bent tenminste. Maar ja, wie was er tot aan de zomer van 2011 ooit verdacht op de zingende penis van een vijverdwergduikertje of überhaupt op een zingende penis? Mannen uit de mensenwereld hebben zoiets helemaal niet. We kennen weliswaar de uitdrukking ‘voor het zingen de kerk uit’, maar met ‘zingen’ is daarin waarschijnlijk ‘zinken’ bedoeld: voor het zinken de kerk uit.
Wel is het zo, dat er al lange tijd muziekcondooms bestaan. Ik heb er ooit eentje gekocht waarmee ik een nieuwe vriendin wilde verrassen. De muziekkeuze was toen nog beperkt tot alleen de Supremes. Dat was merkwaardig, want bijna alle nummers van de Supremes gaan over ellende in een relatie. Maar de fabrikant zal wel de bijgedachte hebben gehad aan het moment suprême. Dus tijdens het moment suprême de Supremes horen. Of omgekeerd: de Supremes horen die je moeten voortstuwen naar het moment suprême. Toen ik nog veel jonger was, had ik juist een trucje om het moment suprême uit te stellen. Ik dacht indertijd tijdens het liefdesspel steeds even aan een voetbalwedstrijd uit de eerste divisie, altijd aan een thuiswedstrijd van Veendam, gespeeld in het stadion van Veendam, genaamd De Langeleegte. Dat werkte perfect.
Maar de bedoeling achter de Supremes-condooms moet dus een andere zijn geweest. Ik weet nog dat een van de nummers op het condoom You Keep Me Hanging On was, met daarin aan het einde de woorden ‘go on, get out’, die me erg in verwarring brachten. Ja, want je gaat toch naar zo’n tekst luisteren als je bezig bent. En het viel daarbij ook nog op dat de muziek bij ‘go on’ steeds slechter te horen was, maar bij ‘get out’ klonk Diana Ross dan opeens weer heel krachtig. En meteen daarna kwam ook nog het nummer Stop! In The Name Of Love. Toen wist ik het helemaal niet meer.
Ik heb die vriendin na dat muzikale debacle nog een paar keer proberen te bellen, maar elke keer als ze hoorde dat ík het was, hing ze meteen op. ‘You keep me hanging on.’ Maar het vijverdwergduikertje heeft dus helemaal geen muziekcondoom nodig om zijn penis te laten zingen. Hij doet het volkomen naturel. De techniek die hij toepast, heet stridulatie. Dat betekent dat hij zijn penis over de plooien van zijn onderbuik wrijft.
De dag nadat ik over de zingende penis van het vijverdwergduikertje had gelezen, bezocht ik een sauna. Niet dat er een verband was tussen dat saunabezoek en wat ik over het beestje had gelezen, maar toen ik in die sauna was, moest ik wel herhaaldelijk aan het vijverdwergduikertje denken. Dat kwam door de enorme onderbuiken van een paar mannen die er ook waren. Het Brabants kent de uitdrukking: goed gereedschap moet onder een afdak hangen. Maar wat die mannen aan buik hadden, was echt veel meer dan een afdak. Hun gereedschap was gewoon niet meer zichtbaar. Het lag waarschijnlijk ergens diep verzonken in de plooien van hun onderbuik. Maar van gezang was geen sprake, totaal niet. Nee, het was ronduit een droeve aanblik, die goed paste in de totale droefheid van die hele zomer van 2011, die wat mij betreft dus maar één lichtpuntje kende: het zingende lichtpuntje van het vijverdwergduikertje.