Huishoudbeurs
Ik was erbij, bij het allereerste begin van wat uit zou groeien tot de Huishoudbeurs. Dat was enkele decennia terug, in de huiskamer van het huis waar ik opgroeide. Er vond voor de hele buurt een tupperwareparty plaats, al zullen we de benaming ‘party’ toen nog wel niet gebruikt hebben; we hadden onze mond al meer dan vol aan het woord ‘tupperware’.
Het werd een dag met een onverwachte climax. De tupperwaremevrouw die alles kwam demonstreren, was aan het begin van de middag vanuit de stad gearriveerd op een solex, met aan het stuur en achterop een enorme hoeveelheid bijeengebonden plastic bakjes die de grote sprong voorwaarts in elk huishouden moesten gaan betekenen. Drie uur later reed ze met een iets kleinere maar nog altijd aanzienlijke voorraad weer naar huis. Niet veel later ontvingen we het bericht dat ze onderweg een stuurfout had gemaakt en in de Zuid-Willemsvaart was beland. Op spectaculaire wijze had ze zichzelf echter weten te redden door zich vast te klampen aan de tupperwarebakjes.
Het voorval staat sindsdien lokaal bekend als het grote tupperwarewonder. En thuis hebben we daarna de historische tijdslijn nooit meer ingedeeld in een tijd vóór Christus en na Christus maar vóór de tupperware en na de tupperware.
Zoals generaties na mij patatgeneratie en generatie nix zijn genoemd, zo kleeft aan mij het etiket tupperwaregeneratie of – om in termen van John F. Kennedy te spreken: ‘Ich bin ein Toepperwèèrboebe.’ Ook nu nog. Zelfs hagelslag, die tegenwoordig toch in pakken zit met een zelden haperend open-en-dichtklepje, doe ik na aankoop altijd meteen in een tupperwarebakje.
Maar omdat ik er dus bij was toen de Huishoudbeurs min of meer werd geboren, ga ik er nu elk jaar naartoe. Ook in 2011 was het weer zover. In de rai. En ik bezocht meteen ook maar de Negenmaandenbeurs, die eveneens in de rai werd gehouden. Misschien wilde ik daar wel naartoe vanwege een 62-jarige vrouw uit Harlingen, van wie net bekend was geworden dat ze hoogzwanger was. Door haar sloot ik nu ook voor mezelf niets meer uit. Ik ben er niet op tegen, hoor, een vrouw van 62 die zwanger wordt. Er worden ook kinderen geboren als gevolg van een vader die viagra heeft genomen. Waarom zou zo’n slikken-en-spuiten-vader wél kunnen en een ivf-Harlingse van 62 niet? Zolang iemand niet op sterven ligt, moet het sowieso kunnen, lijkt me.
Een van de hoogtepunten van de Negenmaandenbeurs vond ik de lancering van de multi-culti-geboorte-bedankjes-lijn. Het leek me geen woord voor Colin Firth in The K-K-King’s Speech, maar verder was het geweldig dat we er een multi-culti-geboorte-bedankjes-lijn bij hadden. Ik kon me direct al niet meer voorstellen dat we ons ooit zonder multi-culti-geboorte-bedankjes-lijn hadden weten te redden. Ook mooi vond ik de vaderactie in de Borstvoedingsstand van het Voedingscentrum, waarbij foto’s van vaders werden gemaakt met een kindje op de borst, in het kader van de actie huid-op-huidcontact. De regering zou hierin nog wel een bezuinigingsmogelijkheid zien, maar ik niet.
Op de Huishoudbeurs was een geweldig hoogtepunt de kwis van het ministerie van Defensie, getiteld ‘Baret op baret af’, als variant op ‘Petje op petje af’. Bij het aanschouwen van de kwis moest ik op de een of andere manier denken aan de Zangeres zonder Naam, in het bijzonder aan haar nummer Mandolinen in Nicosia, met daarin de woorden: ‘Maria raakte spoedig in extase’, wat mij dan vervolgens opnieuw deed denken aan die Harlingse van 62.
Ik heb na het zien van de baret-op-baret-af-kwis nog wel een schietgebedje gepreveld in de richting van mijn God uit het jaar 1967 vóór de tupperware, waarbij ik de wens heb uitgesproken dat het de demonstranten van alle opstanden in Noord-Afrika die toen net aan de gang waren, toch maar niet mocht gaan om een eis voor een leven in vrijheid die het mogelijk maakt de kwis ‘Petje op petje af’ te spelen.
Het allermooiste van mijn beurzenbezoek in 2011 vond ik aan het einde van de dag de treinstations vol met uitgelaten gezelschappen. Ik hoorde een vrouw tegen een andere vrouw zeggen: ‘Ik heb nu al zin in volgend jaar.’ Zo’n soort verlangen, daar kan ik wel jaloers op zijn. Thuisgekomen van de beurs heb ik meteen al mijn tupperwarebakjes geteld. Het waren er nog acht.