Tussenlanding

‘De klm heeft na een ongeplande tussenlanding op de Kaapverdische eilanden een ziek renpaard afgemaakt.’

Dat was een keer de openingszin van een bericht in NRC Handelsblad. Welke vragen roept die zin op? Want dat is wat er gebeurt bij het lezen van een tekst. Zinnen roepen vragen op. En als alle opgeroepen vragen beantwoord zijn, is de tekst klaar.

In dit geval waren de belangrijkste vragen die bij mij na deze zin opgeroepen werden:

– Sinds wanneer maakt de klm paarden af?

– Bevond het zieke renpaard zich aan boord van het toestel of zag de piloot na zijn ongeplande tussenlanding een ziek paard liggen in een weiland naast de landingsbaan, dat hij vervolgens namens de klm met een nekschot afmaakte?

Nee, zo ging het niet, want ‘op de Kaapverdische eilanden zijn geen paarden’, aldus het vervolg van het bericht in NRC Handelsblad. Geen paarden? En ook geen honden zeker? En vliegen? In ieder geval geen paardenvliegen. Kippen ook niet, denk ik. Kaapverdiaanse kippen? Nooit van gehoord.

Het toestel was met 281 passagiers en zes renpaarden aan boord onderweg van Amsterdam naar Brazilië. Eén renpaard werd ziek. Daarop werd ‘in samenspraak met de gezagvoerder, de dierenarts en de begeleidende dierensteward’ besloten een ongeplande tussenlanding te maken.

Maar wie had er nu een samenspraak met wie? De ene partij bestond uit de gezagvoerder, de dierenarts en de begeleidende dierensteward, zo wisten we uit het bericht. Maar wie vormde de andere partij? Het zal toch niet de oude Alwin Schockemöhle zijn geweest, de vroegere Duitse springruiter, van wie we inderdaad al opvallend lang niks meer hadden gehoord? En was die dierenarts toevallig aan boord? Van de dierensteward werd gezegd dat hij er speciaal als begeleider bij was. Maar hoe zat het met die dierenarts? Er stond ‘de’ dierenarts. Misschien ging het wel om de dierenarts van de Kaapverdische eilanden. Daar hebben ze er waarschijnlijk maar één, want op een klein eiland zonder paarden, honden, paardenvliegen en kippen is dat ruim voldoende. De gezagvoerder zal de dierenarts gebeld hebben vanuit het vliegtuig:

‘We hebben een ziek paard aan boord; wat moeten we doen?’

‘Maak maar een ongeplande tussenlanding.’

Vervolgens schreef de krant: ‘Kort na de landing besloten de betrokkenen het paard af te maken.’

Maar waarom? Want niemand wist wat het paard had, staat er in het bericht. ‘Dat moet sectie uitwijzen’, aldus de woordvoerder van de klm. Maar misschien waren het wel onschuldige oorsuizingen. Daar ben ikzelf ook een keer knap beroerd van geweest in een vliegtuig. Gelukkig vloog ik toen niet met de klm. Die had zo een omweg gemaakt naar de Kaapverdische eilanden voor een ongeplande tussenlanding. En dan was het beslist niet goed met me afgelopen. Ik zie me daar al liggen naast de landingsbaan, met de piloot van het vliegtuig wijdbeens over me heen, een pistool in de hand.

Nadat het paard was afgemaakt, ontstond er een nieuw probleem, meldde NRC Handelsblad, want de bemanningsleden mochten niet verder vliegen, ‘omdat ze buiten hun werk- en rusttijdenregeling zouden komen’. Ja, dat krijg je als je met een omweg over de Kaapverdische eilanden van Amsterdam naar Brazilië gaat vliegen. Die omweg is al om. En op je eindbestemming moet je dan natuurlijk ook nog een hele tijd zoeken waar je heen moet, want Brazilië is een groot land. Van Amsterdam naar Brazilië. Nog een geluk dat de reis niet naar Nieuw-Zeeland ging.

Maar goed, iedereen dus uit het vliegtuig. De bemanning naar een hotel, de passagiers naar de aankomst- en vertrekhal, want voor hen was er op het hele eiland geen kamer meer te vinden. 281 passagiers is ook veel voor zo’n klein eiland. Of de paarden het vliegtuig op dat moment ook mochten verlaten, meldde de NRC niet. Waarschijnlijk moesten ze aanvankelijk aan boord blijven, want ja, als er normaal gesproken geen paarden op de Kaapverdische eilanden zijn, is het niet aannemelijk dat ze er paardenstallen hebben of weilanden voor paarden.

Volgens het bericht zorgde de ongeplande tussenlanding voor 17 uur vertraging. Daarna vertrok het toestel dus weer. Maar de vijf nog levende renpaarden mochten niet meer mee van de 281 passagiers. Dat maak je niet gauw mee: dat passagiers het voor het zeggen hebben in een vliegtuig. Maar de passagiers waren ervan op de hoogte dat het vliegtuig op de eindbestemming Brazilië niet mocht landen als de paarden nog aan boord zouden zijn, omdat de Brazilianen de gevreesde paardenziekte die net op dat moment in Afrika heerste, buiten de deur wilden houden. Ook dat nog: de paardenziekte. Maar zou die ook kunnen heersen op een Afrikaans eiland waar geen paarden zijn? Vast wel. Je hebt ook mensen die de wagenziekte krijgen als ze achterstevoren in de trein zitten. De paardenziekte kan ook in de lucht hebben gezeten en via een sterke oostenwind de Kaapverdische eilanden hebben bereikt.

Maar de vijf overgebleven paarden moesten dus uiteindelijk toch het vliegtuig uit. Waar ze zijn gestald, werd niet duidelijk. Misschien in een koeienwei of schapenstal, want het zal toch niet zo zijn dat de Kaapverdianen ook geen koeien of schapen houden.

‘De eigenaresse van de paarden is vanochtend in haar privévliegtuig naar de Kaapverdische eilanden vertrokken’, wist de krant ook nog te melden.

‘Schat, ik moet snel even naar de Kaapverdische eilanden.’

‘Oké, maar ga dan ook meteen even langs het postkantoor, wil je?’

Het bericht eindigde met deze zin: ‘Een extra dierensteward van de klm is haar rond het middaguur met extra voedsel (balen hooi) nagevlogen.’

In z’n eentje, denk ik, in een zeppelin.

Komkomma
x9789400403444.html1.xhtml
x9789400403444.html2.xhtml
x9789400403444.html3.xhtml
x9789400403444.html4.xhtml
x9789400403444.html5.xhtml
x9789400403444.html6.xhtml
x9789400403444.html7.xhtml
x9789400403444.html8.xhtml
x9789400403444.html9.xhtml
x9789400403444.html10.xhtml
x9789400403444.html11.xhtml
x9789400403444.html12.xhtml
x9789400403444.html13.xhtml
x9789400403444.html14.xhtml
x9789400403444.html15.xhtml
x9789400403444.html16.xhtml
x9789400403444.html17.xhtml
x9789400403444.html18.xhtml
x9789400403444.html19.xhtml
x9789400403444.html20.xhtml
x9789400403444.html21.xhtml
x9789400403444.html22.xhtml
x9789400403444.html23.xhtml
x9789400403444.html24.xhtml
x9789400403444.html25.xhtml
x9789400403444.html26.xhtml
x9789400403444.html27.xhtml
x9789400403444.html28.xhtml
x9789400403444.html29.xhtml
x9789400403444.html30.xhtml
x9789400403444.html31.xhtml
x9789400403444.html32.xhtml
x9789400403444.html33.xhtml
x9789400403444.html34.xhtml
x9789400403444.html35.xhtml
x9789400403444.html36.xhtml
x9789400403444.html37.xhtml
x9789400403444.html38.xhtml
x9789400403444.html39.xhtml
x9789400403444.html40.xhtml
x9789400403444.html41.xhtml
x9789400403444.html42.xhtml
x9789400403444.html43.xhtml
x9789400403444.html44.xhtml
x9789400403444.html45.xhtml
x9789400403444.html46.xhtml
x9789400403444.html47.xhtml
x9789400403444.html48.xhtml
x9789400403444.html49.xhtml
x9789400403444.html50.xhtml
x9789400403444.html51.xhtml
x9789400403444.html52.xhtml
x9789400403444.html53.xhtml
x9789400403444.html54.xhtml
x9789400403444.html55.xhtml
x9789400403444.html56.xhtml
x9789400403444.html57.xhtml
x9789400403444.html58.xhtml
x9789400403444.html59.xhtml
x9789400403444.html60.xhtml