Diphallia

Op de Filippijnen is nog niet zo lang geleden een grote hagedissoort ontdekt waarvan de mannetjes twee penissen hebben. Vrijwel tegelijkertijd met die ontdekking verscheen het boek De man en zijn lichaam van Arie Boomsma en Stephan Sanders. Wie Arie is, weet inmiddels iedereen. Sommigen denken zelfs dat hij de reïncarnatie van Jezus is. Ze spreken daarom ook niet meer van reïncarnatie maar van reïncarnarie. Stephan Sanders is schrijver en radiopresentator. De auteurs staan allebei naakt op het omslag van hun boek, maar er is geen enkele penis zichtbaar, terwijl je er juist hier twee zou verwachten en niet bij die hagedissen.

De officiële naam voor het hebben van twee penissen is diphallia. Een van de verklaringen voor tweepenisheid is een vrouwtjestekort. Als er in vergelijking met mannetjes te weinig vrouwtjes zijn, gaan de mannetjes in extreme mate pronken met hun mannelijkheid. Daarop wijst ook de uitdrukking ‘zo trots als een hond (of aap) met zeven lullen’. Door de voortdurende pronkzucht kan er op een gegeven moment daadwerkelijk een tweede penis gaan groeien, geheel volgens de evolutietheorie van Charles Darwin.

Volgens de deskundigen zou China weleens het eerste land kunnen zijn waar twee penissen ook bij mensen gaan groeien. China kampt door zijn eenkindpolitiek met een miljoenenoverschot aan jongens, die daardoor allemaal steeds beter hun best moeten doen om een vrouw te vinden. Hierdoor kan er zich bij hen – in een soort van Grote Sprong Voorwaarts – een tweede penis openbaren. Op dit moment is het hebben van twee penissen bij mensen echter nog uitzonderlijk. En ik denk dat vooral vrouwen daar niet rouwig om zijn.

Stephan Sanders had het geen probleem gevonden om naakt op het omslag van zijn boek te staan, zo zei hij in interviews. Maar Arie wilde beslist niet. Dat is vreemd. Voortdurend probeert hij mensen met zijn lichaam te verleiden, maar de kern van de zaak – zijn zaakje zelf – krijgen we niet te zien. Heeft Arie er misschien eentje van goud? Of zijn er juist serieuze penisproblemen, die in Aries geval dan aan te duiden zijn als penarie?

Mijn eigen penisverleden kende ooit een akkefietje met voorhuidvernauwing. Toen ik er met mijn vader over sprak, meende hij dat ik voorruitverwarming bedoelde. Dat was wel bijzonder omdat voorruitverwarming in die tijd nog helemaal niet bestond. Bovendien had mijn vader geen auto.

Dat ik voorhuidvernauwing had, was me verteld door een sportarts, bij wie ik namens de voetbalclub een sportkeuring onderging. Ik moest er iets aan laten doen, zei ze, maar eerst zou ik ermee naar de huisarts moeten. Ik dacht echter dat ik met een gewoon woord als voorhuidvernauwing niet bij de huisarts aan kon komen zetten. Daarom zocht ik in een bibliotheek eerst op wat het moeilijke of medische woord ervoor was. Dat bleek ‘phimosis’ te zijn, een Grieks woord dat met de betekenis ‘knevelen’ van doen had. De penis werd gekneveld door een te nauwe voorhuid.

Toen ik bij de huisarts in de spreekkamer stond en hij me vroeg wat eraan scheelde, zei ik met enige schroom: ‘Ik heb phimosis.’ Hij keek me niet-begrijpend aan en vroeg: ‘Wat ís dat?’ Misschien kwam het doordat ik het woord verkeerd uitsprak, al kan het ook zijn dat hij het werkelijk niet wist. Maar drie weken later werd ik dan toch besneden, want dat is het woord dat bij de oplossing voor voorhuidvernauwing hoort, al meende ik kort na mijn besnijdenis een vrouw ook bij een slager te horen zeggen: ‘Doe voor mij maar een ons besneden.’

Misschien is Arie ook besneden. Maar dan kan hij hem nog wel gewoon laten zien, want zo bijzonder is dat nou ook weer niet. Vele miljoenen mannen zijn besneden. Of zou hij aan diphallia lijden, als er bij diphallia tenminste sprake van lijden is? We weten het niet; we kunnen slechts gissen en bidden: ‘Arie, leid ons niet langer in bekoring, maar verlos ons van je façade. Amen.’