De schommel
Er gaat een week voorbij.
Tijdens het taxiritje van die avond, vanaf Cabramatta Road, Auburn, had Marv daar gewoon gezeten, terwijl hij mijn passagiersstoel onder bloedde. Hij raakte zijn mond aan en zijn lip sprong open, en het bloed kwam sijpelend naar buiten. Toen er vlekken op de stoel kwamen schold ik hem uit, uiteraard.
Daar had hij maar één ding op te zeggen.
‘Dankjewel, Ed.’
Ik denk dat hij het waardeerde dat ik hem gewoon behandelde zoals daarvoor – ook al zouden hij en ik nooit meer de vrienden zijn die we ooit waren. Dit was nu in ons geheugen gegrift.
Op een ochtend rijd ik net het terrein van Vacant Taxi’s af, wanneer Marge me tegenhoudt. Ze komt naar buiten gerend en gebaart me te stoppen. Zodra ik stilsta en het raampje naar beneden heb gedraaid, komt ze op adem en zegt: ‘Goed dat ik je nog even zie – gisteravond is er gebeld voor een ritje bij jou, Ed. Het klonk als iets persoonlijks.’ Vandaag valt me ineens op dat Marge een heleboel rimpels heeft. Op de een of andere manier maken die haar nog vriendelijker. ‘Ik wilde het liever niet via de radio omroepen…’
‘Waar moet ik heen?’ vraag ik.
‘Het was een vrouw, Ed, of een meisje, en ze vroeg uitdrukkelijk naar jou. Vandaag om twaalf uur.’
Ik voel en weet het.
‘Cabramatta Road?’ vraag ik. ‘Auburn?’
Marge knikt.
Ik bedank haar en Marge roept nog ‘Graag gedaan, hoor, schat,’ en mijn eerste impuls is om Marv meteen te bellen en het hem te vertellen. Ik doe het niet. De klant gaat voor. Ik ben en blijf tenslotte een professional. Nee, in plaats daarvan rijd ik langs zijn huidige werkplek, bij een nieuwe afdeling in de buurt van Glory Road. Zijn vaders vrachtwagen staat er, en dat is alles wat ik wilde weten. Ik rijd door.
Om twaalf uur ’s middags kom ik aan bij de woning van Suzanne Boyd in Auburn. Ze komt direct naar buiten met haar dochter en een kinderzitje.
We zijn even stil.
Suzanne heeft lang honingkleurig haar en koffiebruine ogen, maar dan een stuk donkerder dan de mijne. Zonder melk. Ze is slank. Haar dochter heeft dezelfde kleur haar, maar nog redelijk kort. Het krult om haar oren heen en ze lacht naar me.
‘Dit is Ed Kennedy,’ zegt haar moeder tegen haar. ‘Zeg maar gedag, liefje.’
‘Dag, Ed Kennedy,’ zegt het meisje.
Ik ga op mijn hurken zitten. ‘En hoe heet jij?’ Ze heeft de ogen van Marv.
‘Melinda Boyd.’ Het meisje heeft een prachtige lach.
‘Ze is geweldig,’ zeg ik tegen Suzanne.
‘Dank je.’
Ze doet het achterportier open en maakt haar vast. Het dringt ineens tot me door dat Suzanne echt moeder is. Ik kijk toe hoe haar handen checken of Melinda veilig in haar stoeltje vastzit. Ze is nog even knap als vroeger.
Suzanne werkt parttime. Ze haat haar vader. Ze haat zichzelf omdat ze nooit in opstand komt. Ze heeft overal spijt van.
‘Maar ik ben dol op Melinda,’ zegt ze. ‘Zij is het enige mooie tussen al deze lelijkheid.’ Suzanne zit naast haar dochter en vangt mijn blik via de spiegel. ‘Door haar voel ik me de moeite waard, snap je?’
Ik start de auto en rijd.
In de auto klinkt alleen het geluid van de motor terwijl Melinda Boyd ligt te slapen, maar wanneer ze wakker wordt speelt ze en praat ze en wappert ze met haar handjes.
‘Heb jij een hekel aan mij, Ed?’ vraagt Suzanne wanneer we er bijna zijn. Ik bedenk dat Audrey me dezelfde vraag stelde.
Ik kijk haar aan via de achteruitkijkspiegel en zeg: ‘Waarom zou ik?’
‘Om wat ik Marv heb aangedaan.’
De woorden die me te binnen schieten zijn eigenlijk heel kort en bondig. Misschien had ik ze onbewust al geoefend. Ik zeg gewoon: ‘Je was nog een kind, Suzie. Marv was nog een kind… En je vader was je vader… Ergens,’ zeg ik tegen haar, ‘heb ik met hem te doen. Hij is behoorlijk gekwetst.’
‘Ja, maar wat ik Marv heb aangedaan was onvergeeflijk.’
‘Je zit nu toch in deze taxi, of niet?’ Ik kijk weer naar achter.
Ze denkt even na en dan geeft Suzanne Boyd me een blik van erkenning en zegt: ‘Weet je, Ed?’ Haar hoofd schudt. ‘Niemand heeft mijn vader ooit zo toegesproken als jij.’
‘Of is hem onder ogen gekomen zoals Marv.’
Ze knikt instemmend.
Ik zeg dat ik haar naar Marvs werkplek kan brengen, maar ze vraagt me om haar af te zetten bij een speeltuin in de buurt.
‘Goed idee,’ antwoord ik, en daar blijft ze wachten.
Er valt een pauze in Marvs gehamer op het bouwterrein. Hij zit heel hoog, met een paar spijkers in zijn mond. Ik grijp mijn kans en roep omhoog. ‘Het lijkt me verstandig als je even met me meekomt, Marv.’ Eenmaal in de auto, lijkt hij nog zenuwachtiger dan de avond ervoor.
Wanneer we bij de speeltuin aankomen stappen we allebei uit. ‘Ze staan op je te wachten,’ zeg ik tegen hem, maar ik geloof niet dat hij het hoort. Ik ga op de motorkap van mijn taxi zitten, en Marv loopt aarzelend verder.
Het gras is droog en vergeeld en slecht onderhouden. Het is een oude speeltuin. Een mooie oude, met een grote metalen glijbaan, schommels aan kettingen en een wip met splinters – precies zoals een speeltuin moet zijn. Geen plastic rotzooi te bekennen.
Een koel briesje waait over het gras.
Wanneer Marv zich omdraait om naar mij te kijken zie ik de angst in zijn ogen. Hij loopt langzaam naar de speeltoestellen, waar Suzanne Boyd staat te wachten. Melinda zit op een van de schommels.
Marv lijkt zo groot.
Zijn loopje en zijn handen en zijn zorgen.
Ik hoor niks, maar ik kan zien dat ze praten, en Marvs reusachtig uitziende hand schudt die van zijn dochter. Het is duidelijk dat hij haar wil vastpakken, omhelzen, tegen zich aan drukken, maar hij doet het niet.
Melinda springt weer op de schommel, en nadat hij Suzanne met zijn ogen om toestemming heeft gevraagd, duwt Marv zijn dochter heel zachtjes de lucht in.
Na een paar minuten loopt Suzanne stilletjes bij hen weg en komt even bij mij staan.
‘Hij is leuk met haar,’ zegt ze zachtjes.
‘Inderdaad.’ Ik glimlach om mijn vriend.
Nu horen we Melinda’s schrille stemmetje. ‘Hoger, Marvin Harris! Hoger, alsjeblieft!’
Hij gaat steeds iets harder duwen. Hij raakt zijn dochters rug aan met beide handen en ze lacht hard en puur de lucht in.
Wanneer ze er genoeg van heeft, stopt Marv de schommel. Het meisje klimt eraf, pakt zijn hand en trekt haar vader mee naar ons. Zelfs van ver kan ik zien dat Marv tranen in zijn ogen heeft, zo helder als glas.
Marvs glimlach en de enorme glazen tranen in zijn ogen zijn twee van de mooiste dingen die ik ooit heb gezien.