NAWOORD
Als je zoals ik met journalistiek én met fictie werkt, hoor je vaak zeggen ‘de werkelijkheid overtreft alles’. En dat is maar al te waar.
In het echte leven is het altijd erger. Er is geen detective- of scriptschrijver die zulke ongeëvenaarde verhalen kan verzinnen als de reportages waartoe het leven zelf aanleiding geeft.
Dat is iets wat me de laatste jaren vooral is opgevallen bij mijn werkzaamheden met betrekking tot het geweld van mannen tegen vrouwen.
De werkelijkheid is niet zoals in detectives. Het gaat niet om ingewikkelde raadselen, waarbij de dader zich tot de laatste pagina in nevelen hult.
De werkelijkheid daarentegen is kei- en keihard. Die gaat over vrouwen, en kinderen, die worden mishandeld en geterroriseerd op de plaats waar ze zich het veiligst zouden moeten voelen – thuis.
We lezen er elke week over. Soms zijn we erdoor geschokt, meestal bladeren we verder.
Dit boek is een poging om met de instrumenten van de misdaadroman en dramaturgie over een dergelijk geval te vertellen. Waardoor u als lezer wellicht even stil blijft staan en nadenkt over de vraag wat er achter de kop ‘familiedrama’ schuilgaat.
Want ook al is de zaak van Louise en Joakim Lind ontsproten aan mijn fantasie, het eigenlijke fundament is – helaas – realiteit. Zeker het feit dat de zogenaamde vrijetijdsmisdrijven van Zweedse politiemannen worden gedomineerd door geweld tegen vrouwen in hun directe omgeving, en dat de Politiebond in zijn enthousiasme de schuld vaak bij de slachtoffers legt om zijn leden te verdedigen.
Voor mij als journaliste, vroeger werkzaam bij de Zweedse televisie, is het een voorrecht om een nieuw publiek te kunnen benaderen met alle verhalen die mij in de loop der jaren hebben aangegrepen en verontwaardigd. Vaak had ik in een uitzending maar tweeënhalve minuut – nu kan ik eindelijk het hele verhaal vertellen.
Er komen in de toekomst nog veel meer boeken…
Ook in een boek dat deels is gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen, heb ik uiteraard bepaalde vrijheden genomen. Gebouwen staan niet waar ze horen, misdrijven worden niet onderzocht op de afdeling of zelfs maar in het district waar dat zou moeten, tv- en radioprogramma’s worden uitgezonden op de dagen die mij en het verhaal het beste uitkwamen. Daar mogen mijn lezers mij voor excuseren. Overige onvolkomenheden in de feiten zijn ook geheel mijn eigen verantwoordelijkheid.
Graag wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om diverse mensen te bedanken die mij op de een of andere wijze hebben geholpen met mijn boek:
Mijn gezin. Allereerst. Mani, het is een boek geworden, uiteindelijk. Jij en ik zijn wij geworden, uiteindelijk. Emil en Moa, mijn oogappeltjes.
Mijn moeder, Karin Staffansson, een steun en toeverlaat. Als moeder, als oma, als voorbeeld.
Mijn vader, Bo Wennstam, met zijn voortdurende gesprekken uit de warmte in Palma en de stimulerende vraag: ‘Wanneer is je volgende boek klaar?’
Bij de uitgeverij, mijn uitgever Åsa Selling. Je groeit in mijn ogen met elk jaar dat we samenwerken. Je laat mij groeien. Bedankt voor je vertrouwen.
Mijn redacteur Rachel Akerstedt, die mij en mijn teksten vastpint. Wat zou het worden zonder al jouw werk?
Mijn agent Joakim Hansson bij Nordin Agency. Het zal een spannende reis worden.
Annika Lyth, die mijn schitterende boekomslagen maakt. Wow, elke keer weer.
Erika Strand-Berglund. Zonder jou weet ik nooit hoe het zal eindigen. Bedankt.
Louise Bjurwill. Niet alleen een paar scherpe ogen en de meest coole advocaat van Zweden, maar ook een fantastische vrouw die mij heeft geleerd ruimte in te nemen.
Lennart Kjellander bij de rijksrecherche. Jij bént CSI, maar dan in het echt. Bedankt voor alle tips en al je hulp.
Karin Alfredsson, schitterende auteur en fantastische collega. Voor verstandige adviezen en alle lunches. Evenals alle andere collega-schrijvers die me steunen en er voor me zijn.
Augustin Erba. Ik ben zo dankbaar dat ik jou als collega en inspirator heb.
Göran Lambertz, voorzitter van het college van procureurs-generaal, voor je hulp bij juridische en morele dilemma’s.
Malin Mellstam, omdat je mij je verhaal hebt verteld.
Maria Berggren van de Zweedse vereniging van makelaars, voor je hulp.
Ilona Klein-Gullberg. Voor dat belangrijke gesprek in het bubbelbad van Centralbadet.
Sofia Smirlakis. Voor de gastvrijheid en de heerlijke lunches tijdens mijn meest intensieve schrijfweek op Kreta.
Alle fantastische medewerkers van de afdelingen Myran, Humlan en Trollsländan op de voorschool van mijn kinderen. Zonder jullie was er echt nooit een boek gekomen.
Katarina Wennstam
Stockholm, juli 2008