Madeleine Edwards vervloekt het dat ze geen winkelmandje heeft gepakt. Ze was de Konsum op de hoek in gelopen om brood voor het ontbijt te kopen. Toen bedacht ze dat ze binnenkort ongesteld moest worden en pakte een doosje tampons. Ze zag een nieuwe smaak Tropicana vruchtensap en kreeg opeens zin om morgenvroeg een echt ontbijt te maken, met sap, eieren, koffie met warme melk en Dagens Nyheter. Dan zou ze ook kaviaarcrème nodig hebben, de uitgeknepen tube die in de koelkastdeur ligt te rammelen had al lang bij het vuil gemoeten.
Nu staat ze in de rij. Ze balanceert veel te veel spullen in haar armen en probeert tegelijkertijd haar ordner niet op de grond te laten vallen. Ze heeft een pakket uitgeprinte verhoren van haar werk mee naar huis genomen en weet nu al dat ze de papieren voor Alexandra moet verstoppen. Die laat geen enkele gelegenheid voorbijgaan om haar erop te wijzen wanneer ze haar belofte verbreekt om geen werk mee naar huis te nemen. Een gezellig ontbijt zou misschien een goede remedie zijn tegen het chagrijnige gezicht van haar dochter.
Het meisje aan de kassa is zo langzaam en omstandig met elke aankoop bezig dat de meeste mensen in de rij wrevelig zuchten en steunen dat het zo lang duurt. Madeleine reikt naar een mandje en legt alles erin. Ze krijgt tevens de voorpagina van Expressen in het vizier, met boven het logo van de krant een aankondiging die te maken heeft met haar zaak: ‘Daarom is Korosh omgebracht – de woorden van zijn vriendin.’
Ze rukt een krant naar zich toe en bladert naar de dubbele pagina. De kop beslaat de hele bovenkant van pagina zes en zeven: ‘vermoord voor de eer’. Een tussenkop vertelt dat het meisje, dat in de krant Leyla wordt genoemd, bang was voor haar familie.
Madeleine is ongeduldig en kijkt het artikel vluchtig door. Hoe zijn ze aan die gegevens gekomen? Lalezar, die de vragen van de politie niet eens wil beantwoorden. Heeft ze desondanks meegewerkt aan een interview met een avondkrant?
Een stukje verderop in het artikel komt het antwoord, ook al is het goed verborgen. ‘Volgens een Zweedse vriendin van de Koerdische Leyla (16) wordt ze door haar familie streng gecontroleerd en bepaalt de familie welke mensen Leyla mag ontmoeten. De vriendin zegt ook dat Leyla’s familie haar omgang met Korosh Hosseini niet kon waarderen.’
Jezus, wat gemeen, denkt Madeleine. Op het eerste gezicht ziet het eruit alsof ze persoonlijk met Lalezar hebben gesproken, maar bij nadere inspectie kunnen ze het artikel hebben gebaseerd op alle mogelijke onzin.
De vriendin over wie wordt gesproken kan iedereen zijn, van haar beste vriendin tot een oppervlakkige kennis van school. In hoeverre de vriendin daadwerkelijk bewijs heeft dat Lalezar door haar familie wordt gecontroleerd is lastig te zeggen, maar Madeleine schat dat vrij veel Koerdische meiden die op school zitten en Zweedse vrienden hebben, regelmatig klagen over het feit dat hun ouders zich met hen bemoeien. Nou, Madeleine kan zich nog goed de ruzies herinneren die ze in haar eigen tienertijd met haar ouders had. Die meenden dat ze met bepaalde meisjes uit haar klas niet om moest gaan omdat ze uit ‘slechte gezinnen’ kwamen en ‘een negatieve invloed’ op haar schoolprestaties konden hebben.
Om nog maar te zwijgen van de manier waarop haar vader had gereageerd toen ze in haar middelbareschooltijd een relatie was aangegaan met een knappe maar stroeve knul van ergens begin twintig, die maar één doel in het leven had, namelijk werken als automonteur en een of twee keer per jaar een tripje maken naar Mallorca. Haar vader had haar min of meer verboden serieus te worden met ‘die slungel’ en had demonstratief geweigerd de jongen in de zes maanden dat hij en Madeleine wat met elkaar hadden, een hand te geven. Controlerende ouders en vaders die een mening hebben over de keuze van hun dochters ten aanzien van vriendjes, is zeker niet alleen een Koerdisch verschijnsel.
In het artikel staan, voorzover Madeleine kan beoordelen, geen gegevens die onthullen wat er achter de prikkelende kop op de voorpagina schuilt. De krant weet natuurlijk net zomin als Madeleine Edwards of Mats Hjörne waarom Korosh Hosseini is omgebracht, en of hij überhaupt wel is vermoord.
Maar de krant is er op opmerkelijke wijze wel in geslaagd een vrij smeuïg verhaal samen te stellen uit de informatie afkomstig van het gesprek met de zogenaamde vriendin van Lalezar. Ze wordt uitgebreid geciteerd, niet direct, maar verweven in de speculatieve tekst.
‘Leyla was de laatste tijd niet elke dag op school en er zijn nu veel klasgenoten die zich afvragen wat het gezin met haar deed op de dagen dat ze er niet was. Haar vriendin zegt ook dat Leyla er vaak depressief en verdrietig uitzag,’ leest Madeleine en ze vraagt zich af hoeveel meiden die af en toe spijbelen er niet depressief en vermoeid uitzien.
Je ziet wat je wilt zien, je hoort wat je wilt horen.
Bovendien hebben ze het artikel geïllustreerd met een foto van een meisje dat beslist Lalezar niet is. De foto toont een zwartharige vrouw met een afgewend hoofd. Ze verbergt haar gelaatstrekken achter haar tot een kom gevormde hand en boven haar hoofd zie je de schaduw van een opgeheven mannenhand, klaar om te slaan.
Het onderschrift luidt: ‘bedreigd door haar familie – Leyla (16) had een vriend die werd afgekeurd door haar familie. Nu is hij dood – vermoedelijk vermoord’. Daaronder staat een kleine toevoeging: ‘De vrouw op de foto heeft niets te maken met de personen in het artikel’. ‘Foto: Scanpix’, staat er ook nog. Vermoedelijk heeft de opmaker in het fotoarchief gezocht naar een geënsceneerd plaatje dat bij artikelen over geweld vanwege eerwraak kan worden gebruikt. Hoewel de krant geen idee heeft of Lalezar door haar vader of haar broers werd geslagen. Maar het is een sterke foto. Hij beantwoordt aan zijn doel.
Aan het eind van het artikel ziet Madeleine een zinspeling over het vooronderzoek waarvoor ze zelf verantwoordelijk is. Ze verbaast zich weer over de verbale buitelingen van de journalist, waardoor je uit de laatste alinea heel veel of juist heel weinig kunt aflezen.
‘Officier van justitie Madeleine Edwards was niet bereikbaar voor commentaar over de voortgang van het onderzoek, maar volgens eerdere interviews houdt de politie ernstig rekening met moord. Misdrijven die gekoppeld zijn aan eerwraak hebben binnen het rechtswezen tegenwoordig prioriteit. Veel wijst erop dat de politie en officier van justitie Edwards het de komende tijd nog veel drukker zullen krijgen.’
Madeleine zucht diep en duwt de avondkrant terug in het rek. Ze legt haar boodschappen op de band en glimlacht naar de gestreste jonge caissière. Ze ziet dat er ‘stagiaire’ onder haar naam op haar naamplaatje staat.
Madeleine probeert door haar glimlach aan te geven dat het meisje zich niet druk moet maken om al het gezucht en gesteun van de mensen in de rij, dat ze gewoon haar best doet. Het is niet haar fout dat alle mensen in de binnenstad als opgejaagde muizen tussen hun superbelangrijke afspraken heen en weer rennen, dat niemand tijd heeft voor een vertraging van een of twee minuten in een rij voor de kassa of bij een bushalte. Tegelijkertijd weet Madeleine dat ze zelf ook vaak zucht en vloekt omdat ze in een verkeersopstopping zit of achter een langzame toerist op de roltrap van de metro staat.
Ze sjouwt over de drukke Scheelegatan, in haar ene hand de plastic tas met boodschappen en in haar andere de ordner van haar werk. Ze besluit niet bij het volgende station op de metro te stappen, maar naar het Centraal Station te lopen en vandaar af verder te reizen. Het is een heerlijke voorjaarsmiddag, met kwinkelerende vogels in de bomen, die het verkeer op Kungsholmen proberen te overstemmen. De zon voelt aangenaam warm door haar trenchcoat heen, die vanochtend aanvoelde alsof hij veel te vroeg uit de kast was gehaald. Madeleine wandelt verder over Kungsholmsgatan en laat de tas van de Konsum aan haar hand bungelen.
Ze zou eigenlijk helemaal niet in een goed humeur moeten zijn. Ze hebben een zware taak voor zich. Het vooronderzoek zal veel veeleisender worden dan dat bij vele andere moordzaken. Tot nu toe hebben Hjörne en zijn mannen niet veel uit de verhoren met de familie gekregen; ze lijken een eensluidend en ogenschijnlijk volstrekt onschuldige uiteenzetting te geven van de avond dat Korosh Hosseini stierf. Hoe Madeleine zich ook ergert aan het insinuerende krantenartikel, het klopte grotendeels wel. Uiteraard is de familie verdacht. Natuurlijk gelooft ook zij dat Lalezar en Korosh een stel waren en dat de familie dat afkeurde, wellicht zelfs met haatgevoelens.
Het enige is dat ze geen bewijzen hebben. Ze zijn zo ver van een aanklacht als je maar zijn kunt. En dan wil ze niet over de gevoeligste delen van het vooronderzoek hoeven lezen in de pers.
Bovendien praat Lalezar niet. Dat is ongetwijfeld hun grootste probleem, mét het gebrek aan daadwerkelijk technisch bewijs.
Madeleine zou daar ontzettend gefrustreerd over moeten zijn. Maar toch voelt ze met elke hap frisse lucht die ze in haar longen zuigt, dat ze wordt vervuld met vertrouwen en geloof dat het goed zal komen. Het wordt meestal opgelost. Ze heeft Hjörne immers. Hij weet wat hij doet. Bij de brug over Klara sjö neemt ze zelfs even de tijd om stil te blijven staan. Ze kijkt omlaag naar de promenade waar een oude man bij een bankje staat, omgeven door duiven. Hij graaft diep in een plastic zak met brood en gooit blij als een kind de kruimels om zich heen. De duiven fladderen en pikken, en even vergeet Madeleine wat een smerige bacillendragers stadsduiven zijn en dat ze zich naar huis zou moeten haasten. Ze ziet alleen maar hoe opgetogen de oude man kijkt.