Ik wil hier weg. Nu. Weg bij die idioten. Niet weg uit de gevangenis, ik begrijp ook wel dat dat nog even op zich laat wachten, maar weg van de afdeling.
De afdeling bestaat uit verkrachters. En ik. Dat is vernederend. Ik zou hier niet moeten zijn.
Ik heb schijt aan die veiligheid. Laten ze me maar verrot slaan, dan kan ik tenminste terugmeppen. Liever een lastig bestaan daar dan dat ik hier moet blijven.
Ik heb geprobeerd hulp te krijgen van die psychologe. Ik heb gevraagd of zij een goed woordje voor me kon doen om me naar een andere afdeling te krijgen. Waar dan ook.
Maar toen hield ze haar hoofd schuin en priemde haar ogen in die van mij. Ze leunde een beetje voorover en glimlachte wat. Ze leek tot zichzelf te komen en trok een ernstig gezicht.
‘Hoe was jouw relatie met Louise? Hoe was het met jullie huwelijksleven? Jullie seksleven? Was dat altijd… ja, vrijwillig, zogezegd?’
Wat bedoelt ze daar verdomme mee?
Maar ik begrijp wel waar ze op uit is. Ze wil mij koppelen aan die varkens hier. Het erop neer laten komen dat ik een verkrachter zou zijn. Alsof ik…
Daar was nooit sprake van. Verkrachting. Absoluut niet.
Zo ben ik niet.
Alsof ik, tja… wat… uit de kast zou springen en haar zou neerknuppelen? We leefden toch samen. We hadden goede seks. We hadden vaak seks. Niet zo vaak als ik zou willen, maar vaak.
Ik vertelde die psychologe wat Louise deed. Hoe ze haar lichaam gebruikte, zich aanstelde als ze zich slecht had gedragen. Zich gedroeg als een loopse teef om niet de les gelezen te krijgen.
‘Deed ze zo om niet door jou te worden geslagen? Dat ze haar kleren uittrok, bedoel je dat? Ah je haar stevig vastpakte, of haar opzij gooide, zoals je het noemt, waren dat momenten dat ze, zogezegd, gebruikmaakte van seks? Om jou te kalmeren?’
Die psychologe gaf niet op. Het hele gesprek ging vandaag over seks. Over mijn ‘behoeften als man’. Over mijn kijk op seks binnen het huwelijk.
Als die psychologe eens wist hoe ze kon zijn. Louise. Hoe ze schreeuwde en riep. Hoe slecht ze het huis schoonhield. Ze was moe, had pijn in haar schouders, altijd. Overwerkt, zei ze terwijl ze bij het aanrecht stond te grienen. Lui. Slordig. Slecht opgevoed. Opstandig. En het was altijd tranen of seks. Ze begon altijd te janken als ze haar zin niet kreeg of genomen wilde worden, of om haar verantwoordelijkheden te ontlopen.
‘Ik wil vandaag onderhuids komen,’ zei de psychologe. Ze is echt gek op al die termen, van Freud tot dr. Phil. Ze wil dat ik mijn eigen schuld inzie. Dat ik durf in te zien wat ik heb gedaan. Dat ik verantwoording draag voor mijn daden.
Maar daar ben ik toch verdomme mee bezig! Tien jaar in een gesloten inrichting.
Dat is nog eens je verantwoordelijkheid nemen. Boete doen voor je misdaden.
Hoewel ik hier niet eens zou moeten zijn.
Hoewel ik onschuldig ben.