ZONDAG 8 JUNI

‘Ik snap niet hoe je over zoiets hebt kunnen liegen!’

‘Ik heb niet gelogen.’

‘Vind je zelf soms dat je de waarheid hebt gesproken?’

‘Ja. Ik wist bijna niets. Ik dacht dat het een oude vrouw was. Dat ze was overleden en dat hij, haar man, daar niet wilde blijven wonen omdat hij zo verdrietig was.’

‘Maar heb je het contract dan niet gezien? Die man die het aan ons verkocht, was nog geen tien jaar ouder dan wij.’

‘O? Ik geloof niet dat ik daarnaar heb gekeken.’

Maria kijkt hem sceptisch aan. Ze betwijfelt of hij het niet gezien heeft. Of heeft hij ervoor gekozen te zien wat hij wilde zien?

‘Je had mij kunnen vertellen wat je wist voordat we het contract ondertekenden. Wat nou, overleden? Is het nooit bij je opgekomen dat je had kunnen proberen wat meer informatie te achterhalen?’

‘Ja, zo zou je er van buitenaf tegenaan kunnen kijken. Maar ik wist hoe het dan zou zijn gegaan.’

‘Jij wist hoe het dan zou zijn gegaan? Je zei net dat je de details niet wist en dat het niet iets was om je druk om te maken. En nu zeg je dat je wist dat ik geschokt zou zijn. Hoe zit het nou?’

‘Hij zei dat de vrouw die hier had gewoond, was overleden en dan ga je er toch niet van uit dat dat betekent dat haar man haar in de keuken heeft doodgeschoten? Sorry hoor, maar dat is niet het eerste scenario dat bij je opkomt als je hoort dat iemand is overleden.’

‘Je zegt dat je wist dat ik helemaal gek zou worden. En toch heb je het voor me verzwegen.’

‘Het klonk niet zo dramatisch zoals hij het beschreef, het klonk meer als… En ik dacht, we hadden het toch al gehad over renoveren en schilderen en zo. En het huis had zo lang leeggestaan.’

‘Ja, dat begrijp ik nu ook!’

Tobias zwijgt. Maria zwijgt. Ze zitten elkaar aan de keukentafel aan te staren.

Maria slikt. Die keuken. Het is niet normaal. Zoiets kun je toch niet bevatten?

Hier heeft een man een pistool op zijn vrouw gericht en haar in haar borst geschoten. Hier, waar Tobias en Maria nu zitten te bekvechten. Boos, maar ingehouden. Alma slaapt, maar van geruzie wordt ze altijd wakker. Dat weet Maria uit ervaring.

Toen ze een van de buren recht op de man af vroegen wat er in het huis was gebeurd, was het alsof de kurk eraf ging. Hij was niet meer te stuiten. Later die dag belde er ook nog een buurvrouw aan, met wie ze nog nooit hadden gesproken. Ze wilde het van zich af praten, leek het wel. Maria had geluisterd, uit nieuwsgierigheid. Maar vanbinnen kookte ze van woede dat niemand ooit eerder wat had gezegd.

Ze hadden alleen maar gestaard.

En hun mond gehouden.

Toen de puzzelstukjes op hun plaats waren gevallen, had Maria vrij snel ingezien dat ze zelfs wist over wélke moord het ging. Niemand had vorig jaar immers de vette krantenkoppen kunnen missen over de politieman die zijn vrouw had doodgeschoten. Maria had zelfs vrienden die voor de rechtbank hadden gedemonstreerd toen hij na de eerste rechtszaak was vrijgesproken.

Ze meende dat de man later door het gerechtshof was veroordeeld voor moord en een vrij lange gevangenisstraf had gekregen. Niet levenslang, maar lang.

Jeetje, en dan hadden zij dat huis gekocht. Dit kon gewoon niet waar zijn!

De eerste buurman, Lennart Mogren van het huis ertegenover, had verteld dat de vrouw niet in het huis was overleden, maar in het ziekenhuis.

Dat was op de een of andere manier een prettig idee, hoewel het niets afdeed aan het feit dat ze hier was neergeschoten. Maar als je überhaupt geloofde dat er zoiets bestond als een ziel en energiestromen, dan was het in elk geval beter dat ze haar laatste adem o een andere plaats had uitgeblazen dan hier in huis.

‘Hoe heette ze?’

Maria had plotseling beseft dat ze dat niet wist. Hoe zou ze dat ook kunnen weten?

Lennart Mogren had antwoord gegeven.

‘Ze heette Louise. Louise Lind. Hij heet Jocke.’

De naam van Jocke Lind stond op hun koopcontract. Een moordenaar. Die gedachte was duizelingwekkend.

Ze werd even kwaad op zichzelf, heel rationeel. Ze was altijd erg goed in het onthouden van namen, het is bijna een basisvereiste voor journalisten om een inwendige cartotheek in je hoofd te hebben met gegevens over de misdaadgeschiedenis en namen van bekende criminelen. Maar er was geen belletje gaan rinkelen toen ze het huis kochten. En ze weet waarom. Dit was toch wel de laatste plaats op aarde waar ze op een veroordeelde moordenaar verwachtte te stuiten.

‘Aha. Oké. Hoe oud waren ze?’

‘Ik weet het niet precies. Zij was vijf-, zesendertig, zoiets, hij iets ouder.’

‘En hij was bij de politie?’

‘Ja. Het is vreselijk.’

‘Wat deed zij?’

‘Zij was verpleegkundige. In het Söderziekenhuis.’

‘Is ze daar ook overleden?’

‘Ja, maar niet op haar eigen afdeling. Ze werkte niet op de Spoedeisende hulp. Volgens mij was ze ic-verpleegkundige.’

‘Ic?’

‘Intensive care.’

‘O ja. Hadden ze kinderen?’

‘Nee, godzijdank mag je wel zeggen.’

‘Ja.’

‘Ja, het is…’

Lennart Mogren zweeg. Zijn blik was gericht op iets achter Maria.

Ze wilde méér weten. Alles wat er te weten viel.

‘Hoe lang hadden ze hier gewoond?’

‘Geen idee. Wij zijn hier in 2002 komen wonen en toen woonden zij er al. Ze hadden hier zeker zo’n zeven, acht jaar gewoond. Maar er zijn wel anderen hier in de buurt die je dat kunnen vertellen als je dat graag wilt weten.’

‘Ja. Of, ik weet het niet. ‘Ik vraag het me gewoon af. Ik probeer het alleen maar te begrijpen.’

‘Dat proberen veel mensen.’

Louise Lind, rond de zesendertig, verpleegkundige, woonde tot haar dood in december 2006 op Björkvägen 15. Tja.

Het leek heel surrealistisch.

Maria Allende had in haar werk als journaliste in de loop der jaren vaak te maken gehad met sterfgevallen, zelfs met moord. Maar ze had het nog nooit van zo dichtbij meegemaakt. Het was tot nu toe altijd werkgerelateerd geweest.

Nu gaat het echter om iets wat in hun huis heeft plaatsgevonden. In het echt, niet op tv. In hun mooie, fijne huis, waar Alma veilig zou moeten opgroeien. Het huis dat net gezellig en geborgen begon aan te voelen.

Dat gevoel is nu als sneeuw voor de zon verdwenen.

De andere buurvrouw met wie ze spraken, die uit eigen beweging was gekomen, was Anita Dahlgren.

‘Ik woon verderop op nummer acht. Met mijn man Leif. En onze honden. De kinderen zijn groot, die zijn de deur al uit. Eentje woont in Londen en een in Lund, die studeert…’

Maria had niet eens gedaan alsof.

‘Zeg het eens. Gaat het over Louise en Jocke?’

Ze wist dat ze hard overkwam. Maar ze was moe en boos. Ze had maagpijn en pijn in haar hoofd. Elke keer dat ze met haar ogen knipperde voelde dat als een mokerslag tegen haar voorhoofdsbeen.

‘Ja, ik hoorde van Lennart dat jullie het te weten waren gekomen. Jullie hadden… hadden jullie bloed hier in huis gevonden?’

De journaliste Maria herkende een hyena onmiddellijk als ze er een zag. Ze kon ze op afstand ruiken, ze was ze in haar werk meer dan voldoende tegengekomen. Maria had veel zin om de deur in het gezicht van de vrouw dicht te smijten.

Maar Maria zette haar beroepsmatige gezicht op.

‘We hebben bepaalde vondsten gedaan, ja. Het voelt vrij onbehaaglijk, en… we willen eigenlijk alleen maar weten wat hier is gebeurd.’

‘Dat begrijp ik.’

De stem van Anita Dahlgren was vol medelijden. Ze hield haar hoofd schuin. Ze ratelde maar door.

‘Was het zo dat jullie… dat jullie het niet wisten voordat jullie erin trokken? Dat jullie het huis kochten zonder te weten dat hij haar hier had vermoord, hier in jullie keuken?’

Haar stem was geestdriftig. Anita Dahlgren kon haar opwinding over het delicate van de hele gebeurtenis niet onder stoelen of banken steken. Ze wist van geen ophouden.

Maria werd zich er pijnlijk van bewust dat Tobias en zij nu meer dan ooit in de woningen om hen heen over de tong gingen.

‘Ja, dat klopt.’

‘Maar dat is toch verschrikkelijk! Wat is dat voor makelaar, zoiets doe je toch niet? Moeten ze geen informatie verstrekken, hebben ze niet zo’n plicht – ik weet niet hoe dat heet. En dan heb je ook nog zoiets als goed makelaarsgebruik, dat moet toch ook voor dingen ais dit gelden?’

‘Ik heb eerlijk gezegd geen idee. Dat hebben we nog niet kunnen checken. We hebben dit huis vrij voordelig kunnen krijgen.’

‘Dat zal dan wel daarom zijn geweest. Wat een boeven, hè? Maar je zou de koop om zoiets toch wel ongedaan moeten kunnen maken, denk je niet?’

‘Zoals gezegd, ik weet het niet. We hebben het zelf nog nauwelijks kunnen bevatten.’

Maria kijkt op. Ze heeft een hele tijd met haar hoofd in haar handen gezeten, maar kijkt Tobias nu aan.

‘Denk je dat we de koop ongedaan kunnen maken?’

‘Hè? Nee, ik denk… dat weet ik eigenlijk niet. Hoezo? Wil je dat? Wil je hier niet blijven wonen?’

Tobias kijkt Maria verbaasd aan. Die gedachte was totaal niet bij hem opgekomen en Maria wordt onmiddellijk weer boos.

‘Jij lijkt je er überhaupt met druk om te maken dat er hier een vrouw is doodgeschoten. Gewoon een beetje overschilderen, dan is het alsof het nooit is gebeurd, is dat wat je bedoelt?’

‘Niet helemaal, maar… Ik vind het ook bijzonder onaangenaam, net als jij. Dat is het niet. Maar… ik bedoel… Maria, we kenden die mensen verder helemaal niet.’

‘Wat zeg je?’

‘Nou ja, het is toch geen naaste familie of zo?’

‘Je bent ongelofelijk, weet je dat? Hoe kun je zo koel zijn?’

Tobias legt zijn vinger op zijn lippen. Hij kijkt Maria geïrriteerd aan.

‘Sst… niet zo hard, Maria. Ik begrijp best dat je verontwaardigd bent, maar daarom hoef je nog niet te schreeuwen.’

‘Ik schreeuw helemaal niet!’

‘Je maakt Alma wakker.’

‘Ik ben niet begonnen, jij bent degene die heeft gelogen.’

‘Ik heb niet gelogen. Je moet niet zo overdrijven, Maria. Jij doet altijd meteen zo dramatisch.’

‘Dramatisch? Het spijt me, Tobias, maar ik kan weinig bedenken dat dramatischer is dan een man die een pistool opheft, dat op de vrouw richt met wie hij samenleeft en haar koelbloedig in haar borst schiet.’

‘Maar we weten helemaal niet of het zo is gegaan.’

‘Hoor je zelf wat je zegt? “Maar we weten helemaal niet of het zo is gegaan.” Ben je zijn advocaat of zo? Ze heeft er zeker ook zelf om gevraagd, heeft het eigenlijk aan zichzelf te danken?’

‘Schei nou uit, Maria. Dat heb ik toch nooit gezegd? Je bent nu zo verontwaardigd dat je helemaal doorslaat. Er valt niet met jou te praten als je zo doet.’

‘En jij bent opeens waanzinnig macho zoals je je nu opstelt. En ja, ik ben vast een echte vrouw omdat ik hysterisch word en heftig reageer, familiegeweld dramatisch vind en niet kan denken: een nieuw behangetje en hup, we zijn het vergeten. Maar ik kan niet begrijpen hoe jij zo… zo pragmatisch kan zijn. Alsof het een praktische kwestie is. Je bent net als dat onaangename mens in Knutby, die Bruid van Christus. Die doodleuk op tv kwam terwijl ze neuriënd de muren van het huis aan het schilderen was waar haar zus was vermoord. “Dit noemen we de hamerkamer,” zei ze over de logeerkamer waar het kindermeisje haar zus met een hamer had bewerkt. Moeten wij dat soms ook gaan doen? Zullen we de keuken “de pistoolkamer” noemen? Of…’

‘Nu moet je ophouden, Maria. Je moet mij niet allerlei eigenschappen toeschrijven die ik niet heb, alleen omdat jij overstuur bent. Met alle recht, wil ik onderstrepen. Het was fout van mij dat ik niet aan jou heb verteld wat de makelaar had gezegd…’

‘Aha. Nu geef je toe dat je wat hebt verzwegen!’

‘Laat me in godsnaam een keertje uitpraten! Ik heb verkeerd geïnterpreteerd wat hij zei. Ik had nooit gedacht dat die man haar had vermoord. Oké? Zijn we nu klaar?’

Zijn blik is mild, een glimlachje. Een uitgestrekte hand.

Maria staat zuchtend op. Ze keert Tobias de rug toe.

‘Nee. We hebben nog steeds niet besloten wat we zullen doen met het huis.’

Koekoeksjong
cover.htm
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0115.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml