ZONDAG 27 APRIL

‘Trek je dát aan?’

Maria kijkt sceptisch naar Tobias.

‘Hmm?’

Hij kijkt op.

Ze weet dat Tobias heeft gehoord wat ze zei. Op zich. Het is alleen dat hij het niet wíl horen. Oost-Indisch doof zijn, daar is hij goed in.

‘Het t-shirt. Zie je niet dat het helemaal gekreukt is?’

‘Het is schoon.’

Ja, dat ziet mijn neus ook, de afdruk van de waslijn loopt nog dwars over je borst. Ga je dat echt aandoen?’

‘Ja.’

En hij verlaat de kamer. Discussie gesloten.

Maria weet genoeg. Tobias is een open boek voor haar, in elk geval in bepaalde opzichten.

Hij is met sommige dingen zo overduidelijk. Zoals hiermee, met de etentjes op zondagmiddag bij zijn ouders. Het is alsof hij er bewust underdressed naartoe wil gaan. Alsof hij juist op de dagen dat ze bij zijn vader en moeder zijn uitgenodigd alleen maar kreukelige shirts, gevlekte overhemden of afgetrapte spijkerbroeken kan vinden.

Naar zijn werk draagt hij een mooie spijkerbroek van Acne, een leuk poloshirt van J. Lindeberg of toch in elk geval hele en schone kleren van l.o.g.g. Maar als ze bij zijn ouders op bezoek gaan, is die trendy kledingstijl als sneeuw voor de zon verdwenen.

Maar Maria begrijpt natuurlijk waar het om gaat. Het is een soort zwijgend protest. Zijn broer Jakob komt altijd in een pak, ’s zomers en ’s winters. Hij draagt altijd een keurig gestreken overhemd en zijn twee netjes gekamde zoontjes ook. En zijn slanke vrouw heeft een mooi jurkje aan of een krijtwitte – en schone! – jeans met een fraai topje van Filippa K of Anna Holtblad.

Wát Tobias, Maria en Alma ook aantrekken, ze zien er nooit zo netjes, mooi en duur uit als het gezin van Tobias’ grote broer. Als hij hen ontmoet, is het voor Tobias op de een of andere manier gemakkelijker om zich met hart en ziel toe te leggen op zijn stijl als Södermalmse luiwammes. Hij is geen vergelijkingsmateriaal met zijn verwassen t-shirts en driekwart kakibroeken.

Maria past zelf allerlei truitjes en gooit ze in een stapel op het bed. Er is niets wat geschikt is.

Ze voelt zich dik. Ze ziet er dik uit, wat ze ook aantrekt.

Ze denkt aan haar schoonzus Lottie in haar witte spijkerbroek en Maria trekt haar eigen zwarte jeans uit; veel te donker en triest. Een jurk kan ze wel vergeten, alles zit te strak. Een topje dat ze altijd heel mooi vond wijst ze ook af omdat het mouwloos is, ze wil er niet de hele maaltijd aan denken hoe dik haar bovenarmen zijn geworden en hoe ze lubberen als kipfilets. Kan dat als je pas dertig bent?

Maria schudt met haar armen voor de spiegel. Inderdaad, net kipfilets. Het moet dus iets met lange mouwen worden.

De derde keer dat Tobias haar vanuit de hal roept, geeft ze het op.

Ze komt naar Alma en hem toe en is zoals gebruikelijk van top tot teen in het zwart gekleed. Ze hoopt dat hij iets zal zeggen, wat dan ook, gewoon als bevestiging dat ze de juiste keuze heeft gemaakt, een complimentje waardoor ze wat ontspant.

Maar nee.

‘Mooi, dan gaan we.’

De ouders van Tobias hebben in hun hele appartement vaste vloerbedekking. Daar moet Maria telkens aan denken als ze daar is. Dikke vaste vloerbedekking doet aan de ene kant zo ontzettend ouderwets aan, en is aan de andere kant heel stijlbewust, met duidelijke rechte sporen van het recente stofzuigen.

In Maria’s voorstelling is vaste vloerbedekking hetzelfde als ruw grijsbruin naaldvilt dat op steile trappen ligt of op de vloer beneden in de kelder. Of iets wat je in sommige huizen ziet die in de jaren tachtig zijn gerenoveerd; oudroze en met overal obscure vlekken.

Hier, in de woning van Gunnel en Lasse, voelt het exclusief aan en lijkt de wereld buiten ver weg als je binnenkomt. Het 164 vierkante meter grote appartement met de hoge plafonds ligt op de bovenste verdieping van een appartementencomplex met een binnenplaats in de buurt van Mariatorget, in de wijk Södermalm.

Op het moment dat Maria over de drempel stapt, haar laarzen uittrekt en haar meegenomen, zo gehate pantoffels op het lindegroene tapijt zet, wordt ze omsloten door de rust van de woning. Een beetje tegen haar wil. Op de een of andere manier schaamt ze zich enigszins dat ze het in het ouderlijk huis van Tobias, dat zo’n duidelijk upper class-stempel draagt, zo naar haar zin heeft. Alsof het een soort verraad is van haar eigen, tamelijk eenvoudige middenklassenachtergrond.

Tobias doet er al zolang ze hem kent alles aan om zijn bevoorrechte jeugd te verdoezelen. Maar iemand die hem goed kent, ziet het natuurlijk toch, aan die kleine maniertjes en aan zijn toonval. Aan de zelfverzekerdheid die hij heeft overgehouden aan zijn geborgen jeugd, zowel financieel als sociaal.

Van hun vrienden zijn er maar weinig die de familie van Tobias kennen. Of liever gezegd, ze hebben er wel van gehoord, maar zonder te weten dat het Tobias’ familie is.

De meeste mensen die ze kennen, hebben ongetwijfeld gehoord van zijn vader, Lars H. Andersson, die de laatste dertig jaar diverse bestuursfuncties bij grote Zweedse bedrijven heeft bekleed en vertrouwensopdrachten voor de arbeidersbeweging uitgevoerd. Velen hebben ongetwijfeld weleens een schilderij van Gunnel Andersson gezien, of gelezen over de een of andere publieke versiering die ze heeft mogen aanbrengen om een geliefde, overleden persoonlijkheid uit de cultuurwereld te eren.

Misschien hebben ze de laatste jaren ook iets opgevangen van alles wat er is geschreven over grote broer Jakob Anderssons veelbelovende carrière ten gevolge van de stagnatie in de it-branche. Over de slimme en wat gematigde investeerders die het nu zijn gaan overnemen. Maar de vrienden van Tobias en Maria lezen aan de andere kant de financiële bladen Dagens Industri en Veckans Afärer niet.

Of ze hebben thuis in de boekenkast een van de kookboeken die ‘huisvrouw’ Lottie Andersson met zekere regelmaat uitgeeft, vol zomerse foto’s van verantwoord voedsel en van hun stroblonde zoontjes met Gant-shirts vol vlekken van wilde aardbeien en met geschaafde knieën op een steiger. Of ze hebben haar in de weer gezien in een kookprogramma op ontbijt-tv. Misschien zappen ze niet meteen naar een ander kanaal zo gauw Lottie Andersson met haar paardenstaart en vest van Odd Molly in beeld komt, zoals Tobias demonstratief doet.

Er zijn maar weinigen in hun vriendenkring die weten dat Tobias Andersson deel uitmaakt van juist déze familie Andersson. Hij weet dat heel goed geheim te houden.

Maria denkt dat dat is omdat hij niet vergeleken wil worden. Of omdat hij zich schaamt en niet opgewassen is tegen al die nieuwsgierige vragen en bitse commentaren. In hun groep van freelancejournalisten, werkloze fotografen, straatarme Midden-Oosten-kenners en een paar media-wannabe’s wil Tobias niet pronken met zijn afkomst.

Maria vindt dat hem dat op de een of andere manier tot eer strekt. Maar ze vraagt zich soms ook af of hij zijn eigen familie niet een wat te groot belang toekent en zich gewichtiger voordoet dan hij is door zijn bekende ouders te verzwijgen.

Zijn vader is nu niet direct een hebberige Skandia-chef, en hij is ook niet de broer van de bekende fotograaf Bingo Rimér. Ze zijn nogal degelijk, oké, wat te burgerlijk, maar erger dan dat is het niet. Het is meer dat het past bij het beeld dat Tobias van zichzelf heeft. Het zwarte schaap van de familie, de rebel die zijn hoofd boven het maaiveld durft uit te steken.

Hoewel, hoe rebels ben je nog als je als jonge vader bezig bent een rijtjeshuis te kopen?

Maria krijgt op de heenweg strikte orders van Tobias om tijdens het eten niets over het huis te zeggen.

‘Dat trek ik niet. Dan hebben ze het nergens anders meer over. En je weet hoe Jakob is, met zijn geneuzel over rentepercentages en dat we moeten overstappen naar zijn bank en dat Kaj zo’n fantastische bankier is, en had hij trouwens al gezegd dat we een veel lagere rente kunnen krijgen als we overstappen? Nou ja, je begrijpt me best. Ik heb daar gewoon geen zin in.’

‘Of is het omdat je vader je geld zal willen lenen als we zeggen dat we een huis gaan kopen?’

Tobias zwijgt. Hij schakelt totaal onnodig terug naar een lagere versnelling, de motor loeit.

‘Hè?’

‘Gaat het daarom?’

‘We hebben toch nog niet besloten dat we het huis gáán kopen?’

De nadruk ligt op ‘gaan’.

Maria zucht.

‘Jeetje, je zoekt wel spijkers op laag water, zeg. Nee, maar je kunt zonder overdrijven toch wel zeggen dat we erover dénken een huis te kopen.’

‘Ja, én?’

‘Is dat waar het om gaat? Je vader?’

‘Misschien.’

Tobias kijkt in de achteruitkijkspiegel, ontmoet haar blik. Glimlacht vaag. Zich er pijnlijk van bewust dat ze hem zo goed doorheeft, maar tegelijkertijd ook blij dat dat het geval is.

Omdat zij het begrijpt.

Lars H. Andersson wil niets liever dan geld lenen aan Tobias en Maria. Hij komt daar telkens op terug. Tophypotheken zijn duur en het is vanzelfsprekend dat ze erop vooruit moeten gaan als ze dan toch wat kopen. En het is vanzelfsprekend voor hem en Tobias’ moeder Gunnel dat ze hun jongste zoon geld lenen.

‘Waarom hebben we het anders opzijgezet? Om er voor jullie te kunnen zijn. Om te kunnen helpen. Zodat jullie geen gigantische hypotheek hoeven nemen.’

En natuurlijk zou dat helpen. Het zou zelfs doorslaggevend zijn, ze zouden naar heel andere soorten huizen kunnen kijken als ze, om maar wat te noemen, een miljoen kronen van Tobias’ vader zouden lenen.

‘Geheel rentevrij, natuurlijk. Dat is het idee. En jullie kunnen het in jullie eigen tempo afbetalen.’

Er is alleen één probleem.

Tobias’ grote broer Jakob heeft nog nooit een öre van Lasse en Gunnel geleend. Hij heeft altijd zijn eigen broek kunnen ophouden.

Toch woont hij vandaag de dag in een gerenoveerd huis aan zee, in Nacka, dat zeker meer dan zes miljoen kronen waard is, misschien wel zeven, zoals de prijzen de laatste jaren zijn gestegen.

Maria weet dat Tobias nooit zal ingaan op zijn vaders aanbod. Dat kan ze op zich ook wel begrijpen. Hoe belangrijk het is om onafhankelijk te zijn. En dat een ogenschijnlijk onschuldige lening voor Lasse en Gunnel een mooie opening zou zijn om zich het recht te verschaffen zich veel meer met het leven van Tobias en Maria te bemoeien dan nu het geval is.

Tobias en Maria weten dat Lasse en Gunnel staan te popelen, dat ze haast niet kunnen wachten tot ze wat meer worden toegelaten, iets meer mogen deelnemen aan het dagelijkse leven van hun zoon. Zich overal mee kunnen bemoeien, zo je wilt. Ze hebben overal een mening over.

Een paar weken geleden maakten Maria en Tobias de fout om op een zondag een paar prospectussen van huizen mee te nemen naar Lasse en Gunnel. De hele middag gaven Lasse en Jakob om beurten Tobias en Maria college over alle nadelen van de huizen waarin ze geïnteresseerd waren.

De ontwikkeling van de prijzen in dat gebied, dat er werd geschreven over hoge radongehalten in de buurt, dat het gerucht ging dat er slechte scholen waren en dat die deelgemeente een rommeltje was, dat de fundering van het huis moest worden gedraineerd.

‘Hebben jullie enig idee wat dat kost?’

‘Wát? Hebben jullie dat niet gecheckt?’

‘Dat moet je wel doen, hoor.’

‘Begrijpen jullie niet wat een dure grap dat kan worden?’

‘Ja, als jullie je huiswerk niet goed doen…’

En zo ging het maar door.

Alles om de goedgelovigheid en naïviteit van Maria en Tobias te benadrukken. Uiteindelijk hadden ze het gevoel dat ze nooit volwassen genoeg zouden worden om de verantwoordelijkheid voor het kopen van een huis te kunnen dragen.

Maar dat gesprek had bij Tobias op de een of andere manier geheel in tegenovergestelde richting gewerkt. Eerder was hij degene geweest die op de rem had gestaan, die had vastgehouden aan de binnenstad en had gevonden dat het goed was zoals het nu was. Maar nadat hij zo grondig door zijn vader en grote broer de les was gelezen, zag Maria bij Tobias een duidelijke verandering in zijn houding. Nu zal hij ze eens een poepie laten ruiken, lijkt het wel.

Dat is misschien niet de beste basis voor de grootste transactie van hun leven.

En aan de andere kant ergert ze zich ook aan Tobias’ koppigheid.

Hoeveel mensen hebben überhaupt de mogelijkheid om renteloos geld van hun ouders te lenen? Het gaat hier bovendien om een enorm bedrag. Waar Tobias doodleuk ‘nee’ tegen zegt, gewoon ‘daarom niet’.

Maria zou nooit geld van haar moeder kunnen lenen, want bij haar valt niets te halen. En ze heeft er nooit over nagedacht of die mogelijkheid wel zou bestaan, haar familie heeft nooit de beschikking gehad over zulke grote sommen geld.

Maar nu de kans zich voordoet, nu de ouders van Tobias toevallig steenrijk zijn en niets liever willen dan hun geld geven… Dan zouden ze een aanzienlijk beter huis kunnen zoeken dan het huis dat ze nu aan het kopen zijn. Dichter bij de stad. Met een badkamer die niet totaal hoeft te worden gerenoveerd.

Het is moeilijk om, ook al is het maar even, niet verbitterd te raken.

Tobias draait zich, voordat ze naar binnen gaan, weer om naar Maria. Hij heeft Alma op de arm. Mooie Alma, met haar rokje en haar haarband, alleen omdat het zondagmiddag is. Alma, die haar rokje uittrekt en in haar onderbroekje gaat rondrennen zo gauw ze bij opa en oma binnen is.

‘Oké, Maria? Geen woord over het huis. Beloof je dat?’

‘Ja.’

Ze betreden de vaste vloerbedekking.

Koekoeksjong
cover.htm
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0115.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml