185
zijn rechterbeen wat vooruit, zoodat een knecht, die juist met twintig glazen wijn op een blad naar binnen kwam, bijna met de heele geschiedenis was gevallen, tot groot vermaak van het tweetal. Natuurlijk werd deze grap vele malen herhaald, gelukkig zonder onheil te stichten.
Op enkele kleine voorvalletjes na gedroeg Pietje zich dien avond verder
voorbeeldig. Bij Hansje zat de schrik er zoo geweldig in, dat men het ventje niet meer hoorde of zag. Pietje vond hem een saaien kloris en probeerde een grooten roomhoorn op den top van zijn pink te balanceeren. Maar dat lukte niet best, want het gebak viel er af en kwam op de zwart zijden japon van mevrouw Velinga terecht. Men had veel moeite om daar de gele room af te poetsen. Ook bestudeerde hij nog met diepe aandacht een zonderlinge knop aan den wand. Hij stond juist achter den rug van Hansje en toen hij even aan den knop draaide, ging ineens het electrische licht uit en was 't stikdonker in de kamer, zoodat de menschen tegen elkaar aanbonsden. Hansje stond gauw op en draaide 't licht weer áán, maar nu kreeg hij van zijn Vader een draai om de ooren, hoewel hij huilend riep, dat hij 't niet gedaan had.
Zonder noemenswaardige ongelukken bereikte de familie Bell na a fl oop van het feest veilig de Breestraat. Alleen liet Pietje even een tram stilstaan, omdat hij dacht, dat zijn vader erin wou. Maar dat was abuis en de conducteur kon met een nijdig gezicht weer doorrijden.
Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen