94
Als gewoonlijk dischte Pietje thuis weer een prachtig verhaal op van het avontuur met meester Ster, waarbij zijn vader zich zoo geducht in een heeten aardappel verslikte, dat Martha en moeder er aan te pas moesten komen en vader op den rug kloppen.
En wat anders nooit gebeurde; moeder en zus Martha gierden het nu zelf uit van het lachen, terwijl Pietje maar even glimlachte en zei, dat hij meester Ster toch wel een besten man vond, precies 'n grootvader.
Den volgenden morgen was Pietje weer tijdig present. Hij begon met aan meester Ster, die in zijn stoel voor schooltijd een pijpje rookte, te vertellen, dat zijn vader en moeder en Martha zich gisteravond half ziek gelachen hadden om de vlieg, die hij op meesters hoofd had doodgeslagen en dat vader zich leelijk in een aardappel verslikt had. De meester fronste het voorhoofd en zei niets. Toen gaf Pietje meester den raad een pruik op het kale hoofd te dragen, want tante Cato droeg er ook een. Kende meester tante Cato niet, die met den grooten pukkel op haar neus? Hij vond het wel aardig, dat tante Cato in huis was, maar vader was blij, toen ze wegging. Had meester ook een tante? Mocht hij even meesters bril schoonmaken?
En zonder verdere toestemming trok hij meester den bril van 't gezicht, nam zijn zakdoek, likte even aan de glazen en begon te poetsen. Maar meester nam hem den bril weer af. Pietje lachte. Hij zei, dat
Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen