176
roodzijden zakdoekje vallen. Pietje haastte zich het den man achter aan zijn jas te spelden, zoodat die vrij dwaas de receptie-kamer inkwam, waar ineens iedereen lachte, tot Paul hem uit den brand hielp en 't doekje teruggaf.
Hansje stelde daarop aan Pietje voor, eens een kijkje te gaan nemen door het heele huis, want het werd nu zóó vol van bezoekers, dat de twee jongens haast onder den voet raakten. Het eerst brachten zij een bezoek aan den zolder. Daar stonden verschillende dingen opgeborgen. Hansje vond er een vuurrood
Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen