148
Veertiende Hoofdstuk.
Pietje Bell in de leeuwenkooi!
E indelijk dan toch vond Pietje het bepaald alleraardigst van zijn vader en moeder dat zij hem in het geheel niet beknorden over het gebeurde van den vorigen avond. Hij had minstens de spanriem verwacht en kijk, daar lachten zijn ouders en zeiden, dat zij heelemaal niet vermoed hadden, dat hij al naar bed was gegaan. En omdat hij zoo'n brave jongen was, gaf zijn vader hem een kwartje om naar de Zaterdagmiddag-voorstelling van het circus te gaan.
Pietje ging er tijdig heen. Hij vond het zonde van het kwartje om dat aan de juffrouw-van-de-kaartjes te geven, loop rond, hij had vrij entrée, hoor. Hij kocht in een kruidenierswinkeltje wat koek en beschuit voor de olifanten en ook wat Spaansche peper, dat
Chr. van Abkoude, Pietje Bell, of de lotgevallen van een ondeugenden jongen