92 Marçal van Sant Jaume en Pedro Ramón

n de plechtige zaal van het grafelijk paleis, vol wapens en trofeeën, vond een duistere ontmoeting plaats. In uitzonderlijke situaties kan de wolf een pact sluiten met de vos, gericht op het doden van schapen. De samenzweerders waren twee personen van adellijken bloede, hoewel er weinig nobels was aan het bloed dat door hun aderen stroomde. Geprikkeld door een gemeenschappelijk motief waren ze allebei op de afspraak verschenen.

 De eerste was Pedro Ramón, de oudste zoon van de graaf van Barcelona; de tweede Marçal van Sant Jaume, de machtige aristocraat die maandenlang gijzelaar was geweest van de Moorse koning van Sevilla, al-Mutamid. Ze zaten in een uithoek van de zaal bij een van de ramen, waardoor de laatste stralen van de junizon naar binnen vielen, waar ze steun bij elkaar zochten in hun tegenspoed.

‘Ik ben het beu om geschoffeerd te worden, en geloof me als ik u zeg dat ze me eens zullen treffen op een dag dat ik niet goed in mijn vel zit, en die dag kan er van alles gebeuren.’ Degene die zo sprak was Pedro Ramón.

‘En dat zegt u, die het laatste jaar heeft kunnen doen wat u wilde. Stelt u zich eens voor dat u zonder erom gevraagd te hebben, gijzelaar zou zijn van een ongelovige die u beperkt in uw vrijheid. Ze hebben me als wisselgeld gebruikt en bij mijn terugkeer, ten overstaan van het hele hof, hebben ze niet eens mijn naam genoemd in de lange rij bedankjes.’

‘Heb geduld. Aan dit hof worden de bevelen uitgedeeld door een hoer die mijn vader het hoofd op hol heeft gebracht.’

‘Geduld, zegt u? Mijn ellendige offer heeft mij geen enkel geluk gebracht, maar wel een berg maravedi's in de grafelijke schatkisten gestort. En die nacht werd ik niet eens genoemd.’

‘Beklaag u niet: ik werd niet eens uitgenodigd. Stelt u zich voor! Ik ben in ongenade gevallen op de nacht van de uitwisseling. Mijn vader is oud en hij stond toe dat de Moor hem respectloos behandelde ten overstaan van het hele gezantschap. En omdat ik, waar iedereen bij was, voorstelde de ongelovige de behandeling te geven die hem toekwam, werd ik publiekelijk berispt en vernederd. Dat is het enige wat ik aan die hele zaak heb overgehouden.’

‘Weet u wat er gefluisterd wordt?’ zei Marçal van Sant Jaume na een korte stilte.

‘Zoveel... Waar refereert u aan?’

‘Aan de verdeling van de opbrengsten.’

‘Ik neem aan dat die zullen dienen om de soldaten van de legerschaar te betalen en de schulden af te betalen aan de graven die mijn vader in dit avontuur vergezelden.’

‘En aan privileges voor de gravin, die er een buitensporig bedrag uit heeft gesleept om aan haar grillen te voldoen.’

De blik van Pedro Ramón versomberde. ‘We heeft u dat verteld?’ ‘Dat is algemeen bekend. Die bemoeial van een dwerg van haar, die dienstdoet als nar en tovenaar, bazuint het nieuws door het paleis rond. Hij schept op over de nieuwe kousen en de tuniek die hij aan het avontuur heeft overgehouden.’

‘En ik, de eerstgeborene, moet hier en daar wat kleingeld bij elkaar schrapen om de verplichtingen na te komen om mijn rechten te behouden.’

‘Over welke verplichtingen heeft u het?’

‘Over het winnen van aanhangers voor mijn zaak. Denkt u soms dat de toekomstige hovelingen aan de bomen groeien? Om maar wat te noemen, onlangs brak de raadsheer voor het veilingwezen, Bernat Montcusi, een lans voor me. Zo’n geste moet beloond worden met erebaantjes en gunsten, die allemaal geld kosten. Mijn manier om daaraan te komen is niet door mijn benen te spreiden, zoals de gravin doet om privileges te verkrijgen voor haar lievelingszoontje, dat ze ongetwijfeld vooruit wil helpen ten koste van mijn rechten.’

‘U heeft nog tijd genoeg: hij is nog klein.’

‘Er moet nu wat aan gedaan worden. Later is hij groter en kan hij gevaarlijk worden.’

‘Wel, als de tijd rijp is kunt u op een medestander rekenen die er niets voor terug hoeft te hebben. Ik geloof dat de kennis die ik tijdens mijn lange verblijf heb opgedaan over de manier van doen van de ongelovigen, heel nuttig voor u kan zijn.’

‘Twijfel er niet aan dat ik u zal weten te belonen voor uw trouw. Maar eerst zal ik mijn rechten moeten opeisen. Weet u ook welk bedrag de hoer van mijn vader heeft opgestreken?’

‘Er is sprake van vijfhonderd maravedi’s.’

 

’s Middags diende een chagrijnige Pedro Ramón zich aan bij de privé-vertrekken van de gravin. Hij wachtte niet tot zijn komst werd aangekondigd.

Almodis bevond zich in gezelschap van drie van haar dames. Lionor speelde met de kleine Inés en Sancha, en op zijn kleine voetenbankje, trots als een pauw in zijn nieuwe tuniek, zat Dauphin, die op dat moment tot ieders genot een byzantijnse novelle voorlas. Toen de deur plotseling openvloog, wapperden de vlammen in de kandelaars en de kroonluchters, waardoor het licht flakkerde.

Als een bezetene stormde de jongman de kamer in, tot hij op drie passen van de kleine troon gekomen was. Hij blafte bruusk: ‘Welk bedrag heeft u mijn vader bij deze gelegenheid afhandig weten te maken?’

‘Goedenavond, Pedro. Waaraan heb ik het plezier van uw bezoek te danken?’ antwoordde de gravin, die de eerstgeborene van haar man in het bijzijn van haar getrouwen een lesje in goede manieren wilde geven.

‘Onthoudt u zich van holle plechtstatigheden. U en ik kennen dat nu wel.’

Almodis liet zich niet provoceren. Ze beval haar dames zich terug te trekken en de kleintjes mee te nemen. Toen Lionor en Dauphin ook wilden gaan, zei ze luid: ‘Blijft u hier, ik heb getuigen nodig van wat hier gebeurt. Het zal me niet gebeuren dat deze tactloze jongeman straks naar zijn vader gaat en woorden citeert die hier nooit zijn gesproken. Dat zou de eerste keer niet zijn.’

‘U stelt me daarmee op het niveau van uw dienaren, maar dat maakt niet uit: ik ben al gewend aan uw gebrek aan consideratie en uw brutaliteiten. Mijn klachten zijn zo talrijk als de sterren aan de hemel, en uw beledigingen zijn al even talrijk. Waar ik u over wil spreken, gaat al van mond tot mond onder het voltallige personeel van het paleis, en daarom kan het me niet schelen dat uw bedienden aanwezig zijn. Ik stel me voor dat die roddeltante die u uit Frankrijk heeft meegebracht en die misgeboorte die u ’s avonds amuseert, op de hoogte zijn van alles wat er in de keukens wordt gefluisterd.’ 

Lionor en Dauphin hadden hun plaatsen ingenomen. Terwijl zij onophoudelijk naar hun meesteres bleven kijken, luisterden ze met open mond naar de giftige verwijten die hij op hen afvuurde.

‘Iedereen weet al hoe u bent, en niemand voelt zich nog gekwetst door uw sarcastische opmerkingen,’ antwoordde Almodis. ‘U weet toch dat beledigen niet een kwestie is van willen, maar van kunnen? Maar genoeg nu. Wat heeft u er ditmaal toe bewogen om mijn vertrekken binnen te komen zonder u aan te laten dienen en zonder dat ik u ontboden heb?’

‘Het feit dat ik weer eens achtergesteld en vernederd ben ten overstaan van het hele hof.’

‘Ik begrijp niet waar u naartoe wilt. Ik heb hier niets mee van doen. U kunt altijd uw beklag doen bij uw vader, al is die ongetwijfeld kwaad over uw gedrag op de dag van het vrijkopen, naar ik heb gehoord.’ ‘U bent verkeerd ingelicht. Niets heb ik in mijn voordeel gedaan. U verwart de waardigheid van het verdedigen van de belangen van het graafschap, die mij ertoe dreef de vernedering van ons vaandel te voorkomen, met kleingeestig eigenbelang.’

‘Ervan uitgaande dat het gegaan is zoals u zegt, verloor u die waardigheid bij het verdedigen ervan.’

‘Vrouwe, het is heel makkelijk om zaken te beoordelen vanuit de rust van uw vertrekken. De situatie was anders. De spanning had bezit genomen van alle leden van het gezantschap. En op dat moment moest de reputatie van het graafschap verdedigd worden. Overigens weet ik niet waarom ik u hier oorlogssituaties sta uit te leggen: u bent een vrouw, met alle beperkingen die daarmee gepaard gaan, en daarvoor ben ik niet gekomen.’

Almodis werd de situatie zoetjesaan beu en was niet van plan nog meer brutaliteiten aan te horen. ‘Die vrouw, die u met zoveel dédain behandelt, heeft anders inmiddels wel meer voor Barcelona gedaan dan u in uw hele leven.’

‘Waarbij zij mij volkomen marginaliseert en mijn rechten probeert te beknotten.’

‘De tijd om die te gebruiken is nog niet gekomen, als uw gedrag al geen beletsel zou vormen.’

‘Dat is wat u probeert te bereiken sinds u deze familie binnen bent gedrongen.’

‘Goed, laten we deze klucht beëindigen. Wat wilt u nu weer van me?’

‘Ik heb begrepen dat het mijn vader, de graaf, behaagd heeft om u te betalen voor ik weet niet welke diensten, al heb ik zo mijn vermoedens. Goed, ik geloof dat hij moet doen wat hij wil met zijn geld, maar niet met het mijne. Daarom vraag ik u mij het deel terug te geven waar ik recht op heb.’

De gravin dacht een tijdje over haar antwoord na. ‘Wat uw vader doet met zijn geld is, zoals u zegt, mijn zaak niet. En als het hem behaagd heeft mijn inspanningen bij alles wat ik voor dit graafschap gedaan heb en doe, te belonen, moet u bij hem gaan klagen. Wat mij betreft, alles wat ik voor u kan doen is u op mijn lijst van behoefdigen laten zetten die dagelijks tussen de middag soep krijgen bij de poorten van de kathedraal, aangezien u arm van geest bent. En als u mij nu niets meer te zeggen hebt, vraag ik u om mij alleen te laten met de mensen die me steevast betere momenten bezorgen dan u, telkens wanneer u me iets komt vertellen.’

Dauphin had de pech in de loop te zitten toen Pedro Ramón, rood van woede, het vertrek verliet. De kleine nar en zijn piepkleine krukje gingen tegen de grond als gevolg van een ruwe schop die de geïrriteerde prins ze toediende.

Ik geef je de aarde
Section0001.xhtml
Section0009.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0007_0002.xhtml
Section0007_0003.xhtml
Section0007_0004.xhtml
Section0007_0005.xhtml
Section0007_0006.xhtml
Section0007_0007.xhtml
Section0007_0008.xhtml
Section0007_0009.xhtml
Section0007_0010.xhtml
Section0007_0011.xhtml
Section0007_0012.xhtml
Section0007_0013.xhtml
Section0007_0014.xhtml
Section0007_0015.xhtml
Section0007_0016.xhtml
Section0007_0017.xhtml
Section0007_0018.xhtml
Section0007_0019.xhtml
Section0007_0020.xhtml
Section0007_0021.xhtml
Section0007_0022.xhtml
Section0007_0023.xhtml
Section0007_0024.xhtml
Section0007_0025.xhtml
Section0007_0026.xhtml
Section0007_0027.xhtml
Section0007_0028.xhtml
Section0007_0029.xhtml
Section0007_0030.xhtml
Section0007_0031.xhtml
Section0007_0032.xhtml
Section0007_0033.xhtml
Section0007_0034.xhtml
Section0007_0035.xhtml
Section0007_0036.xhtml
Section0007_0037.xhtml
Section0007_0038.xhtml
Section0008.xhtml
Section0007_0039.xhtml
Section0007_0040.xhtml
Section0007_0041.xhtml
Section0007_0042.xhtml
Section0007_0043.xhtml
Section0007_0044.xhtml
Section0007_0045.xhtml
Section0007_0046.xhtml
Section0007_0047.xhtml
Section0007_0048.xhtml
Section0007_0049.xhtml
Section0007_0050.xhtml
Section0007_0051.xhtml
Section0007_0052.xhtml
Section0007_0053.xhtml
Section0007_0054.xhtml
Section0007_0055.xhtml
Section0007_0056.xhtml
Section0007_0057.xhtml
Section0007_0058.xhtml
Section0007_0059.xhtml
Section0007_0060.xhtml
Section0007_0061.xhtml
Section0007_0062.xhtml
Section0007_0063.xhtml
Section0007_0064.xhtml
Section0007_0065.xhtml
Section0007_0066.xhtml
Section0007_0067.xhtml
Section0007_0068.xhtml
Section0007_0069.xhtml
Section0007_0070.xhtml
Section0007_0071.xhtml
Section0007_0072.xhtml
Section0007_0073.xhtml
Section0007_0074.xhtml
Section0007_0075.xhtml
Section0007_0076.xhtml
Section0007_0077.xhtml
Section0007_0078.xhtml
Section0007_0079.xhtml
Section0007_0080.xhtml
Section0007_0081.xhtml
Section0007_0082.xhtml
Section0007_0083.xhtml
Section0007_0084.xhtml
Section0007_0085.xhtml
Section0007_0086.xhtml
Section0007_0087.xhtml
Section0007_0088.xhtml
Section0007_0089.xhtml
Section0007_0090.xhtml
Section0007_0091.xhtml
Section0007_0092.xhtml
Section0007_0093.xhtml
Section0007_0094.xhtml
Section0007_0095.xhtml
Section0007_0096.xhtml
Section0007_0097.xhtml
Section0007_0098.xhtml
Section0007_0099.xhtml
Section0007_0100.xhtml
Section0007_0101.xhtml
Section0007_0102.xhtml
Section0007_0103.xhtml
Section0007_0104.xhtml
Section0007_0105.xhtml
Section0007_0106.xhtml
Section0007_0107.xhtml
Section0007_0108.xhtml
Section0007_0109.xhtml
Section0007_0110.xhtml
Section0007_0111.xhtml
Section0007_0112.xhtml
Section0007_0113.xhtml
Section0007_0114.xhtml
Section0007_0115.xhtml
Section0007_0116.xhtml
Section0007_0117.xhtml
Section0007_0118.xhtml
Section0007_0119.xhtml
Section0007_0120.xhtml
Section0007_0121.xhtml
Section0007_0122.xhtml
Section0007_0123.xhtml
Section0007_0124.xhtml
Section0007_0125.xhtml
Section0007_0126.xhtml
Section0007_0127.xhtml
Section0007_0128.xhtml
Section0007_0129.xhtml
Section0007_0130.xhtml