72 Ik ben al een vrouw
uth, die zeventien was geworden, had toestemming aan haar vader gevraagd om hem te spreken in zijn werkkamer. De oude man was verbaasd door dit vreemde verzoek, omdat hij zijn twee dochters die nog thuis woonden, Batseba en Ruth, elke dag en ieder uur zag, en alles besproken werd met medeweten van zijn echtgenote. Een jaar eerder was zijn oudste, Esther, in het huwelijk getreden met Binyamin Haim, de zoon van een bevriende rabbijn, en in Besalü gaan wonen, waar de familie van haar man vandaan kwam.
Omdat hij het vastberaden karakter van Ruth goed kende en wist dat ze niet op zou geven, had hij een afspraak met haar gemaakt voor de eerstvolgende sabbat. Hij wist dat zijn vrouw dan in de synagoge zou zijn met zijn andere dochter, en dat Ruth een uitvlucht zou zoeken om de ceremonie ter inzegening van de nieuwe thora niet bij te wonen.
Benvenist, zoals altijd omringd door manuscripten en oude documenten, bestudeerde aan zijn tafel een manuscript dat een oude vriend uit Toledo hem had gezonden. Hij wilde het aan Eudald Llobet laten zien, omdat hij de aartsdiaken beschouwde als de enige die in deze zaken voldoende autoriteit bezat, gezien zijn functie in de kathedraal, zijn heldere verstand en zijn open houding, die niet geneigd was tot religieuze discriminatie. Hij stond even open voor de vertaling van een serie Arabische gedichten van Hassan bin Zabit, of voor een komedie van de Griek Aristofanes, hoe scabreus het thema ook was, als voor een geschrift van de heilige Augustinus. Daar was de wisselaar mee bezig toen een zachte klop op zijn deur hem eraan herinnerde dat hij een afspraak had met zijn jongste dochter.
Daarop klonk de welluidende stem van het meisje: ‘Mag ik binnenkomen, vader?’
‘Natuurlijk, Ruth.’
De jonge vrouw opende de deur en ging het ruime vertrek binnen. Baruch bleef zich verbazen over het uiterlijk van dit wezen: haar ranke middel, het perfecte ovaal van haar gezicht en haar amandelvormige ogen. Daarbij kwam haar vastberadenheid, die weinig gemeen had met de houding van de vrouwen in zijn omgeving. En dit alles was ontsproten aan hem en aan zijn vrouw, die nu niet bepaald het toonbeeld van schoonheid genoemd kon worden en dat ook in haar jeugd niet was geweest.
‘Mag ik gaan zitten, vader?’
Iets in haar stem alarmeerde hem. Terwijl hij het perkament oprolde, antwoordde hij: ‘Maar natuurlijk, Ruth. Je gaat toch niet staande de ernstige zaak bespreken die je ertoe heeft gebracht zo’n merkwaardige afspraak met mij te maken?’
Hij dacht dat zijn dochter het geintje wel zou begrijpen en erop in zou gaan. In plaats daarvan kwam haar antwoord: ‘Ik ben blij dat u hebt aangevoeld dat wat ik u wil vertellen van vitaal belang is.’
De ernst op haar gezicht wakkerde de ongerustheid van de oude man aan.
‘Je verontrust me... Wat is er aan de hand, mijn dochter?’
‘Ziet u, vader, ik weet niet waar ik moet beginnen.’
‘Ga gewoon je gang, spreek ongeremd. We zijn alleen en hebben tijd genoeg.’
Ruth haalde diep adem. Haar vader strak in de ogen kijkend, stak ze van wal. ‘Goed. U heeft me altijd als een klein meisje behandeld. Ik weet niet of dat komt doordat ik de jongste zuster ben, of door welk ander motief dan ook, maar het feit wil dat ik me door u altijd klein heb gevoeld.’
‘Je zou wel eens gelijk kunnen hebben,’ erkende Baruch met een glimlach, ‘en het zou kunnen dat ik me er altijd tegen heb verzet je op te zien groeien. Maar sinds enige tijd behandel ik je met dezelfde consideratie als je zusters. Misschien heeft mijn overdaad aan vaderliefde, en de wens dat jij altijd mijn kleine bloempje zou blijven, deze houding veroorzaakt. Maar als dat het probleem is, weet dan dat het vanaf vandaag uit de weg geruimd zal zijn.’
‘Dat is het probleem niet.’ Ruth steunde met beide handen op de leuningen van haar stoel, alsof ze zich af moest zetten om verder te gaan. ‘Het probleem is dat u me nooit als een vrouw behandeld hebt. En nu... nu heb ik de problemen van een vrouw, niet van een klein meisje dat zich met een gembersnoepje laat troosten en zich verzoent met het gehoorzamen van alle geboden die haar toekomst beïnvloeden.’
‘Ruth, ik heb je al gezegd dat ik bereid ben me te beteren, en dat zeg ik zonder me te generen en zonder dat het mijn gezag als vader aantast. Ik bid je, als je een probleem hebt, vertel het me dan, en als het van mij afhangt, beschouw het dan als opgelost.’
Ruth ontweek zijn blik. Heel even maar. Toen keek ze haar vader weer recht in de ogen. ‘Lieve vader, moeder heeft me verteld over de verschillende huwelijkskandidaten.’ Ze zuchtte diep voordat ze verder ging. ‘Goed, bij dezen wil ik u zeggen dat ik met geen van hen zal trouwen.’
Baruchs mond viel open. Er viel een korte maar beladen stilte, waarin je de planken van de houten vloer kon horen kraken.
‘Weet je wel wat je zegt?’
‘Ik ben nog nooit zo zeker geweest van mijn woorden als nu.’ ‘Mag ik weten waar we deze onzin aan te danken hebben? Misschien dat er je nu nog geen bevalt, maar ik weet zeker dat je op een dag...’ ‘Mijn besluit is onherroepelijk, vader. Ik zal met geen van deze jongelingen trouwen.’
‘Je bent niet goed wijs! Je komt bij me klagen dat ik je als een kind behandel, en vervolgens sla je me toch een onzin uit... En zonder enige verklaring.’
De lippen van Ruth plooiden zich tot een glimlach die niet vrij was van trots. ‘Als de vrouw die ik ben, vader, vraag ik u mijn beslissing te respecteren zonder vragen te stellen. U zult de waarheid horen als de tijd daarvoor rijp is.’
Wat zeg je me nu?’
De wangen van Ruth werden rood en haar blik verloor zich in de ruimte. ‘Ik kan met niemand van hen trouwen, omdat mijn hart al aan iemand toebehoort.’
Benvenist stond op uit zijn stoel en begon met zijn handen op zijn rug door de kamer te lopen. ‘Mag ik weten om wie het gaat?’
‘Op dit moment niet, vader. Maar ik wil eerlijk zijn en u zeggen dat de man van wie ik houd, niet joods is.’
Baruch keek zijn dochter verbijsterd aan. ‘Je weet toch wel dat dit een onmogelijke liefde is?’
‘Niets is onmogelijk.’ Ruth stond op en keek haar vader nogmaals recht in de ogen. ‘Als het nodig is, zal ik mijn religie opgeven.’ Baruch, overdonderd en boos, kwam op zijn dochter af terwijl de afkeuring op zijn gezicht te lezen stond.
Zonder weg te kijken vervolgde Ruth: ‘Ik geloof dat het eervoller is om me te bekeren uit liefde dan uit winstbejag, zoals zovelen van uw geloofsgenoten hebben gedaan om te kunnen gedijen aan het hof van graaf Ramón Berenguer en gravin Almodis - die op hun beurt hun religie ook maar weinig serieus hebben genomen en, tot schande van hun onderdanen, jarenlang in flagrante zonde hebben geleefd.’ Baruch haastte zich naar het raam en sloot geschrokken de luiken. ‘Alsjeblieft, Ruth! Pas op je woorden, wij joden hebben al problemen genoeg zonder dat jij zulke meningen bij een open raam verkondigt zodat iedereen het kan horen. Je houdt vol dat je als een vrouw behandeld wilt worden, en babbelt met de achteloosheid van een kind...’
Omdat hij voelde dat een standje de zaken er niet beter op zou maken, besloot hij weer naar haar toe te gaan en haar heel ernstig toe te spreken.
‘Ik moet je zeggen dat noch ik, noch je moeder een dergelijke verbintenis ooit zou kunnen goedkeuren.’
‘Ik ben zeventien jaar, vader. Ik ben niet gekomen om uw toestemming te vragen; alleen om u op de hoogte te brengen van mijn besluit. Ik wil gelukkig worden in deze wereld, niet wachten op een hiernamaals dat ik nooit heb gezien. Noch iemand anders.’
‘Ruth, ik wilde het niet zover laten komen, maar je laat me geen andere keus. Ik verbied je deze liefde nog verder aan te moedigen...’ ‘U kunt me niets verbieden, vader,’ reageerde Ruth. ‘En ik zal u nog meer vertellen: hij weet nog niet dat ik van hem houd, maar als het me op een dag lukt, dan zal ik de hemel die christenen, joden en islamieten verkondigen, hier op aarde hebben. En ik verzeker u dat ik daar niet met mijn armen over elkaar op zal gaan wachten: ik zal alles doen wat in mijn macht ligt om het te bereiken.’
‘Wil je dat ik sterf van verdriet?’
‘U zult weten dat uw verdriet mijn zegen is. Als u zegt dat u van me houdt, moet u kiezen.’
Daarop stond het meisje op uit haar stoel en verliet ze met een buiging de werkkamer, Baruch sprakeloos achterlatend..