16 Laia Betancourt

Barcelona, mei 1052


e draagstoel, die deinde op het ritme van degenen die de handgrepen droegen, stak de stroom van de Cagalell over en ging het ommuurde gedeelte van de stad binnen via de poort van het Castellnou. Van daaruit ging het voorbij de Call en langs de kathedraal, die eeuwig in aanbouw was, naar het herenhuis van Bernat Montcusì, dat naast de stadsmuur lag.

 Binnen in de luxueuze draagkoets zaten twee vrouwen tegenover elkaar. De ene, die in de looprichting zat, was een mooi uitgedost meisje, gekleed als een volwassen vrouw, met een overgooier in ivoortinten die prachtig kleurde bij haar blanke huid. Haar hoofd was getooid met een kapje dat was afgezet met kleine grijze parels, die haar ogen accentueerden en die ook pasten bij de muiltjes aan haar voeten met witte kousen. De gezelschapsdame tegenover haar was rond de veertig jaar oud. Ze had een diepe gelaatskleur, was in donkere kleuren gekleed en haar hoofd was bedekt met een witte muts die het ovaal van haar gerimpelde gezicht omlijstte; haar blik was ernstig en haar houding stug.

‘Laia, me dunkt dat u van elke tegenslag een drama maakt. Ik weet heel goed dat de slavin die u wilde kopen om u gezelschap te houden in uw vrije tijd u beviel, maar uw vader heeft een order gegeven en wij hebben ons daaraan te houden.’

‘Ama, ik vraag of verlang nooit iets. Bernat is mijn vader niet: hij was de echtgenoot van mijn moeder, en zij is dood. Als het aan mij lag, zou ik liever in Puigcerda bij mijn oom in huis wonen. Hier voel ik me een gevangene. Ik kan niet uitgaan, heb geen vriendinnen en slijt mijn dagen met mijn studie en verplichtingen waar ik niets mee heb. Ze pasten dan misschien bij mijn moeder, maar ik zal haar nooit kunnen vervangen. Ik breng mijn tijd door met het gehoorzamen van mijn stiefvader en van volwassenen die ik... Daarom wilde ik een jonge slavin die me gezelschap zou houden.’

‘Houd op met klagen,’ vervolgde de gouvernante. ‘Don Bernat Montcusì aanbidt u en is bang u kwijt te raken. Daarom waakt hij over u.’

Laia vertrok haar lippen tot een opstandige grimas. ‘Het zal wel! Als het hem uitkomt, behandelt hij me als een vrouw, en als het hem niet uitkomt als een kind. Ik ben bijna veertien jaar oud en kom nergens waar jongeren van mijn leeftijd zijn. Hoe wilt u dat ik een echtgenoot vind die met me wil trouwen?’

‘Wees niet zo ongeduldig, meisje. Uw vader zal er als de tijd rijp is een voor u uitzoeken, op tactvolle wijze. U zult erfgename zijn van een van de grote nalatenschappen van het graafschap, en aangezien u enig kind bent, is het normaal dat u omringd wordt door een horde fortuinzoekers van allerlei pluimage. We kan ze beter schiften en selecteren om uw toekomst veilig te stellen, dan uw vader?’

‘Ik wil niet dat iemand een echtgenoot voor me uitzoekt,’ ging Laia hiertegen in. ‘Ik wil er zelf een vinden. Ik wil niet dat ze me beminnen om mijn fortuin: geld laat me koud. De man die met me trouwt, moet van mij houden.’

‘U bent niet alleen een jong meisje, maar nog dom ook: de vrouw behoort vanaf haar geboorte haar vader toe, en als ze volwassen is haar echtgenoot. Dat is onze lotsbestemming vanaf onze geboorte. Prijs uzelf gelukkig: uw vader zal voor u zorgen, en dat is het beste voor u.’

Maar Laia liet zich niet van haar stuk brengen. ‘Hij heeft dat recht niet: het is mijn stiefvader, dat heb ik u al duizend keer gezegd, en hij heeft me nooit voor zich gewonnen toen ik klein was.’

‘Zegt u niet zulke onzinnige dingen. De heer Montcusì is van nature streng, tegen iedereen, maar hij heeft altijd voor u gedaan wat hij kon.’

Het was een discussie die ze al meermalen gevoerd hadden, dus besloot Laia een ander onderwerp aan te snijden. ‘Goed, ama, we laten het rusten. De slavin die ik wilde kopen beviel me; de veilingmeester zei dat ze meerdere instrumenten bespeelde en kon voordragen in verschillende talen. Weet u wie de man was die tegen mij opbood?’

‘Barcelona is niet zo groot, Laia, maar denk je dat ik de namen ken van al de drieduizend zielen die er wonen?’

‘Probeer er dan achter te komen.’

‘Wat bent u dan van plan?’

‘Ik wil die slavin van hem kopen.’

Ik geef je de aarde
Section0001.xhtml
Section0009.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0007_0002.xhtml
Section0007_0003.xhtml
Section0007_0004.xhtml
Section0007_0005.xhtml
Section0007_0006.xhtml
Section0007_0007.xhtml
Section0007_0008.xhtml
Section0007_0009.xhtml
Section0007_0010.xhtml
Section0007_0011.xhtml
Section0007_0012.xhtml
Section0007_0013.xhtml
Section0007_0014.xhtml
Section0007_0015.xhtml
Section0007_0016.xhtml
Section0007_0017.xhtml
Section0007_0018.xhtml
Section0007_0019.xhtml
Section0007_0020.xhtml
Section0007_0021.xhtml
Section0007_0022.xhtml
Section0007_0023.xhtml
Section0007_0024.xhtml
Section0007_0025.xhtml
Section0007_0026.xhtml
Section0007_0027.xhtml
Section0007_0028.xhtml
Section0007_0029.xhtml
Section0007_0030.xhtml
Section0007_0031.xhtml
Section0007_0032.xhtml
Section0007_0033.xhtml
Section0007_0034.xhtml
Section0007_0035.xhtml
Section0007_0036.xhtml
Section0007_0037.xhtml
Section0007_0038.xhtml
Section0008.xhtml
Section0007_0039.xhtml
Section0007_0040.xhtml
Section0007_0041.xhtml
Section0007_0042.xhtml
Section0007_0043.xhtml
Section0007_0044.xhtml
Section0007_0045.xhtml
Section0007_0046.xhtml
Section0007_0047.xhtml
Section0007_0048.xhtml
Section0007_0049.xhtml
Section0007_0050.xhtml
Section0007_0051.xhtml
Section0007_0052.xhtml
Section0007_0053.xhtml
Section0007_0054.xhtml
Section0007_0055.xhtml
Section0007_0056.xhtml
Section0007_0057.xhtml
Section0007_0058.xhtml
Section0007_0059.xhtml
Section0007_0060.xhtml
Section0007_0061.xhtml
Section0007_0062.xhtml
Section0007_0063.xhtml
Section0007_0064.xhtml
Section0007_0065.xhtml
Section0007_0066.xhtml
Section0007_0067.xhtml
Section0007_0068.xhtml
Section0007_0069.xhtml
Section0007_0070.xhtml
Section0007_0071.xhtml
Section0007_0072.xhtml
Section0007_0073.xhtml
Section0007_0074.xhtml
Section0007_0075.xhtml
Section0007_0076.xhtml
Section0007_0077.xhtml
Section0007_0078.xhtml
Section0007_0079.xhtml
Section0007_0080.xhtml
Section0007_0081.xhtml
Section0007_0082.xhtml
Section0007_0083.xhtml
Section0007_0084.xhtml
Section0007_0085.xhtml
Section0007_0086.xhtml
Section0007_0087.xhtml
Section0007_0088.xhtml
Section0007_0089.xhtml
Section0007_0090.xhtml
Section0007_0091.xhtml
Section0007_0092.xhtml
Section0007_0093.xhtml
Section0007_0094.xhtml
Section0007_0095.xhtml
Section0007_0096.xhtml
Section0007_0097.xhtml
Section0007_0098.xhtml
Section0007_0099.xhtml
Section0007_0100.xhtml
Section0007_0101.xhtml
Section0007_0102.xhtml
Section0007_0103.xhtml
Section0007_0104.xhtml
Section0007_0105.xhtml
Section0007_0106.xhtml
Section0007_0107.xhtml
Section0007_0108.xhtml
Section0007_0109.xhtml
Section0007_0110.xhtml
Section0007_0111.xhtml
Section0007_0112.xhtml
Section0007_0113.xhtml
Section0007_0114.xhtml
Section0007_0115.xhtml
Section0007_0116.xhtml
Section0007_0117.xhtml
Section0007_0118.xhtml
Section0007_0119.xhtml
Section0007_0120.xhtml
Section0007_0121.xhtml
Section0007_0122.xhtml
Section0007_0123.xhtml
Section0007_0124.xhtml
Section0007_0125.xhtml
Section0007_0126.xhtml
Section0007_0127.xhtml
Section0007_0128.xhtml
Section0007_0129.xhtml
Section0007_0130.xhtml