15 april 2006, 23.45 uur
Ivan vertelde aan de technische recherche, meer als persoonlijke ontboezeming dan uit noodzaak, dat ze die avond een heftige ruzie hadden gehad, hij en zijn zoon, maar ook weer niet erger of minder erg dan andere avonden.
‘Neem het maar van me aan, heren.’
Dat benadrukte hij. Natuurlijk, Filippo had zich wel vreemder dan normaal gedragen die avond. Omdat hij zijn mond open had gedaan. Maar dat hield hij voor zich. En trouwens, het was zo’n vluchtige gedachte dat die niet echt tot hem doordrong. Het was een flits.
Terwijl de agent van de recherche beleefd achteruit bleef deinzen om zijn naar muffe wijn stinkende adem niet te hoeven ruiken, bleef Filippo’s vader er maar op hameren dat zijn zoon helemaal het verkeerde pad op was gegaan, maar echt totaal verkeerd, want zij hadden geen geld en dat joch zat alleen maar achter zijn computer, en hij had ook nog eens al zijn spaargeld uitgegeven om er een te kopen! En waarvoor? Vi-deospelletjes! En wat kon hij daartegen doen? Wie moest dit nu aan zijn vrouw vertellen? Toen barstte hij in tranen uit, en konden ze hem eindelijk wegvoeren en naar huis brengen, terwijl de andere mannen, in witte overalls, precies zoals in 2001: A Space Odyssey, verwoed bleven zoeken naar bewijzen, aanknopingspunten, sporen, met de grote en naderhand ook bevestigde kans dat ze die totaal niet zouden vinden.