Charlene

Vanaf het moment dat Annelies belde is ze nerveus geweest. Ze heeft last van zwetende handen en haar maag verbiedt elke vorm van voedsel.

Georgette is om halfelf gearriveerd. Ze heeft Sacha uitgebreid in bad gedaan, haar een fles gegeven en zoveel gekke bekken getrokken dat het kind de hik kreeg van het schateren. Ze dringt er zo subtiel mogelijk op aan dat Charlene toch iets eet.

'Ik probeer het echt,' zucht Charlene. 'Maar het lukt niet.'

'Zie je ertegen op?'

'Nee en ja. Ik vind het prima om Annelies te ontmoeten, maar ik had liever ergens op neutraal terrein afgesproken.'

'Dat kun je alsnog voorstellen.'

'Ik ga naar Beuningen, ik laat me niet kennen.'

'Wil je dat ik meega en ergens op je wacht?'

Charlene is verrast door dit voorstel. 'Dat zou ik niet eens een slecht idee vinden. Maar wat doen we dan met Sacha? Ze kan niet naar Marie José, die zit in Frankrijk.'

'Sacha kan toch gewoon mee? We laden de kinderwagen in, zorgen voor voldoende babyvoer en schone luiers en maken er een familiedagje van.' Georgette oppert het idee met een brede lach. 'Alleen oma mag niet mee, zo veel familie tegelijk kunnen we niet verwerken.'

'Vraagt ze wel eens naar ons?'

'Nee, lieverd. Maar ze vraagt ook nooit iets aan mij. Ze beperkt zich tot mededelingen over wat goed voor me is, wat beter zou zijn en wat ik in haar ogen fout doe. Ik zal blij zijn als ik in mijn eigen huis woon. Hoe heb ik het in hemelsnaam zo veel jaar thuis kunnen uithouden? Wat heeft mij toch bezield?'

'Irrelevante vragen, waar je niets mee opschiet.'

'Dat is waar. Ik kan me er beter niet druk om maken, maar soms bekruipt me een onbehaaglijk spijtgevoel. Genoeg gezeurd. Wat doen we?'

'We gaan samen. Ik zet jou af in het centrum. Het is mooi weer, je kunt lekker wandelen met Sacha en ik bel je als ik weer weg wil. We kunnen op de terugweg ergens eten.'

Het is druk op de snelweg, maar ze hebben genoeg tijd. De routeplanner is ingesteld.

'Je hebt haar gezien bij de crematie,' zegt Georgette. 'Hoe zag ze eruit?'

'Ik heb weinig gezien, ik zat de hele tijd in elkaar gedoken. Ik had het gevoel dat iedereen me bekeek. Ze had rood haar.'

'Geverfd?'

'Volgens mij niet.'

'En ze weet niets over een vader? Is hij dood of spoorloos verdwenen?'

'Uit wat ik er van Dennis over heb gehoord kon ik alleen opmaken dat hij onbekend was en dat ze dat verschrikkelijk vindt.'

Ze naderen Beuningen. Charlene volgt eerst de borden die de richting van het centrum aangeven. De routeplanner slaat op hol en de stem begint allerlei opdrachten door elkaar te roepen. Ze schakelt het ding uit en als ze het centrum bereikt hebben zet ze Georgette en Sacha af bij een grote parkeerplaats. Ze knuffelt haar dochter, die nog een beetje slaperig is, en omhelst haar zus.

'Hou je taai,' zegt Georgette. 'Bel me direct als het toch niet goed gaat.'

Charlene schakelt de routeplanner opnieuw in en een paar minuten later rijdt ze de straat in waar Annelies woont. Het zweet staat in haar handen.

En op haar rug. En op haar voorhoofd.

Ze wil weg, terug, verdwijnen uit deze straat, deze plaats, deze hele omgeving. Ze beseft dat ze Dennis hier niet vindt. Ze vreest het verlangen naar hem.

'Bestemming bereikt.' De stem van de routeplanner klinkt vriendelijk. Het lijkt of de stem Charlene wil bemoedigen. 

Charlene schrikt als Annelies haar vertelt dat er nog een andere gast is.

'Waarom schrik je?'

'Heb je een advocaat genomen of zoiets?'

'Welnee, waarom zou ik dat doen? Er is iemand die je al eerder hebt ontmoet. Marieke Vreeswijk. Kom binnen, dan leg ik je uit waarom zij er ook is.'

Marieke Vreeswijk, de geheime vriendin van Dennis. Hoe kent Annelies haar? Heeft Marieke haar ook benaderd met het verhaal dat ze iets wilde bespreken? Wie is deze vrouw? Wat zoekt ze hier?

Marieke kijkt weg als ze Charlene een hand geeft. Charlene ergert zich aan deze pseudo-onzekerheid. Ze kijkt strak naar de oudere vrouw en voelt de weerstand die er al eerder was weer naar boven komen. Ze is niet te vertrouwen. Misschien kan ze beter zelf weer vertrekken en een andere afspraak maken. Annelies biedt haar iets te drinken aan. Ze bedankt en probeert een tekst te bedenken die haar besluit aannemelijk maakt.

Annelies gebaart in de richting van Marieke. 'Jullie hebben elkaar al eens ontmoet, heb ik gehoord. Toen Dennis werd gecremeerd. Dat is mij totaal ontgaan. Ik herinner me weinig van die dag. Het was te erg, ik wilde niet beseffen wat er gebeurde.' Ze kijkt Charlene recht aan. 'Ik was er aanvankelijk stevig van overtuigd dat ik jou nooit zou willen ontmoeten. De ontdekking dat jij bestond en ook nog samen met Dennis een kind had, hakte er behoorlijk in.' De woorden zijn striemend en pijnlijk duidelijk.

'Dat kan ik me voorstellen.' Charlene vindt haar eigen antwoord zwak, maar ze weet niet wat ze anders moet zeggen. Ze weet op dit moment niets meer, het enige waar ze aan denkt is hoe ze hier zo snel mogelijk weer weg kan komen. Het was geen goed besluit om naar dit huis te gaan, ze hoort hier niet. Dit was het domein van Dennis en Annelies. Ook Marieke moet hier weg, die vrouw heeft hier helemaal niets te zoeken.

'Ik was erg onder de indruk van je brief,' zegt Annelies. 'Ik wil absoluut niet de fout maken die mijn moeder heeft ge-maakt: een kind weghouden van haar vader. Ik zal eerlijk zijn. Jullie vormen allebei in zekere zin voor mij een bedreiging. Ik wilde met geen van jullie alleen in huis zijn, daarom heb ik de ontmoeting op deze manier georganiseerd.'

Charlene voelt dat ze rustiger wordt. De eerlijkheid van Annelies stelt haar gerust, ze wordt hier niet belaagd, ze is welkom. Dennis is hier niet en was hier ook niet vaak. Wat zich in dit huis ook heeft afgespeeld tussen Annelies en hem, het gaat haar niet aan en ze kan er niets mee. Hij hield zijn leven in Utrecht en Beuningen strikt gescheiden en dat kan zij beter ook doen. 'Het is tamelijk onwerkelijk om hier te zijn,' zegt ze. 'Om jou te ontmoeten. Ik ben geen bedreiging, nooit geweest. Dennis heeft mij geen enkele toezegging gedaan voor de toekomst, hij is juist altijd heel duidelijk geweest over het feit dat hij jou niet wilde verlaten. liet kind was niet zijn idee, het overkwam hem. Dat moet je weten, het is de waarheid. Het kind is alleen mijn verantwoordelijkheid.'

'Volgens mij zijn er twee personen nodig om een kind te verwekken,' zegt Annelies.

'Daar heb je een punt,' valt Marieke haar bij. Ze richt zich tot Charlene. 'Je bent boos op mij en daar heb je reden toe. Ik was tamelijk onzorgvuldig, neem me niet kwalijk. De dood van Dennis heeft er nogal in gehakt.'

'Had jij ook een relatie met hem? Was dat wat je me wilde vertellen?' De vraag is gesteld terwijl ze nog bedenkt hoe ze hem het beste kan formuleren. Hij ploft tussen hen in en Charlene hoort haar eigen woorden nagalmen in haar oren.

Marieke vermijdt Charlenes ogen. 'Ik had niets met Dennis, niets meer dan een warm en vertrouwelijk praatcontact.'

'Sprak hij met jou veel over mij?'

'Hij vertelde wel over jou, maar onze gesprekken gingen vooral over de vader van Annelies.'

'Die is toch niet bekend?'

'Mijn man is de vader van Annelies. Het is een gevoelige kwestie in mijn schoonfamilie, een zorgvuldig bewaard geheim. Ik heb de hele geschiedenis aan Dennis verteld en hij stond op het punt om alles aan Annelies te vertellen toen hij...' Nu kijkt ze Charlene wel aan. 'We hebben het nu en dan over jou gehad. Wat jij over jullie relatie vertelde, klopt volgens mij. Dennis heeft ook tegen mij gezegd dat Annelies zijn vrouw was en bleef, daar kwam niemand tussen.'

Charlene krijgt bijna geen lucht. De woorden van Marieke treffen haar als mokerslagen. 

Ze was niet van plan om nog meer vragen te stellen over de relatie die Marieke met Dennis had. Ze was juist van plan daar niet verder over na te denken en haar achterdocht te beteugelen. Maar toen die zin kwam, werd ze bijna omvergeblazen door die woorden.

'Dennis heeft ook tegen mij gezegd dat Annelies zijn vrouw was en bleef, daar kwam niemand tussen.'

Zolang het haar eigen waarheid was, kon ze ertegen. De impact van die waarheid was een privé-geheim, een te negeren feit dat ze onder appel had. Tot nu, tot Marieke die woorden bijna achteloos uitsprak. Het zijn gruwelijke woorden.

Het is verraad.

De verstikkende woede met een borrelende bovenlaag zit er al een hele tijd. De woede hield zichzelf in bedwang, peilde de gelegenheden die tot het startsein konden leiden. Nu is er niets meer in bedwang te houden, Charlene brandt los. 'Ik vertrouw jou niet. Wie ben jij eigenlijk? Wat ben je van plan? Je komt op me af bij de crematie van de man van wie ik hou en die de vader is van mijn kind. Je schijnt alles te weten van onze relatie, je zou moeten begrijpen dat ik volledig onderuit ben gehaald. Je veinst empathie. Ik zie nog voor me hoe je me opving toen ik mijn evenwicht bijna verloor. Wat was dat voor theater? Je wilde iets met me bespreken, je drong erop aan dat het gesprek later zou plaatsvinden. Je noteerde mijn telefoonnummer en liet me vol vragen achter. Daarna volgde een definitieve radiostilte. Wat heb je te verbergen? Wat durf je niet te vertellen? Waarom doe je dit met me?' Ze haalt diep adem.'Ik heb nergens zo de pest aan als aan lafaards, als aan duikers, als aan gluiperige types. Kom op: wat hadden jullie samen?'

Het is de vraag van de bedrieger die meent bedrogen te worden, ze weet het. Maar het moet eruit, de vraag moet gesteld worden, iemand moet eraan geloven. Die Marieke Vreeswijk komt uitstekend in aanmerking.

De twee andere vrouwen hebben tot-aal verslagen geluisterd naar de bijna tomeloze woordenstroom die Charlene over Marieke uitstortte. In hun ogen volgen de emoties elkaar zichtbaar op. Er is schrik te zien, verwondering, verwarring, vertwijfeling. En medelijden. Het medelijden is het ergst.

Charlene wil nog veel meer zeggen, maar de woorden zijn op. Ze zijn verdwenen, op de laatste zin na. Die zin blijft hangen, galmt nog in haar oren, houdt zich nadrukkelijk staande.

'Kom op: wat baddert jullie samen?'

'La voelt zich leeg. Leeggehaald, onderuitgehaald, aangevallen. En uitgeput.

Ze wil de stilte te lijf gaan. Deze onaangename stilte die pijn doet.

Marieke is de eerste die iets zegt. 'Dennis en ik hadden niets om je bezorgd over te maken. Ik heb contact met hem gezocht toen ik besefte dat ik niet langer medeverantwoordelijk wilde zijn voor het verzwijgen van de waarheid over het vaderschap van mijn man. Hij wilde alles aan Annelies vertellen op de dag... Toen ik hoorde wat er met hem was gebeurd raakte ik in paniek. Ik durfde Annelies zelf niet rechtstreeks te benaderen en dacht dat jij misschien als tussenpersoon kon fungeren. Dat was een laffe gedachte. Het spijt me dat ik je lastigviel.' Ze schraapt haar keel. 'Wat is dit een vreemde situatie. Ik zit de vrouw die zelf nergens recht op heeft gerust te stellen.'

Charlene maakt een afwerend gebaar. Ze trekt haar schouders op en buigt haar hoofd. Ze zou op dit moment ergens anders willen zijn, ergens op een plek waar niemand haar kan bereiken.

Waar niemand haar kan kwetsen.

Maar de neiging om te vluchten duurt slechts een paar seconden. Op het moment dat de laatste zin van Marieke goed tot haar doordringt, volgt de tweede ontploffing. Ze heft haar hoofd op, trekt haar schouders naar achteren en stort zich verbaal voor de tweede keer op Marieke. 'Die nergens recht op heeft? Hoor ik het goed, heb ik nergens recht op? En wie bepaalt dat? Jij soms? Heb jij besloten dat jij in de positie bent om mij te beoordelen?' Ze herkent haar eigen stem niet. De hoge bijklank hoort niet bij haar. Toch wil ze niet stoppen. 'Je denkt zeker dat ik de blik in je ogen niet zag toen je me probeerde wijs te maken dat er niets tussen jou en Dennis was. Ik heb heel goed gezien hoe je keek. De leugen spatte eruit, mens, je geilde op hem. Het is echt om te kotsen!'

Marieke slaat een hand voor haar mond. Ze sluit haar ogen. 'Er was niets tussen Dennis en mij,' zegt ze zacht.

Charlene buigt zich naar haar toe. 'Je bedoelt dat er niets is gebeurd.'

'Stop hiermee, alsjeblieft,' fluistert Marieke. 

Ze had hier niet naartoe moeten gaan. Of misschien had ze direct weer moeten vertrekken toen ze hoorde dat Annelies nog iemand had uitgenodigd. Deze ontmoeting kan nergens toe leiden, behalve tot onrust, tot ruzie, tot tomeloos gifspuiten. Er zit zo veel gif in haar dat ze het er benauwd van krijgt.

Ze is duizelig.

'Neem een slok water,' adviseert Annelies, terwijl ze een glas voor Charlene neerzet.

'Je zou hem nooit zijn kwijtgeraakt door mij,' zegt Charlene.

'Hij mij misschien wel.' Het antwoord van Annelies klinkt rustig. Beheerst, koel.

'Wat doet het er nog toe?' vraagt Marieke zich hardop af.

'Niets, misschien ook alles.' Annelies richt zich op Charlene. 'Je hield heel veel van hem. Het was meer dan een verliefdheid.'

Charlene neemt een paar slokken water. 'Het was aanvankelijk alleen verliefdheid. Maar een andere verliefdheid dan ik eerder had meegemaakt. Het sleurde me mee, ik had niets meer onder controle. Ik weet niet hoe ik het precies moet uitleggen.'

'Laat me raden. Een toestand van fladderige, verwachtingsvolle, polariserende momenten. Het veroorzaakt energie en put je tegelijkertijd uit.'

Charlene kijkt haar aan. 'Mijn hele leven werd erdoor be-heerst. Ik wist niet meer wie ik was. Het was een maalstroom die me meesleurde, die me opzoog. Complete waanzin.'

Ze zwijgen.

'Het klopt niet dat ik dit met jou bespreek,' zegt Charlene. 'Het is in zekere zin onfatsoenlijk.'

'Het is ongebruikelijk,' antwoordt Annelies. 'En het veroorzaakt een dubbel gevoel. Ik hield ook van Dennis, ik ben die liefde niet kwijtgeraakt, ook al heeft ze een knauw gekregen. Ik geloofde in hem, in ons, in wat we samen hadden. Het is nooit in me opgekomen dat een andere vrouw ook een rol in zijn leven zou spelen.'

'De hoofdrol was voor jou. Ik had echt alleen een bijrol,' zegt Charlene. De conclusie is pijnlijk, ze wil ergens anders over praten. Ze kijkt naar Marieke, die met een strak gezicht naar de deur staart. 'Ik raakte even buiten mezelf. Het was niet nodig om dat allemaal te zeggen. Neem me niet kwalijk.'

Marieke blijft haar blik op de deur gericht houden. 'Het is wel goed. Laat me maar even met rust.'

Ze kan nu gewoon opstappen en zeggen dat ze weggaat. Ze kan vragen of Annelies nog eens wil nadenken over haar verzoek en haar later wil bellen. Ze kan eraan toevoegen dat haar vraag gericht was op het belang van Sacha, dat een aandenken aan Dennis later iets voor zijn dochter kan betekenen. Maar ze zegt niets, beweegt zich niet, stelt geen enkele vraag. Het praten over de verliefdheid triggert herinneringen die direct uitmonden in verlangen. En daarachter ligt de pijn van het onmetelijke verdriet op de loer. 'Ik wil de pijn niet voelen,' zegt ze. 'Ik wil de pijn steeds een paar passen voor blijven.'

De stilte omsluit hen.

De wereld staat stil.

De antieke pendule op de schoorsteen slaat vier keer. Ze kijken alle drie tegelijk naar de klok en daarna naar elkaar.

Charlene richt zich op Annelies. 'Jij laat me hier binnen en dat vind ik klasse. Hoe voel je je ten opzichte van Sacha?'

'Ze doet pijn en ze troost. Het doet pijn dat Dennis een kind kreeg met een andere vrouw en het troost dat er iets van hem voortleeft.'

'Ik heb haar meegenomen.'

De schrik is bijna tastbaar.

'Meegenomen? Waar is ze dan?' vraagt Annelies.

'Ze is bij mijn zus. Ik heb haar met Sacha afgezet in het centrum.' Charlene wrijft met haar vingertoppen over de tafel. Ze ziet wat ze doet en trekt haar handen terug.

'Laat ze maar hiernaartoe komen,' zegt Annelies.