Ergens lijken ze op elkaar.

Dennis is dood en Thomas leeft nog, maar hun huwelijk is allang voorbij. De vijand sloop langzaam binnen en was lange tijd niet te identificeren. Hij manifesteerde zich op een grillige en onvoorspelbare manier. Hij kroop in Thomas, nam bezit van hem, graaide naar zijn persoonlijkheid en liet niets van hem heel.

'Het is een frontontemporale dementie, ook wel de ziekte van Piek genoemd,' zei de neuroloog. 'Uw man lijdt aan de semantische vorm. Die vorm kenmerkt zich door een sluipend begin, verlies van woordbetekenis, gestoorde objectherkenning en verlies van sympathie en empathie.'

Door die woorden werd alles duidelijk. Door die woorden kon ze eindelijk begrijpen wat er gebeurd was.

Zou er ooit ruimte geweest zijn voor Dennis als Thomas niet ziek was geworden? Ze wil daar niet over nadenken. Ze wil haar hoofd leegmaken, Dennis verwijderen, alles wat met hem te maken heeft uit haar leven bannen.

Hij moet ook doodgaan in haar. 

Het servet met het telefoonnummer van Charlene ligt in een la van haar bureau. Marieke zou het geen probleem vinden als het spoorloos verdween. Ze denkt regelmatig aan de vrouw, aan de blik in haar ogen, aan haar verslagen houding. Ze hoort medelijden met haar te hebben, maar de jaloezie die zich aan haar opdringt is te krachtig. Die jaloezie is gericht op Charlenes moederschap. Marieke probeert zichzelf er voortdurend van te overtuigen dat ze haar kinderloosheid heeft aanvaard als een voldongen feit, onomkeerbaar en onoplosbaar. Soms drukt ze haar handen tegen haar oren om de herinneringen aan botte uitspraken over dit onderwerp tegen te houden.

'De natuur maakt haar eigen keuzes,' zei haar schoonmoeder.

'Waar maak je je druk om, mijn zus en ik hebben toch al voor nageslacht gezorgd?' merkte Jojanneke met een koele blik m haar ogen op.

Thomas had een uitgesproken mening. 'Ik ga me niet be- schikbaar stellen voor vernederende testen, waar zie je me voor aan? Aan mij kan liet niet liggen.' Die uitspraak irriteerde haar mateloos, ze vond hem nodeloos kwetsend. Toen wist ze nog niets van het geheim.

Ze was drie keer over tijd en ze zal nooit vergeten wat er toen niet haar gebeurde. Ze isoleerde zich van alles en iedereen, haar handen zochten voortdurend haar buik, ze streelde haar navel en fluisterde bemoedigende woorden tegen het leven dat voor haar al een vorm had. Ze zag een hoofdje, armpjes en beentjes, spartelende voetjes, zelfs een kloppend hartje. De droom spatte iedere keer na drie weken uit elkaar en het verlies haalde haar onderuit, maakte haar hopeloos eenzaam. De laatste keer was ze al eenenvijftig en ze wist zeker dat het die keer goed zou gaan. Ze negeerde de waarschuwende toon ergens in haar achterhoofd en voerde in gedachten discussies met de hele wereld over de risico's van een moederschap op middelbare leeftijd. Ze was ervan overtuigd dat de versmelting van een zaadcel van Thomas met een eicel van haar alleen een geestelijk gezond en intelligent kind kon opleveren. Ze wist pertinent zeker dat ze zich niet zou laten testen en dat ze de kans op een miskraam geen enkele ruimte zou geven. Natuurlijk wist ze dat ze in de overgang zou kunnen zijn, maar ze bestreed de mogelijkheid fanatiek en overtuigend. Ze wist zeker dat het haar op de valreep nog was gelukt om zwanger te worden en voelde zich sterker dan ooit tevoren. Ze was een winnaar, een overwinnaar. Ze dacht op een honende manier aan het noodlot waar ze altijd zo bang voor was geweest.

De dag dat ze haar verlies moest toegeven staat in haar geheugen gegrift. Die dag gooide ze voor het eerst iets kapot. De glazen schaal in de vorm van een vis, die de moeder van Thomas uit Sicilië had meegenomen. Een afschuwelijk ding, zelfs Thomas was het daarmee eens. Maar hij gebood haar de schaal te gebruiken als zijn ouders kwamen eten. Op die bewuste ochtend rukten haar handen het eerste wat in aanmerking kwam uit een keukenkast. Ze trapte de deur van de keuken open en smeet de visschaal tegen de muur van de garage. Ze raapte de stukken op en gooide opnieuw en opnieuw en ze ging door totdat het ding bijna geheel in glassplinters uiteen was gevallen. Daarna veegde ze alles zwaar hijgend bij elkaar en kieperde het in de vuilnisbak.