Charlene
Ergens in de buurt wordt gefluisterd. Het is de stem van haar moeder. Als die niet merkt dat ze wakker is, gaat ze vanzelf weer weg. Tegen wie zit ze te fluisteren?
'Ben je bij kennis? Hoor je me? Ik dacht dat ze haar oogleden bewoog. Misschien droomt ze. Ze droomde als kind altijd de meest bizarre dingen, ik werd er bang van. Het is natuurlijk niet echt, ze heeft gewoon te veel fantasie.'
Charlene wil weten waar ze is. Haar hoofd is zwaar, haar ogen doen pijn. Ze probeert zich te herinneren wat er is gebeurd. Op het moment dat ze die poging doet, lijkt haar hart stil te staan.
Sacha! Waar is haar kind?
En waar is Dennis?
'Zijn er nog steeds geen concrete plannen?' vroegen haar vriendinnen onlangs nog tijdens hun maandelijkse high tea.
'Hij is zijn vrouw aan het voorbereiden op een scheiding,' antwoordde Charlene. Ze had het gevoel dat ze zich moest verdedigen, terwijl de vraag niet anders klonk dan belangstellend informeren naar de laatste ontwikkelingen. Ze wilde zich verontschuldigen voor haar manier van reageren. Sinds ze Sacha heeft gekregen, lijkt ze zich overal voor te moeten verontschuldigen. Nog even en ze neemt het totale wereldleed op haar nek.
'Dat komt door de hormonen,' troostte Ma: ie José, een van haar vriendinnen, haar later. 'Je bent nog bezig met ontzwan- geren. Ik had dat ook, toen ik mijn eerste kind kreeg. Ik voelde me overal verantwoordelijk voor en ik zei voortdurend sorry. Het gaat vanzelf over en dan word je weer de lekkere bitch die je altijd was. Wel grappig, een softe Charlene.'
Charlene houdt niet van soft. Tot ze moeder werd. Sinds ze moeder is, jankt ze om alles. Zelfs een hond die bij de ingang van de supermarkt aan een paal vastzit en opgewonden blaft in de richting van de deur ontroert haar en brengt een neiging teweeg om hem los te maken en mee te nemen.
'Jij bent even goed de weg kwijt,' zei Marie José vorige week nog tegen haar, toen Charlene bijna moest huilen om een zwerver die op een bank in het park lag te slapen.
De andere twee vriendinnen die bij de club horen reageren minder begripvol. Ze vinden het aanstellerige streken, aan- dachttrekkerij en hysterie. Volgens Marie José reageren ze op die manier omdat ze zelf geen kinderen hebben.
Ze wil dat Dennis komt. Hij is hier in de buurt, dat voelt ze. Ze weet altijd precies wanneer hij dichtbij is. Hij lacht daarom. 'Nog even en ik koop een glazen bol voor je,' plaagde hij haar vorige week nog. 'Wie weet wat je daar dan allemaal in kunt zien.'
Er was ruzie, een kerel blies sigarettenrook in zijn gezicht en hij werd woest. Hij is de laatste tijd snel boos. Geïrriteerd, geagiteerd, onaangenaam. Een andere Dennis dan die ze kent. Ze kan weinig goed doen, hij vat alles wat ze zegt verkeerd op. Maar ze begrijpt het wel, het komt door de geboorte van hun kind, die gebeurtenis heeft hem aangegrepen en nu twijfelt hij meer dan ooit aan zijn besluit om met Annelies getrouwd te blijven. Niet dat hij daar ooit iets over heeft gezegd, maar dat is ook niet nodig. Ze ziet het aan de blik in zijn ogen, ze hoort het in zijn stem. Zijn vrouw zal toch eens moeten weten wat er gaande is. Ze kan niet blijven denken dat Dennis de dagen dat hij in Utrecht is alleen werkt en verder een teruggetrokken leven leidt. Dat deed hij wel - tot hij Charlene ontmoette.
Hij heeft veel te lang gewacht met iets te zeggen, ze hebben er vaak woorden over gehad. 'Push me niet zo,' schreeuwde hij soms. 'Dwing me niet in een richting waar ik niet wil zijn en laat het me op mijn eigen manier oplossen.' Zijn eigen manier is lange tijd niets doen, langzaam beginnen met aanstalten maken, terugdeinzen, twijfelen, weer aanstalten maken en in de paniek vluchten. Op dat moment kwam er ruzie. Bij ruzie haakte hij af. Soms liet hij daarna drie weken niets van zich horen. Als ze hardop tegen zichzelf begon te praten, zocht ze hem op en verleidde ze hem.
'Wat moet dat toch worden met ons?' vroeg hij als ze het hadden afgekust en uitgevreeën. Ze hebben altijd goede seks na een stevig meningsverschil en de beste seks na ruzie. Dennis noemt dat drenkelingenseks. Vastklampend, ademloos, nietsontziend vrijen, alsof je leven ervan afhangt. Nergens aan denken, alleen maar doen.
Ze heeft hem niets meer gevraagd over zijn mogelijke plannen om zijn vrouw te verlaten, nadat hun kind is geboren. Hij stond het niet toe. Hij was vrijwel onbereikbaar en keerde zich van haar af.
Charlene wil dat Sacha zijn naam krijgt. Desnoods ziet hij af van een huwelijk met haar, als dat maar geregeld wordt.
Er staat iemand naast haar. 'Bent u wakker?' vraagt een stem die niet van haar moeder is.
Charlene opent voorzichtig haar ogen. Het gaat moeizaam.
'Hebt u pijn?'
Het is een vrouw. Witte kleren. Uniform? 'Mijn hoofd. Het voelt raar. En er is iets met mijn arm.'
'U hebt een gebroken arm. Weet u waar u bent?'
'In een ziekenhuis?'
'In het Overvechtziekenhuis. Weet u wat er is gebeurd?'
'Waar is mijn baby?'
'Uw baby is nog op de kinderafdeling, daar blijft ze voor observatie. Het gaat goed met haar. Ze heeft geen letsel.'
Er valt een stilte. Een onheilspellende stilte. Dat mens moet nu ook iets over Dennis zeggen. Ze moet zeggen dat Dennis bij Sacha is en straks naar deze kamer komt. Hij is hier in de buurt.
Waarom zwijgt die verpleegkundige?
Charlene sluit haar ogen. Ze wil slapen.