Charlene

Haar vader is dood en het doet haar niets. Het enige wat ze voelt is opluchting. Als ze iets over haar vader zegt, is het negatief. Een paar dagen geleden ging ze zelfs zover dat ze de vrouw van Dennis openlijk benijdde omdat die niet weet wie haar vader is: 'Ik had graag met haar geruild.' Ze negeerde de geschokte blik in de ogen van Marie José.

De begrafenis was een ware happening, waar iedereen die meende iets voor te stellen tiptop uitgedost verscheen. Charlene herkende oude zakenrelaties van haar vader en hun vrouwen, die allemaal dezelfde strakgetrokken gezichten hadden. Uitdrukkingloze, rimpelschuwe gezichten, stuk voor stuk al jaren vluchtend voor de ouderdom. Toch zagen ze er in haar ogen stokoud uit. En onecht, vooral onecht. Een aantal van die oude zakenvrienden kwam tevoorschijn met een jonge blom, sommigen met een bolle buik. Charlene werd er onpasselijk van.

Vanaf het moment dat haar vader stierf tot de dag van de begrafenis was haar moeder overstuur, huilde ze aan één stuk door en riep ze voortdurend dat ze het niet had zien aankomen. Charlene en Georgette ondersteunden haar op de tocht naar het graf en moesten haar stevig vasthouden om te voorkomen dat ze door haar knieën zakte. Vanaf het moment dat de kist niet meer zichtbaar was en ze zich omdraaiden om de uitvaartleider te volgen naar de aula voor de condoleancebijeenkomst, schud- Charlenes moeder de steun van haar dochters met een geïr- riteerd gebaar van zich af en liep ze kaarsrecht achter de man aan. Ze liet zich condoleren zonder nog een traan te vergieten, sprak zonder hapering in haar stem en zei dat ze al heel lang rekening hield met het einde. Er hebben zich geen wanhopige ta- ferelen meer voorgedaan en een paar dagen geleden kwam Georgette een beetje geschokt vertellen dat mama alles wat aan papa herinnerde had verwijderd. 'Het lijkt of hij nooit in ons huis gewoond heeft,' zei ze.

Opeens is er nog meer geld. Charlene werd een beetje duizelig toen ze het nieuwe saldo zag op haar bankoverzicht. Ze zou met Dennis willen overleggen wat ze het beste met haar geld kan doen, ze zou hem met haar rijkdom willen verleiden. Maar ze weet dat dit niet zou lukken, omdat het ook niet lukte toen hij nog leefde. Het besef dat zelfs haar geld hem er niet toe bracht om voor haar en Sacha te kiezen schrijnt en woekert. Ze wil kwaad op hem zijn, net zo kwaad als ze altijd op haar vader is geweest. Het lukt niet. Alle boosheid is momenteel gericht op de man die haar hele jeugd heeft vergiftigd, haar het huis uit heeft gejaagd, haar heeft opgescheept met een diepgewortelde onzekerheid en faalangst. 'Je hoort je kinderen zo op te voeden dat ze weerbaar worden,' zei ze vlak na de begrafenis van haar vader tegen Marie José. 'Je hoort van ze te houden, ze te koesteren, te beschermen, ze zekerheid te bieden.'

'Dat ga jij ook doen,' was het antwoord.

Charlene had liever een vraag gehoord.

Georgette komt opeens vaker dan ooit tevoorschijn en speelt vol overgave met Sacha. Ze is van plan om weer te gaan studeren, heeft ze aan Charlene verteld, maar ze moet helemaal opnieuw beginnen. Het is te lang geleden dat ze stopte met de studie Nederlands, haar propedeuse is niet meer geldig. Geor- gette is onherkenbaar veranderd sinds hun vader is overleden. 

Ze toont belangstelling voor Charlene, hoewel ze zich gemakkelijk laat afwijzen. Ze doet niet echt veel moeite om contact te krijgen en richt zich snel op de baby.

Hun moeder is nog steeds niet langs geweest. Volgens Geor- gette heeft die het te druk met teaparty's, modeshows en uitstapjes. Ze is lid geworden van een weduweclub. De dames maken er blijkbaar een levensdoel van om zich te amuseren.

'Ze werd gebeld toen jullie bij mij op bezoek waren in het ziekenhuis,' vertelde Charlene. 'Ze deed heel geheimzinnig, ik dacht dat ze een minnaar had.'

'Eén? Ze grossiert in minnaars. Maar dat is en blijft een onbespreekbaar onderwerp.'

'Dat meen je niet.'

'Geloof me maar, onze moeder kan heel goed voor zichzelf zorgen en nog beter toneelspelen. Ze is een hoog gekwalificeerde drama queen.'

Zulke conversaties maken het leven alleen maar ingewikkelder, daarom stelt Charlene verder geen vragen aan Georgette en bekijkt ze haar zus met een aangenaam aanvoelende verbijstering. 'Laat je binnenkort nog aan je sleutelen?' kon ze een paar dagen geleden niet laten te vragen.

'Echt niet. Nooit meer.'

Deze zus is echt een volslagen onbekende. 

Die naam is een tijdje buiten beeld geweest. Eerst was er de .lood van haar vader, daarna de financiële afwikkeling van zijn erfenis, vervolgens het vertrek van de particuliere verpleging. Charlene ontdekt dat ze Marieke Vreeswijk op een zijspoor heeft gezet. Maar nu komt ze weer tevoorschijn en duikt samen met haar de achterdocht op.

Marieke Vreeswijk is een uitstekende kandidaat om als schuldige voor alle ellende aangewezen te worden. Charlene heeft een definitief vonnis over haar geveld. Als deze vrouw er niet was geweest, zou het tussen haar en Dennis heel anders zijn gelopen. Dat oude lijk is de oorzaak van zijn terughoudendheid geweest. Ze heeft hem ingepalmd en beïnvloed. Ze heeft zichzelf waarschijnlijk iets beloofd, maar de hoofdprijs is door haar vingers geglipt. En toen Dennis gecremeerd werd had ze er opeens behoefte aan om met Charlene aan te pappen. Als Charlene dergelijke dingen denkt, wordt ze duizelig van woede.

Ze probeert zich te herinneren wat deze vrouw precies tegen haar zei in het restaurant waar ze lunchten. Welke reden ze noemde om haar te willen spreken. Ze komt er niet uit. De dag van de crematie is een vage herinnering, waar nu en dan beelden uit opduiken die even blijven hangen en daarna direct weer verdwijnen. Alles is weggezakt in een donkere put.

Waarom heeft Marieke Vreeswijk nog steeds niet gebeld? 

Waarom heeft ze haar aangesproken? Wat wilde ze van haar? Misschien heeft ze er achteraf spijt van dat ze haar benaderd heeft en ligt het servet met het telefoonnummer van Charlene allang ergens op een vuilnisbelt.

Ze moet niet steeds aan Marieke Vreeswijk denken, die is exit. Prettig kennis gemaakt te hebben. Het beste. Niet tot ziens.

Hoewel...

Het is prettig om weer vaker met Sacha alleen te zijn. De aanwezigheid van de particuliere verpleegkundigen begon Charlene de laatste weken behoorlijk op te breken. Maar er zit ook een keerzijde aan. De woensdagen zijn extreem leeg. Ze betrapt zichzelf erop dat ze wacht op het geluid van de sleutel die in het slot van de voordeur wordt gestoken. Ze wacht op de bekende kreet in de gang. 'Ik ben er!'

'Iets in mij ontkent nog dat hij dood is,' vertrouwt ze Geor- gette toe. Die heeft saucijzenbroodjes meegebracht en ze in de oven gelegd. 'We lijken trouwens wel normale zussen,' gaat ze verder.

'Dat zijn we ook.'

'Sinds kort dan.'

'Sinds we geen vader meer hebben.' Georgette controleert de oven. 'Nog vijf minuten. Ze zijn van de bakker bij ons op de hoek, die maakt de lekkerste die er bestaan. Wat zei je precies? Ik heb de laatste tijd een geheugen als een zeef. O ja, we lijken wel normale zussen. Je bedoelt dat ik tegenwoordig normaal doe.'

Charlene schiet in de lach. 'Ja, dat bedoel ik. Je bent zelfs grappig.'

'Ik ben altijd jaloers geweest op jou,' zegt Georgette. 

Het is al nacht, maar de warmte blijft prominent aanwezig. Charlene heeft alle ramen van de slaapkamers tegen elkaar opengezet en inspecteert de ruimtes op de aanwezigheid van muggen. De ramen zijn voorzien van horren, maar soms lukt liet er een om toch binnen te komen. Ze haat muggen. Ze tuurt langs de plafonds en muren met de vliegenmepper in de aan- slag.

Sacha slaapt. Haar gezichtje is rood van de warmte, ze ligt op haar rug, armpjes en beentjes gespreid. Ze was vandaag een beetje dreinerig, ze greep alles wat in aanmerking kwam om op te kauwen stevig vast en stopte het in haar mond.

'Ze lijkt op jou,' stelde Marie José onlangs vast. 'Ze heeft dezelfde mond, jouw neus. Vooral als ze lacht, is het één gezicht.'

'Ze heeft de ogen van Dennis,' zei Charlene.

Charlene trekt een dunne kimono aan en gaat in de tuin zitten. Het is doodstil om haar heen. Nergens is nog licht, er klinken geen stemmen meer. Ze heeft een glas koude rosé voor zichzelf ingeschonken. Haar lievelingsdrank voor warme avonden. Dennis dronk liever ijsthee met veel ijsblokjes erin en vers citroensap. 

Ze wil niet denken aan wat Dennis graag dronk, waar hij graag zat, wat hij graag deed, ze wil dat hij uit haar gedachten verdwijnt. Hij doet te veel pijn, hij veroorzaakt te veel heimwee, hij brengt te veel in haar naar boven dat ze niet gebruiken kan. Iedereen probeert het onderwerp dode Dennis zo veel mogelijk te vermijden, op dezelfde manier waarop de levende Dennis weinig ruimte kreeg. Dat stelt haar gerust en ergert haar tegelijk. Het is nog steeds hetzelfde, Dennis wordt zelfs nu hij dood is nog gewantrouwd en zij wordt nog bekritiseerd omdat ze genoegen nam met wat er was. Niet veel. Te weinig. Illegaal en kansloos.