Voorkennis

onderweg van boston naar new york, 31 oktober 1902

De meeste treinreizigers hebben zich in hun wagon en coupé gevestigd om te lezen of te slapen of de reis op een andere manier door te brengen. Gangen waarin het wemelde van de mensen zijn nagenoeg leeg nu Poppet en Widget zo stil als katten van wagon naar wagon gaan.

Aan elke coupédeur hangt een kaartje met namen. Ze stoppen bij de deur waaraan de naam ‘C. Bowen’ hangt. Widget heft zijn hand en tikt zachtjes op het matglas.

‘Kom binnen,’ klinkt een stem van binnen, en Poppet schuift de deur open.

‘Storen we?’ vraagt ze.

‘Nee,’ zegt Celia. ‘Kom maar binnen.’ Ze sluit het boek vol symbolen dat ze aan het lezen was en legt het op een tafeltje. De hele coupé ziet eruit alsof er een explosie heeft plaatsgevonden in een bibliotheek, stapels boeken en papieren over de fluwelen banken en glanzend houten tafeltjes. Het licht danst door de ruimte met de beweging van de trein en weerkaatst van de kristallen kroonluchters aan het plafond.

Widget schuift de deur achter zich dicht en doet de klink erop.

‘Willen jullie thee?’ vraagt Celia.

‘Nee, bedankt,’ zegt Poppet. Ze kijkt nerveus naar Widget, die alleen maar knikt.

Celia kijkt hen aan. Poppet staat op haar lip te bijten en weigert Celia in de ogen te kijken. Widget leunt tegen de deur.

‘Vertel op,’ zegt ze.

‘We… we hebben een probleem,’ zegt Poppet.

‘Wat voor probleem?’ vraagt Celia. Ze schuift een stapel boeken opzij zodat ze op de paarsblauwe bankjes kunnen zitten, maar de tweeling blijft staan.

‘Volgens mij is iets wat moest gebeuren niet gebeurd,’ zegt Poppet.

‘En wat mag dat wel zijn?’ vraagt Celia.

‘Onze vriend Bailey moest met ons meekomen.’

‘O ja, daar zei Widget al iets over,’ zegt Celia. ‘Ik neem aan dat hij niet gekomen is?’

‘Nee,’ zegt Poppet. ‘We hebben op hem gewacht, maar hij is niet komen opdagen. Ik weet niet of dat was omdat hij niet wilde of omdat we te vroeg zijn weggegaan.’

‘Juist,’ zegt Celia. ‘Het lijkt me een grote beslissing, besluiten of je wel of niet van huis weg wilt gaan om op reis te gaan met een circus. Misschien had hij niet genoeg tijd om er goed over na te denken.’

‘Maar het was de bedoeling dat hij mee zou komen,’ zegt Poppet. ‘Ik wéét dat het de bedoeling was dat hij meekwam.’

‘Heb je iets gezien?’ vraagt Celia.

‘Min of meer.’

‘Hoe kun je nu min of meer iets zien?’

‘Het is niet zo duidelijk als vroeger,’ zegt Poppet. ‘Ik zie niks meer heel duidelijk. Het zijn stukjes en beetjes die onlogisch zijn. Al een jaar lang is niks hier logisch, en dat weet jij ook.’

‘Volgens mij overdrijf je, maar ik begrijp dat het zo kan lijken,’ zegt Celia.

‘Ik overdrijf niet,’ zegt Poppet, en ze verheft haar stem.

De kroonluchters beginnen te beven en Celia sluit haar ogen, haalt diep adem en wacht tot ze weer zachtjes deinen voordat ze verdergaat.

‘Poppet, niemand is zo van streek over wat er vorig jaar is gebeurd als ik. En ik heb al eerder tegen je gezegd dat het niet jouw schuld is, en dat niemand iets had kunnen doen om het te voorkomen. Jij niet, ik niet, niemand. Begrijp je dat?’

‘Ja,’ zegt Poppet. ‘Maar wat heeft het voor zin de toekomst te zien als ik niets kan doen om het tegen te houden?’

‘Je kunt dingen niet tegenhouden,’ zegt Celia. ‘Je kunt er alleen op voorbereid zijn.’

‘Jij kunt ze tegenhouden,’ mompelt Poppet, en ze kijkt om zich heen naar de overdaad aan boeken.

Celia legt een vinger onder Poppets kin en draait haar gezicht naar zich toe. ‘Er is maar een handjevol mensen in deze trein die enig idee hebben hoe belangrijk ik ben voor het voortbestaan van het circus,’ zegt ze. ‘En ook al weten jullie dat ook en zijn jullie heel erg slim, jullie kunnen de omvang van wat hier gebeurt niet bevatten, en als dat wel zo was zouden jullie dat maar niets vinden. Kom op, vertel me wat je min of meer zag.’

Poppet sluit haar ogen en probeert zich te concentreren. ‘Ik weet het niet,’ zegt ze. ‘Het was heel fel, alles stond in brand, en Bailey was er.’

‘Daar heb ik niet genoeg aan,’ zegt Celia.

‘Meer heb ik niet,’ zegt Poppet. ‘Ik heb niks meer duidelijk gezien sinds…’

‘En dat komt waarschijnlijk omdat je daarna niets meer duidelijk wílde zien, en dat kan ik je niet kwalijk nemen. Maar als je wilt dat ik iets doe om dit te voorkomen, wat het ook is, dan heb ik meer informatie nodig.’

Ze maakt haar lange zilveren ketting los en kijkt hoe laat het is op het zakhorloge dat eraan hangt. Vervolgens houdt ze het voor Poppets ogen.

‘Alsjeblieft, Poppet,’ zegt Celia. ‘Je hebt hier de sterren niet voor nodig. Kijk hier maar naar, ook als je dat niet wilt.’

Poppet fronst haar wenkbrauwen, maar richt haar aandacht dan op het zilveren horloge dat in het warme licht van de trein heen en weer zwaait.

Haar ogen knijpen samen en richten zich op de reflecties in de curve van het horloge, en dan krijgt haar blik iets zachts. Ze ziet iets voorbij het horloge, voorbij de trein.

Ze begint te deinen als haar ogen knipperend dichtgaan en ze valt naar achteren. Widget springt naar voren om haar op te vangen voordat ze de grond raakt.

Celia helpt hem Poppet naar een van de fluwelen bankjes bij de tafel te brengen, terwijl op een plank ernaast een pot thee zelf thee schenkt in een porseleinen kopje met een dessin van bloemen.

Poppet knippert even met haar ogen en kijkt op naar de kroonluchters alsof ze die voor het eerst ziet, waarna ze zich omdraait naar Celia en het kopje thee aanpakt.

‘Dat deed pijn,’ zegt Poppet.

‘Het spijt me, lieve Poppet,’ zegt Celia. ‘Ik denk dat je weer beter gaat zien, zodat het lastiger voor je wordt het te onderdrukken.’

Poppet knikt en masseert haar slapen.

‘Vertel me alles wat je zag,’ zegt Celia. ‘Alles. Het kan me niet schelen of het niet logisch is. Probeer het te beschrijven.’

Poppet kijkt in haar thee voordat ze begint. ‘Er is een vuur,’ zegt ze. ‘Het begint met het vuur op de binnenplaats, maar… groter, en het zit niet ergens in. Alsof de hele binnenplaats in brand staat. Er is een hard geluid en die hitte, en…’ Poppet zwijgt en sluit haar ogen als ze zich probeert te concentreren op de beelden in haar hoofd. Ze opent haar ogen en kijkt weer naar Celia. ‘Jij bent er ook bij. Je bent met iemand anders en volgens mij regent het, en dan ben je er niet meer, maar toch ook weer wel, ik kan het niet uitleggen. En dan is Bailey er, niet tijdens de brand maar erna, geloof ik.’

‘Hoe zag die andere persoon eruit?’ vraagt Celia.

‘Het was een man. Hij was lang en droeg een pak en had een bolhoed op, geloof ik. Ik kon het niet goed zien.’

Celia slaat haar handen even voor haar gezicht voordat ze verdergaat. ‘Als dat is wie ik denk dat het is, dan weet ik zeker dat hij zich momenteel in Londen bevindt, dus misschien vindt dit niet zo snel plaats als je denkt.’

‘Maar ik weet zeker dat dat wel zo is,’ werpt Poppet tegen.

‘Timing is nooit je sterke kant geweest. Je zei zelf dat die vriend van je ook aanwezig was bij dit voorval, en je klaagde net dat hij niet meegekomen is. Dit kan wel weken, maanden of jaren duren, Poppet.’

‘Maar we moeten iets dóén,’ zegt Poppet, en met een klap zet ze haar theekopje op de tafel. De thee stopt voordat hij over een open boek stroomt, alsof er zich een onzichtbare muur omheen bevindt. ‘Om voorbereid te zijn, zoals je zelf al zei.’

‘Ik zal doen wat ik kan om te voorkomen dat het circus in rook opgaat. Ik zal het zo goed mogelijk beschermen tegen brand. Is dat voor nu genoeg?’

Poppet wacht even en knikt dan.

‘Goed,’ zegt Celia. ‘Over een paar uur zijn we de trein uit, dan kunnen we hier verder over praten.’

‘Wacht,’ zegt Widget. Hij zit op een van de fluwelen bankjes in de hoek en heeft zich niet in het gesprek gemengd. Nu wendt hij zich tot Celia. ‘Voordat je ons wegstuurt heb ik nog een vraag.’

‘Zeg het maar.’

‘Je zei dat we niet kunnen bevatten wat hier gebeurt.’

‘Dat was waarschijnlijk niet de beste woordkeuze.’

‘Het is een spel, hè?’ vraagt Widget.

Celia kijkt hem aan, en om haar lippen speelt een treurig lachje. ‘Je hebt er zestien jaar over gedaan om dat uit te vogelen,’ zegt ze. ‘Ik had meer van je verwacht, Widge.’

‘Ik vermoedde het al een tijdje,’ zegt hij. ‘Het is niet makkelijk om dingen te zien waarvan jij niet wilt dat ik ze weet, maar de laatste tijd pik ik er stukjes van op. Je bent minder behoedzaam dan voorheen.’

‘Een spel?’ vraagt Poppet, en ze kijkt heen en weer van haar broer naar Celia.

‘Als schaken,’ zegt Widget. ‘Het circus is het schaakbord.’

‘Niet echt,’ zegt Celia. ‘Het is niet zo rechtlijnig als schaken.’

‘Spelen we allemáál een spel?’ vraagt Poppet.

‘Wij niet,’ zegt Widget. ‘Zij en iemand anders. De rest van ons is… Ja, wat zijn we eigenlijk? Extra pionnen?’

‘Zo zit het niet,’ zegt Celia.

‘Hoe dan wel?’ vraagt Widget.

Celia kijkt hem slechts aan en houdt haar blik strak op de zijne gericht.

Widget kijkt zwijgend terug terwijl Poppet verbaasd toekijkt.

Uiteindelijk knippert Widget met zijn ogen, duidelijk verrast. Dan kijkt hij neer naar zijn schoenen.

Celia zucht, en als ze het woord neemt richt ze zich tot hen beiden. ‘Als ik niet helemaal eerlijk tegen jullie ben geweest, is dat alleen maar omdat ik heel veel dingen weet die jullie niet willen weten. Ik vraag jullie me te vertrouwen als ik tegen jullie zeg dat ik alles beter probeer te maken. Het is een uiterst verfijnd evenwicht en er komt heel veel bij kijken. Het beste wat we nu kunnen doen is niet vooruitkijken en ons geen zorgen maken over dingen die gebeurd zijn of dingen die nog moeten gebeuren. Afgesproken?’

Widget knikt en Poppet volgt aarzelend zijn voorbeeld.

‘Dank je,’ zegt Celia. ‘Probeer nu alsjeblieft uit te rusten.’

Poppet omhelst haar zwijgend en glipt de deur uit.

Widget draalt even.

‘Het spijt me,’ zegt hij.

‘Er is niets om spijt van te hebben,’ zegt Celia tegen hem.

‘Toch spijt het me.’

Hij kust haar op de wang en gaat dan weg zonder haar reactie af te wachten.

‘Wat moest dat voorstellen?’ vraagt Poppet hem, als Widget zich bij haar voegt.

‘Ze liet me haar lezen,’ zegt Widget. ‘Helemaal, zonder iets te verbergen. Dat heeft ze nooit eerder gedaan.’ Hij weigert er verder nog iets over te zeggen als ze door de hele trein teruglopen.

‘Wat denk jij dat we moeten doen?’ vraagt Poppet als ze hun coupé bereiken en er een oranje poesje op haar schoot kruipt.

‘Ik denk dat we moeten wachten,’ zegt Widget. ‘Ik denk dat dat het enige is wat we kunnen doen.’

 

nu celia alleen is in haar met boeken gevulde vertrek begint ze haar zakdoek in repen te scheuren. Eén voor één gooit ze elk stukje zijde en kant in een leeg theekopje, waarna ze het in brand laat vliegen. Ze herhaalt dit proces keer op keer, tot de stof brandt zonder te verkolen, maar in de vlam glimmend en wit blijft.

 

Het nachtcircus
x97890234663071.xhtml
x97890234663072.xhtml
x97890234663073.xhtml
x97890234663074.xhtml
x97890234663075.xhtml
x97890234663076.xhtml
x97890234663077.xhtml
x97890234663078.xhtml
x97890234663079.xhtml
x978902346630710.xhtml
x978902346630711.xhtml
x978902346630712.xhtml
x978902346630713.xhtml
x978902346630714.xhtml
x978902346630715.xhtml
x978902346630716.xhtml
x978902346630717.xhtml
x978902346630718.xhtml
x978902346630719.xhtml
x978902346630720.xhtml
x978902346630721.xhtml
x978902346630722.xhtml
x978902346630723.xhtml
x978902346630724.xhtml
x978902346630725.xhtml
x978902346630726.xhtml
x978902346630727.xhtml
x978902346630728.xhtml
x978902346630729.xhtml
x978902346630730.xhtml
x978902346630731.xhtml
x978902346630732.xhtml
x978902346630733.xhtml
x978902346630734.xhtml
x978902346630735.xhtml
x978902346630736.xhtml
x978902346630737.xhtml
x978902346630738.xhtml
x978902346630739.xhtml
x978902346630740.xhtml
x978902346630741.xhtml
x978902346630742.xhtml
x978902346630743.xhtml
x978902346630744.xhtml
x978902346630745.xhtml
x978902346630746.xhtml
x978902346630747.xhtml
x978902346630748.xhtml
x978902346630749.xhtml
x978902346630750.xhtml
x978902346630751.xhtml
x978902346630752.xhtml
x978902346630753.xhtml
x978902346630754.xhtml
x978902346630755.xhtml
x978902346630756.xhtml
x978902346630757.xhtml
x978902346630758.xhtml
x978902346630759.xhtml
x978902346630760.xhtml
x978902346630761.xhtml
x978902346630762.xhtml
x978902346630763.xhtml
x978902346630764.xhtml
x978902346630765.xhtml
x978902346630766.xhtml
x978902346630767.xhtml
x978902346630768.xhtml
x978902346630769.xhtml
x978902346630770.xhtml
x978902346630771.xhtml
x978902346630772.xhtml
x978902346630773.xhtml
x978902346630774.xhtml
x978902346630775.xhtml
x978902346630776.xhtml
x978902346630777.xhtml
x978902346630778.xhtml
x978902346630779.xhtml
x978902346630780.xhtml
x978902346630781.xhtml
x978902346630782.xhtml
x978902346630783.xhtml
x978902346630784.xhtml
x978902346630785.xhtml
x978902346630786.xhtml
x978902346630787.xhtml
x978902346630788.xhtml
x978902346630789.xhtml