Horologie
münchen, 1885
Herr Friedrick Thiessen krijgt in zijn werkplaats in München onverwacht bezoek van een Engelsman die Ethan Barris heet. Mr Barris geeft toe dat hij al een tijdje naar hem op zoek is, sinds hij enkele door Thiessen vervaardigde koekoeksklokken heeft bewonderd. Een plaatselijke winkelier heeft hem verteld waar hij Thiessen kan vinden.
Mr Barris vraagt of Herr Thiessen er oren naar zou hebben een uurwerk in opdracht te maken. Herr Thiessen heeft een gestage stroom opdrachten voor maatwerk en deelt Mr Barris dat mee. Hij wijst op een plank met variaties op traditionele koekoeksklokken, van zeer eenvoudige tot klokken die heel zonderling van vorm zijn.
‘Ik weet niet zeker of u begrijpt wat ik bedoel, Herr Thiessen,’ zegt Mr Barris. ‘Dit zou een pronkstuk zijn, een curiositeit. Uw klokken zijn indrukwekkend, maar wat ik wil is iets werkelijk uitzonderlijks, ein Meisterwerk. En geld speelt absoluut geen rol.’
Herr Thiessen is nu geïntrigeerd en vraagt om specificaties en details. Hij krijgt niet veel te horen: enkele beperkingen wat betreft het formaat (maar het uurwerk moet nog steeds vrij groot worden) en het mag alleen geschilderd worden in zwart, wit en grijstinten. Verder zijn de constructie en decoratie geheel aan hem. Artistieke vrijheid, aldus Mr Barris. ‘Dromerig’ is het enige concrete woord dat hij gebruikt om de klok te beschrijven.
Herr Thiessen stemt in en de twee mannen schudden elkaar de hand. Mr Barris zegt dat hij contact zal houden, en een paar dagen later wordt er een envelop bezorgd met een buitensporige hoeveelheid geld, het verzoek om over enkele maanden te leveren en een adres in Londen waar de klok naar verscheept moet worden.
Herr Thiessen heeft er het grootste deel van die maanden voor nodig om de klok te maken. Hij werkt aan bijna niets anders, wat door de som geld die ermee gemoeid is goed te doen is. Wekenlang is hij bezig met het ontwerp en het mechaniek. Hij huurt een assistent in om een deel van het rudimentaire houtwerk af te ronden, maar de details neemt hij zelf voor zijn rekening. Herr Thiessen houdt van details en hij houdt van een uitdaging. Hij centreert het hele ontwerp rond dat ene specifieke woord dat Mr Barris gebruikte. Dromerig.
Het eindresultaat is schitterend. Op het eerste gezicht is het gewoon een klok, een vrij grote zwarte klok met een witte wijzerplaat en een zilveren pendule. Vanzelfsprekend uitmuntend vervaardigd, met verfijnd houtwerk en een perfect geschilderde wijzerplaat, maar toch een klok, meer niet.
Dat is echter voordat hij wordt opgewonden. Voordat hij begint te slaan, zwaait de pendule rustig en gelijkmatig heen en weer, maar dan verandert de klok in iets anders.
De veranderingen vinden langzaam plaats. Om te beginnen verandert de kleur van de wijzerplaat, van wit naar grijs, en dan drijven er wolken voor, die verdwijnen als ze de andere kant bereiken.
Intussen ontvouwen delen van de kast zich en sluiten zich weer als puzzelstukjes in elkaar. Alsof de klok langzaam en elegant uit elkaar valt.
Dit alles duurt uren.
De wijzerplaat van de klok wordt donkerder grijs en dan zwart, met fonkelende sterren waar voorheen de getallen zichtbaar waren. De kast van de klok, die zichzelf systematisch binnenstebuiten keert en uitzet, bestaat nu volledig uit subtiele tinten wit en grijs. En het zijn niet gewoon stukken, het zijn figuren en voorwerpen, volmaakt gesneden bloemen, planeten en minuscule boekjes met echte pagina’s van papier die omslaan. Er is een zilveren draak die zich om een deel van het nu zichtbare uurwerk kronkelt, en er is een minuscule prinses in nood in een gebeeldhouwde toren die wacht op een afwezige prins. Er zijn theepotten die kopjes volschenken waaruit piepkleine dampwolkjes verrijzen terwijl de seconden wegtikken. Ingepakte cadeautjes gaan open. Kleine poesjes zitten kleine hondjes achterna. Er wordt een volledige schaakpartij gespeeld.
In het midden, waar in een traditionelere klok de koekoek leeft, bevindt zich een jongleur. Hij is gekleed als harlekijn, met een grijs masker, en jongleert met glimmende zilveren ballen die corresponderen met elk uur. Elke keer dat de klok luidt, voegt zich een nieuwe bal bij de rest, tot de jongleur om middernacht in een complex patroon met twaalf ballen jongleert.
Na middernacht klapt de klok langzaam weer in. De wijzerplaat wordt lichter en de wolken keren terug. Het aantal ballen van de jongleur neemt af, tot hij zelf ook verdwijnt.
Om twaalf uur ’s middags is het weer een klok en niet langer een droom.
Een paar weken nadat de klok verscheept is, ontvangt Herr Thiessen een brief van Mr Barris, die hem uitvoerig bedankt en zich verwondert over het vernuft van het apparaat. ‘Hij is volmaakt,’ schrijft hij. De brief gaat gepaard met nog een exorbitant geldbedrag, genoeg om gerieflijk met pensioen te kunnen gaan, als Herr Thiessen dat zou willen. Dat wil hij echter niet, en hij blijft in zijn werkplaats in München klokken maken.
Hij staat er verder niet bij stil, hoewel hij zich af en toe afvraagt hoe het met de klok gaat, en waar die nu is (hoewel hij – ten onrechte – aanneemt dat de klok in Londen verblijft), vooral wanneer hij aan een klok werkt die hem aan de Wunschtraum-klok doet denken. Zo noemde hij de klok tijdens de lastige periodes waarin hij eraan werkte, toen hij nog niet zeker wist of hij de droom wel kon realiseren.
Na die ene brief hoort hij nooit meer iets van Mr Barris.