Een smeekbede

concord, massachusetts, 30 oktober 1902

De schapen zijn vandaag in een vreselijk humeur als Bailey ze van het ene naar het andere veld probeert te brengen. Ze bieden weerstand aan gepor, gevloek en geduw en houden vol dat het gras in hun huidige veld veel lekkerder is dan dat aan de andere kant van het hek, achter het lage stenen muurtje, hoezeer Bailey ze ook van het tegendeel probeert te overtuigen.

En dan klinkt achter hem een stem. ‘Hallo, Bailey.’

Poppet lijkt niet op haar plaats daar aan de andere kant van het muurtje. Het daglicht is te fel, de omgeving te alledaags en groen. Ook al draagt ze in plaats van haar circuskostuum de kleren waarin ze incognito is, ze lijken te elegant. Haar rok heeft te veel ruches voor alledaagse kleding en haar laarzen zijn dan wel stoffig, maar ook te delicaat en onpraktisch om mee rond te lopen op een boerderij. Ze draagt geen hoed en haar rode haar hangt los en wappert in de wind om haar hoofd.

‘Hallo, Poppet,’ zegt hij als hij van de schrik is bekomen. ‘Wat doe je hier?’

‘Ik moet iets met je bespreken,’ zegt ze. ‘Je iets vragen, bedoel ik.’

‘Kon het niet tot vanavond wachten?’ vraagt Bailey. Het is een dagelijkse routine geworden om Poppet en Widget meteen te treffen nadat het circus is opengegaan.

Poppet schudt haar hoofd. ‘Het leek me beter je tijd te geven om erover na te denken.’

‘Waarover?’

‘Of je met ons mee wilt komen.’

Bailey knippert met zijn ogen. ‘Wat?’ weet hij met moeite uit te brengen.

‘Dit is onze laatste nacht hier,’ zegt ze. ‘En ik wil dat je met ons meekomt als we weggaan.’

‘Je maakt een grapje,’ zegt Bailey.

Poppet schudt haar hoofd.

‘Nee, ik zweer je dat ik geen grapje maak. Ik wilde wachten tot ik zeker wist dat het een goed idee was, en dat weet ik nu. Het is belangrijk.’

‘Hoe bedoel je? Op wat voor manier?’

Poppet zucht. Ze kijkt omhoog en tuurt alsof ze naar de sterren zoekt, die zich schuilhouden achter de blauwe lucht met hier en daar een wit plukje wolken. ‘Ik weet dat het de bedoeling is dat je met ons meekomt,’ zegt ze. ‘Dat weet ik in elk geval.’

‘Maar waarom? Waarom ik? Wat zou ik moeten doen, maar een beetje achter jullie aan lopen? Ik ben niet zoals jij en Widget, ik kan niets bijzonders. Ik hoor niet in het circus.’

‘Dat hoor je wél! Dat weet ik zeker. Ik weet nog niet waarom, maar ik weet zeker dat je bij me hoort. Bij ons, bedoel ik.’ Er kruipt een donkere blos over haar wangen.

‘Ik zou het heel graag willen, echt. Ik moet alleen…’ Bailey kijkt om zich heen naar de schapen, naar het huis en de schuur op de heuvel met de rijen appelbomen. Het zou het probleem van Harvard versus de boerderij oplossen, of nog veel erger maken. ‘Ik kan niet zomaar weg,’ zegt hij, hoewel hij beseft dat dat niet precies is wat hij bedoelt.

‘Dat weet ik,’ zegt Poppet. ‘Sorry. Ik zou het je niet moeten vragen. Maar ik denk… Nee, ik denk niets, ik wéét het. Ik weet dat we niet terugkomen als je niet meekomt.’

‘Komen jullie niet terug? Waarom niet?’

‘Dan komen we nergens meer terug,’ zegt Poppet. Ze richt haar blik weer hemelwaarts en kijkt nors, waarna ze zich weer tot Bailey wendt. ‘Als je niet met ons meekomt, is er geen circus meer. En vraag me niet waarom, ze vertellen me niet waarom.’ Ze wijst naar de lucht, naar de sterren achter de wolken. ‘Zij zeggen alleen dat je erbij moet zijn, anders is er in de toekomst geen circus meer. Jij, Bailey. Jij, ik en Widge. Ik weet niet waarom het belangrijk is dat we er alle drie bij zijn, maar dat is het wel. Anders gaat het ten onder. Dat begint nu al.’

‘Hoe bedoel je? Het gaat goed met het circus.’

‘Ik weet niet of je het van de buitenkant kunt opmerken. Het is… Als een van jouw schapen ziek is, zou ik dat dan merken?’

‘Waarschijnlijk niet,’ zegt Bailey.

‘Maar jij wel?’ vraagt Popje.

Bailey knikt.

‘Zo is het ook met het circus. Ik weet hoe het hoort te voelen en zo voelt het nu niet, en dat is al een tijdje zo. Ik merk het als er iets mis is en ik merk dat het inzakt als een taart met te weinig glazuur om hem bijeen te houden, maar ik weet niet hoe dat komt. Klinkt dat logisch?’

Bailey kijkt slechts naar haar en ze zucht voordat ze verdergaat: ‘Herinner je je die nacht nog dat we in het Labyrint waren? Toen we opgesloten zaten in de kamer met vogelkooien?’

Bailey knikt.

‘Ik heb nooit eerder ergens opgesloten gezeten in het Labyrint. Nooit. Als we geen uitweg kunnen vinden uit een kamer of een ruimte kan ik me concentreren en dan voel ik waar de deuren zijn, en ik weet wat er achter die deuren ligt. Ik probeer het niet te doen, want op die manier is het niet leuk. Maar toen we die nacht niet wisten wat we moesten doen probeerde ik het, en het werkte niet. Het voelt niet vertrouwd meer en ik weet niet wat ik daartegen moet doen.’

‘Maar wat kan ik doen om te helpen?’ vraagt Bailey.

‘Jij was degene die uiteindelijk de sleutel vond, weet je nog?’ zegt Poppet. ‘Ik blijf maar naar antwoorden zoeken, naar de oplossing, en het enige wat ik duidelijk zie ben jij. Ik weet dat het nogal wat is om je te vragen weg te gaan bij je familie, maar het circus is mijn familie en die kan ik niet kwijtraken. Niet als ik iets kan doen om dat te voorkomen. Sorry.’

Ze gaat met haar rug naar hem toe op het stenen muurtje zitten. Bailey gaat naast haar zitten, nog steeds met zijn gezicht naar het veld en de onverbeterlijke schapen. Een tijdje zitten ze zo zwijgend naast elkaar. De schapen lopen rond in luie cirkels en knabbelen aan het gras.

‘Vind je het fijn hier, Bailey?’ vraagt Poppet, en ze laat haar blik over de boerderij gaan.

‘Niet heel erg,’ zegt Bailey.

‘Heb je ooit gewenst dat er iemand zou komen die je zou meenemen?’

‘Heeft Widge je dat verteld?’ vraagt Bailey, en hij vraagt zich af of de gedachte zo sterk is dat hij overduidelijk van hem af te lezen is.

‘Nee,’ zegt Poppet. ‘Het was een gok. Maar Widge heeft me wel gevraagd je dit te geven.’ Ze haalt een klein glazen flesje uit haar zak en geeft het aan hem.

Bailey weet dat het flesje leeg lijkt maar dat waarschijnlijk niet is, en hij is zo nieuwsgierig dat hij het meteen opent. Hij haalt de kleine stop eraf en is opgelucht dat die met een ijzerdraadje aan de fles blijft hangen.

De sensatie erin is zo vertrouwd, zo troostrijk, zo herkenbaar en echt dat Bailey de ruwheid van de schors, de geur van de eikels en zelfs het gekwetter van de eekhoorns ervaart.

‘Hij wilde dat je de boom bij je kon houden,’ zegt Poppet. ‘Als je besluit met ons mee te komen.’

Bailey doet de stop terug op het flesje en ze zwijgen weer een tijdje. Het briesje trekt zachtjes aan Poppets haar.

‘Hoe lang heb ik om erover na te denken?’ vraagt Bailey zacht.

‘We vertrekken als het circus vannacht dichtgaat,’ zegt Poppet. ‘De trein is voor zonsopgang klaar, hoewel het beter zou zijn als je eerder kon komen. Vertrekken kan nogal… ingewikkeld zijn.’

‘Ik zal erover nadenken,’ zegt Bailey. ‘Maar ik kan niets beloven.’

‘Dank je, Bailey,’ zegt Poppet. ‘Maar wil je me één plezier doen? Als je niet met ons meekomt, kun je dan vanavond helemaal niet naar het circus komen? En dit ons afscheid laten zijn? Dat lijkt me makkelijker.’

Bailey staart haar even wezenloos aan. Haar woorden dringen niet helemaal tot hem door. Dit is nog erger dan de keuze nu meteen te vertrekken, maar hij knikt, het klinkt logisch.

‘Goed,’ zegt hij. ‘Ik kom niet, tenzij ik met jullie meega. Ik beloof het.’

‘Dank je, Bailey,’ zegt Poppet. Ze glimlacht, hoewel hij niet zou kunnen zeggen of het een gelukkige glimlach is.

En voordat hij kan zeggen dat ze Widget eventueel de groeten moet doen, buigt ze opzij en kust hem, niet op de wang, zoals ze dat een paar keer eerder heeft gedaan, maar op zijn lippen, en op dat moment weet Bailey dat hij haar achterna zal reizen, waar ze ook heen gaat.

Poppet draait zich zonder nog een woord te zeggen om en loopt weg. Bailey kijkt haar na tot hij haar haar niet langer ziet afsteken tegen de lucht en blijft haar vervolgens met het flesje in zijn hand geklemd nastaren. Hij weet nog steeds niet hoe hij zich moet voelen of wat hij moet doen, en hij heeft nog maar een paar uur om te beslissen.

Achter hem besluiten de schapen, die aan hun lot zijn overgelaten, door het open hek naar het veld erachter te kuieren.

 

Het nachtcircus
x97890234663071.xhtml
x97890234663072.xhtml
x97890234663073.xhtml
x97890234663074.xhtml
x97890234663075.xhtml
x97890234663076.xhtml
x97890234663077.xhtml
x97890234663078.xhtml
x97890234663079.xhtml
x978902346630710.xhtml
x978902346630711.xhtml
x978902346630712.xhtml
x978902346630713.xhtml
x978902346630714.xhtml
x978902346630715.xhtml
x978902346630716.xhtml
x978902346630717.xhtml
x978902346630718.xhtml
x978902346630719.xhtml
x978902346630720.xhtml
x978902346630721.xhtml
x978902346630722.xhtml
x978902346630723.xhtml
x978902346630724.xhtml
x978902346630725.xhtml
x978902346630726.xhtml
x978902346630727.xhtml
x978902346630728.xhtml
x978902346630729.xhtml
x978902346630730.xhtml
x978902346630731.xhtml
x978902346630732.xhtml
x978902346630733.xhtml
x978902346630734.xhtml
x978902346630735.xhtml
x978902346630736.xhtml
x978902346630737.xhtml
x978902346630738.xhtml
x978902346630739.xhtml
x978902346630740.xhtml
x978902346630741.xhtml
x978902346630742.xhtml
x978902346630743.xhtml
x978902346630744.xhtml
x978902346630745.xhtml
x978902346630746.xhtml
x978902346630747.xhtml
x978902346630748.xhtml
x978902346630749.xhtml
x978902346630750.xhtml
x978902346630751.xhtml
x978902346630752.xhtml
x978902346630753.xhtml
x978902346630754.xhtml
x978902346630755.xhtml
x978902346630756.xhtml
x978902346630757.xhtml
x978902346630758.xhtml
x978902346630759.xhtml
x978902346630760.xhtml
x978902346630761.xhtml
x978902346630762.xhtml
x978902346630763.xhtml
x978902346630764.xhtml
x978902346630765.xhtml
x978902346630766.xhtml
x978902346630767.xhtml
x978902346630768.xhtml
x978902346630769.xhtml
x978902346630770.xhtml
x978902346630771.xhtml
x978902346630772.xhtml
x978902346630773.xhtml
x978902346630774.xhtml
x978902346630775.xhtml
x978902346630776.xhtml
x978902346630777.xhtml
x978902346630778.xhtml
x978902346630779.xhtml
x978902346630780.xhtml
x978902346630781.xhtml
x978902346630782.xhtml
x978902346630783.xhtml
x978902346630784.xhtml
x978902346630785.xhtml
x978902346630786.xhtml
x978902346630787.xhtml
x978902346630788.xhtml
x978902346630789.xhtml