Kruispunten ii: Scharlaken furies en rode bestemmingen
londen, 31 oktober - 1 november 1901
‘Terwijl elke nacht in het circus met recht magisch genoemd mag worden,’ schreef Herr Friedrick Thiessen ooit, ‘is de avond voor Allerheiligen iets bijzonders. De lucht ritstelt van geheimzinnigheid.’
Deze bewuste avond voor Allerheiligen is koud en helder. De luidruchtige bezoekers zijn gekleed in dikke jassen en sjaals. Velen van hen dragen een masker, hun gezicht verborgen achter zwarte, witte en zilverkleurige stof.
Het licht in het circus is flauwer dan gewoonlijk. Uit elke hoek lijken schaduwen te komen kruipen.
Chandresh Christophe Lefèvre komt het circus onaangekondigd binnen. Hij pakt een zilveren masker uit een mand bij het hek en trekt dat voor zijn gezicht. De vrouw achter het loket herkent hem niet als hij de volledige toegangsprijs betaalt.
Als een man in een droom loopt hij door het circus.
De man in het grijze pak draagt geen masker. Hij loopt op zijn gemak, met een kalme, bijna luie tred. Hij heeft geen bepaalde bestemming en wandelt van tent naar tent. Sommige gaat hij binnen, aan andere gaat hij voorbij. Hij koopt een kop thee en blijft op de binnenplaats een tijdje naar het vuur staan kijken, waarna hij weer de paden tussen de tenten op loopt.
Hij heeft het circus nooit eerder bezocht en lijkt zich te vermaken.
Chandresh volgt hem, ziet elke beweging en elke plek waar hij blijft staan. Hij achtervolgt hem door tenten en ziet hem op de binnenplaats voor zijn thee betalen. Hij staart naar de grond bij de voeten van de man in het grijze pak, op zoek naar zijn schaduw, hoewel het voortdurend veranderende licht dat verhindert.
Op Chandresh na lijkt niemand hem op te merken. Voorbijgangers keuren hem geen blik waardig, ondanks zijn lengte en zijn keurige grijze pak en hoge hoed. Zelfs het meisje dat hem zijn thee verkoopt lijkt hem nauwelijks te zien en richt zich al snel tot de volgende klant. Hij glipt als een schaduw door het circus. In zijn hand heeft hij een wandelstok met een verzilverde knop, die hij niet gebruikt.
Chandresh raakt hem meer dan eens kwijt in de menigte, als het grijs opgaat in een waas van zwart en wit, met hier en daar een vleugje kleur van de bezoekers. Hij heeft er nooit lang voor nodig om de grijze hoed weer in het vizier te krijgen, maar in de tussentijd wordt hij zo nerveus dat hij er bijna van beeft, en hij frunnikt aan zijn jas en in zijn zakken.
Chandresh mompelt in zichzelf. Degenen die dicht genoeg langs hem lopen om hem te horen, kijken hem merkwaardig aan en mijden hem.
Chandresh wordt gevolgd door een jongeman die hij nog niet zou herkennen als hij hem recht in de ogen kon kijken, maar toch blijft hij een eindje van Chandresh vandaan. Die heeft alleen oog voor de man in het grijze pak, en hij kijkt geen enkele keer naar de jongeman, die wel iets van zijn assistent weg heeft.
Marco houdt zijn grijsgroene ogen strak op Chandresh gericht en draagt geen masker op een gezicht dat alleen Celia zou herkennen, en de illusionist heeft het druk met iets anders.
Dit gaat een tijdje zo verder. Mr A. H_____ verkent het circus op zijn gemak. Hij bezoekt de waarzegster, die hem niet herkent maar zijn toekomst voor hem op de tafel legt in beleefde rijen kaarten, hoewel ze toegeeft dat delen ervan elkaar overlappen en verwarrend zijn. Hij bezoekt een optreden van de illusionist, die met een subtiel knikje laat blijken dat ze hem herkent. Hij bezoekt de Spiegelzaal, waar hij vergezeld wordt door talloze gedaantes in hetzelfde grijze pak en met dezelfde hoge hoed. Hij maakt een ritje in de carrousel. Hij lijkt bijzonder gecharmeerd van de IJstuin.
Chandresh volgt hem van tent naar tent en wacht buiten de tenten die hij niet binnengaat, zwetend van ongerustheid.
Marco verliest de twee slechts even uit het oog als hij zich kort bezighoudt met iets anders.
De klok bij het hek tikt de minuten weg, later en later, en de ornamenten draaien rond en verschuiven.
Oktober gaat over in november, een verandering die alleen wordt opgemerkt door de mensen die het dichtst bij de klok staan.
Het aantal bezoekers neemt af. Maskers worden teruggelegd in de manden op de binnenplaats en bij de hekken, rommelige stapels van lege ogen en linten. Kinderen worden meegesleurd met de belofte dat ze de volgende avond terug mogen komen, hoewel het circus er de volgende avond niet meer zal zijn en die kinderen zich later betutteld en verraden zullen voelen.
In een passage aan de achterkant van het circus die redelijk breed is en waar zich slechts een handjevol bezoekers bevindt, blijft Mr A. H_____ staan. Chandresh bekijkt hem van een afstandje. Hij kan niet goed zien waarom hij is blijven staan, hoewel hij misschien een praatje maakt met iemand. Door zijn masker heen ziet Chandresh alleen het grijze pak dat niet beweegt en de zwevende hoge hoed. Hij ziet een open doel en niets wat hem in de weg staat.
Hij hoort de echo van een stem die hem verzekert dat de man niet echt is. Een hersenspinsel. Een droom, meer niet.
Dan is er een pauze. Heel even vertraagt de tijd als iets wat valt, vechtend tegen de zwaartekracht. Het koude briesje dat over de open paden van het circus waaide valt weg. Op dat moment fladdert er niets, de stof van de tenten, noch de koordjes waarmee tientallen maskers zijn vastgemaakt.
In de hoogste tent verliest een van de acrobaten haar volmaakte evenwicht, en ze valt een stukje voordat een van haar collega’s haar opvangt en slechts ternauwernood voorkomt dat ze tegen de grond slaat.
Op de binnenplaats sputtert en spettert het vuur in een onverwachte wolk van zwarte rook, waardoor de bezoekers die er het dichtst bij staan hoestend naar achteren springen.
Het katje dat uit Poppets handen naar die van haar broer springt, draait in de lucht opeens om en landt op zijn rug in plaats van zijn pootjes, en rolt gekrenkt jankend naar Widget.
De illusionist stopt en haar vlekkeloze optreden valt stil als ze verstijfd blijft staan, haar gezicht opeens lijkbleek. Ze zwaait heen en weer alsof ze elk moment kan flauwvallen, en een paar oplettende bezoekers lopen naar haar toe om haar te ondersteunen, maar ze valt niet.
Marco krimpt ineen alsof een onzichtbare aanvaller hem in zijn buik heeft gestompt. Een bezoeker die langsloopt grijpt zijn arm om hem overeind te houden.
En Chandresh Christophe Lefèvre trekt het zware zilveren mes uit zijn jaszak en werpt het zonder te aarzelen. Het mes vliegt uit Chandresh’ hand en buitelt in volmaakte cirkels door de lucht.
Het is nauwkeurig en precies gericht. Zo waarachtig als dergelijke dingen kunnen zijn.
En dan beweegt het doelwit.
De getailleerde grijze wol die de achterzijde van Mr A. H_____’s pak vormt verplaatst zich. Hij doet een klein stapje opzij. Het is een elegante beweging. Een onbewust gebaar. Een beweging van gewicht in de ruimte.
En zodoende strijkt het mes langs zijn mouw en komt tot stilstand in de borst van de man met wie hij praat. Het lemmet glijdt met gemak door diens niet dichtgeknoopte jas en komt terecht in zijn hart alsof dat altijd het doel was geweest. Het zilveren handvat steekt vlak onder zijn donkerrode sjaal uit.
Mr A. H_____ vangt Herr Friedrick Thiessen op als hij naar voren valt.
Chandresh staart naar zijn lege hand alsof hij zich niet herinnert wat hij even daarvoor vasthad. Hij stommelt weg in de richting van de binnenplaats en het vuur. Hij vergeet zijn masker af te doen als hij weggaat, en als hij het de volgende dag in zijn herenhuis ziet liggen, kan hij zich niet herinneren waar het vandaan komt.
Mr A. H_____ laat Herr Thiessen op de grond zakken en spreekt een lange reeks woorden tegen hem, zo zacht dat niemand ze kan opvangen. De bezoekers om hen heen merken aanvankelijk niets, hoewel sommigen afgeleid worden door het feit dat de twee jonge artiesten een eindje verderop hun optreden hebben gestaakt en de jongen in het zwarte pak de zichtbaar onrustige poesjes verzamelt.
Na geruime tijd doet Mr A. H_____ er het zwijgen toe, en hij strijkt een grijze handschoen over het gezicht van Herr Friedrick Thiessen, waardoor diens verraste ogen dichtgaan.
De stilte die volgt wordt verstoord door Poppet Murray, die het uitgilt terwijl de poel van bloed zich uitspreidt tot onder haar witte laarzen.
Voordat de schrik overgaat in chaos trekt Mr A. H_____ voorzichtig het mes bij het zilveren handvat uit de borst van Herr Thiessen, waarna hij overeind komt en wegloopt.
Als hij langs een verbijsterde Marco komt, die nog steeds wankel op zijn benen staat, overhandigt Mr A. H_____ hem het bebloede mes, zonder een woord te zeggen of hem aan te kijken. Hij gaat op in de menigte.
Het handjevol bezoekers dat getuige was van de gebeurtenis wordt snel weggevoerd. Later denken ze dat het een slimme stunt was. Een vleugje theatraliteit op een toch al feestelijke avond.